Neolithisch communisme. “Van Cayönü tot Catalhöyuk”
Eind vorig jaar werd ook een Engelstalige versie van de website www.urkommunismus.de gelanceerd. Deze site gaat in op archeologisch materiaal uit de eerste vormen van menselijke samenlevingen. Het centrale artikel op de site, “Van Cayönü tot Catalhöyuk” van Bernhard Brosius, onderzoekt de archeologische bevindingen van een samenleving die zowat 3.000 jaar bestond (van 7.000 tot 4.000 voor christus) in Anatolia en de Balkan. Die samenleving kan zonder overdrijving worden omschreven als neolithisch communisme. Het artikel is fascinerend voor socialisten.
Unieke archeologische vondsten maken het mogelijk om een beeld te vormen van het leven in deze samenlevingen in de neolithische periode (stenen tijdperk). Deze samenlevingen stonden aan het begin van de overgang van nomadische jager-verzamelaar samenlevingen naar sedentaire samenlevingen die zelf voedsel produceerden. Brosius legt uit hoe in Cayönü in het oosten van Anatolia de ontdekking van verschillende lagen van vestigingen het technologisch proces uitleggen van de overgang van het leven op basis van jagen en verzamelen over de eerste zaden tot de ontwikkeling van een voorraad aan levensgoederen. De bevindingen leiden tot de conclusie dat de samenleving in Cayönü tussen 8800 en 7300 BCE een hiërarchische en patriarchale klassensamenleving was, de oudste gekende klassensamenleving.
In tegenstelling tot andere delen van de wereld was er in Cayönü een opstand, een sociale revolutie, tegen de onderdrukkende structuur van de samenleving. Uit deze revolutie kwam een egalitaire samenlevingsvorm voort. Deze samenleving verspreidde zich verder vanuit Anatolia naar de Balkan en hield zowat 3.000 jaar stand. Brosius geeft het voorbeeld van de stad Catalhöyük, een stad met 10.000 inwoners. Hij legt gedetailleerd uit hoe de archeologische bevindingen aantonen dat er geen klassen bestonden in deze stad, hoe er geen uitbuiting was, geen oorlog en geen discriminatie van vrouwen.
De tekst legt uit hoe er conclusies kunnen worden getrokken op het vlak van de structuur van een samenleving, de wijze van leven en werken en de relatie tussen mannen en vrouwen. Dat gebeurt onder meer op basis van de architectuur, de graven, consumptiegoederen en het onderzoek van de skeletten. De wetenschappers die Catalhöyük onderzoeken, zijn geen socialisten. Maar ze komen wel tot de conclusie dat er een egalitaire samenleving bestond, een samenleving “met verschillende rangen”. Een archeoloog, Naomi Hamilton, legt uit: “Verschillen betekenen niet noodzakelijk dat er een structurele ongelijkheid was. Het respecteren van leeftijd, sociale invloed op basis van ervaring en kennis, zijn niet in tegenspraak met een egalitaire ethiek.” De discussie over de karakterisering van “een samenleving met verschillende rangen” komt voort uit het feit dat het moeilijk te begrijpen is dat een samenleving duizenden jaren geleden op het vlak van levenskwaliteit verder stond dat alle daarna volgende klassensamenlevingen. De Britse archeoloog James Mellaart ontdekte in 1958 de eerste vestigingen uit het stenen tijdperk in Anatolia. Hij stelde: “Het is moeilijk om niet tot de conclusie te komen dat te bevolking van Catal Hüyük op een andere manier naar de dingen keek, zij concentreerden zich op de continuïteit van het leven en de manier waarop dat kan worden bereikt. Het lijkt erop dat ze begrepen dat het leven verder moet gaan, een fundamentele waarheid die we soms niet lijken te begrijpen.”
Een deel van het bewijs voor de afwezigheid van sociale verschillen komt van de unforme architectuur in Catalhöyük. Er waren geen paleizen of tempels, geen grote prestigieuze gebouwen aan de ene kant of miserabele huisvesting aan de andere kant. Er was integendeel een specifieke architectuur waarbij alle huizen op een zelfde wijze waren opgebouwd. De mensen leefden, kookten, werkten en begroeven hun doden in de huizen. De enige verschillen tussen de huizen suggereren dat deze samenleving geen formele gelijkheid kenden maar wel sociale gelijkheid. De omvang van het huis werd aangepast naargelang de omvang van een familie, waardoor iedere volwassene en alle twee kinderen elk beschikten over tien tot twaalf vierkante meter. Als een familie groter werd, moest het huis ook groter worden. Brosius concludeerde: “De leefhuizen van Catalhöyük toonden dat de behoeften van de bevolking het sociale cement van de productie vormden.”
