Mexicaanse koffer met foto’s van de Spaanse burgeroorlog
De recent terug gevonden foto’s van de legendarische fotografen Robert Capa, Gerda Taro en David Seymour (alias Chim) zijn verwerkt in een tentoonstelling en een boek. In een koffer die in Mexico werd teruggevonden, werden maar liefst 4.000 nooit eerder vertoonde foto’s gevonden. Een deel ervan zit in een tentoonstelling die tot eind juni in Parijs loopt. Ook is er een boek over verschenen, dat afgeprijsd te vinden is via boekhandel De Slegte.
De titel van de tentoonstelling – de Mexicaanse koffer – verwijst naar de vondst van zowat 4.000 foto’s van de Spaanse burgeroorlog, foto’s genomen door de legendarische fotojournalisten Robert Capa, Gerda Taro en David Seymour. Het ging om twee koffers vol negatieven waar decennialang naar werd gezocht en die uiteindelijk in 2007 in Mexico stad werd gevonden. Dat leidde tot een boek in twee volumes, een tentoonstelling en een documentaire door Trsiha Ziff (‘La Maleta Mexicana’). Het boek vormt een uitstekend en gedetailleerd fotoverslag van de burgeroorlog. Het boek is jammer genoeg wel duur, de afgeprijsde versie kost nog steeds 25 euro. De film is zeker ook de moeite.
Robert Capa, Gerda Taro en Chim vormden samen met Henri Cartier-Bresson echte pioniers van de fotojournalistiek in de 20ste eeuw. Hun werk werd mogelijk door de ontwikkeling in de jaren 1930 van 35 mm camera’s van goede kwaliteit en met verwisselbare lenzen, camera’s die je gemakkelijk kon meenemen. Deze technologische ontwikkeling zorgde voor een enorme ontwikkeling van de fotografie met immense mogelijkheden om snel kwaliteitsvolle foto’s te nemen, zowel op straat als pakweg aan het front.
Robert Capa was snel gewonnen voor het potentieel van de nieuwe technologie. Hij was uit zijn geboorteland Hongarije verbannen wegens zijn linkse politieke activiteiten. Hij leefde in Berlijn. Zijn eerste bekende foto’s zijn er van Leon Trotski tijdens een bekende toespraak in Kopenhagen in 1932 met 2.000 aanwezigen naar aanleiding van de 15de verjaardag van de Oktoberrevolutie in Rusland. Capa verhuisde later naar Parijs waar hij Gerda Taro leerde kennen. Taro was een Duitse en net als Capa van Joodse afkomst met marxistische sympathieën die zich niet aan banden lieten leggen door de stalinistische partijlijn.
Ze zagen beiden het politieke potentieel van de nieuwe foto-journalistiek die gepopulariseerd werd door kranten en tijdschriften waarin foto’s een belangrijke plaats in namen. Het ging onder meer om Life, Weekly Illustrated, Picture Post, London Illustrated News, het Franse Vu of pro-communistische publicaties als Regard en Arbeiter-Illustrierte Zeitung. Capa en Taro waren al gauw kameraden en geliefden.
In 1936 was het fascisme al aan de macht in Italië en Duitsland. De Spaanse generaal Franco wilde hetzelfde bereiken en begon met een fascistische rebellie tegen de volksfrontregering in Spanje. Het leidde tot de Spaanse burgeroorlog. Capa, Taro en ook Chim volgde snel, trokken naar Spanje om hun volledige steun aan de republiek te betuigen. Ze brachten uitgebreide verslagen van de oorlog met tal van foto’s die verschenen in een brede waaier van gevestigde en communistische publicaties in Europa en Noord-Amerika. Ze trokken in het door de republiek gecontroleerde gebied rond en bevonden zich vaak aan het front, de meeste belangrijke veldslagen hebben ze gecoverd.
De vele foto’s van Capa, Taro en Chim over de burgeroorlog die eerder verschenen, komen niet aan bod op de tentoonstelling die nadruk legt op het recent ontdekt materiaal. Er zijn uitzonderingen zoals de bekende foto van Chim van een vrouw die borstvoeding aan een baby geeft midden een groep mensen die omhoog kijken. Voorheen werd aangenomen dat de mensen keken naar aankomende bommenwerpers van de fascisten. Op de tentoonstelling wordt bewijs geleverd dat dit niet klopt. Er was een bijeenkomst om te discussiëren over de landhervorming. Het beeld van de foto krijgt hierdoor een andere en zelfs een revolutionaire betekenis: een inspirerende foto in plaats van een foto waarin de onmenselijke fascistische dreiging centraal staat. Het feit dat de nadruk ligt op een vrouw die deelneemt aan de discussie over de landhervorming terwijl ze borstvoeding aan een kind geeft, is ook symbolisch. Zeker in de context van de traditionele vrouwenonderdrukking in de Spaanse samenleving, niet in het minst onder invloed van de katholieke kerk die tijdens de burgeroorlog aan de kant van de fascisten stond. Net als Hitler, Mussolini en Franco wilde de katholieke kerk in Spanje de vrouwen herleiden tot brave huisvrouwen en moeders.
