Libanon: massale woede na explosie in Beiroet versterkt politieke crisis

De gigantische explosie die het hart van Beiroet vorige week op zijn kop zette, heeft niet alleen belangrijke delen van de stad verwoest. Het heeft ook een woedende reactie ontketend van het Libanese volk tegen de onbekwame en corrupte heersende klasse. Tienduizenden kwamen op straat en gingen zelfs over tot de bezetting van ministeriële gebouwen.

“Vroeger waren de Libanezen boos omdat ze geen geld en geen elektriciteit hadden. Nu hebben ze geen ramen en velen hebben geen huizen. Als er geen brood is, wordt het volk gedwongen tot geweld. Geen elektriciteit, geen huis, geen brood? Dat is een revolutie.” (Abu Fadi, voormalig legerofficier in ‘Business Insider’).

Het opduiken van slogans als “ontslag of ophanging” en van replica van een galg, zegt veel over de stemming in Libanon. De woede van de gewone bevolking is zo groot dat er nauwelijks een minister of topambtenaar het aandurfde om na de explosie nog op straat te verschijnen. Toen de miljardair en ex-premier Saad Hariri dit wel deed, werd zijn konvooi bekogeld door woedende betogers.

Premier Hassan Diab werd al snel de kapitein van een zinkend schip, dat iedereen zo snel mogelijk probeerde te verlaten. Onder onhoudbare druk bood hij uiteindelijk op 10 augustus, een week na de explosie, het ontslag van zijn regering aan. Hij bracht het zielige schouwspel van een kritiek op de corruptie en de criminele rol van de politieke elite waar hij zelf onderdeel van is. In zijn periode als premier zag Diab toe op een verdere economische ineenstorting van Libanon. De verwoestende explosie van vorige week bezegelde het lot van deze regering en gaf een nieuwe impuls aan de revolutionaire beweging die afgelopen oktober uitbrak.

Niet zomaar een ongeval

De verwoestingen in Beiroet als gevolg van de explosie –  één van de ergste niet-nucleaire explosies ooit – zijn onbeschrijflijk. Meer dan 200 mensen kwamen om het leven met nog steeds tientallen vermisten. Het leven van honderdduizenden mensen is op zijn kop gezet. Maar liefst 12% van de inwoners van de stad, waaronder 80.000 kinderen, werden op slag dakloos. De haven die een strategisch punt is voor de invoer naar Libanon, maar ook naar Syrië en Jordanië, is tot puin herleid. Ondertussen zwelt het aantal besmettingen en doden als gevolg van Covid-19 aan, waarbij de explosie een deel van de reeds ontoereikende ziekenhuisinfrastructuur heeft verwoest en de schaarste van medische apparatuur vergroot.

Het belangrijkste ingrediënt van deze ramp staat buiten kijf: de onveilige en totaal onverantwoorde opslag van 2750 ton ammoniumnitraat in een havenmagazijn gedurende bijna zeven jaar. De president van het land, Michel Aoun, suggereerde dat buitenlandse inmenging door middel van “een raket of een bom” de ontsteker had kunnen zijn. Libanon heeft een beladen geschiedenis van imperialistische bemoeienis en werd meermaals het slachtoffer van vernietiging en bombardementen. De aanvallen kwamen vooral van het Israëlische regime, dat regelmatig dreigde om het land naar het stenen tijdperk terug te sturen. Er is echter weinig bewijs voor deze verklaring, het lijkt meer op een poging om de schuld van de nalatigheid van de corrupte heersende klasse te verdoezelen. Het kantoor van Diab, zo is nu duidelijk, werd minstens twee weken voor de ontploffing op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van dit explosieve materiaal in een opslagplaats die grenst aan woonwijken van de hoofdstad en aan de belangrijkste graansilo’s van het land. Er werd echter niets gedaan.

