Lokale verkiezingen: de campagne van Gauches Communes in Sint-Gillis
De gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober naderen snel. LSP heeft voor deze verkiezingen aan de PVDA voorgesteld om samen te werken, maar vond daar geen gehoor voor. Wij zijn enthousiast over de mogelijke doorbraak van PVDA in deze lokale verkiezingen. Dit versterkt de volledige linkerzijde. Aangezien samenwerking niet mogelijk is, voeren we eigen campagnes in Sint-Gillis (Brussel) en Keerbergen. Elders roepen we op om voor PVDA te stemmen. De campagne van Gauches Communes in Sint-Gillis is een indicatie van onze benadering en programma. Daarom enkele teksten over deze campagne gebundeld.
Gauches Communes komt in Sint-Gillis op
Artikel door Boris uit de mei-editie van ‘De Linkse Socialist’
De Linkse Socialistische Partij (LSP) en de Humanistische Partij (HP) hebben besloten om eerdere positieve ervaringen verder te zetten en samen onder de naam Gauches Communes op te komen voor de gemeenteraadsverkiezingen in Sint-Gillis (Brussel). We doen dit onder de slogan: “Stop de besparingen. Voor een radicaal publiek investeringsplan voor 4 nieuwe scholen, 30 crèches, 3.000 sociale woningen en 850 lokale banen.” Zes jaar geleden was Gauches Communes de enige die opkwam voor een radicaal publiek investeringsplan na dertig jaar van nooit geziene desinvesteringen. We koppelden dat aan de noodzaak van een beleid dat de schulden niet langer afbetaalt en dat de banken en sleutelsectoren van de economie in publieke handen brengt.
In de afgelopen zes jaar is het gebrek aan investeringen een belangrijk politiek debat geworden, onder meer door de saga rond de tunnels en de verzakkingen in Brusselse wegen. De publieke investeringen in Belgische gemeenten bedroegen in 2012 nog 4 miljard euro, maar zijn vorig jaar tot 3 miljard euro afgenomen. Dit versterkt de bestaande sociale tekorten, maar het zet ook druk op de lokale werkgelegenheid in de publieke sector. In de eerste vier jaar na de vorige gemeenteraadsverkiezingen verdwenen 5.200 voltijds equivalente jobs in de gemeenten. Minder personeel voor de gemeenten en de OCMW’s betekent uiteraard dat er minder diensten zijn en dat de kwaliteit afneemt.
In 2012 hebben we de kiezers daarvoor gewaarschuwd. De financiering van de gemeenten stond onder zware druk door het faillissement van Dexia en de Gemeentelijke Holding. Er gingen niet alleen investeringen verloren. De meerderheid van PS en MR in Sint-Gillis kwam de speculanten ook te hulp door in 2008 vier miljoen euro in Dexia te pompen. De gemeente betaalt elk jaar 500.000 euro af voor een lening die het bij Dexia zelf is aangegaan om die bank te redden. De gemeente verliest door dit fiasco 2,5 miljoen euro per jaar. De afgelopen zes jaar heeft de meerderheid van PS en MR de bankenschulden op de kap van de bevolking afgewenteld. Nu wil de regering-Michel Belfius opnieuw privatiseren door het voor een appel en een ei te verkopen. De nationalisatie van de volledige bankensector onder controle van de gemeenschap moet toelaten dat het spaargeld niet gebruikt wordt voor speculatie maar voor het financieren van de noodzakelijke publieke investeringen.
Het programma van Gauches Communes vertrekt niet van de budgettaire beperkingen die opgelegd worden. We vertrekken van de noden van de bevolking en zoeken een weg om maatregelen daarvoor af te dwingen.
Iedereen moet recht hebben op degelijke huisvesting aan betaalbare prijzen. In Sint-Gillis bestaat amper 4,8% van het aanbod uit sociale huisvesting, ondanks een wachtlijst waar je tien jaar op staat. Dit tekort leidt tot toenemende speculatie door immobiliënmakelaars. De gemeente beschikt over de tweede grootste regie der gebouwen van het land. Er worden echter enkel publieke middelen geïnvesteerd in huisvesting voor beter begoede lagen en dit ten koste van sociale huisvesting. Het is een bewust beleid van gentrificatie waarbij de armsten uit onze wijken worden verjaagd. 20% van de huisvesting moet sociaal zijn om een neerwaartse druk te zetten op de private huurprijzen. Daarvoor moeten er 3.000 publieke sociale wooneenheden bijkomen.
Ondanks vooruitgang van het aantal plaatsen in de gemeentelijke kinderopvang, is er nog steeds slechts een plaats voor één op de vier kinderen. Er moet voor elk kind plaats zijn in de kinderopvang in de gemeente, zonder beroep te moeten doen op de private sector en de daar geldende hoge tarieven. Dit vereist de creatie van 30 nieuwe gemeentelijke crèches. We moeten het tekort aan plaatsen in de scholen niet langer opvangen met containerklassen of het goedkoop oplappen van leegstaande vroegere fabrieksgebouwen. Onze kinderen verdienen een degelijke schoolinfrastructuur. Er is nood aan vier nieuwe gemeentelijke basisscholen zodat het aantal oploopt tot tien.
Om de kwaliteit van de diensten te versterken en de strijd tegen de werkloosheid (die tot 27% oploopt in onze gemeente) aan te gaan, moeten er 850 lokale banen bij komen. We kunnen dat realiseren door de invoering van de 30-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, de omzetting van contracten op basis van artikel 60 in echte gemeentelijke jobs en het aanwerven van bijkomend personeel om de tekorten aan te pakken.
Bij de verkiezingen van 2012 kwamen zowel de PVDA als Gauches Communes in de buurt van een eerste linkse verkozene in de gemeente. De PS haalde een absolute meerderheid maar besloot toch een coalitie met de rechterzijde aan te gaan. We denken dat een campagne voor een echte socialistische verkozene rond dit programma een verschil kan maken ter linkerzijde. Zo’n verkozen positie zou gebruikt worden om initiatieven te nemen die sociale mobilisatie versterken en bijdragen aan de krachtsverhouding in het voordeel van de werkenden en hun gezinnen. Dat is noodzakelijk om te breken met het financiële en wettelijke keurslijf waarmee de federale en regionale regeringen het lokale besparingsbeleid opleggen.
Burgemeester Picqué maakt de balans op – een antwoord van Gauches Communes
Reactie door Anja Deschoemacker, lijsttrekker Gauches Communes, in de zomereditie van ‘De Linkse Socialist’
Enkele weken terug kreeg iedere inwoner van Sint-Gillis “De balans 2012-2018” in de bus, waarin het gemeentebestuur zijn beleid verdedigt. Gauches Communes reageert.
Stop gerommel in de marge! Kwalitatief onderwijs en kinderopvang voor ieder kind!
De folder begint met een persoonlijke inschatting door burgemeester Picqué. In het eerste concrete element dat hij naar voor brengt, beweert hij dat “elke Sint-Gillenaar zijn hele schooltraject in Sint-Gillis kan afleggen.” Dit is sterk betwijfelbaar.
In het hoofdstuk “Onderwijs en het jonge kind” staat: “Het plaatsgebrek in de basisscholen was de grote uitdaging aan het begin van deze legislatuur.” Wat Picqué niet zegt, is dat de “dringende maatregelen” nodig waren omwille van de decennialange verwaarlozing en onderfinanciering van het schoolaanbod in de gemeente. Zo verwaarloosd dat ze de stijging van het aantal kinderen niet zag aankomen….
Er kwamen 700 extra plaatsen bij in het basisonderwijs, maar slechts één nieuwe school. De rest van de plaatsen kwam er bij door het aanbod in bestaande scholen uit te breiden, onder meer met containers, prefab en propvolle klassen. Dit maakt elk pedagogisch project aartsmoeilijk. Om ieder kind niet gewoon “een plaats” aan te bieden, maar ook een degelijke schoolinfrastructuur met kleinere klassen, duurzame gebouwen en voldoende open ruimte om te kunnen bewegen, eist Gauches Communes de creatie van vier nieuwe gemeentelijke basisscholen.
Bovendien vermeldt de brochure niets over de kwaliteit. Nochtans is er een duidelijk tekort aan administratief en technisch personeel en zijn de schoolmaaltijden en het schoonmaken van de scholen uitbesteed aan privébedrijven.
Zo worden de schoolmaaltijden verzorgd door Sodexo, dat niet meteen bekend staat voor het leveren van gezonde lekkere maaltijden, wel voor zijn winstbejag. Bovendien kost die maaltijd in het basisonderwijs 3,20 euro. In tegenstelling tot andere Brusselse gemeenten, komt Sint-Gillis hierin niet tussen. Het ontbreken van een gezond aanbod en de hoge prijs dwingen heel wat moeders om zelf elke dag een warme maaltijd te voorzien. Voeding is een basisbehoefte en we streven naar de voorziening van gratis schoolmaaltijden.
Gauches Communes eist het einde aan de uitbesteding van de maaltijden in scholen en rusthuizen. We eisen de uitbreiding van de centrale keuken voor het bereiden van maaltijden voor de crèches om ook te leveren aan de gemeentelijke scholen, rusthuizen en aan het gemeentelijk personeel.
In de kinderopvang heeft de gemeente 200 nieuwe plaatsen gecreëerd. Een zeer noodzakelijke inhaaloperatie, maar met deze nieuwe plaatsen is er in de gemeentelijke kinderopvang nog steeds slechts plaats voor één kind op vier.
Gauches Communes eist “een plaats voor ieder kind,” zodat ouders niet afhankelijk zijn van dure privé-opvang of gedwongen zijn de keuze te maken welke partner zich deeltijds of tijdelijk terugtrekt uit de arbeidsmarkt, wat de economische zelfstandigheid van vrouwen bedreigt. Voor alleenstaande moeders maakt kinderopvang het verschil tussen kunnen werken of niet.
