Antwoord op de vragen van de Heer Simenon, vertegenwoordiger van Paris-Soir
Geschreven: 6 juni 1933. Bron: Nederlandstalige Trotski Bibliotheek 3. Revolutionair-Socialistische Publicaties, Groningen 2007. Door Karel ten Haaf. Facsimile-uitgaven van teksten van Trotski in het Nederlands. Overgenomen vanop marxists.org. Aangevuld met de vragen van Simenon en verder bewerkt voor deze uitgave.
Georges Simenon. Denkt u dat de rassenkwestie beslissend zal zijn voor de toekomst van Europa?
Neen, ik geloof niet in het minst dat het ras een beslissende ontwikkelingsfactor van het komende tijdperk zal zijn. Ras is antropologische grondstof — ongelijksoortig, onrein, mengelmoes (mixtum compositum) — de stof waaruit de historische ontwikkeling de half afgewerkte fabricaten van de naties schiep… De klassen, sociale groeperingen, en de op haar grondslag ontstane politieke stromingen zijn het die over het lot van het nieuwe tijdperk beslissen zullen. Ik loochen natuurlijk niet de betekenis van de rasseneigenschappen en de rassenverschillen, maar in het proces van de ontwikkeling treden zij voor de techniek van de arbeid en het denken geheel op de achtergrond. Het ras is een statisch en passief element, de geschiedenis is echter de leer van de krachten. Op welke wijze kan een betrekkelijk onbeweeglijk element beweging en ontwikkeling bepalen? Alle rassenverschillen verdwijnen voor de verbrandingsmotor, om van het machinegeweer maar te zwijgen.
Toen Hitler zich klaar maakte een staatsorde in te richten die overeenkwam met het zuiver Noord-Duitse ras, viel hem niets beters in dan plagiaat van het Zuid-Latijnse ras te plegen. Van zijn kant heeft Mussolini in de strijd om de macht — zij het dan ook met het tegengestelde doel — de maatschappijleer van de Duitse of Duits-Joodse Marx benut, die hij twee, drie jaar vroeger “ons aller onsterfelijke meester” genoemd had. Als de nazi’s nu in de 20ste eeuw voorstellen om van de geschiedenis, van de sociale dynamica, van de cultuur, terug te keren tot het “ras”, waarom dan niet nog verder teruggaan: de antropologie is toch slechts een deel van de zoölogie. Wie weet, misschien zouden de racisten in het rijk van de mensapen hogere en betere ideeën voor hun werk vinden.
Simenon. Kunnen we het groeperen van dictaturen beschouwen als een voorloper voor het groeperen van bevolkingen, of is dat een voorbijgaande fase?
Ik geloof niet dat het groeperen van de staten plaats zal vinden onder het teken dictatuur en democratie. Uitgezonderd de kleine laag van beroepspolitici, leven de naties, volkeren, klassen niet van de politiek. De staatsvormen zijn slechts een middel voor bepaalde, overwegend economische taken. Natuurlijk maakt een zekere overeenkomst van de heersende staatsvormen ze voor toenadering ontvankelijk wordt dit hierdoor vergemakkelijkt. Maar in laatste instantie beslissen materiele overwegingen: de economische belangen en militaire berekeningen.
Of ik de fascistische (Italië, Duitsland) en de quasi bonapartistische (Polen, Joegoslavië, Oostenrijk) dictaturen episodisch en kortstondig acht? Helaas kan ik mij bij een dergelijke optimistische prognose niet aansluiten. Het fascisme is niet in het leven geroepen door een “psychose” of “hysterie” (waarmee salontheoretici van het soort van graaf Sforza zich troosten), doch door de diepste economische en sociale crisis die onbarmhartig aan het lijf van Europa knaagt. De huidige conjunctuurcrisis heeft slechts de organische ziekteprocessen verscherpt. De conjunctuurcrisis zal onvermijdelijk voor een opleving van de conjunctuur plaats maken — in ieder geval is daar minder van te hopen dan men doet. De algemene positie van Europa zal niet veel beter worden. Na iedere crisis worden de kleine en zwakke ondernemingen nog zwakker of storten geheel ineen, de sterke worden nog sterker. Het verbrokkelde Europa vormt, vergeleken met de economische reus van de Verenigde Staten, een combinatie van kleine, elkaar vijandige ondernemingen. De Amerikaanse positie is nu zeer moeilijk: zelfs de dollar moest er aan. Desniettemin verandert de huidige crisis de verhouding van de wereldkrachten ten gunste van Amerika en ten nadele van Europa.