De overheid is een onderzoek gestart, zogezegd om de exacte omstandigheden van de ramp vast te stellen. Het probleem is natuurlijk dat er geen bevredigend resultaat te verwachten valt als de misdadigers hun eigen misdaden onderzoeken. In dat geval komt er hoogstens een vervolging van enkele ‘kleine garnalen’ in de hoop dat dit de woede van de bevolking kan afkoelen. Maar zo’n onderzoek zal onvermijdelijk stoppen voor het aan de deuren van de macht komt. Alleen een onderzoek dat onafhankelijk is van een volstrekt onbetrouwbaar politiek en gerechtelijk establishment, en van externe machten die gedurende jaren steun hebben verleend aan verschillende fracties van dat establishment, kan een volledig licht werpen op de hoogste niveaus van verantwoordelijkheid en gerechtigheid. Bij een dergelijk onderzoek zouden gekozen vertegenwoordigers van de haven- en douanediensten en vertegenwoordigers van de families van de slachtoffers moeten worden betrokken. Maar uiteindelijk zou het moeten worden bijgestaan door de hefboom van massale strijd om de echte boosdoener ter verantwoording te kunnen roepen: het kapitalistische systeem en zijn vertegenwoordigers.

Een systeem dat rot is tot op het bot

Deze vermijdbare explosie is het hoogtepunt van een decennialang proces van verval en toenemend wanbeheer in een land dat gebukt gaat onder neoliberale plundering door een corrupte kliek van politici en voormalige krijgsheren, bankiers en zakenlieden.

De journalist Karim Trablousi stelde in ‘The New Arab’: “Om de week is er wel een schandaal in Libanon, met door de overheid gesteunde financiële fraude, gebrek aan brandstof voor elektriciteitscentrales, bedorven vlees dat op de markt mag worden verkocht, hoge prijzen, wanbeheer van afval, vervuiling van water, verkeersonveiligheid en recent nog een gebrek aan aanpak van de Covid-19 crisis. Bij al deze zaken zijn er actoren die met de politiek verbonden zijn, actoren die bekend zijn bij alle Libanezen. Maar deze explosie is de moeder van alle schandalen.”

Deze catastrofe heeft overal de vingerafdrukken van het kapitalisme aan zich kleven. Het verhaal van hoe de gevaarlijke chemische stof in de haven van Beiroet terechtkwam, is op zich al veelzeggend. De goederen werden vervoerd op een Russisch schip dat onder Moldavische vlag naar Beiroet voer, waarbij gebruik werd gemaakt van de “goedkope vlag”-praktijk die scheepseigenaren in staat stelt hun winst te maximaliseren door veiligheidsvoorschriften te omzeilen en te besparen op belastingen, verzekeringen en lonen. Het is hetzelfde winstbejag dat nu de prijs van glas in Libanon opdrijft, aangezien een handvol kapitalisten schaamteloos geld verdienen aan de verwoestingen van de eigendommen van de mensen.

De val van Diab’s regering is niet genoeg…

De regering van Hassan Diab is de tweede in minder dan een jaar die is neergehaald door massaal protest. De ontstellende staat van dienst zou de illusie moeten doorprikken dat een “technocratische regering” – een eis die vorig jaar in de straten van Libanon enige steun kende – de problemen van het land kan oplossen en de hoop van de bevolking op verandering kan inlossen. Achter de zogenaamde onafhankelijke deskundigen zaten marionetten van de gevestigde partijen, met name de sjiitische groep Hezbollah en zijn bondgenoten, die het grootste blok in het parlement vormen. De minister van economie was toevallig de uitvoerend algemeen directeur van een van de grootste banken van het land! De geveinsde “onafhankelijkheid” van deze ministers was alleen bedoeld om de revolutionaire beweging af te leiden en te kalmeren.

Hassan Diab blijft nu als premier van lopende zaken aan de macht tot er een nieuwe regering gevormd wordt. De onderhandelingen over die regeringsvorming zullen gedomineerd worden door de partijen die door de revolutionaire strijd van afgelopen oktober werden omvergeworpen, waaronder de Soennitische ‘Toekomstbeweging’ van Saad Hariri en zijn bondgenoten. Maar zoals de populaire slogan die in heel Libanon weerklinkt het zegt: “Ze moeten allemaal weg.” De werkenden en jongeren zijn vorig jaar in opstand gekomen tegen de hele verrotte heersende klasse en haar sektarische regime. Ze zullen geen genoegen nemen met een gerecycleerde versie van de oude politieke gezichten die het falende beleid gewoon willen doorzetten. De recente ramp zal dit sentiment ongetwijfeld verdiepen.

