De tragedie van de Chinese revolutie door Harold Isaacs
De Chinese revolutie van 1925-27 is een van de grootste en belangrijkste bewegingen uit de menselijke geschiedenis. De Chinese massa’s zaten opeengehoopt in de stedelijke centra van Shanghai, Guangdong, Wuhan,… van waaruit ze het Chinese en imperialistische grootgrondbezit en kapitalisme bestreden in een zoektocht naar vrijheid en een nieuwe samenleving. De omstandigheden waren gunstiger dan in Rusland in oktober 1917 waardoor een succesvolle revolutie volstrekt mogelijk was.
Er was evenwel een belangrijk obstakel voor een succesvolle revolutie in de vorm van het verkeerde beleid dat werd voorgestaan door Stalin en zijn kliek die toen reeds aan het hoofd stond van de Communistische Internationale. Zij stonden voor een alliantie van de arbeidersklasse en de onderdrukte boeren met de zogenaamde “nationale kapitalisten” in een “blok van vier klassen” in China.
Dit was de faliekante politiek die de mensjewieken in Rusland voorstonden die nu werd uitgevoerd naar China. Het boek van Isaacs maakt duidelijk dat dit de “tragedie” van de revolutie vormde. Er is sinds de Chinese revolutie van 1925-27 heel wat discussie geweest en aanhangers van Stalin en het stalinisme hebben geprobeerd om het falen van de revolutie goed te praten. Isaacs dient hen van antwoord met een stortvloed van feiten en beschrijvingen van de situatie van de massa’s. Daarmee ondermijnt hij de stalinistische argumenten en onderbouwt hij de positie van zichzelf en van Trotski.
Dit boek biedt echter nog veel meer. Het is een boek dat op literaire wijze een beeld brengt van het heroïsme, de zelfopoffering en de vastberadenheid om de wereld te veranderen onder de Chinese arbeiders en boeren.
Deze nieuwe uitgave heeft een bijkomend voordeel in de zin dat het net zoals bij de eerste uitgave verschijnt met een verhelderend voorwoord door Leon Trotski. Bij een latere verkorte versie van het boek was deze inleiding spijtig genoeg weg gelaten. Naarmate Isaacs na het overlijden van Trotski naar rechts opschoof, verkoos hij zelf de “verkorte” versie van zijn boek. Dat was nog steeds een nuttig werk, ondanks het feit dat de auteur intussen van mening en positie was veranderd, maar met het voorwoord van Trotski erbij is het toch vollediger.
Trotski merkte zelf op: “Het boek van Isaacs is van begin tot einde een wetenschappelijk werk. Het is gebaseerd op een gedetailleerde studie van een groot aantal originele bronnen en bijkomend materiaal.” Daarbij moet nog worden opgemerkt dat Trotski veel discussieerde met de jonge Isaacs, die pas 28 was toen hij dit boek schreef, en in deze discussies werd het boek regel per regel besproken voor het tot publicatie kwam. Isaacs nam later afstand van zijn trotskistisch en marxistisch verleden, maar dit boek blijft een mooie bevestiging van de opvattingen van Trotski, in het bijzonder met betrekking tot de belangrijke kwestie van de permanente revolutie in China.
De theorie van de permanente revolutie houdt in dat een kapitalistische burgerlijk-democratische revolutie – met een grondige landhervorming en het wegnemen van alle feodale en semi-feodale verhoudingen, een oplossing voor de nationale kwestie, democratie, verkiezingen voor een parlement,…- in wat vandaag de neokoloniale wereld vormt, slechts mogelijk is indien de arbeidersklasse de centrale kracht wordt in een dergelijke revolutie. De arbeidersklasse kan deze revolutie pas tot een overwinning brengen, indien het de leiding in de strijd op zich neemt en daarbij ondersteund wordt door de boeren.
Het eerste hoofdstuk – “zaden van revolutie” – is een literair hoogstandje als het doorheen een beschrijving van het leven van de Chinese massa’s de wet van de “gecombineerde en ongelijke ontwikkeling” uitlegt. Dat is een integraal onderdeel van Trotski’s theorie van de permanente revolutie. Het hoofdstuk begint als volgt: “Aan de rand van de grote Chinese steden vallen de schaduwen van de hoge fabrieksschoorstenen over de velden waar nog houten ploegen worden gebruikt. Op de kaden van de zeehavens zijn er moderne transportboten die goederen mee nemen die door mannen op hun rug of met primitieve bootjes naar het schip werden gebracht.
“In de straten zijn er grote trucks en rinkelende trams naast karren die door mannen worden voortgetrokken. Auto’s toeteren boos naar riksja’s die door mensen worden voortgeduwd of naar karren die hun weg door het verkeer zoeken. In de straten zijn er winkels waar koopwaar op primitieve wijze wordt geproduceerd en meteen aan de man gebracht. Daarnaast zijn er tegelijk grote molens die worden aangedreven door zoemende dynamo’s. Vliegtuigen en spoorwegen trekken door uitgebreide regio’s die anders enkel met elkaar verbonden waren door voetpaden en duizend jaar oude kanalen. Moderne stoomboten trekken voorbij de kust en de rivieren samen met vaartuigen van oude makelij.
“Doorheen de dorpen en steden en op het uitgebreide land in de grote valleien van aan de zee tot in het hart van Azië zijn er tal van tegenstellingen en contrasten. Deze belichamen de strijd van bijna een half miljard mensen die proberen te bestaan en te overleven.”
