Internationale vrouwendag als deel van de strijd voor socialisme
Het waren de Russische vrouwelijke textielarbeidsters die 100 jaar geleden, op 8 maart 1917, de Februarirevolutie inluidden. Naar aanleiding van internationale vrouwendag trokken ze in Petrograd massaal de straat op in een betoging langs de fabrieken als protest tegen uit de pan swingende voedselprijzen naar aanleiding van de oorlog. Het was het begin van een periode van intense strijd die zou uitmonden in de machtsovername door de sovjets en de vestiging van de eerste arbeidersstaat.
Dossier door Anja Deschoemacker
Deze revolutie vond internationaal een enorme echo en betekende voor de arbeidersbeweging een immense stap vooruit. Vooral voor de werkende vrouwen werden reuzenstappen vooruit gezet.
Zo werden 100 jaar geleden in Rusland maatregelen genomen die het leven van vrouwen (en mannen) essentieel verbeterden. De verwezenlijkingen van toen zijn fenomenaal in vergelijking met wat men toen te bieden had in de zogenaamde “ontwikkelde” Westerse landen.
De jonge Russische arbeidersstaat legaliseerde het recht op abortus. In Nederland gebeurde dit in 1981, in België in 1990.
De echtscheiding werd vergemakkelijkt en de rechten die mannen in het huwelijk hadden over vrouwen, verdwenen. In België was het weigeren van seks binnen het huwelijk een ongehoorzaamheid aan de plichten die het huwelijk meebracht. Pas vanaf 1989 wordt verkrachting binnen het huwelijk officieel erkend en is dus sindsdien strafbaar.
Het zwangerschapsverlof werd geïntroduceerd, iets wat in België op zich liet wachten tot na de Tweede Wereldoorlog.
Er kwam een verbod op nachtarbeid voor kinderen, terwijl in België op dag ogenblik kinderen nog de mijnen ingestuurd werden.
De verworvenheden van de Russische Revolutie zijn dus enorm (deze hier opgesomd zijn slechts een fractie) en maken duidelijk wat in een samenleving mogelijk is wanneer de winstlogica niet langer primeert en de aanwezige rijkdom gebruikt wordt om de behoeftes van de meerderheid van de bevolking te vervullen.
Als dit allemaal mogelijk was onder de voorwaarden van Rusland 1917, kan men zich vandaag de vraag stellen wat er nu niet mogelijk zou zijn als de huidige wetenschap en techniek, economische ontwikkeling en rijkdom in dienst zouden staan van de massa’s, in plaats van de steeds kleiner wordende elite van financiers!!
Oorsprong van Internationale vrouwendag
De oorsprong van Internationale Vrouwendag lag in een staking van vrouwelijke arbeiders uit de kleding- en textielindustrie in New York, op 8 maart 1908, voor een 8-urige werkdag, betere arbeidsomstandigheden en kiesrecht voor vrouwen. Het jaar nadien leidde een oproep van de Socialist Party tot een wekenlange strijd, waarin 30.000 vrouwelijke arbeiders waren betrokken, voor hogere lonen en betere condities. Op 8 maart werden overal ter wereld activiteiten georganiseerd, hoewel het geen massa’s meer mobiliseert.
De ontstaansgeschiedenis van Internationale Vrouwendag lijkt in de zin veel op die van 1 mei, die ook teruggaat op acties in de Verenigde Staten om nadien te worden opgenomen door de internationaal georganiseerde arbeidersbeweging. De eerste internationale viering, de échte eerste Internationale Vrouwendag, kwam er in 1911.
Die van 8 maart 1917 in Rusland werd echter de meest tumultueuze en inspirerende Internationale Vrouwendag, en ook degene met de grootste gevolgen. Ze kondigde het begin aan van de Russische Revolutie. Pas in 1922, toen de Communistische Internationale daarvoor begon op te roepen, werd de dag vastgelegd op een vaste datum die overal ter wereld werd gehanteerd: 8 maart.
Haar voedingsbodem ligt in het Rusland in het begin van de 20ste eeuw, een periode waarin het kapitalisme een actieve deelname van vrouwen in de economie van het land eiste. Ieder jaar nam het aantal vrouwen dat moest werken in de fabrieken en in de werkplaatsen, of als dienstmeiden, toe. Vrouwen werkten samen met mannen en de rijkdom van het land werd door hun handen gecreëerd. Maar toch mochten vrouwen niet stemmen.
Arbeidersvrouwen vochten voor de aanvaarding van hun eisen binnen de arbeidersbeweging
De aanvaarding van vooral de eis voor vrouwenstemrecht was niet evident binnen de Tweede Internationale, zoals de hele strijd voor vrouwenrechten dat niet was. Belangrijke voorgeschiedenis is dan ook de organisatie, in 1907, door Clara Zetkin en de Duitse socialistische vrouwen, van een internationale vrouwenconferentie, die bijeenkwam een dag voor de Conferentie van de Tweede Internationale. Daar werd een motie aangenomen waarin de aangesloten partijen zich verplichtten om zowel voor mannenkiesrecht als voor vrouwenkiesrecht te strijden.
Clara Zetkin was een belangrijke figuur binnen de Duitse socialistische partij, een overtuigde socialiste en een harde voorvechtster van vrouwenrechten, maar ook een harde tegenstandster van burgerlijk feminisme. Al op de bijeenkomst waar werd beslist tot de oprichting van de Tweede Internationale (1889) betoogde ze dat socialisme zonder vrouwen niet zou kunnen bestaan, dat mannen samen met vrouwen ook voor vrouwenrechten moesten strijden en dat die strijd onderdeel uitmaakt van de klassenstrijd. De weinig aanmoedigende respons maakte dat ze het initiatief nam tot een socialistische vrouwenbeweging, die invloed zou kunnen uitoefenen op de socialistische partijen. Die invloed trachtte ze in Duitsland te verwerven en uit te breiden met het socialistische vrouwenblad Die Gleichheit, waarvan ze redactrice was.
Maar ondanks de aanname van de resolutie, was het enthousiasme voor het vrouwenkiesrecht in de meeste socialistische partijen lauw te noemen. Om daarin verandering te brengen en om vrouwen meer te betrekken in de strijd, besliste de tweede Internationale Socialistische Vrouwenconferentie om ieder jaar een internationale vrouwendag te houden, een dag waarop zou worden betoogd, propaganda gemaakt, … In 1911 werd de Internationale Vrouwendag dan gevierd in Duitsland, Oostenrijk, Denemarken, Zwitserland en de Verenigde Staten. De lijst van landen breidde zich uit tot aan de Eerste Wereldoorlog.
Die oorlog betekende niet alleen een massaslachting, maar ook het uiteenvallen van de Tweede Internationale. De steun aan de oorlog vanwege als eerste de Duitse sociaaldemocratie, maar later zowat alle partijen van de Tweede Internationale, betekende dat binnen die organisatie de steun aan de eigen burgerij in het kader van een reformistisch socialisme voorrang kreeg op het internationalisme, op de weigering om de “eigen” arbeiders te laten schieten op andere arbeiders, en dat ten dienste van de eigen oorlogszuchtige burgerij. De enige partij die trouw bleef aan de internationalistische principes van het socialisme was de Russische partij, waarvan de meerderheid (bolsjewieken) onder leiding stond van Lenin, daarin gevolgd door een deel van de linkerzijde van de sociaaldemocratische Internationale.
De internationale vrouwenorganisatie bleef bestaan en schaarde zich in het anti-oorlogskamp. De Duitse Socialistische Vrouwen, in tegenstelling tot de leiding van de Duitse sociaaldemocratische partij, bleven ook mobiliseren tegen de oorlog en tegen staatsrepressie, o.a. in 1914 tegen de aanstormende oorlog en tegen de arrestatie van Rosa Luxemburg, samen met Zetkin in de leiding van de linkse groepen binnen de SPD.
Protesten op Internationale Vrouwendag leidden de Russische Februarirevolutie in
Gedurende de Eerste Wereldoorlog blijven de socialistische vrouwen protesteren op Internationale Vrouwendag, hoewel de datum varieerde van 23 februari tot 18 maart. De protesten zijn sterk gecentreerd op de enorme tekorten aan voedsel en de hoge prijzen ervan als gevolg van de oorlog en op verzet tegen de oorlog zelf.