De Franse president Emmanuel Macron begreep al snel de politieke implicaties van deze situatie, en haastte zich om als eerste internationale leider een bezoek te brengen aan Beiroet. Na waarschijnlijk de lessen te hebben getrokken van de vernederende ervaring van ex-president Nicolas Sarkozy ten tijde van de ‘Arabische Lente’ – toen de nauwe banden van het Franse imperialisme met de regimes van Ben Ali en Kadhafi het in een slecht daglicht plaatsten – wilde Macron geen goede gelegenheid voor een publiciteitsstunt voorbij laten gaan. Hij trok met camera’s in zijn kielzog de straten op om zich te laten zien als iemand die aan de kant van het volk staat en de corruptie aanklaagt. Tegelijk wil Macron de beloofde hulp aan Libanon gebruiken als chantagemiddel om ‘hervormingen’ af te dwingen die het Franse kapitaal ten goede komen.

Frankrijk staat niet alleen bij deze manoeuvres. Libanon is altijd een kruispunt geweest van imperialistische en regionale machtsbelangen. Deze krachten van buitenaf hebben de machtsstrijd tussen concurrerende sektarische fracties aangewakkerd om hun eigen agenda te bevorderen in Libanon en het Midden-Oosten in het algemeen. Aangezien het Iraanse regime worstelt met zijn eigen enorme economische crisis, is het niet in de positie om aanzienlijke financiële steun te verlenen voor de wederopbouw van Libanon en om zo zijn invloed te doen gelden, zoals het dit bijvoorbeeld deed na de Israëlische oorlog tegen Hezbollah in 2006. De westerse imperialistische staten en de Soennitische Golfstaten hebben allemaal hun eigen agenda: ze hopen dat de woede in de straten van Beiroet in hun voordeel kan gebruikt worden door de steun voor Hezbollah en Iran te ondermijnen. “Sommigen van ons hopen dat we eindelijk kunnen profiteren van de situatie om de politieke elites daar wakker te schudden,” zei een Amerikaanse vertegenwoordiger aan de Wall Street Journal. In lijn met deze strategie bereidt de Amerikaanse regering zich voor om een nieuwe sanctieronde op te leggen aan Libanese politici en zakenlieden die banden hebben met Hezbollah.

Terwijl de protesterende massa’s in Libanon terecht Hezbollah ontmaskeren als een kracht die aan de kant van de corrupte elite staat, hebben ze ook niets te winnen bij de sinistere imperialistische berekeningen. Tenzij de revolutionaire beweging haar eigen onafhankelijke politieke uitdrukking opbouwt en de drievoudige plaag van kapitalistische uitbuiting, imperialistische inmenging en religieus sektarisme op gelijke wijze verwerpt, is het gevaar reëel dat de legitieme strijd van de werkenden, werkloze jongeren en de middenklasse van Libanon wordt misbruikt voor de machtsspelletjes van degenen die aan de top staan. Om te voorkomen dat het huidige politieke vacuüm wordt opgevuld door de uitkomst van een hernieuwde fractiestrijd tussen corrupte sektarische klieken en hun buitenlandse geldschieters, of door een nieuw kabinet van “deskundigen” die zijn geselecteerd voor hun volgzaamheid ten aanzien van het status-quo, zal de massabeweging zich moeten organiseren rond haar eigen politieke alternatief en de middelen opbouwen om dit alternatief op te leggen.

Bouwen aan een gezamenlijke strijd voor een socialistisch en democratisch Libanon

Een van de bepalende kenmerken van de ‘Oktoberrevolutie’ was het vermogen om de sektarische verdeeldheid te doorbreken en mensen van alle achtergronden in actie te brengen tegen alle sektarische vleugels van de heersende klasse – en tegen het sektarisme zelf. Dit laatste is echter een integraal onderdeel van het DNA van elke grote gevestigde politieke partij in Libanon, evenals van de oude gereedschapskist van het imperialisme om zijn zin te krijgen in de regio. Zowel om het klassenverzet te doorbreken als om de basis te leggen voor een uitgebreid systeem van patronage, heeft het sektarische machtsdelingssysteem decennialang een belangrijke rol gespeeld bij de plundering van de rijkdommen van het land door de kapitalistische elite. Dit betekent dat de strijd tegen het sektarisme en tegen het kapitalisme organisch met elkaar verbonden is of zal mislukken.