Het is spijtig dat de auteur nadien afstand nam van zijn marxistische standpunten. Zijn zoon, Arnold Isaacs, doet in zijn nieuw voorwoord een poging om dit uit te leggen. Hij merkt op dat zijn vader ideologisch aan dezelfde kant van Trotski stond toen hij het boek schreef. Maar dan stelt hij: “Zijn [Harold Isaacs] standpunt over Trotski’s onderliggende opvattingen was een andere kwestie.”
Isaacs’ zoon moet toegeven dat het boek van zijn vader was geschreven door de jonge revolutionair, zoals Trotski instemmend schreef in zijn voorwoord. Maar “dat veranderde snel”. Dertien jaar later kwam er een verkorte versie van het boek waarin niet alle elementen aanwezig waren, “Hij [Harold Isaacs] was het niet langer eens met de fundamentele leninistische principes die Trotski aanhield tot aan zijn dood in 1940.” (voorwoord door Arnold R Isaacs)
Het feit dat Isaacs van standpunt veranderde, wordt verklaard door het feit dat hij het niet eens was met “het principe dat een proletarische dictatuur wordt geleid door één revolutionaire partij die de enige macht in een revolutionaire staat uitoefent.” Dat is een totaal verkeerde visie die wordt toegeschreven aan de trotskisten of de marxisten vandaag.
Er was in Rusland slechts één partij die de “dictatuur van het proletariaat” uitoefende (die term had toen overigens een totaal andere betekenis als vandaag, marxisten gebruiken nu eerder de term “arbeidersdemocratie”). Maar die eenpartijstaat was geen resultaat van de opvattingen van Trotski, het was een uitvloeisel uit de moeilijkheden waarmee de Russische revolutie te maken had gekregen.
Zoals Trotski vaak heeft uitgelegd was er aanvankelijk maar een partij die door de Bolsjewieken werd verboden, namelijk de reactionaire Zwarte Honderd. Alle andere partijen – mensjewieken, sociaal-revolutionairen, anarchisten,… – mochten hun activiteiten verder zetten en een politieke oppositie tegen de Bolsjewieken voeren op voorwaarde dat dit op een vreedzame en democratische wijze gebeurde. Ze werden pas verboden toen ze beroep deden op gewapende opstand tegen de Bolsjewieken – zoals de Sociaal-Revolutionairen dit deden in 1918 toen ze samen met de mensjewieken en anderen steun gaven aan diverse tsaristische of witte generaals.
Toen leden van deze partijen de verworvenheden van oktober 1917 wilden verdedigen, zagen ze dat hun partijen aan de nadere kant van de barricaden stonden. Isaacs’ zoon stelt in de inleiding dat de sovjetervaring ons de “complete tegenstelling tussen het autoritaire en het democratische socialisme [heeft] geleerd. Het eenpartij monopolie van het politieke leven ontwikkelde tot een bureaucratische oligarchie, een resultaat van de basis stellingen van het bolsjewisme.”
Dit is het bekende deuntje waarin wordt gesteld dat het autoritaire stalinisme een logisch resultaat van het Bolsjewisme en haar methoden was. In de werkelijkheid zagen we dat het stalinisme om de eigen positie te consolideren een einde maakte aan alle elementen van Bolsjewisme.
De Bolsjewistische partij van Lenin was de meest democratische massapartij uit de geschiedenis. Het stalinisme maakte een einde aan deze partij met een rivier van bloed in de verschrikkelijke zuiveringen van de jaren 1930. Het eenpartijregime kwam voort uit het isolement van de Russische revolutie, niet uit de oorspronkelijke doelstellingen van de Bolsjewieken.
Er werd gehoopt dat de sovjetdemocratie hersteld zou worden na de burgeroorlog. In de plaats daarvan leidde het isolement van de revolutie tot de ontwikkeling van een bureaucratische kaste die uiteindelijk 73 jaar na de revolutie ten val kwam waarop het kapitalisme kon terugkeren in Rusland.
Deze elementen staan niet centraal in het boek dat ingaat op de machtige Chinese revolutie van 1925-27. De belangrijkste oorzaken voor deze bewegingen moesten net zoals bij de Russische revolutie (dat een belangrijke inspiratiebron was voor de Chinese massa’s) worden gezocht bij het falen van het kapitalisme om de samenleving vooruit te brengen.
Dit boek is een aanrader, eventueel samen met andere werken. Dit boek kan de jongere generatie kennis laten maken met het echte karakter van de revolutie van 1925-27. Het zal ook duidelijk maken dat de krachten die betrokken waren bij de revolutie van 1944-49 (onder leiding van het Rode Leger en Mao Zedong) van een ander kaliber waren dan de krachten die de revolutie van 1925-27 maakten, een klassieke arbeidersrevolutie waarbij de Chinese massa’s de strijd aangingen voor een andere samenleving.
Dit boek is ook vandaag belangrijk om de een beter begrip te hebben van de niet vervolledigde kapitalistisch-democratische revolutie, wat tot op vandaag een enorme hindernis is voor echte bevrijding in die delen van de wereld die goed zijn voor twee derden van de mensheid. Lees dit boek om een beter begrip te hebben van de gebeurtenissen die zullen plaatsvinden in de neokoloniale wereld.
Recensie door Peter TAAFFE