Portugal. Radicaal-links haalt opvallende score
“Dit is een duidelijke en uitzonderlijke overwinning”, stelde premier José Socrates van de Partido Socialista (PS) toen de resultaten van de Portugese verkiezingen werden bekend gemaakt. Het triomfalisme van Socrates moet de nederlaag van zijn zogenaamd “socialistische” partij verbergen. De PS blijft de grootste partij in het parlement, maar het “uitzonderlijke” resultaat van de partij is meteen het slechtste resultaat sinds 1991. De partij viel van 45% in 2005 terug op 36,6% en moet 25 zetels prijsgeven.
Nederlaag voor gevestigde partijen
Het beleid van de PS de afgelopen vier jaar was er één van meer privatiseringen, het ondermijnen van de rechten van arbeiders, het verhogen van de pensioenleeftijd, uithollen van de sociale zekerheid en harde aanvallen op de arbeiders in de openbare diensten. Zo leidde de aanval op de leraars tot stakingen en betogingen van historische omvang. Premier Socrates is een consistente aanhanger van “budgettaire orthodoxie” en weigerde geld vrij te maken voor de basisbehoeften van de bevolking, om de strijd tegen armoede aan te gaan of om een antwoord te bieden op de constante stijging van de levensduurte waarmee de meerderheid van de bevolking het moeilijk heeft. Hij was minder strikt in het tegenhouden van uitgaven toen de banken en speculanten geld vroegen van de regering. De globale economische recessie heeft duidelijk gemaakt dat de regering bereid was om miljarden te geven aan de grote bedrijven, terwijl voor miljoenen gewone mensen armoede, tekorten, werkloosheid of laag betaalde jobs de dagelijkse realiteit is.
Vier jaar geleden haalde de PS veel stemmen vanuit de verwachting dat een einde zou komen aan het neoliberale beleid van de vorige rechtse regering. De PS heeft echter gewoon hetzelfde beleid verder gezet. Als direct gevolg van dit verraad, verliest de partij nu heel wat zetels (96 tegenover 121 in 2005). De PS is zowat een half miljoen stemmen verloren, wat veel is in een land met net iets meer dan 9 miljoen kiezers.
Het klopt dat de PS tot op zekere hoogte het rampzalige resultaat van de Europese verkiezingen heeft kunnen vermijden. De afgelopen weken ging de PS in de peilingen wat voorut omdat een meer linkse retoriek werd gebruikt en met een oproep tot een “nuttige” stem. De beperkte populariteit en de vele schandalen rond de belangrijkste oppositiepartij, de rechtse PSD (Partido Social Democrata), zorgden ervoor dat dit enig resultaat had. De PSD voerde campagne met de eis om de overheidsuitgaven te beperken. De PSD verdedigde bij deze verkiezingscampagne delen van de heersende klasse die nog niet hebben begrepen hoe groot de woede bij de bevolking wel is.
Met 29,1% haalde de PSD 0,3% minder dan bij de verkiezingen van 2005 (die toen reeds een enorme nederlaag vormden voor de rechtse coalitie die voorheen aan de macht was). De PSD is er niet in geslaagd om steun te winnen op basis van het ongenoegen tegenover de PS. Ondanks het asociale beleid van de regering-Socrates zijn de Portugese arbeiders en hun gezinnen nog niet vergeten wat de vorige regeringen van Barroso en Santana hebben betekend voor hun arbeids- en leefomstandigheden. Daarenboven was de Thatcheriaanse retoriek van de PDS met de boodschap van “besparingen, besparingen en nog eens besparingen” vanwege Manuela Ferreira Leite niet bepaald populair onder de arbeiders. Tot op zekere hoogte kon de PS inspelen op angst en werd het oude argument van het “mindere kwaad” terug boven gehaald.
Het groot aantal kiezers dat niet kwam stemmen (40%) was opvallend, dit was het grootste aantal sinds de revolutie van 1974. Dit is een uitdrukking van het enorme ongenoegen onder bredere lagen, niet alleen tegenover het beleid van de vorige regering maar ook tegenover het neoliberale beleid dat werd verdedigd in de verkiezingscampagne van de PSD. Het feit dat zoveel kiezers niet stemden, toont een gebrek aan vertrouwen in de twee grootste partijen die het land de afgelopen 35 jaar afwisselend hebben geregeerd.
Groeiende polarisering
Deze verkiezingen vormden ook een keerpunt voor de linkerzijde. De partijen links van de PS, het Linkse Blok en de CDU (een coalitie van de communistische partij PCP en de groenen van de PEV), haalden samen zowat 18%. Dat is een goed resultaat voor de linkerzijde, net zoals eerder bij de Europese verkiezingen een sterke score werd neergezet. Dit is een illustratie van het feit dat een groeiende laag van arbeiders, jongeren en werklozen in Portugal open staat voor socialistische ideeën en uitkijkt naar een anti-kapitalistische antwoord op de crisis waarmee het land te maken krijgt.