Hoog op de lijst van prioriteiten van deze strijd zou het opzetten van een niet-sektarische arbeidersklasse partij moeten staan, en de wederopbouw van een werkelijk militante vakbondsbeweging, onafhankelijk van alle sektarische pro-kapitalistische partijen. De officiële Algemene Confederatie van Libanese Arbeiders (de belangrijkste vakbondsconfederatie) heeft een proces van uitholling en ontaarding gezien door jaren van corruptie en infiltratie door sektarische stromannen, wat haar opvallende afwezigheid sinds het begin van de revolutionaire beweging vorig jaar verklaart.

De Libanese werkende bevolking en de armen hebben op de harde manier geleerd dat ze alleen op hun eigen initiatieven en kracht kunnen vertrouwen als ze iets gedaan willen krijgen. De ontploffing van vorige week in Beiroet heeft deze bittere waarheid nog eens onderstreept. In tegenstelling tot de hebzucht en de hardvochtige onbekwaamheid van de kapitalistische elite, waren de straten van de hoofdstad getuige van taferelen van spontane arbeiderssolidariteit en onbaatzuchtige opofferingen van buurtbewoners en vrijwilligers die de boel in handen nemen om het puin op te ruimen, hulp te organiseren voor mensen in nood. Ondertussen blijft de staat afwezig en zijn de functies van de staat beperkt tot hun eenvoudigste uitdrukking: het gebruik van grof geweld tegen de onderdrukten om de belangen van de heersende klasse te beschermen. Vandaar dat met traangas en rubberen kogels op de betogers werd geantwoord, of de bijna unanieme stemming in het parlement (met slechts één tegenstem) voor een ingrijpende noodtoestand die het leger meer repressieve bevoegdheden geeft. Deze antidemocratische stap toont aan dat de Libanese heersende klasse zich voorbereidt op de mogelijkheid van ernstigere revolutionaire uitbarstingen en het bevestigt het belang van een meer georganiseerde uitdrukking van de wijdverbreide woede in de samenleving. Dat is van vitaal belang en dringend noodzakelijk is om echte veranderingen te bewerkstelligen.

Op korte termijn zouden democratisch georganiseerde hulpcomités toezicht kunnen houden op de verdeling van de hulp in de wijken en ervoor kunnen zorgen dat de broodnodige materiële hulp niet wordt verduisterd door corrupte ambtenaren. Maar liefdadigheid en solidariteit onder de gewone Libanezen blijft beperkt als de economische middelen en de hefbomen van de staatsmacht in handen blijven van een handjevol parasieten die het hele land in handen hebben. Daarom is het net zo belangrijk om in alle sectoren, op alle werkplekken en in de lokale gemeenschappen actiecomités op te bouwen om een massale politieke strijd te structureren en voor te bereiden die erop gericht is de macht te onttrekken aan het kapitalisme, het systeem dat deze kleine minderheid in staat heeft gesteld om kolossale fortuinen te vergaren en tegelijkertijd honger, armoede, ziekte, vernietiging en onderdrukking te zaaien onder de rest van de bevolking.

De enorme staatsschuld, waarop de banksector in de loop der jaren enorme winsten heeft gemaakt, moet volledig worden afgewezen, samen met alle besparingsmaatregelen en het asociale beleid dat gerechtvaardigd wordt door de noodzaak om de overheidsschuld terug te betalen. Er moeten prijscontroles komen op voedsel, medische benodigdheden, bouwmateriaal en andere producten met een fundamentele noodzaak. Alle banken en financiële instellingen moeten in publieke handen worden gebracht – en hun boeken moeten openbaar worden gemaakt. De rijkdom van de miljonairs en miljardairs van Libanon, opgebouwd door corruptie, speculatie en financiële oplichterij, moet in beslag worden genomen en de economie moet democratisch worden gepland om in de behoeften van de meerderheid te voorzien: de armen en daklozen voeden en huisvesten, investeren in gezondheidszorg en openbare diensten, de ineenstortende infrastructuur van het land van boven naar beneden weer opbouwen … Als de revolutionaire arbeiders en jongeren van Libanon zich zouden wapenen met een dergelijk programma van socialistische eisen, zou hun strijd het potentieel hebben om snel een grote steun te verwerven en miljoenen mensen in de hele regio te inspireren om dit voorbeeld te volgen.

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel