Wat is er aan de hand in Pakistan? Enkele vragen en antwoorden

Alle scholen in Pakistan houden de deuren gesloten. In Zuid-Waziristan leidt het offensief van de Pakistaanse regering tot meer dan 134.000 vluchtelingen. Het offensief zelf verloopt moeizaam. De aanslagen lijken intussen over te slaan naar Iran waar deze week enkele commandanten van de Iraanse Revolutionaire Garde omkwamen bij een aanslag in Balochistan. Wat is er aan de hand?

Waarom zijn er momenteel zoveel Taliban-aanslagen in Pakistan?

Het aantal aanslagen werd opgedreven nadat het regime onder Amerikaanse druk had aangekondigd dat het een nieuw grondoffensief zou inzetten tegen de Taliban, nu in Zuid-Waziristan. Het regime gokt eigenlijk op twee paarden: enerzijds wil het tot akkoorden komen met delen van de Taliban, anderzijds wil het bepaalde delen van de Taliban uitroeien. Meer bepaald wil het Pakistaanse regime optreden tegen Taliban-leider Hakimullah Mehsud wiens groep gebaseerd is in Zuid-Waziristan. Op dit ogenblik concentreert het grondoffensief in Zuid-Waziristan zich op het dorp Kotkai, de thuisbasis van Mehsud. Volgens het leger werden daar al 90 militanten omgebracht, volgens de Taliban vielen er al 40 doden bij het leger. Tegelijk wordt gefluisterd dat er akkoorden zouden zijn tussen het Pakistaanse leger en de fundamentalistische stammenleiders Maulvi Nazir en Gul Bahadur om te vermijden dat zij Mehsud zouden ondersteunen.

Het nieuwe offensief van het Pakistaanse leger, nauwelijks enige maanden nadat een grootschalige operatie werd opgezet in de meer noordelijke Swatvallei, is de directe aanleiding voor een reeks operaties door de Taliban. Met een aanslag op het hoofdkwartier van het leger in Rawalpindi werd duidelijk gemaakt dat er overal aanslagen mogelijk zijn. Om dat kracht bij te zetten, volgde een aanslag op de universiteit van Islamabad. Na het militaire bolwerk (Rawalpindi) volgde het centrum van het burgerlijke staatsapparaat (Islamabad). Voor de Taliban zijn de aanslagen in Pakistan belangrijk om het beeld van een falend offensief kracht bij te zetten.

 

Zal het offensief in Zuid-Waziristan de Taliban snel een nederlaag toebrengen?

Intussen is het grondoffensief in Zuid-Waziristan aan haar zesde dag toe en lijkt er weinig echte vooruitgang te worden geboekt door het leger. Net zoals bij de eerdere operatie in de Swatvallei komt er een grote vluchtelingenstroom op gang. Vanuit de Swatvallei waren er uiteindelijk twee miljoen vluchtelingen. Na vijf dagen stond het aantal uit Zuid-Waziristan op 134.477 vluchtelingen in de zes officiële vluchtelingenkampen. Maar dat aantal moet je natuurlijk zien tegenover de totale bevolking van Zuid-Waziristan. Bij de laatste telling (meer dan 10 jaar geleden) werden zowat 430.000 inwoners geteld. Zowat één op drie zit nu dus in een vluchtelingenkamp. En dan moet je er nog rekening mee houden dat de militaire operatie zich vooral richt tegen één van de twee stammen (de Mehsuds).

Het is quasi onmogelijk om exacte informatie te krijgen uit Zuid-Waziristan, zowel het leger als de Taliban proberen hun positie beter te voorstellen in een propaganda-oorlog. Het feit dat het offensief van het leger zich concentreert op de thuisbasis van Hakimullah Mehsud en een andere topman van de Taliban, Qari Hussain, is eveneens een onderdeel van de propagandaslag. Net zoals de aanslagen dat zijn voor de Taliban. De militaire topman Athar Abbas waarschuwde evenwel dat een operatie in Zuid-Waziristan niet makkelijk is, door het bergachtige karakter van het gebied kan een militaire operatie erg traag verlopen. Eind november begint het te sneeuwen en bovendien kennen de militanten de streek erg goed.

 

Hoe sterk staat de Taliban in de Noordwestelijke Grensprovincie van Pakistan?

