Welke koerswijziging voor de PVDA?
Op de slotzitting van haar 8e congres op zondag 2 maart aan de VUB, had de Partij van de Arbeid een spectaculaire koerswijziging aangekondigd. Maar liefst 1300 militanten namen deel, aangevuld met 200 genodigden van onder meer Ecolo en Groen, SP.a en PS, diverse ambassades, syndicalisten, Chrétiens pour la Paix, de PC, SAP, etc. De Linkse Socialistische Partij was niet uitgenodigd op deze semi-publieke slotzitting. We moeten ons bijgevolg baseren op persberichten en sluiten niet uit dat de journalisten sommige uitspraken verkeerd weergegeven hebben. Tot op heden hebben we echter geen enkele rechtzetting vanwege de PVDA opgemerkt.
Als het de bedoeling was van de PVDA om met haar koerswijziging bij te dragen tot de vorming van een nieuwe, brede arbeiderspartij – een verzamelplaats voor actie en debat waar iedereen die zich wenst te verzetten tegen het neoliberalisme welkom is, zonder zijn of haar eigenheid daarom te moeten opofferen – dan zou de Linkse Socialistische Partij dat enkel kunnen toejuichen. Wij verdedigen de nood aan zo’n strijdpartij al jaren, juist omdat het de positie van de arbeidersbeweging aanzienlijk zou versterken. LSP heeft dat trouwens nooit een reden gevonden om haar revolutionair programma overboord te gooien. Integendeel, wij zijn er juist van overtuigd dat de gezamenlijke strijdervaring steeds meer arbeiders en jongeren ertoe zal bewegen een revolutionair programma en de stroming die dit het best vertegenwoordigt te overwegen.
De persberichten doen ons echter vermoeden dat het de PVDA niet daarom te doen is. Wij hebben integendeel de indruk dat de PVDA enkel bereid is stappen te zetten naar “breder”, als dat gebeurt om en rond de PVDA. In ruil daarvoor is de PVDA bereid de revolutionaire en socialistische aspecten van haar programma overboord te gooien, althans naar buiten uit, maar we vermoeden dat het hart zich bevindt waar de mond van overloopt. LSP wil de PVDA een tegenvoorstel aanbieden.
Koersverandering bij de PVDA?
De laatste weken kwam de linkse PVDA, bekend van Geneeskunde voor het Volk en de voorstellen rond gezondheidszorg van dokter Dirk Van Duppen, meermaals in de media. Interviews met de nieuwe voorzitter Peter Mertens en oorspronkelijk medestichter Kris Merckx in De Morgen. Peter Mertens die de “vernieuwing” van de partij komt toelichten in het TV-programma Phara, en tevens op Radio 1. Een uitgebreid artikel in het Franstalige weekblad Le Journal du Mardi, naast een stroom van kleinere berichten in zowel Vlaamse als Franstalige kranten. Alvast een deel van de media schat de veranderingen bij het vroegere Amada (Alle Macht Aan de Arbeiders) in als nieuws. Voor deze waarnemers is de PVDA een herkenbare uitloper, één van de weinige die nog resteert, van de strijdbewegingen rond mei ’68. Zeker met het wegdeemsteren van haar vroegere tegenhanger, de RAL (Revolutionaire Arbeidersliga, vandaag de SAP).
In België blijft de PVDA voorlopig de grootste exponent van wat als “radicaal-links” wordt beschouwd. Het is echter niet duidelijk of de PVDA na de “modernisering” zichzelf nog wel als deel van radicaal-links ziet. De nieuwe voorzitter Peter Mertens zegt op een “revolutie met ideeën” te mikken, maar het is niet echt duidelijk wat dit voor de structuren van het kapitalisme betekent. Dalende koopkracht, groeiende armoede, verhoogde flexibiliteit, politieke instabiliteit, ontwrichting van het milieu,… zijn vandaag directe gevolgen van de chaotische markteconomie. Uit de verklaringen van de PVDA omtrent haar “vernieuwing” valt echter niet meer op te maken of dit kapitalisme moet worden hervormd, of door een revolutionaire massabeweging moet worden omver geworpen. Cuba, China of het voormalige Rusland heten geen rolmodellen meer te zijn, en over de noodzaak van een socialistische maatschappij wordt, naar buitenuit, niet meer gesproken. Wel over de noodzaak om de democratie – zonder klasseninhoud – te verdiepen. Met onder meer gedetailleerde voorstellen om de werking van de Verenigde Naties en de VN-Veiligheidsraad aan te passen, instellingen die nochtans enkel werden opgericht om de belangen van het imperialisme en kapitalisme te verdedigen.
