Kapitalisme = barbarij. Voor een socialistische samenleving!

Het kapitalisme verkeert in een diepe systeemcrisis. Men probeert af en toe het gezicht te redden met de mededeling dat het einde van de tunnel in zicht is. Om er dan toch snel aan toe te voegen dat er wel serieuze inspanningen en inleveringen nodig zullen zijn. In mensentaal betekent dit dat de welvaartstaat de komende 5 à 10 jaar drastisch zal worden afgebouwd en het de gewone bevolking is die zal opdraaien voor de crisis. Dat betekent inbinden op lonen, werkuren, flexibiliteit, sociale zekerheid, pensioenrechten, diensten, gezondheidszorg,… Een dossier door BART VANDERSTEENE.

Vrije markt in vraag stellen of enkel de excessen bestrijden?

Sinds de val van de Muur in 1989 werd het dogma verkondigd dat de vrije markt het beste systeem van welvaartcreatie was.

Dat deze welvaartcreatie gebaseerd was op speculatieve zeepbellen werd afgedaan als kritiek in de marge. Dat de kloof tussen arm en rijk zowel op mondiaal vlak als binnen het Westen groeide, was een schoonheidsfoutje dat na verloop van tijd met goed bestuur wel zou verdwijnen. De zogenaamde creatieve kracht van de vrije markt creëerde illusies maar bleek in de praktijk vooral een verwoestende kracht te zijn.

De vrije markt wordt vandaag niet fundamenteel in vraag gesteld. Men poogt het systeem te redden met de stelling dat enkel de ergste excessen moeten worden weggewerkt. Wat meer regulering en het aftoppen van de superbonussen voor de managers zou volgens sommigen volstaan om het kapitalisme te temmen.

De afwezigheid van een duidelijk gedefinieerd en krachtig socialistisch alternatief is vandaag het grootste obstakel voor het uitblijven van massaal verzet tegen de impact van de crisis. Met de val van de Muur werd het einde van het socialisme als maatschappijmodel voorspeld. Wat toen verdween, waren echter geen socialistische modelstaten maar dictatoriale karikaturen.

Het kapitalisme leidt onvermijdelijk tot crisis omdat de werknemers met hun lonen niet in staat zijn om de waarde op te kopen die ze collectief produceren. Daarom is er de constante neiging tot overproductie of onderconsumptie. Dit probleem kan tijdelijk worden uitgesteld door de werknemers hun loon van morgen reeds vandaag via krediet te laten uitgeven. Maar ooit moet de factuur worden betaald.

Het failliet van het vrije marktsysteem kan niet anders dan de zoektocht naar een alternatief stimuleren. Socialistische ideeën zullen terug steun vinden onder arbeiders en jongeren op zoek naar een oplossing voor de uitzichtloze toekomst onder het kapitalisme. Dat verklaart wellicht waarom “Het Kapitaal” terug wordt uitgebracht in het Nederlands of het feit dat er in Canada een film uitkomt waarin wordt verwezen naar de Russische revolutionair Trotski. In heel wat boeken en teksten wordt opnieuw gerefereerd aan het socialisme en het marxisme.

SP.a en PS stellen kapitalisme niet in vraag

De sociaal-democraten stellen het kapitalisme op zich al lang niet meer in vraag. De vrije markt en het privébezit worden aangenomen als natuurwetten zoals de zwaartekracht. Bruno Tobback, SP.a- fractieleider in het parlement laat er geen twijfel over bestaan. In een interview antwoordde hij op de vraag of de vrije markt in vraag moet worden gesteld met de bewering dat je even goed het hebben van seks in vraag kan stellen.

“Natuurlijk legt SP.a andere accenten dan Vokapitalisten [een verwijzing naar de patronale extremisten van het VOKA]. De ene wil een beetje meer herverdeling via de overheid, de andere wil een beetje meer ‘vrije markt’. Tussen die twee polen jojoot het systeem in West-Europa al ruim een halve eeuw. Maar misschien zijn voor een fundamentele, toekomstgerichte oplossing wel radicalere remedies nodig.” (Frank Albers in Knack, 17 februari 2010)

Alhoewel de PS, veel meer dan de SP.a, een links imago staande probeert te houden – Di Rupo beweerde dat de PS de meeste linkse van alle sociaal-democratieën in Europa is – wordt ook daar de vrije markt niet in vraag gesteld. Elio Di Rupo: “hedendaagse socialisten aanvaarden de vrije markt. Ze zien deze aan als een factor in de verhoudingen, uitwisselingen, vooruitgang en het welzijn van het individu en het collectief. Ze zien het als een middel om een groot aantal behoeften te bevredigen.” (in: Socialist zijn vandaag, 2009). Als PS’ers met slogans als “Het kapitalisme schaadt de gezondheid” rondlopen, heeft dat blijkbaar enkel met imago te maken maar niet met de achterliggende ideeën.