Er is geen brede steun voor de Taliban en het reactionaire bewind waar die organisatie voor staat. De islam-fundamentalisten hebben nooit een brede steun gekregen, dat bleek onder meer uit het resultaat van islamistische lijsten bij de verkiezingen. Zelfs in de Noordwestelijke Grensprovincie haalden die de afgelopen verkiezingen een beperkt resultaat, onder meer wegens diskrediet na een regionale regeringsdeelname. Nationaal kwam de MMA aan 2,2%, maar een aantal fracties waren tegen verkiezingsdeelname.

Anderzijds kan de Taliban een zekere steun verwerven omdat geen ander alternatief wordt gezien op de traditionele partijen die allen bekend staan voor hun corruptie en het achterna lopen van het VS-imperialisme. Op de vele sociale problemen in het land (onder meer door de stijging van de voedselprijzen) wordt door de traditionele partijen geen enkel antwoord geboden. Hierdoor kan een reactionair regime dat overgaat tot liefdadigheid een zekere basis uitbouwen. Dat zal ook de komende periode het geval zijn, zeker nu het VN Voedselprogramma zich uit de Noordwestelijke Grensprovincie terug trekt om veiligheidsredenen. Een woordvoerder van dat programma stelde dat de afgelopen maand 2,2 miljoen mensen beroep deden op hulp van het VN Voedselprogramma.

In Zuid-Waziristan beschikt de TTP (Tehrik-i-Taliban Pakistan) volgens legerschattingen over zowat 5000 militanten. Die worden aangevuld door zowat 2.000 Oezbeekse krijgers. Anderen hebben het over 10.000 strijders. Met de militaire operatie “Rah-I-Nijaat” hoopt het leger een einde te maken aan de TTP. De dood van TTP-chef Baitullah Mehsud in augustus sterkte het leger. Het terugdringen van de Taliban in de Swatvallei eveneens. Maar nu is begonnen aan een oorlog op een immens uitgestrekt en bergachtig terrein (2400 km²). Dat wordt minder evident voor het leger, zelfs met de 27.000 troepen die nu worden ingezet.

 

Hoe zit het met het gevaar van regionale uitbreiding?

Het conflict in Pakistan is rechtstreeks verbonden met de oorlog in Afghanistan. De Pakistaanse Taliban is groot geworden door de banden met de Afghaanse Taliban en de afkeer tegenover de Amerikaanse interventie in Afghanistan. De Pakistaanse Taliban heeft handig gebruik gemaakt van de infrastructuur en ondersteuning door het Pakistaanse regime (en het VS-imperialisme) aan de fundamentalisten tijdens het verzet tegen de Russische tussenkomst in Afghanistan na 79. De banden tussen fundamentalisten en legerleiding bleven nog lang bestaan, onder meer om fundamentalisten in te zetten in Kasjmir, ook in het Indische deel van Kasjmir waar Pakistan het regime probeert te destabiliseren.

Een ander aspect in het uitbreiden van het conflict is natuurlijk de vluchtelingengolf. Met 3,7 miljoen Afghaanse vluchtelingen in buurlanden Pakistan en Iran is het conflict sowieso breder geworden dan een puur Afghaans gegeven. De Amerikaanse militaire strategen hebben het steeds meer over het “Afpak” probleem: Afghanistan en Pakistan. Dat klopt, maar het gaat verder dan dat. Er zijn ook gevolgen voor India en Iran.

Als de Indische regering gisteren aankondigde dat het enkele fundamentalisten had neergeschoten in Kasjmir (waaronder een commandant van Hizbul Mujahideen), werd dit onmiddellijk gevolgd door beschuldigingen vanuit Pakistan dat India steun zou geven aan nationalisten in Balochistan die meer onafhankelijkheid eisen. Ook probeert Pakistan haar alliantie met China te versterken en dat te gebruiken tegen India. Zo heeft China besloten om aparte visa toe te kennen aan inwoners van Kasjmir. Voor het Chinese regime wordt het door India bezette deel van Kasjmir gezien als een onafhankelijke staat, tot groot ongenoegen van India uiteraard. En wellicht zorgt dit ook voor enig cynisme in pakweg Tibet. Kasjmir blijft een probleem, sinds het begin van een door Pakistan ondersteunde opstand in het door India bezette deel van Kasjmir vielen meer dan 47.000 doden. De timing is hierbij geen toeval: de verscherping van het conflict in Kasjmir valt samen met de training en de opmars van de fundamentalisten in Pakistan.