Werklozen hebben geen “inschakeling” nodig, maar echte jobs!
Hierna vermeldt Picqué de ondersteuning van de allerzwaksten. “Elk jaar ondersteunen de gemeente en het OCMW personen, met de hoop (…) hen uit de kansarmoede te halen, door hen bijvoorbeeld te helpen uit de schuldenspiraal te komen, een opleidingstraject of eerste baan (via het artikel 60-systeem) aan te bieden.”
Je moet echter in de brochure niet zoeken naar maatregelen die reële jobs creëren, die werkzekerheid bieden en een loon dat voldoende is om van te leven zodat mensen echt uit de (kans)armoede kunnen ontsnappen: ze zijn onbestaand. Geen woord over jobcreatie in de lokale openbare diensten, wel een stukje dat “solidariteit” heet en spreekt over sociale promotie, sociale inschakeling, beroepsopleidingen en artikel 60. In dat stukje worden ook de inspanningen van de gemeente vermeld inzake betaalbare huisvesting.
De enige jobcreatie die wordt vermeld, is het aantal mensen in het artikel 60 statuut, een tijdelijke tewerkstelling gesubsidieerd door het OCMW. Maar een artikel 60 laat niet toe om aan armoede of onzekerheid te ontsnappen. Meestal leidt artikel 60 enkel tot een hernieuwd recht op werkloosheidsuitkeringen.
Bovendien is de hypocrisie absoluut. Onder het mom van het helpen van mensen om aan het miserabele leefloon te ontsnappen, gebruikt de gemeente hen schaamteloos als goedkope arbeidskrachten. De samenstelling van de dienst die instaat voor de openbare netheid (straatvegers) ziet er als volgt uit: 22 statutairen (de enigen met een relatieve jobzekerheid en degelijke pensioenen), 33 contractuelen en 44 artikel 60’ers. Na hun periode in het artikel 60 statuut wordt hun plaats ingenomen door nieuwe artikel 60’s.
Gauches Communes eist reële jobcreatie gebaseerd op enerzijds een massaal programma van openbare investeringen in scholen, crèches, sociale huisvesting en anderzijds de 30-urenweek voor al het lokaal openbaar personeel, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. De gemeente zou geen belangrijke aanbieder van precaire statuten mogen zijn – we eisen de benoeming van de contractuele werknemers en de omzetting van de artikel 60’s die ingezet worden in de openbare diensten in statutaire tewerkstelling. Voor de artikel 60’s bij lokale vzw’s eisen we de omzetting van hun statuut in contracten van onbepaalde duur met verhoging van de gemeentelijke subsidies.
Gemeente laat privé-woningmarkt vrij spel!
In het stuk over huisvesting stopt het gemeentebestuur – en Picqué zelf – zich weg achter excuses om de povere resultaten inzake betaalbare huisvesting te rechtvaardigen. “Ook de Regie voor Grondbeleid volgt deze zelfde dynamiek van begeleiding en ondersteuning door bijna 1000 gezinnen aan een kwaliteitsvolle en betaalbare woning te helpen. We doen er dan ook alles aan het aantal sociale woningen uit te breiden, rekening houdend met de budgettaire beperkingen en met een gemeente waar de grondreserves bijna onbestaande zijn.”
In realiteit heeft Picqué al lang geleden de keuze gemaakt voor publieke huisvesting (waarbij de huurprijs bepaald wordt door de marktprijs en niet door het inkomen van de huurder) in plaats van sociale huisvesting. Slechts 4,3% van de woningen in Sint-Gillis zijn sociale huisvesting (en daarvan staat nog eens 9,7% leeg wegens nood aan renovatie) terwijl bijna de helft van de inwoners in aanmerking komt voor sociale huisvesting.
De ontbrekende grondreserves zijn slechts een excuus. De gemeente kan via de wet-Onkelinx leegstaande gebouwen opeisen en er sociale woningen vestigen, maar ze houdt het op sancties voor leegstand.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de inspanningen van het gemeentebestuur niet leiden tot dalende, maar integendeel tot verder stijgende huurprijzen op de privé-markt, vooral in het segment van de goedkoopste woningen. Gauches Communes eist de creatie van 3.000 sociale woningen als een eerste stap op relatief korte termijn om te komen tot 20% sociale huisvesting. Dat is een minimum om een neergaande druk te creëren van de prijzen op de privé-markt.
Projecten voor openbare veiligheid, netheid en verfraaiing van de openbare ruimte = projecten van sociale verdringing
Het gehalte van hypocrisie in de woorden van Picqué en zijn coalitie over “solidariteit” en hulp aan de “allerzwaksten” werd kort geleden pijnlijk duidelijk toen de “steun” van het gemeentebestuur aan de daklozen die de nacht doorbrachten in een voetgangerstunnel onder de spoorweg erin bestond hen daar weg te jagen en de tunnel af te sluiten.
