1921-1996: Herdenking 75 jaar Kommunistische Partij van België
2 september 1921: de geboortedatum van de Kommunistische Partij van België, ontstaan uit de fusie van twee kommunistische groepen.
In maart 1920 wordt de eerste kommunistische groep opgericht rond War Van Overstraeten vanuit de Socialistische Jonge Wacht (SJW, jongerenorganisatie van de Belgische Werkliedenpartij, de voorganger van SP/PS). Joseph Jacquemotte, verantwoordelijke van de bediendenbond in Brussel, leidt een groep rond zijn blad. In mei 1921 verlaten ze in de BWP om de Belgische Kommunistische Partij op te richten. Op aandringen van de kommunistische internationale fusioneren de beide partijen.
Een moeilijk begin
De partij telt slechts 500 leden en kan in de parlementsverkiezing van slechts 2 lijsten indienen (Brussel en Verviers). In `22 moeten een 15-tal leiders van de KPB voor het Assisenhof verschijnen op verdenking van “samenzwering”. In hetzelfde jaar neemt de BWP de motie “Mertens” aan: de vakbondsposities van de kommunistische militanten worden geëlimineerd. De grootste problemen komen echter voort uit het gebrek aan politieke samenhang in de KP zelf.
De Linkse Oppositie
De stalinistische degeneratie van de Bolsjewistische Partij en de kommunistische internationale steekt de KP in België aan. Op het kongres van maart 1928 worden de aanhangers van de Linkse Oppositie in de minderheid gezet. Ze worden uitgesloten.
Hun belangrijkste leiders zijn War Van Overstraeten, Léon Lesoil, Adhémar Hennaut en Georges Vereecken. Tot in 1933 proberen ze de KP in de richting van revolutie te oriënteren. In 1933 besluiten ze dat dit niet langer mogelijk is en ze richten zich op de opbouw van een nieuwe revolutionaire internationale. Tijdens de mijnstaking van 1932 wint de Linkse Oppositie aan autoriteit. Op de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 worden 5 van hun leden verkozen in de regio van Charleroi.
De KPB telt een duizendtal aanhangers in het begin van 1928. De uitsluitingen en ontslagen zullen de KPB bijna de helft van haar leden kosten. Bovendien volgt de KPB een ultra-linkse oriëntatie die leidt tot haar isolatie.
In 1932 gaat de KPB van 1.175 leden naar 3.241 leden. In 1935 konkretiseert de Volksfrontpolitiek zich in België door het voorstel van Jacquemotte om de KPB bij de BWP te doen aansluiten als autonome organisatie. De leiding van de BWP gaat hierop niet in.
Gedurende deze periode slaat de repressie ook toe in de leiding van de KPB zelf. Marc Willems, lid van het politiek buro en verantwoordelijk voor de Jongkommunisten (JK), wordt te Moskou op het matje geroepen voor zijn voorstel tot eenheid tussen de JK, de SJW en de trotskistische jongerenorganisatie. Hij verdwijnt in de Goelag.
Jacquemotte sterft in 1936. Zijn partij is ondertussen uit de marginaliteit gestapt. De KPB heeft in 1935 negen afgevaardigden voor de kamer en vier senatoren. In 1938 telt de KPB 8.500 leden. Maar de draai naar de Volksfrontpolitiek heeft de KPB veranderd tot een partij die afstand doet van de socialistische revolutie.
Open brief aan de KP en haar militanten
door Eric Byl
De verjaardag van de oprichting van de KPB gaat Militant Links direkt aan: de uitsluiting van enkele leiders van de KPB in 1928 en de daaropvolgende oprichting van de Linkse Oppositie in België verwijst naar onze eigen geschiedenis. Het stelde de kommunistische beweging in staat de revolutionaire erfenis van Lenin en Trotski te behouden en over te brengen.
Vandaag is veel veranderd. De burokraten die de macht hadden in het Oosten, erfgenamen van het stalinisme, hebben de USSR tot het bankroet en de vernietiging geleid. Een maffia- kapitalisme heeft zich sindsdien ontwikkeld in die landen: dekadente luxe tegenover de zwartste armoede. Miljoenen arbeiders zijn werkloos in de westerse landen. De oude kolonies kreunen onder armoede, oorlogen en slachtingen. Meer dan ooit is het socialisme nodig om de mensheid van de barbarij te redden.
Militant Links wil hierover de kameraden van de KP aanspreken. Vandaag is de taak van zij die zich beroepen op de erfenis van de Russische revolutie een dubbele taak. Ten eerste de hergroepering van de marxistische revolutionairen in een organisatie die de situatie analyseert, bediskussieert, aktie voert en het terrein voorbereidt op de toekomstige strijd, in België en internationaal. We bevinden ons nu niet in een revolutionaire periode, vergelijkbaar met de nadagen van de Russische revolutie en de kommunistische organisaties beschikken vandaag niet over een massa-aanhang. Zoals Trotsky, oprichter van het Rode Leger, zei: “De revolutie leert eerst marcheren in haar kinderschoenen.”
Zelfs in het begin van de jaren 1920 organiseerden de kommunistische partijen slechts een minderheid van de arbeiders in de verschillende landen. Daarom werkte het vierde kongres van de kommunistische internationale (november 1922) de eenheidsfronttaktiek uit: eenheid in aktie voorstellen aan de sociaal-demokratische arbeiders om in de praktijk aan te tonen dat hun leiders de strijd niet tot het einde willen voeren.
Het zou absurd zijn vandaag dezelfde taktiek van 1922 mechanisch toe te passen gezien de marxisten vandaag niet over een invloedrijke partij beschikken in België, maar ook omdat de sociaal-demokratie veranderd is. Als we praten over het failliet van het stalinisme met de val van de Oost-Europese regimes, praten we meteen ook over het failliet van de sociaal- demokratie in het westen. Sinds 1974, het begin van de kapitalistische krisis, kunnen de socialistische partijen in Europa – ze bestaan bijna niet buiten het Oude Kontinent – zelfs geen kruimels van de kapitalistische groei meer verkrijgen voor de arbeiders. Tot aan hun nek bedolven onder het beheer van het kapitalisme, houden ze wanhopig vast aan de macht en beheren koudweg de besparingspolitiek. In dit nieuw kader moeten we de taktiek van het arbeiderseenheidsfront zien.
Vandaag zijn de tienduizenden syndikale militanten, zowel in het ABVV als in het ACV, die vechten in de bedrijven, de tienduizende antiracisten enz. tot wezen gemaakt op het politieke vlak. Er is een schrijnend gebrek aan een grote arbeiderspartij die de eisen van de straat een politiek verlengstuk heeft. Het is dan ook de taak van allen die zich op het marxisme beroepen om deel te nemen aan de geboorte van een dergelijke arbeiderspartij. Een dergelijke partij zou niet in meerderheid bevolkt worden door marxisten, maar zou syndikale militanten, anti-racisten, feministen, anarcho-syndikalisten, kommunisten, marxisten en ontelbare tot nog toe ongeorganiseerden samen moeten brengen. Een dergelijke partij beantwoordt aan de noden van de strijd van vandaag.
Noch de KP, noch Militant Links beschikt vandag over de krachten om een dergelijke partij uit de grond te stampen. De basis leggen voor een massale arbeiderspartij zal slechts kunnen gebeuren door grote sociale strijd en de syndikale militanten zullen een belangrijke rol hierin moeten spelen. Nu al stellen veel militanten zich die vraag omdat ze er bewust van zijn dat de strijdende arbeiders een politieke vertegenwoordiging moeten hebben. We stellen de KP en haar militanten voor over dit probleem te diskussiëren en alle konkrete initiatieven te onderzoeken die wij samen kunnen ondernemen om deze weg van politieke hersamenstelling van de arbeidersbeweging verder te bewandelen.