De omstandigheden dat het oude continent over het geheel zijn bevoorrechte positie inboet, drijft de tegenstellingen tussen de Europese staten en binnen de staten tussen de klassen buitengewoon op de spits. Vanzelfsprekend hebben deze processen in de verschillende landen een verschillende spanning. Toch spreek ik over de gemeenschappelijke historische tendens. Het groeien van de sociale en nationale tegenstellingen verklaart m.i. het ontstaan en de betrekkelijke bestendigheid van dictaturen.
Ter toelichting van mijn gedachten wijs ik op hetgeen ik enige jaren geleden verkondigde ten aanzien van de vraag waarom en hoelang de democratie voor de dictatuur zou plaatsmaken. Sta mij toe een woordelijk citaat te geven uit een artikel dat ik op 25 februari 1929 geschreven heb:
“Men zegt ons dat wij daarbij met achterlijke en onrijpe staten te doen hebben. Deze verklaring is nauwelijks op Italië van toepassing. Maar ook in het geval waar zij wel klopt, verklaart het niets. In de 19de eeuw hield men het voor een wet dat achterlijke landen zich ontwikkelen boven de leiders van de democratie uit. Waarom drijft zij de 20ste eeuw op de weg van de dictatuur? (…) De democratische instellingen bewezen dat zij de druk van de huidige tegenstellingen — nu eens internationale, dan weer binnenlandse, meestal beide — niet konden verdragen. Of het goed is of slecht, het is een feit. Overeenkomstig de elektrotechniek kan de democratie omschreven worden als een systeem van weerstanden en zekeringen tegen te sterke stromen van de nationale of sociale strijd. Geen tijdperk van de menselijke geschiedenis was ook maar bij benadering zo vol antagonisme als het onze. Een overbelasting van het Europese net op verschillende punten komt steeds vaker voor. Bij te hoge spanning van de klassen- en internationale tegenstellingen moeten de weerstanden van de democratie doorsmelten of stukslaan. Dat zijn de kortsluitingen van de dictatuur. De zwakste weerstanden smelten natuurlijk het eerst door.”
Toen deze regels geschreven werden, was er in Duitsland nog een sociaaldemocratische regering. Het is duidelijk dat de verdere gang van de gebeurtenissen in Duitsland, dat niemand als een achterlijk land zal aanmerken, mijn oordeel op geen enkele wijze kon doen wankelen.
Weliswaar veegde destijds de revolutionaire beweging in Spanje niet alleen de dictatuur van Primo de Rivera doch ook de monarchie weg. Dergelijke tegengestelde stromen zijn in het proces van de geschiedenis onvermijdelijk. Maar op het Iberische schiereiland is het innerlijke evenwicht nog lang niet hersteld. Het nieuwe Spaanse regime moet eerst nog zijn bestendigheid bewijzen.
Simenon. Behoort een geleidelijke evolutie naar een betere toekomst tot de mogelijkheden of is een schok noodzakelijk?
Het fascisme, vooral het Duitse nazisme, brengt voor Europa ontegenzeggelijk het gevaar van oorlogen met zich. Vanop de zijlijn vergis ik mij misschien, maar het schijnt mij toe dat de omvang van dit gevaar onderschat wordt. Neemt men een perspectief niet van maanden, maar van jaren — misschien tientallen jaren — dan hou ik het uitbreken van een oorlog van de kant van het fascistische Duitsland voor absoluut onvermijdelijk. Deze vraag kan onmiddellijk beslissend worden voor het lot van Europa.
Je vind dat ik de toestand zeer zwart schilder? Ik trek alleen gevolgtrekkingen uit feiten, terwijl ik mij niet door logica van de sympathieën en antipathieën, maar door de logica van het objectieve proces laat leiden. Dat ons tijdperk niet een tijd van vredig en rustig gedijen en van politieke behaaglijkheid is, dat behoeft men, hoop ik, niet eerst te bewijzen. Pessimistisch kan mijn oordeel echter alleen in dat geval schijnen als men de loop van de geschiedenis met een te kleine maat meet. Alle grote tijdperken zagen er van dichtbij droevig uit. De mechanica van de vooruitgang, dat moet men erkennen, is zeer onvolledig. Er is evenwel geen reden om aan te nemen dat het Hitler of een combinatie van Hitlers voor altijd of ook maar voor een tiental jaren zou gelukkenzou deze mechanica terug te laten lopen. Zij zullen vele tandraderen uitbreken, vele hefbomen verbuigen, zij kunnen voor een reeks van jaren Europa terugwerpen. Maar ik twijfel er niet aan dat de mensheid ten slotte haar weg zal vinden. Daarvoor staat het gehele verleden borg.
Prinkipo, 6 juni 1933