Pakistan haalt makkelijk uit naar India als het om de nationalistische beweging in Balochistan gaat, mogelijk in een poging om een verband te leggen met de onafhankelijkheidsbeweging destijds in Bangladesh (waar India tussenkwam om het Pakistaanse leger een nederlaag toe te brengen en meteen een verdere radicalisering in Bangladesh en zeker een verderzetting van die radicalisering in het toen reeds bijzonder woelige India te vermijden, in India werden de machtshebbers gedwongen om toegevingen te doen aan de arbeidersbeweging onder meer door het land “socialistisch” te verklaren en een aantal sleutelsectoren te nationaliseren). Anderzijds is er voor Pakistan wel een probleem in Balochistan. De afkeer tegen de oorlog in Afghanistan is bijzonder groot in deze provincie en de Pakistaanse alliantie met het VS-imperialisme is er zeker niet populair. Dit versterkt de onafhankelijkheidsbeweging en er is tevens een grotere invloed van de Taliban.

Als het in Pakistaans Balochistan onrustig is, heeft dit al snel gevolgen voor het deel van Balochistan dat in Iran ligt. Het is geen toeval dat de aanslag op leden van de Iraanse revolutionaire garde net daar plaats vond. Er is een lokale werking van de Taliban die zich verzet tegen het reactionaire regime in Iran dat zich om sectaire religieuze redenen steeds tegen de Taliban heeft verzet in Afghanistan. De aanslag in Balochistan werd opgeëist door de Soennitische groep Jundallah waarvan enkele maanden geleden nog werd gezegd dat het nauwere banden was aangegaan met de Taliban.

Het Afghaanse conflict dreigt zich dus verder uit te breiden. Het stopt niet aan de grenzen die destijds in het koloniaal tijdperk werden opgelegd. In Pakistan is dat voor zowat iedereen evident. Maar daar stopt het niet, er zijn ook gevolgen in andere landen waardoor de lont steeds dichter aan het kruitvat wordt gestoken. De pogingen om met een militaire operatie vanuit het Westen de lont weg te branden, zorgen er enkel voor dat het kruitvat des te harder tot ontploffen komt.

 

Is er wel een oplossing voor het geweld?

Linkse socialisten wijzen altijd op het belang van de arbeidersbeweging om sectaire verschillen te overstijgen en samen te strijden tegen zowel het imperialisme als lokale kapitalisten en reactionaire stromingen. Een verenigde arbeidersbeweging gewapend met een socialistisch programma kan fundamentele verandering afdwingen en daarmee het proces van geweld, burgeroorlog en chaos doorkruisen.

Dat is geen abstracte positie, maar een dagelijkse strijd in een regio waar de arbeidersbeweging het de afgelopen jaren bijzonder moeilijk heeft gehad. Nochtans is er een grote traditie van arbeidersstrijd in landen als Pakistan, maar ook in Afghanistan en Iran. Dat element is hier niet zo bekend en wordt uiteraard ook nooit belicht door de traditionele media. Onze Pakistaanse zusterorganisatie is vandaag erg actief in het heropbouwen van de syndicale beweging, ook in de Noordwestelijke Grensprovincie (waaronder de Swatvallei) zijn de linkse socialisten actief in bijzonder moeilijke omstandigheden. Er zijn al militanten omgekomen omdat ze vervolgd werden door de Taliban.

Het potentieel van de arbeidersbeweging mag niet onderschat worden. Waar de fundamentalisten nooit konden steunen op een breed gedragen en actieve beweging onder de bevolking, heeft de linkerzijde dat wel gekend in het verleden. Denk maar aan de radicalisering en de bewegingen die eind jaren 1960 en in de jaren 1970 ontwikkelden in de regio. Potentieel was de volledige regio toen “rood” geworden. Het falen van de leiding van deze bewegingen heeft de weg geopend voor reactionaire stromingen. Maar de arbeidersbeweging kan terug op de voorgrond treden. Daarbij is het noodzakelijk om de nadruk te leggen op eisen voor sociale verandering als onderdeel van een socialistisch programma dat de arbeiders en armen verenigt in de plaats van verdeelt.

 

Artikel door Geert Cool

Lees ook op socialisme.be:

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel