Israëlisch kapitalisme lijdt nederlaag in Libanon. Limieten van Israëls militaire macht aangetoond
De barbaarse 34 dagen durende aanval op Libanon heeft geleid tot minstens 1300 Libanese doden, duizenden gewonden, tot een miljoen mensen die hun woning moest ontvluchten en het verwoesten van heel wat infrastructuur. Langs Israëlische kant vielen er 157 doden, waaronder 118 soldaten.
De doelstellingen van het Israëlische regime werden niet behaald. De oorlog toonde de grenzen van de militaire macht van Israël en haar bondgenoot, het VS-imperialisme. Hezbollah anderzijds is politiek versterkt uit de oorlog gekomen. Dit heeft geleid tot een crisis in de regering van Ehud Olmert. Het staakt-het-vuren heeft het vechten voorlopig gestopt, maar de VN-resolutie zal de problemen in de regio niet oplossen.
Op 14 augustus kwam er een staakt-het-vuren onder druk van de Verenigde Naties. Sindsdien waren er nog enkele sporadische gevechten. Maar op dit ogenblik is het moordende geweld van het Israëlische regime in Libanon stopgezet en vuurt Hezbollah niet langer raketten af op het noorden van Israël. Het is niet duidelijk hoe lang deze periode van relatieve rust zal duren. Israël heeft bijvoorbeeld het staakt-het-vuren reeds meermaals geschonden. Zo werden strijders van Hezbollah in een dorp in de Beka’a vallei aangevallen zes dagen na het ondertekenen van de VN-resolutie.
In plaats van de positie van het kapitalisme en het imperialisme in het Midden-Oosten te versterken, heeft deze oorlog de situatie enkel nog erger gemaakt. De voorstellen in de VN-resoluties zullen, indien ze doorgevoerd worden, geen oplossing bieden voor de onderliggende tegenstellingen die tot de oorlog hebben geleid. Het ontplooien van het Libanese leger in het zuiden van Libanon, samen met de beloofde 15.000 internationale troepen, is enkel een poging om het gezicht te redden en om de Israëlische premier Ehud Olmert toe te laten om de Israëlische troepen terug te trekken. Onder de huidige sociale en economische condities zullen er echter nieuwe conflicten komen, tenzij de Arabische en Israëlisch joodse arbeidersklasse een uitweg vinden uit de terugkerende bloedige oorlogen die het resultaat waren van het imperialisme en het kapitalisme in de regio.
Wat de ‘zesde Israëlisch-Arabische oorlog’ werd genoemd, zal de geschiedenisboeken ingaan als een belangrijke nederlaag voor het Israëlische kapitalisme, haar eerste nederlaag op het slagveld sinds de oprichting van de Israëlische staat in 1948. Het Israëlische regime moest haar doelstellingen voor de oorlog halverwege de oorlog bijstellen. In plaats van het “vernietigen” van Hezbollah, werd toen gesproken over het “verzwakken” van Hezbollah. Israël slaagde er niet in om de twee gevangen genomen soldaten te bevrijden die op 12 juli door Hezbollah werden overmeesterd. Dat was de onmiddellijke aanleiding voor het offensief van Israël. Het hoofd van het legerpersoneel werd tijdens de oorlog vervangen en er waren publieke spanningen en tegenstellingen tussen delen van de militaire elite en in de regering over de kwestie of er zou overgegaan worden tot een volledige grondinvasie in de 48 uren voor de VN-resolutie van kracht zou worden.