Zo brachten de socialistische vrouwen in de Italiaanse stad Turijn een poster uit, geadresseerd aan de vrouwen in de arbeiderswijken. De achtergrond van de propaganda waren de prijsstijgingen van basisvoedsel, zoals bloem (de prijs was tegen januari 1917 gestegen met 88% tegenover 1910) en aardappelen (+ 134%). De posters stelden het volgende: “Is er niet genoeg geleden vanwege deze oorlog? Nu begint het voedsel dat nodig is voor onze kinderen ook al te verdwijnen.”… “Wij schreeuwen: weg met de wapens! We behoren tot dezelfde familie. We willen vrede. We moeten tonen dat vrouwen bescherming kunnen bieden aan zij die van hen afhangen.”
Maar de meest dramatische protesten vinden plaats op de viering van Internationale Vrouwendag in 1917 in Rusland. Onder leiding van Alexandra Kollontai trokken de Russische vrouwen de straat op. Centraal in hun eisen waren de slechter wordende levenscondities. De huurprijs voor een woning in Petrograd was verdubbeld tussen 1905 en 1915. Voedselprijzen, en dan vooral die van bloem en brood, namen in de meeste Europese steden toe met 80 tot 120%. De prijs per pond roggebrood, de basis van de voeding van arbeidersfamilies in Petrograd, was toegenomen van drie kopeken in 1913 tot 18 kopeken in 1916. Zelfs de prijs van zeep was met 245% gestegen. Er bestond een hevige speculatie en een zwarte markt in voedsel en brandstof, terwijl het ene na het andere bedrijf sloot bij gebrek aan brandstof. De vrouwen en mannen die werden ontslagen, gingen vaak in staking. Tussen januari en februari 1917 gingen meer dan een half miljoen Russische arbeiders in staking, vooral in Petrograd. Vrouwen maakten, zoals in de andere oorlogvoerende landen, een groot deel uit van die arbeiders, gezien door de oorlog veel mannelijke arbeiders naar het front werden gestuurd.
Met de aanleiding van Internationale Vrouwendag (23 februari is 8 maart in de oude Russische kalender) leidden vrouwelijke arbeiders een betoging langs de fabrieken. Veel mannelijke metaalarbeiders vervoegden deze actie. Op 25 februari, twee dagen na het begin van de vrouwenopstand, beveelt de tsaar het leger om te schieten op de massa’s en de beweging te stoppen. En zo begon de Februarirevolutie, die tegen 2 maart de tsaar tot aftreden dwong. De Voorlopige Regering die toen aan de macht kwam, was de eerste regering van een grootmacht die vrouwen stemrecht gaf.
Maar verder bleek die regering absoluut niet in staat én niet bereid om de levensstandaard van de massa’s te verbeteren. De tsaar was weg, maar voor de rest bleven grootgrondbezitters en kapitalisten de massa’s uitbuiten en de rijkdom afromen. Naast die Voorlopige Regering was echter ook een andere macht gegroeid, de verkozen raden (sovjets) van arbeiders, boeren en soldaten, die met de Voorlopige Regering in concurrentie stonden voor wie in het land de macht in handen had. De regering weigerde ook een einde te maken aan de oorlog, een eis die ook door de niet aflatende campagne van de bolsjewieken steeds meer aanhang won.
De dubbelmacht met enerzijds een Voorlopige Regering en anderzijds de sovjets kon niet blijven duren. Met de Oktoberrevolutie namen de sovjets, de gekozen vertegenwoordigers van de werkende massa’s, de macht in handen, daartoe opgeroepen door de bolsjewieken. Deze gebeurtenissen hebben de datum van de Internationale Vrouwendag in Rusland en Europa vastgelegd op 8 maart. De Derde Internationale, opgezet door Lenin en Trotski, leiders van de Russische Revolutie, maakte er in 1922 een communistische feestdag van.
