Frankrijk stapt de hete herfst in
Stakende spoorwegarbeiders verplichten de Parijzenaars om voortaan te voet, met de fiets of per auto naar hun werk te gaan tijdens een eerste grote confrontatie met de Franse president Sarkozy. De arbeiders pikken het niet dat er opnieuw een aanval is ingezet op onder andere de brugpensioenen. Sarkozy noemt het privilegies, maar ironisch genoeg is hij er in geslaagd zijn maandwedde op te trekken van €8000 naar €20000!
De arbeiders van het spoorwegnet hebben ingestemd met een voortzetting van hun stakingsacties en dreigen met een staking van onbepaalde duur met bovendien geregelde momenten waarop de arbeiders kunnen stemmen voor een eventuele voortzetting.
Sarkozy zou begonnen zijn met de eerste onderhandelingen met de vakbonden over de brugpensioenen. Daarom meent eerste minister François Fillon dat er vooruitgang wordt geboekt.
De arbeiders bij zowel de spoorwegen als deze uit de energiesector leggen het werk neer om te protesteren tegen de plannen van Sarkozy om op z’n minst voor 500.000 arbeiders en bedienden de pensioenleeftijd te verhogen. Deze zou namelijk te laag liggen en daardoor te veel kosten. Deze zogenaamde “privileges” zijn nochtans verworvenheden uit de naoorlogse periode, die de arbeiders hebben kunnen afdwingen na eerst jaren te hebben moeten lijden onder het bloedvergieten op de slagvelden van de Tweede Wereldoorlog.
Het verzet groeit aan
Anders dan de verspreide en geïsoleerde stakingen die eertijds werden opgezet – zoals de staking van 18 oktober die moest dienen als een eerste waarschuwing aan het adres van Sarkozy – is deze stakingsbeweging een belangrijke defensieve zet van de Franse arbeiders tegen de plannen van Sarkozy om Frankrijk niet alleen competitiever maar ook asocialer te maken.
Maar de populariteit van deze stakingsactie wordt in vraag gesteld, de cijfers in de media worden echter betwist. Men kan er niet omheen dat veel Parijzenaars nu te voet, met de fiets of met de auto naar hun werk moeten en zo aanzienlijke vertraging oplopen. De beeldvorming door de traditionele media is echter geen te onderschatten factor in dit spel. De dagelijkse berichtgeving in binnenlandse en buitenlandse pers wordt gedomineerd door foto’s van lege stations, persberichten over economische schade en het dagelijks vertoon van gefrustreerde reacties bij klanten van het openbaar vervoer.
Woorden als “gijzeling” en “slachtoffers”, die moeten wijzen op de vele duizenden Franse arbeiders en bedienden die niet tot staken zijn overgegaan, zijn het ideale wapen om de stakingen in een slecht daglicht te plaatsen. Vroeger kwam zulke bewoording pas voor bij een echt gijzeldrama waarbij velen aan hun televisiescherm gekluisterd waren om de afloop te kennen.
De media trekt natuurlijk de kaart van Sarkozy, die goede banden heeft met de bedrijfsleiding van een aantal media-bedrijven. Ze gaan mee in het idee dat de Franse burgers wisten waarvoor ze hadden gestemd tijdens de laatste presidentsverkiezingen. Maar zowel de media als Sarkozy verzwijgen wijselijk het feit dat er tijdens de verkiezingscampagne nooit gesproken is geweest over asociale maatregelen en pure hypocrisie. Het zijn juist deze zaken waaronder de Franse arbeiders nu te lijden hebben. Daar komt nog bij kijken dat de toenmalige tegenkandidaat, Ségolène royal, geen alternatief vormde op de asociale beleidsmaatregelen van Sarkozy.
Sarkozy in het nauw?
Ondanks de negatieve berichtgeving die een onverbiddelijke perceptie bij de Fransen creëert groeit de stakingsbeweging gewoon aan.
De stakingen begonnen op dinsdagnacht toen de SNCF op de meeste spoorlijnen de diensten stopzette. Van de 700 treinen reden er bijvoorbeeld maar 90 meer uit. Bij de Eurostar hebben de autoriteiten zelfs besloten om in de plaats van Franse arbeiders uit voorzorg hun Britse collega’s in te zetten voor het geval ook daar de arbeiders in staking zouden gaan.
Op woensdag sloten zich daar nog de arbeiders van het openbaar vervoer bij aan. Arbeiders uit de energiesector gingen daaropvolgend ook in staking, dreigend met strategische stroomonderbrekingen om hun grieven te tonen over de hervormingen van het brugpensioen.
Studentenprotest duidt op ongenoegen bij brede lagen
Belangrijk zijn ook de studentenprotesten tegen hervormingen in het hoger onderwijs. Deze worden gesteund door verschillende professoren en leerkrachten. De studenten blokkeerden meer dan 1/3 van de Franse universiteiten en verwacht wordt dat nog meer universiteiten zich bij de protesten zullen aansluiten.