Het wordt aan de MR gelaten (onnodige coalitiepartner van de PS die een absolute meerderheid heeft) om het sociale masker op te lichten inzake het vernieuwingsproject rond het voorplein. De vernieuwing van het voorplein heeft als resultaat dat de markt niet langer een verzamelplaats voor iedereen in de gemeente zal zijn. In plaats van de vroegere mix van goedkope en duurdere kramen stevenen we na de heropening af op een model dat enkel aantrekkelijk is voor de beter begoede lagen van de bevolking.
De MR maakt in de pagina die haar toebedeeld is duidelijk dat de minder begoede bevolking op de markt – zoals in de gemeente in het algemeen – plaats moet ruimen voor projecten om een andere, hippere en vooral beter begoede bevolking aan te trekken. De rest zal voortaan aangewezen zijn op de Zuidmarkt (slechts 1 dag per week), waar de MR dan weer geen probleem lijkt te hebben met een “weinig duurzaam” aanbod…
Dat deze politiek voorrang krijgt op alle belangrijke terreinen van de gemeentepolitiek zegt alles over de hypocrisie van de PS als ze heeft over het “bevorderen van de sociale cohesie.” Gauches Communes dient een lijst in om een alternatief te populariseren: voor een radicaal publiek investeringsplan voor 4 nieuwe scholen, 30 crèches, 3.000 sociale wooneenheden en 850 degelijke lokale publieke jobs.
Voor een radicaal publiek investeringsplan voor 3.000 degelijke sociale woningen
Artikel door Boris uit de juni-editie van ‘De Linkse Socialist’
Jaar na jaar wordt het duurder om in Brussel te wonen. Waar tussen 1970 en 1990 het percentage eigenaars toenam, is deze stijging nu gestopt. Dat komt omdat de bevolking armer wordt. Terwijl 60% van de Brusselse gezinnen huren, komt de vastgoedmarkt steeds meer in handen van een aantal grote eigenaars. 93% van de gehuurde wooneenheden zijn appartementen. De gemiddelde huurprijs voor een appartement steeg op 10 jaar tijd met meer dan 100 euro tot gemiddeld 710 euro in 2016 (1).
dossier door Boris (Brussel)
Het tekort aan betaalbare huisvesting is goed voor de bedrijfswereld. In de eerste plaats profiteren de grondspeculanten die de beschikbare gronden met een maximale winstmarge doorverkopen waardoor de prijzen stijgen. Ook de vastgoedpromotoren halen er hun voordeel uit. Zij leveren bijna geen huisvesting meer op onder de grens van 2.700 euro per vierkante meter. Om huisvesting voor een Brussels gezin met een gemiddeld inkomen te voorzien, zou dit niet meer dan 1.500 euro per vierkante meter mogen zijn. Het Gewest zorgt voor heel wat subsidies zodat een deel van het vastgoed toch nog een beetje betaalbaaris. Publiek-private samenwerking (PPS) betekent dat de winsten van de vastgoedpromotoren gegarandeerd worden met publieke middelen. Deze bijzonder inefficiënte manier van werken is vooral erg duur voor de gemeenschap.
Er zijn minder dan 40.000 sociale wooneenheden in Brussel, dat is 8% van het totaal. Tegelijk staan 44.000 gezinnen op een wachtlijst. Aangezien je tien jaar op de wachtlijst staat, doen velen niet de moeite om er zich op in te schrijven. De helft van de bevolking in Brussel voldoet nochtans aan de voorwaarden voor sociale huisvesting. De tekorten worden niet aangepakt: in 2016 waren er 145 sociale wooneenheden minder dan in 2004. De publieke investeringen volstaan dus niet eens om de bestaande sociale huisvesting in stand te houden.
De situatie in Sint-Gillis behoort tot de slechtste van Brussel. Sociale huisvesting is slechts goed voor 4,3% van het totaal. Van die sociale huisvesting wordt 9,7% niet bewoond omdat er te weinig middelen voor renovatie zijn. De lijst Gauches Communes houdt vast aan het idee dat 15 tot 20% van de huisvesting sociaal moet zijn om voldoende druk te zetten op de huurprijzen op de private markt.
Naar schatting zijn er 15.000 tot 30.000 leegstaande woningen in Brussel en staat er 1 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg. Maar toch worden nog steeds nieuwe kantoortorens gebouwd in de Zuid-wijk. Het aantal leegstaande woningen in Sint-Gillis bedraagt ongeveer 800 (2). De gemeente weigert echter om de wet-Onkelinx uit 1993 toe te passen om leegstaande gebouwen op te eisen. Daarmee zou het nochtans mogelijk zijn om daklozen onderdak te bieden of om huisvesting aan te bieden aan comités van mensen-zonder-papieren die gebouwen in Brussel zoeken. Zo zou Sint-Gillis pas echt een ‘gastvrije gemeente’ zijn.