Volgens Peter Mertens komt de PVDA op voor een “maatschappij op mensenmaat”. Dit was het centrale gegeven tijdens één van de radio-interviews. Het is, jammer genoeg, het soort vage en omzwachtelde taalgebruik dat we ook van de traditionele partijen al enige tijd gewoon zijn. De voormalige CVP, bijvoorbeeld, had ooit als verkiezingsslogan “midden de mensen”.
Discussie over strategie, tactiek en programma
LSP is altijd voorstander geweest van een zo breed mogelijke eenheid tegen het neoliberale beleid. Daarom hebben we in 2006 ook actief meegewerkt aan een breder initiatief als CAP. We denken dat nieuwe strijdbewegingen voor het behoud van onze koopkracht, voor een degelijke sociale zekerheid, tegen ontslagen, etc. onvermijdelijk zullen moeten uitmonden in een bepaald stadium in de oprichting van een nieuwe arbeiderspartij. Zo’n brede formatie zou een organisator moeten zijn van strijd, maar ook een forum voor debat en voor het uitwisselen van ervaringen. Een brede arbeiderspartij kan enkel levensvatbaar zijn als ze volledig democratisch werkt en als de eigenheid wordt gerespecteerd van alle individuen en stromingen die eraan deelnemen. De LSP is nooit dit debat met andere politieke stromingen uit de weg gegaan. Op basis van een constructieve uitwisseling van ideeën – in combinatie met de ervaringen van arbeiders in de klassenstrijd – kan er politieke opheldering komen over het programma en de methodes die nodig zijn om de maatschappij te veranderen.
We denken dat de zogenaamde koerswending van de PVDA een aantal vragen opwerpt die radicaliserende arbeiders en jongeren kunnen interesseren. Op basis van welk programma en welke benadering kunnen socialisten en marxisten vandaag een weg vinden naar bredere lagen van werkende mensen? Welke conclusies moeten we trekken uit het failliet van het stalinisme, de totalitaire eenpartijsystemen in het voormalige Oostblok en China? Is het juist dat er geen “rolmodellen” meer zijn in de strijd voor een andere maatschappij? Gaat wat in China of Cuba gebeurt ons niet aan, omdat de omstandigheden daar zo anders zijn? Is dit ook onze boodschap voor de arbeiders in China, vandaag op veel plaatsen opnieuw onderhevig aan extreme kapitalistische uitbuiting?
“Ze hebben fouten gemaakt. Zij, niet wij,” stelt Peter Mertens in De Morgen over de Sovjetunie, China, de Rode Khmer en Cuba. Raoul Hedebouw verklaart in Le Journal du Mardi: “Als er een bilan moet worden opgesteld, dan is het aan de Russen, de Chinezen en de Cubanen om dat te doen.” Welke Russen en welke Chinezen dat bilan vandaag nog moeten opstellen, is ons een raadsel. Los daarvan: waarom heeft de PVDA dan zo lang en zo hardnekkig iedere “fout” van deze regimes goedgepraat? Zelfs als we Peter en Raoul volgen in hun redenering, waarom grijpen ze dan de gelegenheid niet aan om minstens hun eigen fouten recht te zetten? De kritiekloze steun aan dictators als Milosevic en Saddam Hoessein bijvoorbeeld? Is de PvdA vandaag wel bereid de Kosovaren het recht op zelfbeschikking toe te staan, of vindt ze nog steeds dat dit recht moet worden onderdrukt? De eerste test sinds de koerswending op 2 maart doet al meteen het ergste vermoeden: de PVDA neemt de officiële Chinese versie over omtrent Tibet, en slaagt erin te verwijzen naar het uiteenvallen van Joegoslavië als argument tegen zelfbeschikkingsrecht voor de Tibetanen.
Verder: wat is de rol van perspectieven en een overgangsbenadering, die minimumeisen en antikapitalistische slogans verbindt met de noodzaak van een socialistische maatschappij? Waarom baseert de LSP zich op zo’n benadering, in tegenstelling tot de empirische methode van enquêtes en bevragingen die de PVDA zegt te hanteren? Deels gaat het om een discussie over welke methode en strategie de arbeidersbeweging moet gebruiken om de maatschappij fundamenteel te veranderen.
Wat zijn de lessen uit het failliet van het stalinisme?
Het is positief wanneer een antineoliberale boodschap, ook al is het slechts tijdelijk, wat meer ingang krijgt in de media. In Nederland (SP), Duitsland (Die Linke), Frankrijk (LCR) en Griekenland (Syriza) beginnen formaties die zich afzetten tegen de asociale politiek van de traditionele partijen aan aanhang te winnen. Zij het vooral als electoraal, nog grotendeels passief fenomeen, ook omdat in een aantal gevallen meer programmatorische openheid helaas gepaard gaat met een intern regime dat snel komaf maakt met dissidentie.
Ook in België bestaat ongetwijfeld het potentieel voor een “ruk naar links”. Kijk naar de golf van spontane – en soms ook al minder spontane, bij de ambtenaren – stakingen voor de verbetering van onze koopkracht. Alle traditionele, burgerlijke partijen blijven doof voor de gerechtvaardigde eisen van werkende mensen. Dit geldt ook voor de voormalige arbeiderspartijen SP.a en PS. Zelfs de vakbondsleiding is niet bereid deze strijd te veralgemenen in een actieplan voor een betere koopkracht, vastgeklonken als ze is aan haar reformistische strategie van medebeheer van het kapitalisme.
Er bestaat bijgevolg een politiek vacuüm ter linkerzijde. De PVDA probeert zich daar nu in te werpen met haar modernisering. Dit na een aantal electorale successen die de partij boekte in 2006 in een aantal gemeenten (Zelzate, Genk, Herstal,…), op basis van Geneeskunde voor het Volk en andere lokale campagnes.
Naar buitenuit breekt de PVDA schijnbaar met het stalinisme en maoïsme. “Wij zijn geen stalinisten,” stelt Mertens in een interview met De Morgen. Ook volgens Kris Merckx heeft “de hedendaagse jeugd geen boodschap meer aan Stalin of Mao”. De PVDA was niet langer in staat om haar actieve kader uit te bouwen op basis van haar totalitaire stalinistische programma. Deze ideologie is volledig gediscrediteerd in de ogen van arbeiders en jongeren, zeker na de val van het stalinisme in 1989-92.
Nochtans wijst Le Journal du Mardi erop dat de interne kadervorming, tot nader order, nog steeds is gebaseerd op een partijhandboek dat Stalin, Mao en Enver Hoxha de hemel inprijst. Deze lectuur is allicht niet bestemd voor een breder lidmaatschap, dat op basis van minimale voorwaarden van activiteit en financiële ledenbijdrage tot de PVDA kan toetreden.