De goederen die werden teruggevonden in alle graven van Catalhöyük zijn van een fundamenteel gelijke aard waardoor de conclusie kan worden getrokken dat er geen tegenstelling tussen rijk en arm bestond, maar ook geen sociaal verschil tussen mannen en vrouwen. Het feit dat vrouwen gereedschappen meenamen in hun graf (en mannen ook juwelen) wijst er volgens Brosius op dat “er een natuurlijke erkenning van vrouwen was in de productie van goederen, wat leidt tot de veronderstelling dat de tegenstelling tussen productie en reproductie niet bestond in deze samenleving.”
De onderzoeken naar skeletten toonden aan dat er geen grote verschillen waren tussen de voeding, lichaamsomvang, levensstijl en andere activiteiten van mannen en vrouwen in Catalhöyük. Er zijn geen tekenen van een arbeidsverdeling op basis van geslacht. Het begraven van mannen en vrouwen liep gelijk. Er was niet alleen geen discriminatie, het lijkt er ook op dat mensen als dusdanig werden gezien en niet werden gedefinieerd als man of vrouw.
De opgravingen tot nu toe hebben geen enkel skelet boven gebracht dat tekenen vertoont van geweld door één persoon tegen een andere. Er zijn ook geen tekenen van plunderingen van graven en op de schilderijen die werden gemaakt komt er geen geweld of agressie voor. Er zijn geen tekenen van rituele of religieuze offers van mensen of dieren. En er waren ook geen tekenen van oorlog en dat gedurende een periode van 1.500 jaar in Anatolia en 2.500 jaar op de Balkan! Onder het kapitalisme gaat er geen dat voorbij zonder geweld, moord en oorlog. In Catalhöyük waren zo’n dingen onbekend, de bevolking kende er wel solidariteit. Er zijn ook elementen die er op wijzen dat er een intensieve verzorging van de zieken of gewonden was, er waren zelfs gebouwen die volgens wetenschappers wellicht ziekenhuizen waren.
Catalhöyük was natuurlijk arm in vergelijking met latere samenlevingen en er was een laag niveau van technologische ontwikkeling. Maar de sociale verhoudingen zorgden voor een hogere levenskwaliteit dan in samenlevingen met een hogere technologische ontwikkeling. Brosius maakt de vergelijking met een stad in het bronzen tijdperk (van het derde tot het eerste millenium BCE) waar de kindersterfte 30% hoger lag dan in Catalhöyük. De algemene levensverwachting van 32 jaar in Catalhöyük werd nadien pas opnieuw bereikt rond 1750!
Nog belangrijker is dat de bevolking van het neolithische Catalhöyük in staat was om de gemiddelde arbeidsduur te beperken tot minder dan de helft van de productieve tijd. De rest van de tijd kon worden gebruikt om consumptiegoederen te produceren, te schilderen, muziek te maken of gewoon feest te vieren. Het leven was aangenaam in Catalhöyük met heel wat feesten en dansgelegenheden. Dat versterkte de sociale cohesie van deze samenleving.
Indien vandaag iemand beweert dat de mensen te slecht zijn om tot socialisme te komen, kunnen we nu dus ook antwoorden: kijk eens naar Catalhöyük. De egalitaire samenlevingsvorm daar hield meer dan 3.000 jaar stand en toonde aan dat het niet in de menselijke aard ligt om inhalig te zijn of over te gaan tot moorden en onderdrukking. De archeologische bevindingen bevestigen de marxistische visie dat het zijn het bewustzijn bepaalt. De kapitalistische condities creëren de zogenaamde ellenboogmentaliteit (met harde concurrentie), maar ook het besef dat de meerderheid van de bevolking onder deze condities lijdt en dat er nood is aan collectief verzet om de levensomstandigheden te veranderen.
Een gelijkaardige conclusie werd door de neolithische revolutionaire getrokken toen ze komaf maakten aan de klassensamenleving van zo’n 10.000 jaar geleden om de basis te leggen voor een systeem van gelijkheid. Met het technologisch potentieel van de 21ste eeuw in de plaats van de technologie van het stenen tijdperk, zou een nieuw Catalhöyük de mensen eindelijk de mogelijkheid geven om echt mens te zijn.
Artikel door Sascha Stanicic