De degeneratie van de revolutionaire communistische beweging loopt samen met die van Internationale Vrouwendag
De arbeidersstaat die door de Russische Revolutie aan de macht werd gebracht, bracht arbeidersvrouwen verwezenlijkingen waar de westerse vrouwen slechts konden van dromen. Naast de gelijkheid voor de wet, werd hen niet alleen het recht op werk geboden en speciale werkregimes (inkorting van de werkuren, verbod op nachtarbeid, zwangerschapsverlof, …) die rekening hielden met de sociale functie van moeders naast de arbeid buitenshuis, maar op vlak van huisvesting en basisdiensten was de arbeidersstaat ook de eerste die reëel haar verantwoordelijkheid opnam tegenover de massa’s van de bevolking. De rijkdom geproduceerd door de werkende bevolking werd voor het eerst ook ingezet om de belangen van de massa’s te dienen, via een planeconomie waarin de behoeftes van de massa’s centraal stonden en die, in een eerste periode, ook democratisch werd opgesteld via de sovjets, de raden van arbeiders, boeren en soldaten.
Maar de jonge arbeidersstaat deed veel meer. De onderdrukking van vrouwen is immers gecompliceerder dan enkel de kwestie van inkomen en lonen. Het recht op abortus, een gemakkelijke echtscheiding, het verdwijnen van de “rechten” die mannen in het huwelijk hadden over hun vrouwen, … behoren allemaal tot de verwezenlijkingen van de Russische arbeidersvrouwen – verwezenlijkingen waarop de westerse vrouwen nog lang zouden moeten op wachten. Er werd ook grootschalig vormingswerk opgezet, dat vrouwen wilde helpen en stimuleren om zich te engageren in de samenleving, om hen weg te halen van hun haard, waaronder alfabetiseringscampagnes op het platteland en vormingswerk om het algemene culturele peil op te trekken. Socialistische vrouwen trokken het immense land door om vrouwen uit te leggen over welke rechten ze beschikten.
Maar de Russische Revolutie kon niet recht blijven en ontwikkelen naar een socialistische samenleving in de volledige isolatie waarin het land terechtkwam na het mislukken van de revolutionaire bewegingen in Europa, vooral in Duitsland. Mislukkingen die er vooral komen door het verraad van de leiding van de arbeiderspartijen van de Tweede Internationale. De Russische samenleving botste op een tekort aan technische ontwikkeling, op culturele achterlijkheid in grote landelijke gebieden, … en werd bovendien in een continue oorlog gezogen. De buitenlandse kapitalistische machten deden er immers alles aan om de Russische heersende elite steun te bieden in de vorm van handelsblokkades e.d., maar ook in de vorm van buitenlandse legers die over het grondgebied van Rusland raasden. De voortzetting van de oorlog die de Russische samenleving werd opgelegd, leidde tot hongersnoden in verschillende plaatsen in het land.
De steun – open en concreet – die door alle partijen behalve de bolsjewieken werd gegeven aan de contrarevolutie, leidde er steeds meer toe dat partijen buiten de wet werden gesteld. Dit oorlogscommunisme wordt ook vandaag nog door een pak communistische partijen als een “model” gezien, terwijl het een concrete en noodzakelijke aanpassing was aan de oorlog die de jonge arbeidersstaat werd ingesteld. Veel burgerlijke denkers brengen dat aan om te tonen hoe “ondemocratisch” het “communisme” wel is, terwijl ook in de kapitalistische landen de democratie wordt opgeschort in oorlogstijden en dat in een nog grotere mate dan in Rusland.
Maar het mislukken van de revoluties in West-Europa en de interne economische moeilijkheden van het door de oorlog verwoeste land maakten wel dat in Rusland een bureaucratie steeds meer macht naar zich toe kon trekken. Die bureaucratie, onder leiding van Stalin, wurgde steeds meer alle verzet en verving de democratische running van de planeconomie door de almacht van de bureaucratie zelf. Onderdeel van deze machtsovername was de geleidelijke aanpassing van het vrouwenprogramma van de Russische Communistische Partij, waarbij steeds meer werd afgegleden tot een aanbidding van het moederschap en het kerngezin met de moeder als de centrale zorgende figuur.