Reuven Pedatzur stelde in de Israëlische krant Ha’aretz: “Dit is niet enkel een militaire nederlaag. Het is een strategisch falen waarbij de omvang van de gevolgen nog niet duidelijk is… In Damascus, Gaza, Teheran en ook in Caïro, wordt verbaasd gekeken hoe de IDF [het Israëlisch leger] er niet in slaagde om een kleine guerrilla organisatie op haar knieën te krijgen. De IDF werd verslagen en betaalde een zware prijs in de meeste gevechten in het zuiden van Libanon… Wat gebeurde er met dit machtige leger dat na een maand niet in staat was om meer dan een paar kilometers verder te raken in Libanon?” (16 augustus)
Het resultaat van deze oorlog zal een politieke overwinning van Hezbollah zijn. Paul Moorcraft, directeur van het Centre for Foreign Policy Analysis, stelde: “Hezbollah heeft het beter gedaan dan de normale troepen van alle Arabische staten waarmee Israël heeft gevochten sinds 1948. Het heeft een opvallende propaganda-overwinning geboekt en het heeft de defensieve opstelling van Israël doorbroken.” Hezbollah is bijzonder populair geworden in de Arabische wereld. Een recente opiniepeiling in Egypte toonde aan dat Sayyad Hassan Nasrallah, de algemeen-secretaris van Hezbollah, nu de populairste leider van de regio is. En dat ondanks het feit dat hij een sjiiet is, terwijl de meeste Arabieren soennietisch zijn.
Het resultaat van de oorlog is een nederlaag voor het VS-imperialisme, de belangrijkste steunverlener aan het Israëlisch kapitalisme. Ongetwijfeld zal dit ook leiden tot problemen voor Arabische elites die reeds jarenlang steun geven aan het kapitalistische westen en dus ook aan het Israëlische regime.
Het Midden-Oosten zal onstabieler worden. De invloed van het VS-imperialisme zal verder ondermijnd worden en de Arabische regimes die reeds onder vuur liggen omwille van de woede tegenover armoede en corruptie, zouden wel eens belangrijke sociale bewegingen kunnen kennen.
Met deze oorlog was er een belangrijk verschil in de zin dat er een internationaal begrip was over de rol van de imperialistische machten, Bush en Blair in het bijzonder, in het versterken van het conflict en het verlenen van steun aan het Israëlisch kapitalisme bij het voeren van een oorlog in de regio. De gevolgen zouden enorm groot kunnen zijn onder de Arabische en moslimmassa’s in heel de wereld. Bovendien zullen de imperialistische machten nog meer autoriteit verliezen onder de arbeiders. De effecten hiervan zullen de komende jaren duidelijk worden.
Collectieve straf
Van bij het begin van het conflict was het duidelijk dat de bombardementen niet zozeer een poging waren om Hezbollah te verwoesten, maar om de volledige natie te straffen. De Israëlische luchtmacht richtte zich met 15.500 vluchten op zo’n 7.000 doelwitten, de zeemacht richtte zich tegen zo’n 2.500 doelwitten langs de kust. De infrastructuur van het land is verwoest met meer dan 2,5 miljard pond schade. Scholen, ziekenhuizen, energiestations en zelfs melkfabrieken werden verwoest.Meer dan 1.300 Libanese burgers werden gedood en tienduizenden werden gewond. Libanese journalisten hebben gesteld dat er in de maand van Israëlische aanvallen, meer schade werd aangericht dan tijdens de volledige periode van burgeroorlog die zo’n 20 jaar duurde.
Zelfs naar de normen van het Israëlisch kapitalisme was dit een bijzonder brutale oorlog. Het Israëlisch regime beging oorlogsmisdaden in regio’s zoals Tyre en Sidon. Het dreigde bommen te gooien op alles wat bewoog op de wegen en het weigerde ieder verzoek van de VN en het Rode Kruis voor veilige doorwegen om burgers te kunnen redden van onder het puin. Tegen het einde van de oorlog was het Israëlische regime steeds wanhopiger en verspreidde het vanuit vliegtuigen een pamflet in Libanon waarop stond dat “iedere uitbreiding van de terroristische operaties van Hezbollah zal leiden tot een vastberaden en krachtig antwoord dat niet zal beperkt zijn tot Hassan’s [Nasrullah] groep criminelen.”
Als er gezocht wordt naar een verdere formele toegeving door de Israëlische overheid dat er sprake was van een collectieve afstraffing van de Libanese arbeiders en arme boeren, dan kan dit gevonden worden in dat pamflet. Het is bovendien schandalig dat het VS-imperialisme en de regering-Blair openlijk en cynisch deze methoden hebben gesteund. Beiden weigerden om op te roepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en in de plaats daarvan haastte de VS zich om de modernste wapens te leveren. Dat gebeurde onder meer met vluchten langs de luchthaven van Prestwick in Schotland. Condoleezza Rice had het over deze oorlog als het “begin van een nieuw Midden-Oosten”. Die verklaring blijft hangen, zeker onder de Arabische massa’s, als een uitdrukking van de barbarij van het imperialisme in deze moderne tijden.
Het stoppen van het geweld werd uiteraard positief onthaald onder de arbeiders van Libanon en Israël. Maar de gevolgen van de oorlog zullen nog generaties lang gevoeld worden. Honderdduizenden voornamelijk Libanese families zagen hun leven verwoest worden door het verlies van beminden, maar ook door het vernietigen van huizen die reeds generaties lang door familieleden werden bewoond, het platgooien van volledige steden en dorpen, de vernieling van het leven van miljoenen mensen en een ramp op het vlak van gezondheid en milieu door de moderne wapens die verrijkt uranium bevatten.
Arbeiders in Israël, zowel joodse als Palestijnse arbeiders, hebben ook heel wat verloren, maar niet op een zelfde schaal. Dit was de langste Israëlische oorlog sinds 1948 en ook de eerste keer dat burgerdoelwitten onder een aanhoudende militaire aanval leden. Hezbollah vuurde zo’n 4.000 raketten af, waarvan 250 op de laatste dag voor het staakt-het-vuren. Los van de Palestijnse infada was dit het conflict met het grootste aantal burgerslachtoffers sinds 1948.
De Israëlische arbeidersklasse zal de kosten van de oorlog moeten betalen door een belastingsverhoging en bezuinigingen op de levensstandaard. De regering schatte dat de aanval zo’n 2,3 miljard dollar zou kosten. De krant Yediot Aharonot stelde echter dat de kost meer dan 5,7 miljard dollar zal bedragen als ook de schade in Israël wordt meegeteld. Dat is nu misschien niet zo prominent aanwezig, maar de grootste slag voor de Israëlische heersende klasse zal het doorprikken zijn van het idee dat de Israëlische staat met het vierde sterkste leger op wereldvlak in staat is om de veiligheid van de eigen bevolking te garanderen tegen aanvallen van buitenaf. Dat zal enorme gevolgen hebben op het bewustzijn van de Israëlisch-Joodse massa’s en bijgevolg op de sociale en politieke ontwikkelingen in het land.
Naast het falen om de belangrijkste doelstellingen in de oorlog te bewerkstelligen, hebben de Israëlische heersende klasse en het VS-imperialisme ook nog het probleem dat ze geen duidelijke strategie hebben voor de komende periode.
Ondermijnen van de afschrikkende factor
Het Israëlische regime wou komaf maken met Hezbollah en het volledig vernietigen. Het wou daarbij de eerdere terugtrekking van het Israëlisch leger uit het zuiden van Libanon in mei 2000 ongedaan maken. Toen trok het leger zich terug omwille van de guerrilla van Hezbollah. De militaire elite zal Hezbollah wellicht als één van de scherpste doornen in haar oog. Bovendien wou het regime met deze oorlog een breder doel bereiken. Het was een poging om de militaire superioriteit van het Israëlische kapitalisme over de regio te herbevestigen, of om het in militaire termen te stellen: het herstellen van een afschrikkingsfactor.
Ondanks de schijnbare meningsverschillen over buitenlandse politiek tussen opeenvolgende Israëlische regeringen, is de strategie van de Israëlische heersende klasse sinds 1948 vrij consistent geweest. Dat was het beleid van de “ijeren muur”, het creëren van een machtige militaire kracht die regelmatig wordt ingezet om de vijandige oppositie neer te slaan. Het is enkel op basis van het inzetten van die macht dat het regime bereid is om te onderhandelen, terwijl de tegenstanders maar moeten aanvaarden wat hen wordt aangeboden.