Wij denken dat het niet mogelijk is om enkel de ergste gevolgen van het kapitalisme uit te roeien. Het is nu eenmaal de aard van het beestje dat winstmaximilisatie centraal staat en alles daaraan ondergeschikt is. Vandaag wordt gespeculeerd tegen de Grieke schuldenberg, waarbij meer en meer speculanten Griekenland over de rand van het faillissement dreigen te duwen. In 2008 werden we geconfonteerd met een voedselcrisis o.a. omdat speculanten graan- en rijstvoorraden achterhielden omdat ze rekenden op verdere prijsstijgingen. Vandaag baten multinationals rusthuizen, gevangenissen en asielcentra uit en becijferen ze hoe ze met subsidies van de staat deze als melkkoeien kunnen benutten met alle gevolgen vandien.

Alles wordt tot koopwaar herleid, ook menselijke relaties, het menselijk lichaam en de natuur. De klimaatcrisis creëert nieuwe “opportuniteiten” via handel in uitstootrechten en de commercialisering van eco-labels. Wetenschappelijk onderzoek en rechtspraak worden “beïnvloed” om de “juiste” conclusies te trekken. Vanuit alle poriën ademt deze samenleving de rotheid van het kapitalisme uit.

De zogenaamde vrije markt is niet meer of minder dan de dictatuur van de winstmaximalisatie. Dit systeem leg je geen regels op, je moet er een einde aan maken.

Wat betekent socialisme?

Nationalisering van de financiële sector

Verschillende staten waren het afgelopen jaar verplicht om hun banksector gedeeltelijk of volledig in overheidshanden te nemen. Het deed de term “socialisme voor de rijken” ontstaan. Als er winst wordt gemaakt, gaat deze naar de grote aandeelhouders, verlies daarentegen wordt opgevangen door de overheid (en dus de gemeenschap).

Een aantal voormalige pleitbezorgers van de vrije markt zijn uit eerlijke schaamte tot de conclusie gekomen dat hun systeem misschien toch niet zaligmakend is. Paul De Grauwe is zo’n econoom: “De theorie was dat de bankiers beter dan de overheid wisten wat goed was voor hen en voor ons, en dat het systeem voldoende zelfregulerende eigenschappen had. De feiten hebben nu aangetoond hoe verkeerd die theorie was.” (De Standaard, 26 januari 2010)

Vandaag wordt gezocht naar nieuwe regels voor de banksector. Dat loopt niet bepaald van een leien dakje. Veel commentatoren roepen al maandenlang dat er niets is veranderd en dat dezelfde producten en mechanismen die hebben geleid tot de ineenstorting van de sector een kleine twee jaar geleden, terug volop worden toegepast. Niet dat dit verrassend is. Topmanagers van Goldman Sachs werden door Obama benoemd in het kabinet Financiën. Toevallig was Goldman Sachs ook één van de grootste financiers van Obama’s verkiezingscampagne. De traditionele politieke partijen zijn in veel gevallen niet meer of minder dan politieke marionetten van diegenen die op economisch vlak de lakens uitdelen. Achteraf worden ze rijkelijk beloond met posten in de raden van bestuur van grote multinationals. Denk maar aan Dehaene bij Inbev en Dexia of Willy Claes bij Carrefour, …

De financiële sector moet uit de handen worden genomen van de aasgieren. Enkel een financiële sector in handen van de gemeenschap, maar dan wel onder controle van de werknemers en de gebruikers, kan garanderen dat die sector haar essentiële taken vervult.

Voor een genationaliseerde en geplande economie

Wat geldt voor de banksector, geldt ook voor de andere sectoren. Zolang deze in handen zijn van een kleine minderheid van grootkapitaalbezitters zullen ze de logica van het systeem volgen en hun winst boven alles plaatsen. In hun systeem is er maar één winnaar, diegene die de scepter zwaait in de liberale dictatuur waar winstmaximalisatie de drijfveer van de economie uitmaakt.

“De vrije markt is een grote leugen. Die bestaat trouwens niet. De verwarring tussen vrije markt en de menselijke vrijheid is een gevaarlijke verwarring. (…) Deze crisis bevestigt dat de wereld op zijn kop staat, de voeten omhoog en het hoofd naar beneden. Wat bestraft moet worden, wordt beloond, en omgekeerd. Speculeren wordt beloond en werken wordt gestraft. Vandaag zien we de ontmaskering van dat systeem, een systeem dat gebaseerd is op het privatiseren van de winsten en het socialiseren van de verliezen.” (Eduardo Galeano in Mo-magazine, 27 mei 2009)

In een socialistische samenleving zouden de fabrieken, machines en de gronden van de sleutelsectoren in publiek bezit worden genomen om deze ten dienste te stellen van de behoeften van de bevolking.

