Recensie. Rosa Luxemburgs ‘Sociale hervorming of revolutie?’
Rosa Luxemburg werd in 1871 geboren in Polen. Het was het jaar van de Parijse Commune. In haar korte leven was zij getuige van drie revoluties en nam ze deel aan de meest belangrijke debatten onder socialisten op internationaal vlak. Er was nog geen succesvol model van een socialistische revolutie, maar deze socialisten probeerden grip te krijgen op welke factoren verantwoordelijk waren voor het in actie komen van arbeiders en hoe dat gevolgen had voor het bewustzijn om de maatschappij te veranderen. Rosa was een denkende en creatieve marxist, gereed om de ideeën van Marx en Engels te verdedigen maar ook bereid om ze indien noodzakelijk verder te ontwikkelen.
Haar leven stond in het teken van gedrevenheid en vastberadenheid. Ze was gepassioneerd in haar liefde voor het leven, over haar opvattingen en principes en haar verlangen een einde te maken aan alle vormen van uitbuiting en onderdrukking. Ze was moedig en overtuigd, bleef standvastig ook als ze in de minderheid was of te maken kreeg met politieke vervolging, gevangenisstraf, ziekte of dood.
Onlangs verscheen de eerste integrale Nederlandse vertaling van haar ‘Sozialreform oder Revolution’. Een van haar belangwekkendste geschriften, dat tot op de dag een hoge actualiteitswaarde heeft.
Rosa werd actief in de revolutionaire politiek toen ze nog scholier was. Op 18-jarige leeftijd werd ze gedwongen in Zürich in ballingschap te gaan. Toen Rosa in 1898 verhuisde naar Duitsland was ze al bekend onder internationale socialisten als een marxistische spreker en denker. Ze werd actief in de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland (SPD), de grootste arbeiderspartij in de wereld. In 1912 had de SPD een miljoen leden, 15.000 fulltimers, 90 dagbladen, jongeren- en vrouwenafdelingen en 2,5 miljoen aangesloten vakbondsleden.
De partij beschouwde zichzelf als marxistisch en revolutionair, maar was eigenlijk nooit op de proef gesteld in de strijd. Aan het einde van de negentiende eeuw was er sprake van een economische opgang die de Duitse heersende klasse in staat stelde om arbeidsrust te kopen door enige economische en sociale verbeteringen. Maar het repressieve regiem bleef linkse politieke activiteiten beperken.
Haar jeugdigheid en de internationaal erkende politieke autoriteit van de SPD-leiders, zouden Rosa niet afhouden van het uitspreken van meningsverschillen met hun politieke opvattingen. Soms werd ze geconfronteerd met openlijk seksisme vanuit een bijna geheel mannelijke partijleiding die niet gewend was aan met zelfvertrouwen behepte vrouwelijke revolutionaire leiders.
Hervorming van het kapitalisme?
Haar eerste test kwam toen Eduard Bernstein, een SPD-leider, enkele van de basisideeën van het marxisme ter discussie stelde. Het kapitalisme was volgens hem over de belangrijkste tegenstellingen heen gegroeid. Economische crises zouden niet meer voorkomen vanwege de kredietverlening, de monopolievorming en ‘globalisering’. De SPD zou afstand moeten nemen van de klassenstrijd en revolutionaire verandering en moeten opkomen voor economische, sociale en politieke hervormingen binnen het bestaande systeem.
In haar bekende brochure ‘Sociale hervorming of revolutie’ legt Rosa Luxemburg uit dat het kapitalisme misschien dan wel een langdurige economische opgang mag hebben ondergaan, maar daarmee zijn de interne tegenstellingen nog niet verdwenen. Kredietverlening kan alleen maar tijdelijk een crisis uitstellen en zal die ook verder verdiepen. Het monopoliekapitalisme heeft geen einde gemaakt aan de concurrentie, die juist scherper werd tussen de verschillende imperialistische landen en uiteindelijk resulteerde in het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914.
Bernsteins theorie van de geleidelijke hervorming van het kapitalisme was zo stelde zij utopisch. Met een in crisis gerakend kapitalisme zou de kapitalistenklasse de lonen en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders aanvallen. En daarmee was de strijd voor de revolutionaire verandering van de maatschappij nog steeds relevant.
Hoe worden werkende mensen zich bewust van de noodzaak om de maatschappij te veranderen en dat zij de kracht hebben om dat te doen? Voor Rosa waren hervorming en revolutie onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Door van dag tot dag te strijden voor economische, sociale en democratische hervormingen krijgen arbeiders zelfvertrouwen, zijn ze beter georganiseerd en worden ze zich bewust van de noodzaak om te vechten voor een fundamentele omvorming van de maatschappelijke structuren.
Bernsteins opvattingen werden verworpen op drie SPD-congressen. Maar na verloop van tijd werd de kloof tussen de revolutionaire theorie en de praktijk steeds groter. De dagelijkse strijd en dan vooral het parlementaire werk kwamen steeds meer los te staan van de strijd voor revolutionaire verandering. Delen van de partijleiding werden steeds conservatiever, verbureaucratiseerden en hielden de arbeidersbeweging af van strijd.
Nederlandse vertaling
Al eerder waren enkele delen van ‘Sozialreform oder Revolution’, oorspronkelijk een artikelenreeks in de ‘Leipziger Volkszeitung’ van 21 tot 28 september 1898 en van 4 tot 8 april 1899, vertaald voor een Nederlandstalig publiek. De onlangs gepubliceerde integrale Nederlandse vertaling bevat vanzelfsprekend ook die delen, maar deze zijn opnieuw bewerkt. Opvallend is overigens de keuze van de titel ‘Hervorming of revolutie?’. Als we het toch over vertalingen hebben kwam ik nog enkele eigenaardigheden tegen. Waar Nederlandse vertalingen van in de noten genoemde literatuur voorhanden is noemt de vertaler steevast de Duitstalige uitgaven, ook als het bijvoorbeeld oorspronkelijk Engelstalige publicaties betreft. Bovendien is de titel bij de tweede paragraaf van het tweede deel gewijzigd van ‘Die wirtschaftliche und politische Demokratie’ in ‘Vakbonden, verenigingen en politieke democratie’. ‘Konsumverein’ is veranderd in ‘consumptieverenigingen’, waar Rosa Luxemburg doelt op ‘verbruikscoöperaties’. De vertaler Pepijn Brandon behandelt in het boek de SPD-stroming die zich aan het eind van de negentiende eeuw uit sprak tegen het gebruiken van de nieuwe legale mogelijkheden die ontstonden na het wegvallen van de zogeheten socialistenwetten. Deze min of meer anarchistische stroming noemt hij ‘Jongen’, volgens hem een letterlijke vertaling van ‘Junge’ waar ‘jongens’ of ‘jongeren’ toch waarschijnlijk beter is. Maar het allerfraaiste is natuurlijk de zinsnede: “De volgende stap is daarom een ‘compensatiepolitiek’- in helder Nederlands: een koehandel – en een op verzoening gerichte staatkundige, verstandige houding.” Dat Luxemburg scherpe polemische kwaliteiten bezat was bekend, maar dat zij ook Nederlands sprak is niet eerder aangetoond. Desalniettemin is de vertaling over het algemeen prettig om te lezen.
Tenslotte wil ik ook nog kort even stil staan bij de inleiding geschreven door de vertaler. Ook deze is over het algemeen toegankelijk en biedt een vrij breed overzicht van de levensloop en ontwikkelingen van de politiek opvattingen van deze icoon van het revolutionair-socialisme. Maar zoals zo vaak met iconen, vergeten de aanbidders wat afstand te nemen en ook kritisch te blijven. Pepijn Brandon is afkomstig uit de traditie van de IS/SWP en dat is merkbaar. Zo krijgen we een heel korte uitleg van het misbruik door de voormalige DDR-bureaucratie van het gedachtegoed van deze Duitse revolutionaire. Terwijl hier juist voor de jongere activisten en lezers van marxistische literatuur een duiding van het stalinisme en het ontbreken van socialistische democratie in de voormalige Oostbloklanden geen kwaad had gekund. Ook lezen we niets over de meningsverschillen tussen Lenin en Luxemburg over de organisatie van de revolutionaire partij. Voor iemand die zichzelf als marxist beschouwt toch wat merkwaardig. Hetzelfde geldt voor de volgens mij incorrecte opvattingen van de Pools-Duitse socialiste ten aanzien van het nationaliteitenvraagstuk.
Helaas is dit toch enigszins kenmerkend voor de IS-stroming. Zo val ik van de ene in de andere verbazing als het de IS-stroming betreft. Dezelfde politiek activist die nog onlangs op volkomen opportunistische en onkritische wijze toe trad tot de Nederlandse Socialistische Partij, vertaalde onder meer de volgende zinsnede: “Keer op keer omschrijft Bernstein dan ook zijn socialisme als het streven naar een ‘eerlijke’, ‘eerlijkere’, ja een ‘nog eerlijkere’ verdeling”. Als we daarnaast ook nog eens kijken wat Luxemburg schrijft over het reformistische gevaar van parlementariërs, dan lijkt mij dat een nadere analyse van de opstelling van de SP-vertegenwoordigers zeer ongunstig uitpakt voor deze dames en heren. Bovendien komt de zogenaamde hervormingsarbeid van toen de SPD en thans de SP steeds verder los te staan van een socialistisch einddoel.
Massastaking
Ik wil weer terugkeren naar de ideeën en ervaringen van Luxemburg. Meer dan anderen was het vooral Rosa die zich van de reformistische gevaren bewust was. Ze voerde binnen de partij een constante strijd tegen het reformisme. Toen de Russische Revolutie van 1905 uitbrak zag ze een mogelijkheid om de partijleiding wakker te schudden.