In de tentoonstelling domineren de foto’s van Capa. Er zijn heel wat nooit eerder vertoonde beelden van het front die aangeven dat de fotograaf enorme risico’s nam om de foto’s te nemen. Ook blijkt uit de foto’s dat Capa een diepe politieke betrokkenheid had. De tentoonstelling biedt een fascinerend inzicht op hoe Capa met zijn werk omging, er wordt ook stilgestaan bij persoonlijke notities van de fotograaf. Capa zag de brutale realiteit van de oorlog en had al heel wat miserie gezien toen de fascisten de macht overnamen in Spanje. Het maakt zijn fotografische verwezenlijkingen tijdens de Tweede Wereldoorlog enkel nog indrukwekkender. Zijn beelden van de bloedige gevechten in Italië, de landing op D-Day en de daaropvolgende bevrijding door de geallieerde troepen zijn algemeen gekend en worden terecht geroemd. Los van de vraag of Capa genoot van de aandacht en de wereldwijde beroemdheid die hij hierdoor genoot, kan er geen twijfel zijn dat zijn antifascistische overtuigingen overeind bleven.
Een van de meest interessante en belangrijke aspecten van de Mexicaanse Koffer is dat een nieuw licht wordt geworpen op het werk van Gerda Taro. Naast haar eigen bekende foto’s, is er bewijs dat aangeeft dat een aantal foto’s die aan ‘Capa’ of ‘Capa en Taro’ werden toegeschreven eigenlijk van haar waren. (Hierover verscheen het boek ‘Gerda Taro’ van Irme Schaber en Richard Whelan in 2009). Toen ik de tentoonstelling in New York zag, stelde een personeelslid dat de meer vrouwelijke toets nadrukkelijk aanwezig was in het werk van Taro. Maar haar werk heeft veel meer verdiensten. Het werk van Taro biedt een levendig beeld van de klassenstrijd en haalt een absoluut topniveau, terwijl ze tegelijk ook erg inspirerende foto’s nam van vrouwen en hun vastberadenheid om de ketenen van onderdrukking te breken.
Een van de meest inspirerende foto’s in de tentoonstelling is die van drie vrouwen die aan de kant van de straat toekijken tijdens de begrafenis van de republikeinse generaal Lukacs in juni 1937. Ze staan met gebalde vuisten toe te kijken en brengen een revolutionaire groet. Ze doen dat vol vertrouwen, vol woede en ze laten zich door niemand intimideren, ook niet door de fascistische aanvallen. Het zijn trotse arbeidersbeelden. Het feit dat het om vrouwen gaat, die dubbel zo hard onderdrukt worden onder het kapitalisme, maakt deze foto des te sterker.
Er zijn drie andere reeksen van foto’s van Taro die er bovenuit steken. Ten eerste zijn er de beelden die de militaire opleiding van de republikeinse troepen vergelijken voor en na hun reorganisatie door de Communistische Partij in een ‘Nieuw Volksleger’ in de lente en zomer van 1937. Deze beelden tonen aan hoe een standaard uniform werd ingevoerd en een hardere discipline, maar bijvoorbeeld ook een verbod op vrouwelijke soldaten in het republikeinse leger onder CP-controle. We zien enkele symptomen van de meedogenloze stalinistische interventie in het republikeinse kamp.
Een tweede reeks brengt de gevolgen van een fascistisch bombardement in beeld. We zien verschrikkelijke foto’s van mensen die aanschuiven om in schuilplaatsen te geraken en daarna ongecensureerde beelden van bloed, vernielingen, verwonde lichamen van volwassen en kinderen – de gruwel van het fascisme. Deze foto’s zijn erger en brengen de gruwel sterker naar voor dan gelijk welke foto van Capa in de burgeroorlog. Ten derde is er een reeks foto’s van soldaten die helpen bij de graanoogst op een rustig moment aan het front. Het zijn belangrijke politieke beelden die de nauwe band tonen tussen de arbeiders in uniform en de boeren in de Spaanse republiek. De foto’s getuigen van een eerlijkheid en waardigheid die zo afwezig zijn in het ‘socialistisch realisme’ waar ook de fotografie onder het stalinisme onder leed.
Ik denk dat Taro een enorme technische vaardigheid koppelde met een sterk fotografisch inzicht waardoor veel werken beter waren dan wat Capa op dat ogenblik bracht. Vooral de selectie van haar onderwerpen en het zien van wat Cartier-Bresson het ‘beslissende moment’ noemde, maken dat haar foto’s er uit springen in de tentoonstelling. Ze bieden ons een breder en diepgaander begrip van waar de burgeroorlog en de revolutionaire politiek over ging, over de complicaties, de nuances, de gruwel, de politieke wil, emoties en inspiratie.
Gerda Taro werd overreden door een tank toen de republikeinse troepen zich overhaast moesten terugtrekken tijdens de slag om Brunete in 1937. Sommigen suggereren dat ze een bewust slachtoffer van de stalinistische repressie tegen de linkerzijde in Spanje was. Robert Capa kwam in 1954 om door een landmijn in Indochina. Chim overleed in Suez in 1956. Hun foto’s blijven wel doorleven.
David Beale
Tentoonstelling ‘La Valise Mexicaine’ tot 30 juni in Musée d’art et d’histoire du Judaïsme, Parijs
The Mexican Suitcase, boek samengesteld door Cynthia Young en David Balsells, Steidl, 2010. (in het Engels)
Boekhandel De Slegte biedt dit boek in een aantal vestigingen (voornamelijk in Nederland) aan voor 25 euro. Meer info