De studenten zien namelijk hun tijdens mei ’68 opgeëiste rechten op vlak van onderwijs verdwijnen. Juist door Sarkozy’s wens om van de Franse universiteiten meer elite-universiteiten te maken. De studenten eisen juist een toegankelijk hoger onderwijs en schoven snel eisen naar voor die ook steun vonden bij de stakende arbeiders.
De studenten die zich hebben verzet tegen de blokkades zien met lede ogen toe hoe ze niet alleen te laat komen, maar ook nog eens niet naar de lessen kunnen. Het is echter maar de vraag of deze studenten wel het belang inzien van een sterke oppositie tegen asociale maatregelen (of als ze niet eerder uit politieke motivatie vanuit een steun aan Sarkozy zich verzetten…). Als er nu niks wordt gedaan dan zullen binnenkort meer en meer gezinnen uit de boot vallen en zullen heel wat jongeren geen hogere opleidingen meer kunnen volgen.
Negatieve respons
Ondertussen zijn de autosnelwegen naar en rond Parijs dagelijks volgepropt met auto’s en hun mobilisten, die tevergeefs op tijd naar hun werk willen. In de Parijse binnenstad wemelt het van de fietsen en voetgangers.
Opiniepeilingen stellen dat Sarkozy de publieke opinie nog altijd aan zijn kant heeft staan en ook zijn argumentatie voor de hervormingen steunt. Sarkozy probeert de arbeiders te overtuigen dat heel wat onder hen vanaf enkele weken zal moeten bewijzen dat ze 40 jaar hebben gewerkt eer ze recht hebben op hun pensioen.
De top van vakbond CGT is nu bereid te onderhandelen over een mogelijke oplossing. Volgens Bernard Thibault van het CGT had Sarkozy de stakingen al van de eerste dag kunnen vermijden. Maar ondertussen werken Sarkozy en zijn regering hard aan verdere besparingsmaatregelen op vlak van lonen, jobs en staatsuitgaven.
Het hoofd van de belangrijkste werkgeversorganisatie (Medef) noemde de staking recent nog een schande voor het imago van Frankrijk. Laurence Parisot hekelde het zogenaamde agressieve gedrag van de arbeiders die enkel zouden uitzijn op confrontatie.
Sarkozy bleef ondertussen vasthouden aan zijn woorden. “Wij zullen ons niet overgeven noch terugtrekken”. Later zei hij: “Frankrijk heeft nood aan deze hervormingen omwille van de uitdagingen die ons zijn opgelegd door de wereld”.
Sarkozy heeft niks dan slecht woorden voor de stakers bij het openbaar vervoer. De stakingen dienen te stoppen vooraleer het de economie op de knieën zou brengen. Met een dergelijke uitdrukking probeert Sarkozy de arbeiders te overtuigen van zijn eigen gelijk. En zo zaait hij nogmaals verdeeldheid onder de bevolking.
Waar is de linkse oppositie?
Toch moet Sarkoy lijdzaam toezien hoe recent ook heel wat ambtenaren het werk hebben neergelegd. De stakingen zwellen dus aan, maar op dit moment ontbreekt het leiderschap. Waar is de linkse oppositie?
De vakbonden verzetten zich, maar staan niet te springen om de arbeiders naar de overwinning te leiden. De vakbondstop hoopt op vruchtbare gesprekken met de regering om zo tot één over ander compromis te komen.
De Parti Socialiste (PS) boert al jaren achteruit en wordt niet meer gezien als het alternatief. Tijdens de laatste presidentsverkiezingen stemde men – uit ongenoegen met Ségolènes opportunisme en gebrek aan alternatief – op de liberale Sarkozy, die dit gegeven gretig aangrijpt om zijn eigen beleid goed te keuren.
De Parti Communiste Français (PCF) en de Ligue communiste Révolutionnaire (LCR) wedijveren om elkaar te overschaduwen in deze strijd, maar zijn er in het verleden niet in geslaagd om leiding te geven aan de verschillende stakingen en opstanden. Dat ondanks hun grote populariteit onder bepaalde lagen van de arbeidersklasse. Met de recente presidentsverkiezingen hebben ze hier ook een prijs voor moeten betalen: PCF en LO kenden een electorale achteruitgang ten voordele van de populistische Sarkozy. Er is momenteel een initiatief van LCR in de richting van een brede anti-kapitalistische formatie, deze beweging kan een test vormen voor de capaciteit van dit initiatief om bredere lagen te betrekken en om een richting te geven aan de strijd die plaatsvindt.
Er zal nood zijn aan een duidelijk actieplan en een programma om te vermijden dat deze stakingen eindigen in een halfslachtig compromis dat eigenlijk een nederlaag is. De druk op de vakbondsleiding zal daartoe moeten worden opgedreven en daar kan radicaal-links een belangrijke rol in spelen. De strijdbaarheid van de Franse arbeiders en jongeren is een voorbeeld voor ons allemaal. Deze strijdbaarheid kan komaf maken met de arrogante neoliberale besparingsplannen van Sarkozy.