De partij zegt ook niet waar de “fouten” van het stalinisme uit voortkwamen. Moeten we aannemen dat het om toevallige fenomenen zou gaan? De schijnprocessen tegen opposanten, de totalitaire eenpartijsystemen, de onderdrukking van discussie en debat onder de bevolking, het verbieden van arbeiderspartijen in oppositie tegen het politiesysteem van de stalinistische elite, het vervolgen van onafhankelijke vakbonden, de onderdrukking van de rechten van nationale minderheden,…
Wij denken niet dat dit gewoon “fouten” zijn en dat de meest bewuste arbeiders en jongeren een meer ernstige evaluatie verwachten. Het beeld dat veel arbeiders en jongeren van socialisme hebben, wordt nog maar al te vaak vereenzelvigd met de stalinistische dictaturen. Enkel door de echte lessen te trekken uit de ervaringen van het stalinisme kan een nieuwe generatie voor een revolutionair-socialistisch programma worden gewonnen. Daarvoor zou men terug moeten grijpen naar de eerste jaren van de Russische revolutie en het programma van de Linkse Oppositie rond Trotski – een programma van arbeidersdemocratie (democratische verkiezingen voor arbeiderscomités in de bedrijven en wijken, permanente afzetbaarheid van vertegenwoordigers, politici die niet meer verdienen dan het gemiddelde arbeidersloon,…). De PVDA maakt, wellicht niet verwonderlijk gezien haar geschiedenis, zo’n analyse niet. Ze werpt de handen in de lucht rond “fouten” maar is niet in staat die te verklaren, om ze in de toekomst te vermijden.
Internationalisme is niet gewoon een “mooie gedachte” voor marxisten. De internationale arbeidsdeling heeft een nooit gekend niveau bereikt. Arbeiders worden bedreigd door delokalisatie van hun jobs naar China en het voormalige Oostblok. De lage lonen in deze nieuwe kapitalistische wingewesten worden uitgespeeld tegen de lonen van de arbeiders hier. We kunnen dus niet zeggen dat wat er in deze landen gebeurt, zoals in het officieel nog “communistische” China, ons niet aanbelangt. Linkse socialisten benaderen de problemen van de arbeidersklasse vanuit een internationaal standpunt. De belangen van de arbeiders en armen hier lopen gelijk met die van de arbeiders en armen elders. Om de kwestie van de kapitalistische hervormingen in stalinistisch China naar een breder publiek te omzeilen, lijkt de PVDA zich op een “nationaal” standpunt terug te trekken. LSP bouwt via het Committee for a Workers’ International (CWI) aan een internationale organisatie om het kapitalisme te bestrijden.
Presentatie van eisen en programma
De PVDA stelt dat ze vandaag geen “belerende partij” meer wil zijn. Peter Mertens: “In plaats van een belerende zijn wij een luisterende partij geworden. Onze verkiezingsprogramma’s worden nu opgesteld na consultatie van duizenden mensen.” Kris Merckx voegt daar aan toe: “Op die weg moeten we verder gaan: concrete oplossingen voor concrete problemen, actie op het terrein in plaats van grote theorieën.” Waar hebben we dat nog gehoord: “de beweging is alles, het programma niets”. Of haar latere variant: “Al die discussies (over theoretische vraagstukken – nvdr) zijn slechts een storm in een glas water.”
LSP gaat ermee akkoord dat marxisten “concrete oplossingen voor concrete problemen” moeten bieden. Onze leden voerden de laatste jaren lokaal campagne tegen dure vuilniszakken, tegen de sluiting van postkantoren, voor een verbetering van de koopkracht, tegen de afbraak van ons onderwijs, voor publieke huisvesting en tegen sociale verdringing,… We proberen op basis van concrete slogans en analyses een bredere laag van mensen in actie te brengen en een krachtsverhouding op te bouwen, om zo een strijd te kunnen winnen. Maar of het nu gaat om onze koopkracht, de voormalige openbare diensten, arbeidsherverdeling met behoud van loon, een betere gezondheidszorg,… Dikwijls botsen zelfs de meest gematigde eisen met de nood om winst te maken of de overheidsfinanciën te saneren.
