Europa in een veranderd economisch, sociaal en politiek landschap
De economische, sociale en politieke achtergrond in Europa is de afgelopen maanden sterk veranderd. Op het 10de wereldcongres van het CWI was er een erg inspirerende discussie over Europa. De inleiding werd gedaan door Tony Saunois van het Internationaal Secretariaat, de afronding door Niall Mulholland. We publiceren een verslag door Robin Clapp van de delegatie van de Socialist Party (Engeland en Wales) op het congres.
Voor het CWI komt het er op aan om uit te leggen, voor te bereiden, tussen te komen en te bouwen. De ernst van de aanhoudende wereldwijde economische crisis heeft verregaande gevolgen in heel het Europese continent. Er waren de financiële reddingsoperaties die nu leiden tot nooit geziene aanvallen op de rechten van arbeiders, werkgelegenheid, pensioenen en arbeidsvoorwaarden.
In landen als Portugal, Spanje en misschien zelfs België is er de dreiging van crisissen als gevolg van de overheidsschulden. In Griekenland en Ierland zijn het IMF en de EU tussengekomen om de financiële crisis aan te pakken, maar dat leidt enkel tot het gevaar van een faillissement. Het roept bovendien het spook van het einde van de eurozone op en bovendien wordt de Europese Unie in haar huidige vorm ondermijnd.
De Financial Times waarschuwde al dat een failliet van Ierland of Griekenland een groter effect zou hebben dan de ineenstorting van Lehman Brothers in 2008.
Er zijn meningsverschillen tussen diegenen die pleiten voor hardere besparingen en diegenen die de tekorten ontkennen of een tijdje willen uitstellen. De dominante tendens in het kapitalisme is er vandaag een van hardere besparingen, maar dit kan worden doorkruist door nieuwe reddingsoperaties, interventies en stimuluspakketten die worden doorgevoerd als noodsituaties zich voordoen.
Europa wordt volledig omgevormd. De sociale reserves van het kapitalisme worden weg gevreten. De jongerenwerkloosheid bedraagt officieel 40% in Griekenland en meer dan 30% in Spanje. Het leven van heel wat mensen wordt hard geraakt, zowel in Ierland als elders. De omvang van de brutale aanvallen maakt dat ook de middenklasse wordt geraakt. Alle lagen van de bevolking worden meegesleurd in de groei van miserie maar ook in de toename van strijd. Voor het eerst sinds een generatie kiezen de Ierse jongeren opnieuw voor emigratie.
Er zijn nog heel wat gevallen van verkiezingen waarbij wordt geopteerd voor het “minste kwaad” waarbij voor de voormalige arbeiderspartijen wordt gestemd om rechts van de macht te houden, maar alle mogelijke illusies worden snel doorprikt. De overwinning van PASOK in Griekenland maakt duidelijk dat de voormalige arbeiderspartijen in het kamp van het kapitalisme zitten. Deze bittere ervaring leidt tot afkeer tegenover alle politieke partijen. Het vormt een echo van wat zich in Argentinië in 2001 afspeelde toen er een algemeen gevoel was van “weg met alle politici” en er op korte tijd verschillende presidenten moesten aftreden.
In het door crisis geraakte Ierland is de populariteit van premier Brian Cowen naar een nieuw dieptepunt gezakt. Hij wordt slechts door 8% gesteund. De belangrijkste regeringspartij, Fianna Fail, is aan het desintegreren. Delen van de Ierse media hebben het over een “nationale vernedering” en vergeleken de voorwaarden van het IMF en de EU met het “Verdrag van Versailles”. De interest op de schulden is nu goed voor 10% van het bbp, het begrotingstekort is opgelopen tot 32% van het bbp. Dat is het grootste tekort dat ooit werd genoteerd in vredestijd.
De afkeer tegenover de heersende politici wordt duidelijk gemaakt in het feit dat het IMF door velen niet wordt gezien als een redder maar als een groep corrupte geldwolven die de Keltische Tijger mee ten onder hebben gericht.
Alle belangrijke Europese economieën hebben investeringen uitstaan in de Ierse banken en ze waren allemaal bang van een failliet. De Britse handel met Ierland is goed voor 7% van het bbp van Groot-Brittannië en is daarmee belangrijker dan de handel met China en India samen. De bereidheid van de Britse regering om Dublin geld te lenen, is ingegeven door de vrees voor besmetting.