Gentrificatie om de armen te verjagen
De liberalen van MR en Open Vld begonnen hun kiescampagne in Brussel-stad met de eis om geen nieuwe sociale huisvesting te creëren. Het argument is dat sociale huisvesting arme mensen zou aantrekken. De armen moeten weg uit het stadscentrum zodat het beleid van citymarketing en zakentoerisme kan opgevoerd worden.
In feite proberen alle gemeenten om middenlagen met hogere lonen aan te trekken of toch minstens werkenden die over twee stabiele inkomens beschikken. Zo willen gemeenten wijken ‘opwaarderen’ en de fiscale inkomsten optrekken. Er worden publieke middelen ingezet voor de aantrekkelijkheid van wijken en niet voor het welzijn van de bewoners. Onder het mom van een betere sociale mix worden de armsten weggejaagd. Zo worden de armen bestreden in plaats van de armoede. Vanuit deze logica kan extra sociale huisvesting effectief een laag van uit andere gemeenten verjaagde armen aantrekken.
Sociale of publieke huisvesting?
De gemeente Sint-Gillis beschikt over de tweede grootste Regie der Gebouwen, na Brussel-Stad. Voor de gemeentelijke autoriteiten heeft elke publieke partner zijn doelpubliek. De publieke immobiliëndienst is vooral gericht op sociale huisvesting voor uitkeringstrekkers en wordt vanuit het Gewest gefinancierd. De Regie der Gebouwen richt zich met middelen van de gemeente eerder op “middelinkomens.”
Er zijn slechts 1.123 sociale wooneenheden in Sint-Gillis op een totaal van iets minder dan 29.000. De PS van Sint-Gillis beloofde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 dat er 350 nieuwe publieke wooneenheden zouden bijkomen, maar daar zat geen enkele sociale wooneenheid bij. De Regie der Gebouwen heeft ongeveer 900 publieke wooneenheden in bezit tegenover 800 voor de vorige gemeenteraadsverkiezingen. Deze publieke huisvesting wordt aan “gematigde prijzen” verhuurd. Het gaat om prijzen die slechts lichtjes onder die op de private markt liggen.
Het plafond voor toegang tot publieke huisvesting bij de Regie werd in 2009 opgetrokken tot een jaarinkomen van 40.000 euro voor een alleenstaande en 70.000 voor een gezin. (3) Dit betekent dat er eigenlijk zo goed als geen beperking wordt opgelegd, behalve dat de huurder geen eigen woning mag bezitten. Het mediaan netto-inkomen ligt erg laag in Sint-Gillis: 16.600 euro per jaar (4). Dit betekent dat de meerderheid van de bevolking in Sint-Gillis in aanmerking komt voor sociale huisvesting (het jaarinkomen hiervoor mag niet meer bedragen dan 22.500 euro voor een alleenstaande en 28.500 voor een gezin). De gemeente wil echter niet dat mensen met een laag inkomen toegang hebben tot de publieke huisvesting van de Regie. De gemeente voerde daarom ook een minimum in: de huur mag niet meer dan 40% van het gezinsinkomen bedragen. Nochtans is bekend dat bijna de helft van de Brusselse gezinnen meer dan 50% van het gezinsinkomen aan huisvesting besteedt.
De Regie wordt de ‘gewapende arm’ van de gemeente genoemd op vlak van urbanisme. Schepen van huisvesting Cathy Marcus verklaarde: “De hogere prijsklassen laat de gemeente aan de privé, daar wil de Regie niet in investeren.” De Regie koopt vooral slecht onderhouden gebouwen in de armste wijken. Die worden gerenoveerd en vervolgens op de huurmarkt gebracht om mensen met een hoger inkomen aan te trekken. Hierdoor worden wijken die minder interessant zijn voor vastgoedpromotoren aantrekkelijker gemaakt voor winstgevende investeringen, naar het voorbeeld van de samenwerking tussen de publieke sector, promotoren en private groepen in de Zuid-wijk. Met dit beleid zijn publieke investeringen niet gericht op de sociale problemen van de inwoners, maar op het opwaarderen van bescheiden wijken zodat ze interessant worden voor vastgoedspeculanten. Dat is waarom de gevestigde partijen niet voor sociale huisvesting, maar voor publieke huisvesting kiezen.
3.000 nieuwe sociale woningen in Sint-Gillis: niet realistisch?
In de jaren 1970 kwamen er tot 7.000 sociale wooneenheden per jaar bij in Brussel. De afgelopen 40 jaar werd echter bijna niets gedaan voor sociale huisvesting, waardoor de tekorten vandaag aanzienlijk zijn. Er is nood aan een nooit gezien plan voor extra sociale huisvesting.
Er wordt gezegd dat er onvoldoende plaats is gezien de hoge bevolkingsdichtheid. Sociale huisvesting wordt vaak herleid tot de karikatuur van hoge blokken. Een aanpak per straat wordt overgelaten aan de Regie die zich richt op hogere inkomens. Als er vandaag over een sociale mix gesproken wordt, betekent dit steeds dat mensen met hogere inkomens zich in armere wijken vestigen. Het omgekeerde – armere mensen in rijkere wijken – zien we niet. Die rijkere wijken worden immers volledig aan de private markt overgelaten.
De gevestigde partijen dienen de belangen van de speculanten en hun winsten. Ze hebben niet de politieke wil om de hoge huurprijzen aan te pakken. Gauches Communes vertrekt van een compleet andere logica: die van de behoeften van de bevolking. Van daaruit zoeken we naar een weg om deze behoeften in te lossen.
Het creëren van 3.000 degelijke en energieneutrale wooneenheden in de volgende legislatuur is de enige manier om een echte druk te zetten op huurprijzen en om ervoor te zorgen dat 15% van alle huisvesting sociaal is, een opstap naar het doel van 20%. De sociale huisvesting mag zich bovendien niet beperken tot het laaggelegen en centraal gedeelte van de gemeente, er moet op heel het grondgebied sociale huisvesting komen.
Nieuwe sociale huisvesting betekent niet noodzakelijk dat er nieuwe woningen gebouwd worden. De toegangsvoorwaarden voor huisvesting van de Regie kunnen aangepast worden om van deze 900 publieke wooneenheden sociale te maken. De activiteit van de Regie kan bovendien uitgebreid worden tot het hooggelegen gedeelte van de gemeente. Er kunnen grote stappen gezet worden door de opvordering van onder meer de 800 leegstaande woningen en kantoorruimte. Tientallen leegstaande sociale wooneenheden moeten dringend gerenoveerd worden.
Om tot 3.000 nieuwe sociale wooneenheden te komen, zullen we moeten strijden voor voldoende middelen van het Gewest en de federale regering. Daartoe zal de gemeente een krachtsverhouding moeten vestigen door te bouwen aan een front van linkse gemeenten en door massale acties van bewoners en de georganiseerde arbeidersbeweging te stimuleren.
- Onderzoek door Marie-Laurence De Keersmaecker, professor geografie aan de UCL, in samenwerking met Sonecom. Het onderzoek baseerde zich op een staal van 5004 huurappartementen in Brussel in het kader van het Observatorium van Huurprijzen in het Brussels Gewest in de zomer van 2016.
- Codes, Comité de Défense de Saint-Gilles
- Deze bedragen zouden ondertussen geïndexeerd zijn, maar onze telefonische en schriftelijke vragen aan de Regie om de aangepaste cijfers te krijgen, werden niet beantwoord.
- Cijfers van FOD Financiën voor 2015
Voor een ingrijpend publiek investeringsplan en een 30-urenweek voor kwalitatieve openbare diensten
Artikel door Pietro (Brussel) uit de aprileditie van ‘De Linkse Socialist’
De regering-Michel legt al vier jaar lang haar besparingsbeleid op en blijft fiscale cadeaus uitdelen aan bedrijven. Jobs, jobs, jobs? Over de hele legislatuur genomen, bestaat 74,3% van het aantal gecreëerde banen uit onzekere (deeltijdse of tijdelijke) contracten. In maart daalde het aantal uitkeringsgerechtigde voltijdse werklozen in Brussel met 29% op jaarbasis, maar het aantal werkzoekenden dat geen uitkering meer ontvang nam toe met 59%. Het afgelopen jaar steeg het aantal uitkeringsaanvragen bij het OCMW met 49%. Dat is de realiteit achter de daling van de werkloosheidscijfers: een stortvloed van onzekere contracten en uitsluiting van werklozen. Dit beleid is erop gericht de concurrentie tussen werknemers op te drijven om de neerwaartse druk op de lonen te versterken.
Ongekende onderfinanciering
In de jaren 1980 besteedde België 4,5% van zijn BBP aan infrastructuur. In 2012 was dit nog 1,7%. Dit gebrek aan investeringen is verantwoordelijk voor de recente problemen met onder meer tunnels en trottoirs in Brussel. Deze drastische besparingsdrift is niet beperkt tot de federale en gewestelijke overheden. Sinds 2012 zijn de publieke investeringen van de Belgische gemeenten gedaald van 4 naar 3 miljard euro per jaar. Dat is een daling van bijna 30%, wat verschillende sociale tekorten nog erger maakt. Snijden in de werkgelegenheid in de publieke sector (onder meer door niet-vervangen van alle personeelsleden die met pensioen gaan) heeft niet alleen gevolgen voor de werknemers die hun taken niet langer naar behoren kunnen uitvoeren, maar ook voor de hele bevolking. De kwaliteit van de openbare diensten gaat er immers op achteruit.
Beloftes van kortere werkweek niet geconcretiseerd
In oktober 2016 lanceerde de Brusselse Minister van Tewerkstelling, Didier Gosuin (Défi), een project om de vierdaagse werkweek in te voeren bij net.brussels. Hij stelde dat dit 400 tot 500 extra banen zou opleveren. Vandaag, twee jaar later, wachten we nog steeds. In het najaar van 2017 legt de burgemeester van Sint-Joost, Emir Kir (PS), uit dat ook hij een dergelijke maatregel wilde nemen: een arbeidsweek van vier dagen, maar vijf dagen betaald. Dat zou in januari 2018 concreet worden en voorgesteld worden aan het gemeentepersoneel. Nu geldt de maatregel enkel en alleen voor 55-plussers en er is nog niets concreets. Het is vooral de PS die, in de concurrentie met de PVDA om de gunst van kiezers, opnieuw de eis van de vierdaagse werkweek opneemt. Het is echter duidelijk dat de PS, net als de andere traditionele partijen, enorm aarzelt met de daadwerkelijke uitvoering ervan, en al helemaal niet bereid is om de maatregel op grotere schaal door te voeren (bijvoorbeeld voor al het gemeentepersoneel).
Voor een 30-urenweek met behoud van loon en bijkomende aanwervingen
In Sint-Gillis is het werkloosheidscijfer hoog: 27%, d.w.z. 6.300 werkzoekenden die een uitkering ontvangen, de geschrapte werklozen niet meegerekend. De PS van Charles Piqué, die ondanks haar absolute meerderheid heeft besloten samen met rechts te besturen, weigert de gemeentelijke werkgelegenheid te verdedigen als manier om onze diensten te verbeteren en de werkloosheid te bestrijden.
De lokale tewerkstelling in Brussel (gemeenten, OCMW en politiezones) bedraagt 30.000 voltijdse equivalenten (VTE). Met de 30-urige werkweek zou het mogelijk zijn om 8.000 banen te creëren door bijkomende aanwervingen, waaronder 300 lokale banen in Sint-Gillis. Contractuelen moeten worden benoemd en de nepstatuten (zoals ‘artikel 60’) moeten worden omgezet in voltijdse banen met een minimumloon van 14 euro per uur. In de gemeente Sint-Gillis zou dit neerkomen op 300 bijkomende goede jobs. Om sociale tekorten aan te pakken, zou een radicaal overheidsinvesteringsplan voor de bouw van 4 scholen, 30 crèches en 3000 sociale woningen eveneens 250 degelijke jobs creëren.
Er is een fundamenteel ander beleid nodig
Als de goede peilingen voor de PVDA realiteit worden in de gemeenteraadsverkiezingen van oktober, zal de kwestie van progressieve meerderheden op de agenda staan. Volgens ons moet een bestuursakkoord voor zo’n meerderheid een duidelijk programma hebben: onmiddellijke invoering van de 30-urenweek voor het gemeentepersoneel en dit zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, benoeming van al het personeel en vervanging van onzekere contracten door een ambtenarenstatuut of minstens contracten van onbepaalde duur met een minimumloon van 14 euro per uur, een ingrijpend programma van publieke investeringen in sociale woningen, kinderopvang en scholen. Een dergelijk meerderheidsakkoord zou meteen botsen op de budgettaire beperkingen die de gevestigde partijen op regionaal en federaal vlak opleggen.
In de jaren tachtig verdedigde de gemeenteraad van Liverpool in Engeland een uitgebreid plan van overheidsinvesteringen en een kortere werkweek voor stadspersoneel om banen te scheppen. Maar om dit programma te realiseren, was het nodig om met een twintigtal linkse gemeenten een front tegen Margaret Thatcher op te zetten en een ernstige krachtsverhouding te ontwikkelen met alle werknemers.
Wij willen onze concrete voorstellen aanreiken en er mobilisaties rond opzetten. Tegelijk willen we ook mobiliseren om aan te geven dat de realisatie van een dergelijk programma enkel kan met socialistische maatregelen, zoals de niet-betaling van de staatsschuld, de collectivisatie van banken om spaargeld te investeren in sociale noden en niet om te speculeren, alsook het in democratische publieke eigendom nemen van de strategische sectoren van de economie.
Voor een radicaal investeringsplan met 30 nieuwe crèches en gratis maaltijden op school
Artikel door Eveline (Brussel) uit de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’
Op alle beleidsniveaus is er een besparingsbeleid dat onze publieke diensten diepgaand ontmantelt. Dit heeft negatieve gevolgen voor alle werkenden en vrouwen in het bijzonder. Vrouwen zijn gemiddeld goed voor 245 minuten onbetaald huishoudelijk werk per week. 45% van de loontrekkende vrouwen in de Brusselse gemeente Sint-Gillis werkt deeltijds, mede omwille van deze dubbele dagtaak. Enkel een radicaal investeringsplan in de openbare diensten kan een antwoord bieden op deze dubbele dagtaak van vrouwen. Om te beginnen op gemeentelijk vlak. Er is nood aan een beleid dat vertrekt vanuit de noden en behoeften van de bevolking, en niet vanuit de krappe budgetten.
