Wordt de Kaukasus een nieuwe Balkan?
De oorlog tussen Georgië en Rusland zal wellicht “eindigen” na een aanslepende terugtrekking van de Russische troepen. Maar de gevolgen van dit conflict zullen nog een tijd verder blijven uitdeinen. Het is een eerste directe optreden van Rusland buiten haar grenzen na de val van de Sovjetunie. De beelden van smeulende dorpen en een treurende bevolking vormen het lot van regio’s waar verschillende imperialistische mogendheden strijden om de controle.
Georgisch president Saakashvili kondigde begin augustus een staat van oorlog aan, riep de reservisten op en eiste de directe terugtrekking van de Georgische militairen, 2.000 en daarmee het derde grootste continent, uit Irak. De VS spraken direct hun steun uit aan Georgië. Condoleezza Rice zou in de praktijk de hele tijd Saakashvili’s handje vasthouden tijdens het conflict. De EU probeerde meer te bemiddelen, via een pendeldiplomatie probeerden Merkel en Sarkozy een compromis te vinden.
Eind 2006 escaleerden de spanningen in de regio rond Georgië aanzienlijk, samen met oplopende spanningen tussen de VS en Rusland. In juli van dit jaar waren er militaire oefeningen in de buurt van Tblisi waaraan meer dan 1.000 VS-mariniers deelnamen. Georgië probeert lid te worden van de NAVO en verleent openlijke steun aan het rakettenschild dat de VS in Oost-Europa aan het bouwen is. Al deze elementen speelden een rol in het totstandkomen van het conflict. Ook de erkenning van Kosovo’s onafhankelijkheid in februari was een zware nederlaag voor Rusland en haar invloed in de Balkan via de Servische bondgenoten.
Niet toevallig eind 2006 werd door de Russische overheid een racistische campagne gestart tegen Georgiërs die in Rusland leefden. Ook werd een economische boycot van Georgische goederen aangekondigd. Georgiërs in Moskou werden lastig gevallen met controles van hun identiteit en/of werkvergunning. De Russische televisie toonde honderden Georgiërs – verdacht van “illegaliteit” – die werden ingescheept op vliegtuigen om gedeporteerd te worden.
De afgelopen periode werd de regering-Saakashvili geconfronteerd met groeiende economische problemen. De “rozenrevolutie” van 2003 creëerde de illusie dat Georgië zou toetreden tot het “Westen” en een gelijkaardige levensstandaard en democratische vrijheden zou genieten. Deze illusie werd doorprikt en Sakaashvili werd steeds meer geconfronteerd met opposite. De betogers verschenen terug in de straten. Sakaashvili is daarom wellicht eerder uit wanhoop dan met een weloverwogen strategisch plan Zuid-Ossetië binnengevallen. Dat moest de aandacht afleiden van de interne problemen.
Hypocrisie – het eerste teken van oorlog
De waarheid – het eerste slachtoffer
Het uitbreken van een open oorlog in de tweede week van augustus werd vergezeld met een ongeloofelijke hypocrisie en propaganda langs beide kanten. Plots is de VS gekant tegen zelfbeschikking, ondanks het feit dat het de onafhankelijkheid van Kosovo steunde.
Rusland steunt de zelfbeschikking van Zuid-Ossetië ondanks het feit dat het twee brutale oorlogen uitvocht om de Tsjetsjeense onafhankelijkheid te verhinderen. De Westerse, dus pro-Georgische, pers nam quasi uitsluitend een pro-Saakashvili positie in. Er werd zo goed als geen aandacht besteed aan de initiële aanval van de Georgische troepen op Tschinvali. Dat ging gepaard met hevige bombardementen waarbij veel slachtoffers vielen. Aan de andere kant stonden dan weer diegenen die eenzijdig beweerden dat alles één groot complot van de VS was.
Tegen de achtergrond van armoede en werkloosheid, vormt de nationale kwestie in de Kaukasus een recept voor conflicten, zeker indien de grote imperialistische mogendheden de nationale gevoelens bespelen om hun eigen belangen te bevorderen.
Zelfs in wat men “moderne” en “ontwikkelde” staten noemt, zoals België, Groot-Brittanië of Spanje, is het kapitalisme er niet in geslaagd om de nationale kwestie op te lossen. In de ex-Sovjetunie hebben de nieuwe kapitalistische elites niet nagelaten om bewust etnische conflicten te stimuleren. De erfenis van het stalinisme en haar bureaucratische benadering van de nationaliteiten heeft duidelijk een stempel gezet op de regio. Maar het is de herinvoering van het kapitalisme die de regio zo erg heeft verarmd en heeft overgelaten aan concurrende en oorlogvoerende mogendheden in hun strijd over de controle van de olie-en gasvoorraden-en routes.
Socialisten moeten zich in deze conflicten uitspreken. Niet om steun te verlenen aan één natie of etnische groep tegen een andere, maar om de belangen van de volledige werkende klasse te verdedigen tegen hun onderdrukkers. Dit betekent dat we ondanks de agressieve houding van de regering-Sakaashvili geen steun kunnen geven aan de Zuid-Ossetische regering van Kokoity. Deze is gebasseerd op vertegenwoordigers uit de KGB en het leger. Ze financiert zichzelf door smokkel en de zwarte markt en dit met de steun van de Russische broodheren. Net zoals Sakaashvili een pro-Amerikaanse marionet is, is de regering- Kokoiti een regering die de belangen van maffia verdedigt met de steun van het Russische imperialisme. Wij roepen daarentegen op voor de eenheid van de Ossetische, Russische en Georgische werkende klasse bij de verdediging van hun gemeenschappelijke belangen.
In de hele Kaukasus verergert de situatie. De strijd van de imperialistische krachten voor controle zal nog bitterder worden. De bouw van een nieuwe pijpleiding voor gas wordt vandaag in vraag gesteld door investeerders. De omstandigheden in de regio groeien in de richting van explosie zoals we deze eerder in de Balkan zagen. Daarbij zullen niet enkel regionale krachten betrokken raken, maar ook de belangrijke imperialistische krachten.