Op het laatste wereldcongres van het CWI stonden de gebeurtenissen in Latijns-Amerika nog vooraan in de discussies. Nu is het de Europese arbeidersklasse die zich opwerpt als centrale en beslissende factor in de klassenstrijd.
Algemene stakingen
Meer dan 10 miljoen werkenden namen deel aan de 24-urenstaking in Spanje. In Portugal staakten 85% van de werknemers tegen de harde besparingsplannen van de regering. Het was meteen de grootste algemene staking in Portugal sinds de Anjerrevolutie in 1974.
Wij voorspelden dat de pogingen van de heersende klasse doorheen Europa om de arbeiders te laten betalen voor hun crisis, zou leiden tot verzet en veralgemeend protest op een nooit geziene schaal. Dit is vandaag de realiteit in onder meer Italië, Frankrijk en zeker ook Griekenland waar intussen zeven algemene stakingen plaatsvonden, de laatste op 15 december.
Ook in Groot-Brittannië is er een groeiend ongenoegen tegenover het beleid van de coalitieregering van Conservatieven en Liberaal-Democraten. De aanvallen op de openbare diensten raken de bevolking hard, zeker ook de jongeren. De studenten en scholieren kwamen op straat en worden daarbij gesteund door een toenemend aantal arbeiders. Er waren grootschalige protestacties, bezettingen en betogingen tegen de poging om het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs te verdriedubbelen en de studiebeurzen voor armere studenten af te schaffen.
Ondanks de vastberadenheid van de regering en het patronaat om de besparingsplannen door te voeren, is er een groeiende angst bij een deel van het establishment over de gevolgen van dit beleid op de sociale verhoudingen. Bovendien wordt duidelijk dat de problemen niet stoppen bij het laatste reddingsplan. Na Griekenland volgde Ierland en nu zullen mogelijk andere landen volgen. Er is een opeenvolging van crisissen die overal leiden tot sociale en politieke explosies.
Alles wat ooit vaststaand was, lijkt nu onzeker te zijn. De Griekse reddingsoperatie moest de markten geruststellen en een einde stellen aan de schuldencrisis. Maar die crisis brak vervolgens met een nog grotere intensiteit los in Ierland waar een versnelling van de economische afbraak mogelijk wordt.
Het Duitse kapitalisme kende tegen de trend in een zeker herstel na de eerste fase van de crisis. Dat kwam vooral door het versterken van de export vanuit Duitsland. Deze groei blijft erg onzeker en is sterk afhankelijk van andere factoren in de wereldeconomie, in het bijzonder de aanhoudende groei van de Chinese economie. De schuldencrisissen in Europa zijn alarmerend voor de Duitse heersende klasse. Kanselier Merkel verklaarde al dat Berlijn mogelijk niet zo “genereus” als voorheen zal blijven.
Dat is een amper verhulde bedreiging die volgt op de scherpe meningsverschillen over Griekenland. Merkel lijkt te suggereren dat er aanpassingen nodig zijn aan het project van de euro. Dit is niet louter een discussie over hoeveel middelen worden vrijgemaakt voor een zwakkere lidstaat van de eurozone of over de mogelijkheid dat een zwakker land uit de Eurozone stapt. Het bevat zelfs de mogelijkheid dat Duitsland het volledige project van de euro bijstuurt.
Het Duitse economische herstel vindt plaats ten koste van de economische situatie in andere eurolanden. Een aantal van die landen kennen nog steeds een negatieve groei. Dat is onder meer het geval in Griekenland, Roemenië en Letland.
Arbeidersklasse komt op het strijdtoneel
Het centrale element van deze veranderde periode is het feit dat de arbeidersklasse op het strijdtoneel komt. Dat stelt meteen op een scherpere manier de kwestie van de nood aan een leiding voor de arbeidersbeweging zowel op syndicaal als op politiek vlak. Jammer genoeg zou een competitie voor de zwakste vakbondsleiding in Europa momenteel erg spannend zijn met heel wat mogelijke winnaars.
Waar er al algemene stakingen zijn geweest, zoals in Spanje en Portugal, kwamen deze er pas na grote druk van onderuit. De vakbondsleidingen meenden ook dat hun taak er op zat eens de staking voorbij was. In Ierland hebben de vakbondsleiders de ontwikkeling van een beweging lange tijd tegen gehouden. Ze sloten zich bij het nationalistische discours aan met het argument dat iedereen inspanningen moest doen om het land te redden. Maar nu ontwikkelt zich alsnog een beweging in Ierland.
De kwestie van algemene stakingen leidt tot een aantal belangrijke discussies. Deze stakingen hebben totnogtoe meer het karakter van protest aangenomen en waren niet zozeer gericht op het neerbrengen van regeringen. Het brede bewustzijn is nog niet tot op het niveau ontwikkeld dat wordt begrepen dat een algemene staking de vraag stelt welke klasse de samenleving controleert en beheert.
Dat is natuurlijk mee verbonden met de crisis van de politieke leiding van de arbeidersklasse en het ontbreken van een duidelijk alternatief op het marktsysteem. Er is nog geen breed begrip over de nood aan algemene stakingen met als doel om de regeringen omver te werpen en de arbeidersklasse aan de macht te brengen.
Het CWI neemt actief deel aan strijdbewegingen en brengt daarbij eisen naar voor die aangepast zijn aan het bewustzijn en erop gericht om de beweging vooruit te brengen. Het idee over het voortzetten van de strijd moet worden geconcretiseerd en dat neemt verschillende vormen aan in verschillende landen, naargelang de actiebereidheid onder de arbeidersklasse en naargelang het bestaande bewustzijn. In Italië komen we op voor de noodzaak van een algemene 24-urenstaking. In Griekenland waren er intussen enkele algemene stakingen en stelt de kwestie zich om verder te gaan dan een 24-urenstaking.
Arbeiders zullen beseffen dat dit geen korte periode van crisis is, maar een organische crisis van het systeem. Er kunnen abrupte veranderingen optreden eens dit voor bredere lagen duidelijk wordt. Wat aanvankelijk start als ‘anti’-protestacties tegen de symptomen van de crisis, kan ontwikkelen naar bewegingen met een breder anti-kapitalistisch bewustzijn en nadien zelfs een bewustzijn dat het socialisme opneemt.
Onze eisen zoals voor de niet-betaling van de schulden of de nationalisatie van de banken onder arbeiderscontrole en –beheer zullen steeds meer ingang vinden, dat blijkt nu al in Griekenland. Dit soort eisen is essentieel omdat het de weg naar een andere samenleving aangeeft. In dit kader moeten we ook definiëren wat we bedoelen met het idee van een arbeidersregering.
Daar waar er linkse partijen bestaan, zoals in Griekenland of Portugal, worden deze in de huidige omstandigheden vooral gekenmerkt door verwarring. De leiding van Syriza in Griekenland maakte een bocht naar rechts en haalde slechte electorale resultaten. De abstracte positie van Syriza over het organiseren van het verzet, kan op weinig enthousiasme rekenen. Het Linkse Blok in Portugal komt naar voor met een programma dat amper verschilt van wat de sociaal-democratie in het verleden naar voor bracht.
De PRC in Italië is terminaal. Steeds meer bewuste arbeiders zoeken nochtans een alternatief. Sommigen richten zich naar de FIOM (de metaalbond van de vakbondsfederatie Cgil). Die vakbond krijgt nu veel aanvragen om lid te worden, ook van arbeiders die niet in de metaalsector werken. Het maakt duidelijk dat er wordt gezocht naar een kracht die een strategie, tactieken en slogans heeft om het verzet tegen de aanvallen van regering en patronaat te voeren.
Vacuüm ter linkerzijde
Het vacuüm ter linkerzijde maakt dat er ruimte is voor diverse extreem-rechtse krachten die een zekere steun kunnen krijgen, zowel van de middenklasse als van gedemoraliseerde arbeiders. De neo-fascisten haalden een aantal successen bij de recente gemeenteraadsverkiezingen in Athene. In Zweden haalde extreem-rechts voor het eerst in meer dan 20 jaar een belangrijke overwinning waardoor het in het parlement geraakt, tegelijk haalden de sociaal-democraten hun slechtste resultaat sinds een eeuw. In Hongarije haalde het extreem-rechtse Jobbik, waarvan de leiding openblijk voor fascisme pleit, tot 16% van de stemmen bij de parlementsverkiezingen.
Nieuwe Europese regels zullen de arbeidsmarkt in de EU openstellen voor een aantal landen die recent zijn aangesloten bij de EU. Dat zal gebeuren in mei 2011. Tegen de achtergrond van een kapitalistische crisis en een hoge werkloosheid, zal dit de vijandigheid tegenover migranten versterken. We moeten daar tegen ingaan door op te komen voor verenigd arbeidersverzet tegen aanvallen op de lonen en tegen de afbraak van de diensten.
De nationale kwestie kan een grotere rol gaan spelen. Dat is onder meer het geval in België waar de traditionele partijen al zes maanden tevergeefs proberen een regering te vormen. Dit kan de positie van het financiewezen ondermijnen en er wordt gewaarschuwd dat België op weg is naar de slachtbank van het IMF.
Die Linke in Duitsland behoudt een zekere electorale impact. Izquerda Unida (IU) in Spanje heeft een nieuwe laag van arbeiders en jongeren aangetrokken met een linkser discours. De partij staat op 7,5% in de peilingen en blijft het moeilijk hebben om haar programma aan het bewustzijn van de arbeidersklasse aan te passen. Als wordt gevraagd naar het alternatief op de dictatuur van de markten, wordt enkel geantwoord: “de dictatuur van het proletariaat.” In de huidige periode is dat een erg abstract antwoord. Het CWI pleit voor slogans die op de methode van het overgangsprogramma zijn gebaseerd waarbij een brug wordt gelegd tussen het bestaande bewustzijn en de concrete strijd om stappen vooruit te zetten en uiteindelijk op te komen voor een socialistisch alternatief. We koppelen dit aan eisen zoals arbeidersvertegenwoordigers die aan een gemiddeld arbeidersloon leven, permanent afzetbaar zijn en arbeiderspartijen met een democratische werking waarbij de nadruk op betrokkenheid van onderuit ligt. Dat is hoe de huidige politieke impasse kan worden overkomen.
Het volstond in Griekenland niet om in 2008 de slogans van Syriza aan te passen en als centrale slogan “weg met de regering” naar voor te brengen. Dat moest gepaard gaan met de eis van een arbeidersregering en een programma dat breekt met de huidige gang van zaken. De crisis in Griekenland heeft ook geleid tot een crisis in Syriza omdat de leiding niet in staat was om een programma naar voor te schuiven dat aansloot bij het bewustzijn en de bewegingen op straat.
De Franse NPA (Nouveau Parti Anticapitaliste) heeft nog altijd veel potentieel, maar het is niet duidelijk als het kan uitgroeien tot een massale kracht in de arbeidersklasse. De NPA roept op voor een regering op basis van de strijd, maar dat moet explicieter gebeuren met het idee van een regering van de arbeidersklasse. Dat zijn geen details, maar vitale slogans die de arbeidersklasse kunnen bewapenen in de opbouw van partijen die het vacuüm ter linkerzijde kunnen vullen.
In september en oktober kwamen miljoenen Fransen op straat. Ondanks het feit dat slechts een minderheid ook effectief in staking ging, waren er acht nationale actiedagen. Dit was vooral gericht tegen de pensioenhervormingen, maar de discussies waren al snel breder. Alle wanhoop en woede in de samenleving kwam tot uiting in een roep naar actie. De beweging tegen de pensioenhervormingen is nu tijdelijk tot stilstand gekomen, maar dit is slechts een pauze. In deze beweging waren er onder meer de blokkades van de raffinaderijen die tot de verbeelding spraken. Maar de beweging bevond zich nog niet op het niveau van 1968 toen de arbeiders de fabrieken bezet hielden. In totaal namen 8 miljoen arbeiders deel aan de stakingen of de betogingen, maar het ontbrak vaak aan politieke eisen en organisatorische vormen om de strijd vooruit te brengen. De repressie en de dreigementen van de regering tegen de beweging hadden een zeker effect.
In Spanje werd voor het eerst sinds de dictatuur van Franco de noodtoestand uitgeroepen om de luchthavens op militaire wijze te controleren en een staking van de luchtverkeerleiders te breken. Dit is een uitdrukking van de maatregelen die de verschillende kapitalistische regeringen bereid zijn te nemen. Dit kan een tijdelijk effect hebben, maar het zal leiden tot meer vijandigheden en spanningen in de klassenverhoudingen.
De Britse regering probeert het jongerenprotest te stoppen door de betogingen te omsingelen. Overal in Europa is de heersende klasse bezig met zich voor te bereiden op de komende klassenstrijd en de confrontaties die onvermijdelijk zullen plaatsvinden.
Tegen deze achtergrond en indien er geen arbeiderspartijen ontwikkelen, is er een zekere ruimte voor een anarchiserende of puur syndicalistische houding. Zelfs de mogelijkheid van een aantal eerder terroristische daden kan niet worden uitgesloten, zeker niet onder de meest vervreemde jongeren.
Europa is niet langer het “model” voor het kapitalisme
In zijn afronding van de discussie stelde Niall Mulholland van het Internationaal Secretariaat van het CWI dat we in een totaal nieuwe periode zitten die wordt gekenmerkt door de crisis van de eurozone en de opkomst van arbeidersstrijd. Europa staat niet langer model voor een stabiel en welvarend kapitalisme. Integendeel, we zien dat elementen van Afrika of Latijns-Amerika naar Europa komen. De gebeurtenissen vinden op een verschillend ritme plaats. Maar de dominante elementen zijn een beperkte groei, besparingen en crisissen op zowel politiek als sociaal vlak.
We moeten voorbereid zijn op een langere periode van strijd. De arbeidersklasse kan tijdelijk tot passiviteit worden gedreven of zelfs een aantal nederlagen lijden, zeker als er geen sterke arbeiderspartijen zijn en als de numerieke krachten van de marxisten nog bescheiden zijn. Maar er is tegelijk ook een sterke internationale dimensie in de strijdbewegingen die ontwikkelen. Griekse studenten worden geïnspireerd door de Britse studentenacties, waar dan weer werd uitgekeken naar de Franse acties. Er kunnen ook harde strijdbewegingen ontstaan rond sociale en ecologische thema’s. Dat wordt duidelijk met de beweging tegen Stuttgart 21 in Duitsland.
Het gemeenschappelijke kenmerk van alle nieuwe linkse formaties is een ideologische en organisatorische zwakte. Er zijn soms wel programma’s die formeel gezien erg radicaal zijn, maar die niet worden aangepast of naar voor gebracht tegen de achtergrond van de kapitalistische crisis. Een strijdbaar programma met de niet-betaling van de schulden, de nationalisatie van de banken, het overnemen van de belangrijkste bedrijven onder democratisch bezit van de arbeidersklasse,… moet zich baseren op de dagelijkse strijd.
Het CWI zal blijven opkomen voor de opbouw van de politieke krachten van de arbeidersklasse. Waar zich mogelijkheden aandienen, grijpen we ook electorale kansen aan. Dat is onder meer het geval in Ierland waar onze kameraden mee aan de basis liggen van de United Left Alliance. Die linkse alliantie kan mogelijk een aantal verkozenen halen bij de vervroegde verkiezingen in Ierland. En zoals we eerder hebben aangetoond, maakt een verkozene van het CWI een verschil. De positie van Joe Higgins in het Europees parlement is daar een getuige van.
Er zullen zich nieuwe vragen en discussies opwerpen, niet in het minst over de mogelijkheid van het opbreken van de eurozone of het opsplitsen ervan in een eerste klasse en lagere afdelingen met een aantal landen die er gewoon uittrekken. We moeten onze strijd voeren in het kader van een duidelijke oproep voor de Verenigde Socialistische Staten van Europa, dat is het enige echte antwoord op dit zieke systeem.
“Al het vaststaande vervluchtigt”, schreven Marx en Engels in het Communistisch Manifest als ze het hadden over de sociale verhoudingen en het leven zelf. Deze woorden klinken vandaag bijzonder actueel in Europa. Wat vroeger bestond in Europa, is vandaag niet meer.
De illusies in het kapitalisme met een welvaartstaat worden op brutale wijze doorprikt. De klassenstrijd trekt aan. In de rangen van het CWI staan de troepen klaar om gewapend met een methode en een programma samen met miljoenen anderen de strijd aan te gaan voor de opbouw van massale krachten waarmee het continent en de volledige planeet kan worden veranderd.