Binnen het kapitalisme is het niet meer mogelijk om de sociale zekerheid en het onderwijs te herfinancieren, de koopkracht van pensioenen, uitkeringen en lonen drastisch op te trekken, de vervanging van vaste jobs door precaire, tijdelijke, laag betaalde nepjobs tegen te gaan. Net zomin is het mogelijk om racisme, nationalisme of seksisme uit dit systeem te bannen. Volgens ons moeten linkse socialisten zich niet alleen beperken tot een aantal gerechtvaardigde eisen. We moeten ook uitleggen hoe we die eisen willen realiseren. Geen enkele sociale verworvenheid is gegarandeerd onder het kapitalisme. Dit systeem is vandaag in een ernstige economische crisis terechtgekomen. LSP denkt dat we minimumeisen, die op zich geen breuk betekenen met het kapitalisme, moeten verbinden met gerechtvaardigde eisen die breken met de logica van dit systeem. Als we de arbeiders en hun gezinnen geen zand in de ogen willen strooien, moeten we ook de noodzaak van een socialistische maatschappij bepleiten. Dit is de enige mogelijke oplossing voor de onoplosbare tegenstellingen van het kapitalisme.
Zijn dit “grote theorieën” waarin mensen niet geïnteresseerd zijn? Waarom zou theorie het voorrecht moeten blijven van de burgerij en de kleinburgerij? Hebben Marx, Engels, Lenin, Trotski en talloze andere socialistische voorvechters de praktische ervaringen uit arbeidersstrijd niet gebundeld in talloze theoretische geschriften? Theorie is voor marxisten slechts de samengevatte ervaring van de arbeidersklasse. Dat betekent nog niet dat we op een arrogante manier de arbeiders de les moeten spellen. Wij zijn het nooit eens geweest met diegenen die verkondigden dat de intellectuelen een politiek bewustzijn moesten “indragen” bij de arbeidersklasse. Wij hebben ook nooit de intellectuelen van de schoolbanken gehaald om ze naar de mijnen en de fabrieken te sturen. We zijn er integendeel van overtuigd dat de arbeiders uit zichzelf tot een politiek bewustzijn kunnen en zullen komen. We willen samen met de arbeiders en jongeren door de ervaring van strijd gaan, en daarvan leren. Maar we denken dat het marxisme ook het geheugen van de arbeidersklasse is, een begrip van de overwinningen en nederlagen van de arbeiders in de klassenstrijd. We willen niet dezelfde fouten maken als in het verleden. Het is nodig om de arbeidersklasse te voorzien van een programma en de perspectieven die haar voorbereiden op een strijd om de macht.
We denken dat het eerlijker is om onze uiteindelijke doelstelling – het streven naar een socialistische maatschappij – uit te leggen aan de arbeiders, dan ze te verzwijgen in de hoop op sneller succes. Als je zegt dat je enkel een bevragende partij wil zijn, ga je de ideologische strijd met de burgerij op een bepaald moment uit de weg. De heersende ideeën zijn veelal de ideeën van de heersende klasse. Een enquête kan soms een nuttig instrument zijn, maar het is ook de taak van marxisten om samen met de arbeiders het bewustzijn stap voor stap op te tillen, in het streven naar een socialistische omvorming van de maatschappij.
Hoe politieke ideeën worden gepresenteerd is geen kwestie van tweede orde. Als de directe eisen voortdurend worden losgemaakt van het streven naar socialisme wordt dit streven effectief ook iets van een verre toekomst. Voor LSP zijn, door de crisis van het kapitalisme, alle dagelijkse problemen van de arbeiders direct verbonden met de voorbereiding van de socialistische revolutie. De idee dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen “strategie op lange termijn” en “strategie op korte termijn” is slechts een terugkeer naar het klassieke reformisme, naar de sociaal-democratie van voor Wereldoorlog I: marxistisch in woorden, reformistisch in de praktijk. LSP daarentegen gebruikt een overgangsbenadering die minimumeisen koppelt aan antikapitalistische slogans, met als logische conclusie de nood van een socialistische maatschappij.
Wat is een revolutie, en wat niet?
Op de vraag of de PVDA een “revolutionaire partij” is, antwoordt Peter Mertens in De Morgen op een wel erg merkwaardige manier: “Ik bekamp de regering-Verhofstadt, maar ik smeed daarom geen plannen om zijn auto op te blazen, hé.” En verder: “De PVDA is niet extreem links: wij kanten ons tegen extremistisch geweld à la CCC of DHKP-C.” De PVDA stelt een fundamentele omwenteling in de maatschappij blijkbaar gelijk met individueel terrorisme. Dit is nochtans de traditionele bliksemafleider van de burgerij en haar medestanders. Marxisten, te beginnen met Marx, hebben zich altijd afgezet tegen deze ideeën.