Het Linkse Blok (BE) is de partij die het meeste vooruitging bij deze verkiezingen. De formatie haalde 9,9% tegenover 6,4% in 2005. Dit betekent dat 557.109 kiezers voor het BE stemden, bijna 200.000 meer dan vier jaar geleden. Hierdoor is het BE nu de vierde politieke kracht in het land en in de grote steden doorgaans de derde. Dit resultaat is een belangrijke doorbraak en leidt tot een verdubbeling van het aantal parlementsleden van 8 tot 16.
De CDU haalde 7,9% (+0,4%) wat overeenkomt met 445.000 stemmen (15.000 meer) en 15 verkozenen (één meer). De resultaten voor de PCP waren vooral opvallend sterk in een aantal meer geïndustrialiseerde buurten. Daarmee maakt de partij duidelijk dat ze nog over een sterke basis beschikt in een aantal traditionele arbeiderswijken. Er is echter een zekere stagnatie in de verkiezingsresultaten. Op een ogenblik dat er een grote ontgoocheling is in de PS zou er een veel beter resultaat kunnen worden verwacht. Bij de verkiezingen van 1999 haalde de partij 487.000 stemmen. Dat cijfer maakt duidelijk dat de partij er de afgelopen 10 niet is in geslaagd om haar steun echt te vergroten. Ondanks een inplanting onder de arbeidersklasse heeft de sectaire aanpak van de leiding van de communistische partij verhinderd dat er een doorbraak was onder de nieuwe generaties van jongeren en arbeiders die in actie komen.
Anderzijds haalde de reactionaire Volkspartij (PP) een beter resultaat. Met 10,5% haalt de partij 21 zetels (tegenover 12 in 2005). Hierdoor is de PP nu de derde partij van het land. De PP vermeed om het te hebben over haar economisch programma, er werd enkel ingegaan op thema’s als migratie met soms een erg racistische ondertoon tegenover zigeuners en conservatieve sociale thema’s zoals tegen abortus. De vooruitgang voor de PP en de radicale linkerzijde toont een groeiende sociale polarisering in het land.
Grote bedrijven vrezen radicalisering onder de arbeiders
“Portugal is een moeilijk land om te regeren. Deze verkiezingen hebben het nog moeilijker gemaakt”, stelde de Portugese politieke commentator en schrijver Miguel Sousa Tavares. De erosie van de steun voor de twee grote partijen leidt inderdaad tot een nieuwe periode van politieke onstabiliteit. De twee meest betrouwbare politieke wapens van de heersende klasse zijn beide verzwakt in een periode waarin de kapitalisten strenge maatregelen willen als antwoord op de aanhoudende economische crisis die wordt versterkt door de wereldwijde crisis en de hoge schuldengraad, één van de ergste in de EU. De overheidsschulden en het begrotingstekort zullen dit jaar respectievelijk 74,5% en 5,9% van het BBP bedragen, de economie zal wellicht krimpen met ongeveer 3%. De achteruitgang voor de PS en het groeiende sociale ongenoegen zijn een waarschuwing voor de kapitalistische klasse die vreest dat een minderheidsregering onvoldoende autoriteit zal hebben om een ernstig asociaal beleid op te leggen.
De patroonsfederatie heeft Socrates al gewaarschuwd voor iedere poging om een alliantie te vormen met de “radicaal linkse” partijen. De Portugese patroons vrezen dat zo’n regering fataal zou zijn voor de “groei, investeringen en tewerkstelling” (Financial Times, 28 september). De draai naar links in de Portugese samenleving kwam tot uiting bij de verkiezingen en leidt tot een zekere angst in patronale kringen. Er wordt vooral gevreesd dat een nieuwe golf van radicalisering in arbeidersstrijd ontwikkelt. Die vrees is terecht, op de werkvloer is er een militante sfeer aan het ontwikkelen. De afgelopen jaren waren er al belangrijke mobilisaties van arbeiders en jongeren. Mogelijk de belangrijkste mobilisaties sinds de revolutionaire periode van de jaren 1970. Zelfs tijdens de verkiezingscampagne waren er tal van stakingen van onder meer de gezondheidszorg, transportarbeiders en in de administraties.