Steeds meer wordt ook de Communistische, (de Derde) Internationale overal ter wereld een instrument van die Russische bureaucratie, die de buitenlandse belangen van Sovjet-Rusland vooropstelde op de belangen van de arbeidersklasse in de rest van wereld. En zo begon een ketting van verraad, van de eerste Chinese revolutie in de jaren ‘20, waarin de communistische partij de burgerlijk nationalistische Kwomingtang aan de macht helpt; over de Spaanse burgeroorlog (waar de communistische partij o.a. haar invloed gebruikt om de arbeidersvrouwen de wapens te ontnemen om hen aan het front enkel nog in te zetten als koks en verpleegsters), waarin de belangen van de Spaanse arbeiders en boeren minder belangrijk worden geacht dan de overeenkomsten die Stalin met verschillende kapitalistische landen had afgesloten, leidend tot de overwinning van Franco; tot de Iraanse revolutie, waarin de Communistische Partij weigert een onafhankelijke rol te spelen en zelf leiding te geven, maar integendeel steun biedt aan Khomeini en de Iraanse vrouwen totaal aan hun lot overlaat. Binnen dit kader verandert Internationale Vrouwendag in de stalinistische landen in een soort moederdag of Valentijn, waarop vrouwen bloemen en cadeautjes krijgen.
Heropleving van de vrouwenstrijd in de jaren ‘60
In de rest van de wereld raakt Internationale Vrouwendag steeds meer in de vergetelheid om in de late jaren ’60 opnieuw opgenomen te worden door de feministische beweging, de zogenaamde tweede golf (na een “eerste golf” voor stemrecht). Dit is ook de periode waarin andere emancipatiebewegingen, zoals de holebibeweging, een grote bloei kennen.
In de jaren ’60 zien we een grote toevloed van vrouwen op de arbeidsmarkt. Een zeer lage werkloosheid maakte dat vrouwen werden aangemoedigd om er hun plaats op te eisen. De nieuwe golf komt er dus op basis van deze economisch gunstige voorwaarden. In België wordt de nieuwe opgang van de beweging ingeluid door de vrouwen van de Waalse fabriek FN met hun staking voor “gelijk loon voor gelijk werk” die 12 weken aanhield.
Deze tweede feministische golf viel samen met andere emancipatiebewegingen, zoals die van de homoseksuelen. De doelen ervan waren economische zelfstandigheid en het doorbreken van het klassieke rollenpatroon, seksuele bevrijding, doorbreken van het “glazen plafond” die vrouwen weghield van hogere functies, ook in de politiek. In veel landen werden door die strijd belangrijke verworvenheden verkregen, o.a. op vlak van abortus en geboortepreventie, versoepeling van de echtscheidingswet,… Hun slogans waren o.a. het overbekende “baas in eigen buik” en “het persoonlijke is politiek”.
In woorden werd ook de eis “gelijk loon voor gelijk werk” toegekend, evenals het verbod op beroepsdiscriminatie, maar op dat vlak moeten we vandaag vaststellen dat vrouwenlonen nog steeds gemiddeld 21% lager liggen dan mannen.
De strijd is nog niet gestreden
Ondanks de grote verworvenheden – toegang tot onderwijs en de arbeidsmarkt, abortus, vlotte echtscheidingsprocedures, gelijkheid voor de wet,… – van de vrouwen in de ontwikkelde kapitalistische landen, zijn de problemen niet opgelost. Integendeel. Tientallen jaren van antisociaal, neoliberaal beleid hebben heel wat verworvenheden teruggeschroefd. Vrouwen worden hierbij extra hard geraakt.
Een greep uit de helaas lange lijst:
Een kwart van de vrouwelijke gepensioneerden heeft recht op een pensioen van minder dan 500 euro. De regering-Michel wil een verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar tegen 2030, met tegelijk ook een langere loopbaanvereiste om recht te hebben op een volledig pensioen. In 2017 zal een loopbaan van 41 jaar vereist zijn, in 2019 wordt dat 42 jaar. Driekwart van de vrouwelijke werkenden (en een kwart van de mannelijke werkenden) komt niet aan die loopbaanvereiste. Deze maatregelen, samen met de geplande afschaffing van een aantal gelijkgestelde periodes (tijdskrediet, verlofstelsels, werkloosheid, studiejaren, …), zal de penibele situatie op vlak van pensioenen van vrouwen nog erger maken.