Een nieuwe historische periode brak aan. In ‘De Massastaking’ beschreef ze hoe de Russische arbeiders met duizenden in staking gaan. Hoe hun stakingen veralgemeniseerd worden en hoe ze politiek gezien vertrouwen geven aan de minder georganiseerde werknemers om het werk neer te leggen voor hun eigen economische eisen.
Ze viel de SPD-leiders aan die zeiden dat dit soort stakingen puur Russisch waren en niet van belang voor Duitsland. De groeiende crisis van het kapitalisme zou de Duitse arbeidersklasse vooruit duwen richting hun Russische broeders en zusters.
Rosa benadrukte het spontane karakter van de stakingsbeweging. Sommige criticasters grepen dit aan en stelden dat Rosa Luxemburg geen oog had voor de rol van de revolutionaire partij en dat het alleen maar ging om spontane massabewegingen die als vanzelf de maatschappij zouden veranderen. Dit is een grove misleidende voorstelling van de ideeën van Rosa.
Het was haar doel om de ingezakte Duitse partijleiding wakker te schudden. Deze leiders dachten dat massastakingen niet langer relevant waren of dat ze op afroep door de partij georganiseerd konden worden ongeacht de economische, sociale en politieke omstandigheden.
Ze benadrukte daarentegen het belang van spontaniteit, maar ze erkende tegelijk de noodzaak van een revolutionaire partij, die de meest bewuste arbeiders kon verenigen en leiding kon geven in een revolutionaire situatie. In haar eigen woorden kon de partij ‘niet met de armen over elkaar’ gaan zitten afwachten of er zomaar opeens een spontane beweging van het volk zou ontstaan. Het ging erom om de ontwikkelingen voort te stuwen en de snelheid op te voeren.
Noodzaak van een revolutionaire partij
Maar onder de concrete Duitse omstandigheden trok Rosa niet de juiste organisatorische conclusies. Ze was er van overtuigd dat als de Duitse arbeiders eenmaal in beweging kwamen ze de SPD-leiders zouden dwingen tot het innemen van meer revolutionaire posities of dat ze in het verloop van de strijd vervangen zouden worden.
Lenin had hier kritiek op. En dat gold ook voor haar opvattingen over de nationale kwestie, waarbij ze onvoldoende oog had voor de dynamiek van het nationalisme van onderdrukte volken. In Rusland volgde Lenin een andere koers, waarbij hij geduldig een kern van revolutionaire marxisten samenbracht rond een duidelijk gedefinieerd politiek programma. Politiek en organisatorisch samengebundeld konden de bolsjewieken leiding geven aan de revolutionaire beweging in het Rusland van 1917.
Rosa’s falen in het opbouwen van een coherente politieke en organisatorische oppositie tegenover de SPD-leiding zouden fataal blijken te zijn voor het slagen van de Duitse revolutie en voor haar eigen leven. Individuele politieke en persoonlijke moed bleken op zich zelf niet afdoende voor de zich openbarende historische taken.
De politieke verrotting van de SPD-leiding was niet langer te negeren in 1914 toen de partij de oorlogsdoelen van de Duitse kapitalistische klasse ondersteunde. Slechts een handjevol revolutionairen rondom Rosa Luxemburg verzette zich vanaf het allereerste moment tegen de imperialistische oorlog. Voor langere tijd verbleef Rosa in de gevangenis.
In 1916 vond er een poging plaats om de georganiseerde revolutionaire oppositie tegen de oorlog te versterken door de oprichting van de Spartacus Bond. Ofschoon de organisatie enkele van de beste jongeren en arbeiders wist aan te trekken bleef het een los netwerk en nauwelijks een geconsolideerde partij.
Toen de Duitse revolutie eindelijk uitbrak in november 1918 bleken de Spartacus Bond en de daaruit in het heetst van de revolutionaire strijd ontstane organisatie de Kommunistische Partei Deutschlands te zwak om de arbeidersklasse te leiden in het succesvol omverwerpen van het kapitalisme zoals de bolsjewieken deden in Rusland in 1917. De repressieve staatsapparaten, geleid door SPD-leiders, hernamen de controle en vermorzelden de revolutie. Rosa, Karl Liebknecht en vele andere revolutionaire helden werden hierbij op een wrede wijze vermoord. Op het moment dat de revolutie verslagen dreigde te worden en ze de dood in de ogen keek schreef Rosa vol vertrouwen: ‘De revolutie zal terugkeren en aankondigen ik was, ben en zal blijven’. Binnen vijf jaar na haar dood brak er opnieuw revolutie uit in Duitsland in 1923.
Als hedendaagse socialisten houden we vast aan Rosa’s vertrouwen dat de werkende mensen zullen blijven strijden voor maatschappijverandering. Maar we combineren deze overtuiging met de vastbeslotenheid om te leren van haar fouten en een partij te bouwen, die toegerust is om bij een volgende revolutionaire strijd succesvol te kunnen zijn. Het lezen van haar geschriften, deze bediscussiëren en testen vormen daarbij onmisbare hulpmiddelen.
Rosa Luxemburg, ‘Hervorming of revolutie?’, 152 pagina’s, uitgeverij Aksant, 15 euro