In tegenstelling tot wat de patroons stellen, zou een alliantie van de PS met de radicaal-linkse krachten geen voordeel zijn voor de arbeidersstrijd. Socrates zal willen vermijden dat zijn “patroonsvriendelijke imago” (dixit de Financial Times) wordt ondermijnd. Echte socialisten moeten zich verzetten tegen een deelname van linkse partijen aan een kapitalistische regering. De PS heeft voldoende duidelijk gemaakt dat het voor een patronaal beleid staat. De nieuwe Keynesiaanse maatregelen die de partij nu voorstelt (met een nieuwe luchthaven in Lissabon en een hogesnelheidstrein tussen Lissabon en Madrid) zijn tijdelijke maatregelen om de ergste gevolgen van de crisis wat af te zwakken en de stijgende werkloosheid onder controle te houden. Zolang het kapitalisme en de heerschappij van de grote bedrijven niet in vraag worden gesteld, zullen regeringen blijven overgaan tot besparingen op de openbare uitgaven om de begroting in evenwicht te brengen. Dat leidt tot aanvallen op de armsten om de belangen van de rijksten te verdedigen. Daartegenover is er nood aan arbeidersverzet.
De leidingen van het Linkse Blok en de Communistische Partij moeten daar de nodige conclusies uit trekken. In een toespraak vlak na de verkiezingen riep Francisco Louca, de leider van het Linkse Blok, op om “meer dialoog” te hebben met de PS-leiding. Een socialistisch beleid zal niet tot stand komen op basis van meer dialoog met de leiding van een partij die enkel nog “socialistisch” in naam is. In de plaats van naar rechts te kijken, moet de leiding van het Linkse Blok naar links kijken en meer dialoog hebben met de enige kracht die in staat is om de samenleving te veranderen en een socialistisch alternatief uit te bouwen: de arbeidersklasse. De nood aan een sterke arbeiderspartij met een socialistisch programma mag niet worden uitgesteld of op de helling worden geplaatst door een parlementaire koers te varen waarbij lobbyen belangrijker wordt dan deelname aan arbeidersstrijd.
Nood aan een socialistisch antwoord
De linkse partijen mogen geen enkele steun geven aan een regering die een asociaal beleid voert. Ze moeten deelnemen aan de dagelijkse strijd van arbeiders en jongeren en dit verbinden aan de realisatie van een consistent socialistisch programma dat ingaat tegen het anti-arbeidersbeleid van de vorige regeringen, de hernationalisatie van alle geprivatiseerde sectoren, een publieke overname van de volledige bank-, verzekerings- en energiesector onder publiek bezit en democratische controle van verkozen arbeidersvertegenwoordiging, de nationalisatie van alle bedrijven die dreigen over te gaan tot ontslagen of afdankingen, een minimumloon van 600 euro voor alle arbeiders en werklozen met een aanpassing aan de reële levensduurte, een progressieve verkorting van de arbeidsweek zodat er werk voor iedereen zou zijn.
Dergelijke maatregelen moeten worden gekoppeld aan een algemene planning van de productie zodat prioriteit kan worden gegeven aan sociaal nuttige sectoren zoals de gezondheidszorg, sociale zekerheid, openbaar vervoer. Dat zijn sectoren die de afgelopen jaren onder vuur lagen en werden geplunderd door de private sector. Een dergelijk beleid zal niet van de PS komen, recent nog verklaarde een PS-leider dat het land de economische crisis niet beter te lijf zou kunnen gaan indien de banken en verzekeringsbedrijven in handen van de overheid zouden zijn. “Het land heeft geen nood aan radicale of extremistische maatregelen. Het zou een economische fout zijn die het land en de Portugese bevolking zwaar zou bestraffen”, aldus het PS-kopstuk. Enkel een arbeidersregering op basis van democratisch verkozen arbeidersraden op lokaal, regionaal en nationaal niveau zou een dergelijk beleid voeren.
Dat is geen vooruitzicht waarvan we enkel kunnen dromen, het moet concreet worden voorbereid door de linkse partijen. De verkiezingen hebben aangetoond dat het Linkse Blok en de communistische partij een grote steun hebben onder arbeiders en jongeren. De resultaten op zich zullen niet voldoende zijn om in te gaan tegen de besparingsplannen die we kunnen verwachten van de nieuwe PS-regering. De goede resultaten van het Linkse Blok vormen een overwinning voor alle linkse activisten, arbeiders, vakbondsmilitanten en jongeren die ingaan tegen het kapitalisme en haar gevolgen. Deze overwinning moet echter worden verbonden aan een voorbereiding van een duidelijk en militant programma om in te gaan tegen deze regering. Een gezamenlijke oproep van het Linkse Blok en de PCP in deze richting zou een enorme stimulans kunnen betekenen.
In een periode van crisis van het kapitalisme, zullen de gevolgen hiervan op de arbeiders en hun gezinnen leiden tot strijdbaarheid en het hernieuwen van de tradities van strijd onder de Portugese arbeidersklasse. Dit zal het potentieel voor steun aan een echt socialistisch alternatief enkel maar vergroten.
Artikel door Cédric Gérôme