Voor een democratisch socialistische samenleving

Een socialistische economie moet een geplande economie zijn. Dit is de enige optie opdat technologie, arbeidskracht, wetenschap en grondstoffen op een efficiënte en duurzame manier ingezet worden voor de bevrediging van de menselijke behoeften.

Om zo’n plan te kunnen opstellen en te beslissen wat en hoe er geproduceerd wordt, moet de volledige samenleving betrokken zijn. Via lokale vergaderingen kunnen vertegenwoordigers worden verkozen die op regionaal, nationaal en zelfs internationaal vlak deelnemen aan de discussies en beslissingname. Deze verkozenen moeten permanent verantwoording afleggen en ook afzetbaar zijn. Daarnaast mag de motivatie van een verkozene nooit een privilege inhouden. Verkozenen mogen niet meer verdienen dan een gemiddeld werknemersloon.

Om iedereen toe te laten te participeren in het beheren van de samenleving moet de arbeidstijd drastisch worden verkort. Dit is perfect mogelijk wanneer alle zinloze productie wordt uitgeschakeld. Wanneer productie er op is gericht om duurzame producten te produceren en niet de wegwerpproducten die eigen zijn aan de kapitalistische samenleving. Ook de tewerkstelling van de honderden miljoenen werklozen zou een belangrijke impact kunnen hebben op het terugdringen van de arbeidstijd.

Enkel een socialistische economie waar de rijkdom en dus ook de investeringen collectief worden beheerd, kan garanderen dat er productiemethoden worden ontwikkeld die het bestaan van ons leefmilieu vrijwaren.

Voor onze toekomst is socialisme de enige optie.

 

125 jaar Belgische Werkliedenpartij – 120 jaar 1 mei

Op 5 en 6 april vierden we de 125e verjaardag van de oprichting van de Belgische Werklieden Partij (de voorloper van PS en SP.a). Het opzetten van een arbeiderspartij in 1885 was een belangrijke stap vooruit voor de arbeidersbeweging in ons land. Voorheen werd gerekend op linkse liberalen in het parlement, maar dat bracht de strijd voor het algemeen stemrecht niet vooruit. Door massamobilisatie en het opzetten van een eigen van de burgerij onafhankelijke partij werd een krachtiger wapen gevormd.

De BWP werd opgericht door een honderdtal afgevaardigden van 59 verenigingen, waaronder mutualiteiten, vakbonden, politieke groepen, lezersgroepen en coöperatieven. Er was van bij het begin heel wat verwarring aanwezig. Zo bepaalden de coöperatieven steeds meer de politieke standpunten en werd meermaals niet overgegaan tot een consequente uitbreiding van strijd.

De strijd voor het algemeen stemrecht (voor mannen…) werd gewonnen dankzij een grote druk van onderuit en een angst bij de burgerij voor de opkomst van de BWP. Het is tegen deze achtergrond dat in 1894 een ideologisch congres werd gehouden waar het Charter van Quaregnon werd aangenomen. In vergelijking met de huidige programma’s van SP en PS is dat programma een bron van klaarheid en socialistische taal – ook al waren er zeker zwakheden aanwezig in dit programma.

De BWP stelde het kapitalisme op zich niet in vraag, maar was wel een belangrijk instrument voor de arbeiders om de strijd voor verbetering van hun arbeids- en leefomstandigheden aan te gaan. Waar strijd werd gevoerd, leverde dit in heel wat gevallen overwinningen op. Denk maar aan de strijd voor de achturendag.

De strijd voor de 8-uren werkdag is ook onlosmakelijk verbonden met 1 mei. 120 jaar geleden was 1 mei voor het eerst een internationale actiedag voor de achturendag. Na eerdere acties in de VS werd vanaf 1890 overal gestaakt op 1 mei. Dat leidde vaak tot harde repressie – ook in ons land werden arbeiders vermoord omdat ze actie voerden op 1 mei.

Het feit dat er vandaag geen grote arbeiderspartij meer is – PS en SP.a zijn steeds meer lege partijen geworden waar enkel het neoliberale regeringsbeleid van belang is – heeft 1 mei in veel gevallen ook van zijn strijdbaar karakter ontdaan. Nu is het al te veel een nietszeggend feest geworden. Nochtans ligt ook de achturenwerkdag op zich steeds meer onder het neoliberale vuur van de flexibiliteit.

Tegen de achtergrond van de huidige en komende aanvallen op onze lonen, pensioenen, gezondheidszorg, onderwijs,… zullen we opnieuw aansluiting moeten vinden bij de tradities die 125 en 120 jaar geleden werden gevestigd. We hebben nood aan een eigen massale arbeiderspartij en we zullen internationaal de strijd moeten aangaan om voor onze belangen op te komen! Dat is een onderdeel van de strijd voor een socialistisch alternatief op de kapitalistische barbarij.

Dit vind je misschien ook leuk...