De overgang naar een socialistische maatschappij kan enkel plaatsgrijpen op basis van een maatschappelijke kracht gesteund door de meerderheid van de bevolking. In tegenstelling tot de burgerlijke revoluties, waarin de massa’s onbewust vochten in het belang van de burgerij, kan een socialistische revolutie enkel succesvol zijn als de arbeidersklasse bewust de organisatie en het beheer van de maatschappij overneemt. Het is de meest bewuste politieke daad in de geschiedenis. De PVDA doet de kapitalistische klasse hier een mooi cadeau, door een revolutionaire omwenteling voor te stellen als het werk van een kleine groep geweldenaars. Ironisch genoeg vestigde het marxisme in Rusland, onder leiding van Lenin, zich in een directe polemiek tegen anarchistische groepen die de valse methoden van het terrorisme voorstonden. Marxisten gaan uit van de mobilisatie, organisatie en bewustmaking van de massa van de bevolking, de arbeidersklasse, in de strijd voor een andere, socialistische maatschappij. Enkel een massabeweging kan de repressieve machinerie van de kapitalistische staat uit verband spelen en onschadelijk maken. Volgens ons kan dat, als de arbeidersklasse bewust georganiseerd is en niet afwijkt van haar doel, op een perfect vreedzame manier. Al verdedigen we natuurlijk het recht van de arbeiders om zich tegen de aanvallen van een ondemocratische minderheid van kapitalisten te verdedigen.
Enkele dagen na het interview van Peter Mertens in De Morgen trekt PVDA-woordvoerder Raoul Hedebouw in Le Jounal du Mardi de logica door. Op de vraag “Bent u dan reformistisch geworden?”, antwoordt die: “Ja.” Hij voegt er weliswaar aan toe dat de PVDA als enige nog de ambitie heeft om grote hervormingen door te voeren. Je zou dan “nationalisatie van de energiesector”, “afschaffing van de BTW” of het “instellen van een nationale gezondheidsdienst” verwachten, maar neen hoor. Hedebouw raakt niet veel verder dan het behoud van de interprofessionele solidariteit, een vermindering van de BTW op gas en elektriciteit van 21% naar 6%, en het herinvoeren van de hoogste belastingsschijven van 52,5 en 55%.
Een brede arbeiderspartij is nodig, maar een die verschillende meningen respecteert
De PVDA probeert in het vacuüm ter linkerzijde te stappen, en wil naar eigen zeggen “wegen op het maatschappelijke debat”. Sinds eind 2002 heeft de partij de voorwaarden voor lidmaatschap veel lager gemaakt, om zo het obstakel van haar eigen stalinistische ideologie en organisatie te omzeilen. Het heette dat de normen om lid te worden, moesten worden versoepeld, gezien de werkdruk en toegenomen flexibiliteit in de maatschappij. Leden werden minimum twee keer per jaar op algemene vergaderingen verwacht, ze moesten slechts 20 euro lidgeld per jaar betalen. Deze minder actieve en veel minder gevormde laag van leden versterkte een reformistische trend binnen de PVDA. Tijdens algemene ledenvergaderingen werd, slechts met een kleine meerderheid, “eerst de mensen, niet de winst” tot centrale verkiezingsslogan verkozen, in plaats van “eerst de mensen, dan de winst”. Binnen het kapitalisme is dit laatste idee – eerst de mensen plaatsen, en daarna pas de winst – niet mogelijk. De steun voor deze laatste slogan, meer dan 40%, gaf aan dat de PVDA haar eigen idee van een stalinistische voorhoedepartij, gericht op de meest strijdbare laag van arbeiders en jongeren, meer en meer liet verwateren. Dit ten gunste van een, volgens ons, overhaaste poging om een brede arbeiderspartij te worden.
Het is niet uitgesloten dat een PVDA die zich schijnbaar op een meer “pragmatisch” standpunt plaatst – bij gebrek aan een echte brede arbeiderspartij – een zekere aantrekkingskracht uitoefent. Bijvoorbeeld op het electorale vlak. Maar bij een laag van activisten blijft er grote argwaan bestaan tegenover de PVDA en haar dikwijls nog steeds sectaire methodes. Veel jongeren en arbeiders zullen zich afvragen of de partij het stalinisme wel echt heeft afgeworpen. Uiteindelijk zou dit niet het eerste voorbeeld zijn van een stalinistische partij die een rechtse bocht neemt, om in een volgend stadium – wanneer een radicalisering in de maatschappij zich doorzet – weer naar een ultralinks en avonturistisch standpunt over te gaan.
Nog steeds verbieden de statuten van de PVDA de vorming van tendensen of fracties binnen de partij. Er kan dus niet op een georganiseerde manier over meer diepgaande meningsverschillen in de PVDA worden gediscussieerd. Wij denken dat enkel een arbeiderspartij die het brede gamma aan linkse opinies binnen de arbeidersbeweging weerspiegelt, een actieve aantrekkingspool kan worden voor de brede lagen van arbeiders en jongeren. De tradities en de interne partijstructuur van de PVDA zijn daar te stalinistisch voor. Bovendien bestaat het gevaar dat de PVDA snel bereid zal zijn om samenwerking aan te gaan met de neoliberale traditionele partijen. In de discussie na de gemeenteraadsverkiezingen vond de PVDA de weigering van de NVA om met haar in een coalitie te stappen, merkwaardig genoeg, “ideologische onzin”. Moest de PVDA een kleine electorale doorbraak kennen dan zou dit de trend naar reformisme nog versterken.
De PVDA claimt een nieuwe openheid naar diegenen die zich rechts van de PVDA bevinden, maar blijft klassiek sectair tegenover krachten die zich eerder links ervan bevinden. Bijna drie jaar geleden, mei 2005, vond op uitnodiging van LSP een ontmoeting plaats tussen delegaties van PvdA en LSP. Voor de PVDA waren dat Peter Mertens en Kris Hertogen. LSP stelde hen toen, met het oog op vervroegde verkiezingen in het najaar, een kartel voor, maar volgens Peter en Kris kon de PVDA daar niet op ingaan omdat de kater van Resist nog te vers in het geheugen lag. In december 2006 ging op initiatief van enkele Antwerpse syndicalisten een ontmoeting door tussen een delegatie van de PVDA en van het Comité voor een Andere Politiek (CAP), waaronder opnieuw iemand van LSP, met het oog op een PVDA-CAP kartel voor de verkiezingen van 2007. Het initiatief sprong af omdat de PVDA enkel interesse had indien Jef Sleeckx de lijst zou duwen in Antwerpen. Aangezien die laatste niet zelf wou kandideren, werden de boeken gesloten.
We denken niet dat het veel indruk zal maken, maar willen toch een tegenvoorstel doen. Wij zijn er steeds van overtuigd geweest dat het stalinisme een variant was op het reformisme van de sociaal-democratie. In de volksfrontpolitiek van de stalinistische partijen meenden wij de coalities te herkennen van de sociaal-democratie met burgerlijke partijen, in het “socialisme in één land” het “nationaal chauvinisme” van de sociaal-democratie. In plaats van een draai naar rechts, willen wij voorstellen aan de PVDA om een draai naar links te maken, naar internationaal socialisme en naar een arbeiderseenheidsfront. We nodigen de PVDA uit op die basis, samen met LSP, een oproep te lanceren voor een brede strijdpartij van alle stromingen die zich willen verzetten tegen het neoliberalisme, en er samen met LSP de revolutionaire strekking te vertegenwoordigen. De eerste uitdaging zou er in dat geval uit bestaan om naar de regionale, Europese en/of mogelijk ook federale verkiezingen van 2009 uit te pakken met een gezamenlijk initiatief voor anti-neoliberale lijsten.