De voorwaarden voor de inschakelingsuitkeringen (de ex-wachtuitkeringen), die door de regering-Di Rupo al beperkt werden tot 3 jaar, werden nog verstrengd door de regering-Michel. Zowat twee derden van de 40.000 werklozen die op deze manier hun uitkering verloren of geweigerd werd, zijn vrouwen, waarvan nog eens de helft alleenstaande vrouwen met kinderen. De regering-Michel deed hier nog een schep bovenop door de aanvullende uitkeringen voor deeltijds werkenden naar beneden te trekken.
Met de wet-Peeters wordt de steeds toenemende vraag naar flexibilisering ten top gedreven. Indien je pas 24 uur op voorhand weet op welke uren je moet werken, hoe tref je dan bijvoorbeeld nog de nodige regelingen voor de opvang voor je kinderen.
De besparingen in de openbare diensten raken vrouwen dubbel. Vrouwen zijn er oververtegenwoordigd en dus bij de eerste slachtoffers als personeelsleden. Verder komen door de verminderde dienstverlening meer en meer zorgtaken bij de gezinnen i.p.v. de samenleving terecht. In de gezinnen staan vrouwen gemiddeld in voor 80% van het huishoudelijk werk.
De combinatie van de zorg- en huishoudelijke taken met de arbeid buitenshuis, noemen we de dubbele dagtaak. Veel vrouwen werken vandaag buitenshuis en slechts weinig meisjes en jonge vrouwen zien voor zichzelf een rol als huisvrouw weggelegd. Maar door het feit dat de samenleving de huishoudelijke en zorgtaken, voor kinderen en echtgenoot en – door de dure rusthuizen gecombineerd met lage pensioenen – ook steeds meer terug voor bejaarde ouders, niet als sociale taken ziet, waarvoor openbare diensten worden ingezet, worden vrouwen belast met een dubbele dagtaak. Die dubbele dagtaak, zeker in een situatie van een flexibele arbeidsmarkt, maakt dat veel vrouwen niet voldoende verdienen om financieel onafhankelijk te zijn.
Dit gebrek aan financiële onafhankelijkheid maakt dat vrouwen extra kwetsbaar zijn voor geweld. Zelfs indien ze uit een gewelddadige relatie willen ontsnappen, liggen daar allerlei obstakels op de weg. Hoe met de lage lonen die veel vrouwen verdienen in deeltijds werk, dienstencheques en andere “klusjes”, … en met de onzekerheid van een tijdelijk of interimcontract, een nieuwe woning vinden en voldoende inkomen om van te leven, zeker als er kinderen zijn?
Geweld op vrouwen is inherent aan het kapitalisme, dat drijft op verdeeldheid en vooroordelen tegenover specifieke groepen om zo de meerderheid van de bevolking die door de burgerij wordt uitgebuit en onderdrukt te verdelen. Vrouwen worden in de publieke ruimte en op de scholen en werkplaatsen vaak geconfronteerd met seksuele pesterijen, in hun gezinnen vaak met fysiek en seksueel geweld. Vooroordelen over vrouwen maken vaak ook dat ze extra hard moeten werken om voor vol te worden aanzien. Seksisme installeert zeer reële beperkingen in het leven van vrouwen. Ondanks de enorme stappen vooruit en de grotere vrijheid die vrouwen vandaag hebben om hun leven te bepalen, blijft dat geweld voortduren.
1 op 3 vrouwen wordt ooit in hun leven geconfronteerd met geweld. In België is 1 op 7 vrouwen slachtoffer van ernstig geweld binnen het gezin en 68% van de vrouwen verklaart ooit slachtoffer te zijn geweest van fysiek of seksueel geweld. Ongeveer 70% van de vrouwelijke slachtoffers van moord worden om het leven gebracht door hun eigen partner. 8,9% van de vrouwen zijn voor hun 18e levensjaar ooit het slachtoffer geweest van gedwongen seksuele contacten of relaties.
En ook nieuwe vormen van onderdrukking zien het licht, of beter gezegd oude vormen in een nieuwe verschijning. De groei van het internet werd door de seksmaffia aangegrepen voor een ongeziene uitbreiding van de seksindustrie – porno is een van de grootste internetsectoren. Daarbij is ook een verglijding zichtbaar naar steeds hardere porno, kinderporno enz. Porno is vandaag overal aanwezig en zet volgens diverse studies een ernstige druk op zeker jonge vrouwen ivm hun seksuele “prestaties”. De verhoudingen tussen de seksen is er dan ook in 97% van het pornomateriaal één van vrouwelijke gehoorzaamheid en volgzaamheid, het “altijd te pakken zijn”. Het grootste deel van het pornomateriaal stikt van de clichés zoals bijvoorbeeld dat vrouwen “ja” bedoelen als ze “neen” zeggen, enz.
En voor veel jonge vrouwen die in die porno-industrie betrokken raken – foto’s laten trekken is toch een “onschuldige” en gemakkelijke manier om aan geld te raken – is die porno-industrie een opstapje naar de prostitutie.
In het maatschappelijk debat over prostitutie wordt vaak vertrokken van de notie ‘keuze’. Voor de meesten is er echter helemaal geen sprake van keuze. Hun ‘keuzes’ worden beperkt door het enge karakter van een kapitalisme in crisis. Een recent onderzoek in negen landen geeft aan dat 60% van de prostituees aan slavenvoorwaarden werkt, dat 38% zegt geen andere keuze te hebben als gevolg van armoede, racisme, een gebrek aan kansen en seksisme. Slechts 2% van de ondervraagde prostituees denkt deze activiteit op gelijk welk ogenblik te kunnen stoppen.
De gevestigde media wijzen graag naar de escortebedrijven die luxeprostitutie aanbieden om daarmee aan te geven dat prostitutie een keuze zou zijn. De realiteit ziet er anders uit. Luxeprostituees zijn slechts een kleine minderheid. Veel mensen die in prostitutie belanden, hebben geen andere ‘oplossing’ om te overleven. Het gaat onder meer om mensen-zonder-papieren of om mensen die uit de boot vallen en geen enkele bron van inkomsten hebben.
Met de verklaring dat “prostitutie een mensenrecht is”, sluit Amnesty International zich aan bij een groeiende groep instellingen, prominenten en zelfs staten die onder druk staan om de seksindustrie te normaliseren. Een mensenrechtenorganisatie die prostitutie voorstelt als onderdeel van die mensenrechten, geeft de illusie dat prostitutie zonder uitbuiting mogelijk is. In feite komt het standpunt van Amnesty International erop neer dat mannen, het zijn immers bijna steeds mannen die beroep doen op prostituees, het recht hebben om seks te kopen en dat handel op basis van onderdrukking van vrouwen geen probleem vormt. Studies uit Nederland en Duitsland geven aan dat vooral diegenen die voordeel halen uit het aanbieden van het lichaam van anderen, de pooiers dus, winnen bij een legalisering van de seksindustrie. De mensenhandel is in die landen zelfs toegenomen. De meeste prostituees leven nog steeds in de illegaliteit en zijn kwetsbaar voor seksueel en fysiek geweld naast andere vormen van misbruik.
Veeleer dan prostitutie als “mensenrecht” te zien, vloeit volgens ons de noodzaak tot prostitutie voor veel vrouwen voort uit de gebrekkige toepassing van sociale rechten, zoals het recht op werk, degelijke lonen en uitkeringen en het recht op een leven zonder armoede. Hoge werkloosheid, lage lonen en uitkeringen, hoge kosten voor huisvesting, zorg en diensten, … maken juist dat veel vrouwen in de prostitutie belanden. En ook steeds meer mannen, vooral mannen uit achtergestelde groepen zoals sans-papiers, belanden in de prostitutie, hoofdzakelijk de homoprostitutie. Dat reflecteert hoe in de samenleving steeds bredere lagen, ook buiten de traditioneel achtergestelde lagen, in een situatie terechtkomen waarin hun keuzemogelijkheden zich steeds meer beperken.
Prostitutie is niet een kwestie van “keuze”, maar van gebrek aan keuze! De campagne ROSA verdedigt de rechten van die vrouwen – en mannen – en vecht tegen de criminalisering van prostitutie die als enig gevolg heeft dat die sector nog meer ondergronds gaat werken en de situatie van de prostituees nog moeilijker wordt. Maar om de rechten van die vrouwen te verdedigen, moet naast de strijd tegen criminalisering ook – en vooral – de strijd gevoerd worden voor een sociaal programma dat aan prostituees de kansen biedt om uit de prostitutie te stappen, ook als het om sans-papiers gaat. Enquêtes wereldwijd tonen immers dat de meerderheid van prostituees dat wil.
Nood aan nieuwe en strijdbare Internationale Vrouwendagen als deel van de strijd voor het socialisme
De strijd van vorige generaties voor meer onafhankelijkheid, vrijheid en gelijkheid heeft voor een groot aantal verworvenheden gezorgd. We zien echter dat het kapitalisme in staat is om iedere vooruitgang in haar eigen voordeel om te zetten en er een winstbron van te maken. In een samenleving waarin de winstlogica blijft primeren, zal geen enkele verworvenheid definitief zijn.
Om tot echte verandering te komen in de situatie van vrouwen en mannen, moet er een samenleving opgebouwd worden waarin de materiële basis voor onderdrukking verdwijnt. De strijd voor de emancipatie van een onderdrukte groep moet gebeuren door het geheel van de arbeidersklasse. Wanneer deze massaal op het toneel verschijnt, moet en zal ze alle onderdrukte groepen met zich meetrekken. Dit hebben we gezien tijdens de Russische Revolutie. Mannen en vrouwen uit de werkende klasse mogen zich niet laten verdelen, maar zich verenigen in hun strijd voor een samenleving waar zij beide beter van worden.
We zien wereldwijd vrouwen in opstand komen tegen de dagdagelijkse realiteit. In Amerika protesteren ze massaal tegen de seksistische uitspraken van Trump. Poolse en Ierse vrouwen strijden voor het schrappen van het verbod op abortus. In IJsland staakten vrouwen tegen de loonkloof. In België kwamen vrouwen de laatste jaren vooral in de syndicale mobilisaties op straat, met een oververtegenwoordiging bij de acties tegen de besparingen in de non-profit.
Het aantal vrouwen en meisjes dat seksisme wil aanklagen en bestrijden groeit weer aan. Er is een gevoel van genoeg is genoeg en de feministische beweging herleeft. Er is een radicale en uitgesproken afwijzing van iedere vorm van achterstelling en seksisme en de bereidheid zich hierrond te engageren neemt toe. Wij roepen op om van Internationale Vrouwendag opnieuw een dag van massaal verzet te maken.
Niet voor meer vrouwen in hooggeplaatste functies, zoals CEO Dominique Leroy van Proximus of de voorzitster van de patroonsorganisatie VBO Michèle Sioen, om dan hetzelfde te doen als hun mannelijke soortgenoten, namelijk de belangen te verdedigen van de kapitalistische klasse, ten koste van miljoenen mannelijke en vrouwelijke werknemers. Hun doelstellingen en die van hun klasse, maakten ze eens te meer duidelijk door in de zaterdageditie op 31 december 2016 in De Tijd de regering onder druk te zetten werk te maken van de zoveelste lastenverlaging voor bedrijven, wat gegarandeerd zal leiden tot nog grotere besparingen in de sociale zekerheid, met alle gevolgen van dien voor de levenskwaliteit van duizenden vrouwen en hun gezinnen. Zo’n boegbeelden, al dan niet vrouw, hebben we net niet nodig! Zo bleek ook de socialistisch geïnspireerde Sanders veel populairder bij vrouwen dan Wall Street-kandidate Clinton. Dit toont dat het soort van identiteitspolitiek dat lange tijd opgang maakte niet de weg vooruit biedt.
De plaats van de nieuwe generatie vrouwen uit de arbeidersklasse is in de strijd tegen onderdrukking, seksisme en de eindeloze besparingen die het kapitalisme voor ons in petto heeft, en het leven van de meeste vrouwen steeds ondraaglijker maken. Het is een strijd voor een programma en een partij die de hele klasse kan bevrijden, mannen en vrouwen, van elke vorm van onderdrukking en discriminatie. Een strijd voor een programma van socialistische maatschappijverandering!