Publieke kinderopvang voor iedereen
Sinds de vorige gemeenteraadsverkiezingen zijn er in Sint-Gillis 180 kinderopvangplaatsen bijgekomen. Desondanks blijft er nog steeds een structureel tekort. Het aantal opvangplaatsen in de kinderopvang in Sint-Gillis blijft nog steeds onder het gewestelijk gemiddelde, met een dekkingsgraad van minder dan één opvangplaats voor vier kinderen.
Het blijvend tekort aan opvangplaatsen georganiseerd en gefinancierd door de overheid heeft verder ruimte gelaten aan de dure private sector. Ongeveer 45% van de opvangplaatsen in Sint-Gillis zijn privé en kunnen tot 700 euro per maand kosten.
Deze onderinvestering draagt bij tot de precaire en kwetsbare socio-economische situatie van de vrouw. Want deze situatie dwingt de economische positie van de vrouw ertoe de kinderen zelf op te vangen; privéopvang is immers vaak onbetaalbaar. Onder koppels is het doorgaans de persoon met het laagste loon (meestal de vrouw) die zich aanpast.
Wij denken dat er in Sint-Gillis alleen al nood is aan 30 nieuwe publieke crèches. Dat is nodig om het plaatstekort aan te pakken en de prijzen te drukken.
Voor meer, betaalbare en kwaliteitsvolle ouderenzorg
De voorbije vijf jaar is een verblijf in een Belgisch rusthuis gemiddeld bijna 10% duurder geworden.
Een groot aandeel 65-plussers in Sint-Gillis leeft in een zeer precaire en kwetsbare socio-economische situatie (hoger dan het Gewestelijk gemiddelde).
Slechts voor 8% van de 65-plussers wordt er een bed aangeboden in hun gemeente. Slechts 54,39% van deze bedden zijn georganiseerd door de gemeente (OCMW).
Voor gratis en kwaliteitsvol onderwijs
4 op 10 kinderen in Brussel worden in armoede geboren. Armoede leidt tot ondervoeding of tot weinig stimulatie of emotionele steun, wat de gezondheidszorg en het onderwijs beïnvloedt, wat dan weer gevolgen heeft voor de cognitieve en lichamelijke ontwikkeling.
Een warme maaltijd in de lagere scholen in Sint-Gillis kost 3,20 euro. Financieel komt de gemeente hierin niet tussen. Bovendien worden deze maaltijden zowel in de gemeentescholen als in het rusthuis van het OCMW uitbesteed aan het privébedrijf Sodexo, dat maar één doelstelling heeft en dat is winst maken. Deze uitbesteding heeft invloed op de kwaliteit van de maaltijden, die vaak smaakloos, onevenwichtig en vet zijn en niet de noodzakelijke vitaminen bevatten. Veel kinderen en ouderen krijgen op deze manier niet de gezonde warme maaltijd die ze nodig hebben.
De gemeente moet zelf gratis maaltijden in alle scholen voorzien. Deze taak mag niet uitbesteed worden, maar moet door gemeentepersoneel uitgevoerd worden.
Voor een beleid dat vertrekt vanuit de noden en behoeften van de bevolking, niet vanuit de krappe budgetten
De huidige regering heeft duidelijk aangetoond dat een structureel antwoord op deze problemen niet in de pijplijn zit. Integendeel, de regering zorgt aan een versneld tempo voor verdere besparingen op de openbare diensten, waaronder het onderwijs en de gezondheidzorg.
Vandaag zou er in de eerste plaats gezorgd moeten worden voor kwaliteitsvolle en gratis maaltijden voor iedereen, zowel in scholen, rusthuizen als in kribben. Deze publieke diensten moeten uit de handen van de private sector worden gehaald. Het zou betekenen dat iedereen minstens één kwaliteitsvolle warme maaltijd per dag krijgt, wat erg positief zou zijn voor de gezondheid. Bovendien verlicht dit de huishoudelijke taken van de familie, zou het de dubbele dagtaak van vrouwen verzachten en de vrouw in staat stellen een beter evenwicht te vinden tussen familie, werk en ontspanning.
Niets houdt de lokale besturen tegen om hierin te investeren. Het is niet omdat de gemeenschappen of het Gewest hun verantwoordelijkheid niet nemen, dat de gemeente dit evenmin moet doen. Dergelijk voorbeeld hebben we in Barcelona gezien, waar burgemeester Ada Colau de strijd tegen ondervoeding bij kinderen is aangegaan door drie keer meer geld vrij te maken voor gratis maaltijden op scholen. Ook slaagde ze erin de kost van de kinderopvang met 62% te doen dalen.
Er is nood aan een massaal investeringsplan om de openbare diensten toegankelijk, gratis en kwaliteitsvol te maken. Enkel met dergelijk strijdprogramma is echte emancipatie van de vrouw mogelijk.