Het Israëlische regime kwam recent tot de conclusie dat de brutale taktieken van het IDF in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever niet konden vermijden dat haar imago van regionale militaire supermacht werd ondermijnd. Dat werd benadrukt door de terugtrekking van het IDF uit Zuid-Libanon in 2000 en ook door de overwinning van Hamas bij de Palestijnse verkiezingen vna januari. De politieke en militaire nederlagen van haar belangrijkste bondgenoot, de VS, hebben ook het imago van onoverwinnelijkheid van het Israëlische regime ondermijnd. Andere processen, zoals de groeiende regionale invloed van Iran – deels omwille van de gebeurtenissen in Irak waar de partijen die verbonden zijn emt het Iraanse regime nu de politieke scène domineren – hebben ook bijgedragen tot dit proces.
Dat waren de redenen waarom de Israëlische militaire elite plannen maakte voor een grootse machtsontplooiing in Libanon. De plannen bestonden al minstens twee jaar en zouden in werking komen zodra er een voorwendsel werd aangereikt door Hezbollah. De operatie van Hezbollah over de grens waarbij twee soldaten werden gevangen genomen en drie anderen vermoord werden, vormde een goed excuus. In een artikel van George Monbiot, stond een commentaar van professor Gerald Steinberg, een prof in politieke wetenschappen aan de Bar-Ilan universiteit in Israël. Die stelde: “Van alle Israëlische oorlogen sinds 1948 was dit de oorlog die Israël het best had voorbereid… Tegen 2004 waren er plannen voor een militaire campagne gedurende drie weken. De afgelopen twee jaar werd dit plan geoefend.” (Guardian, 8 August)
Bovendien werd het VS-imperialisme steeds volledig geïnformeerd over alle plannen met een hooggeplaatste legerofficier uit Israël die reeds meer dan een jaar geleden informele presentaties gaf aan VS-diplomaten en anderen.
Volgens sommige verslagen (waaronder in het rechtse blad Jerusalem Post), zagen de neo-conservatieven in de VS de oorlog in Libanon als een mogelijkheid voor een aanval op Syrië en zelfs voor preventieve aanvallen tegen de nucleaire faciliteiten van Iran. In de praktijk krijgt de VS echter de situatie in Irak nog niet onder controle, laat staan dat het zomaar zou kunnen overgaan tot aanvallen op Syrië of Iran. De VS zal wellicht harder nadruk leggen op VN-sancties tegen Iran, maar dat is ook niet evident gezien de waarschijnlijke oppositie van Rusland en China en het dreigement van Iran om de oliebevoorrading langs de Perzische Golf af te sluiten.
De plannen van de regering Olmert liggen aan diggelen, ze zijn kapot gemaakt op de heuvels en valleien in het zuiden van Libanon. Het is daar dat het IDF te maken kreeg met een fel verzet van Hezbollah-strijders en dit ondanks de luchtbombardementen. In plaats van de schrik voor het IDF op te drijven, werd de militaire macht van Israël ernstig ondermijnd. De VS en in mindere mate ook het Britse imperialisme, hebben eens te meer hun ware aard getoond, net zoals ze dat eerder deden met de bezettingen van Afghanistan en Irak en na de Hamas-overwinning in de Palestijnse verkiezingen. De campagne van de regering-Bush om het Midden-Oosten te ‘herschapen’ is hard geraakt.
Het karakter van Hezbollah
Een belangrijke les uit dit conflict is het feit dat het resultaat van oorlogen door veel factoren wordt bepaald, niet enkel militaire factoren. Sociale en politieke factoren kunnen even goed een rol spelen en zelfs beslissend zijn voor het resultaat ervan.
Op dat punt heeft de heersende en militaire elite in Israël een fundamentele fout gemaakt door Hezbollah te onderschatten en de mogelijkheden van Hezbollah om zich te verzetten tegen de macht van het IDF. Ongetwijfeld keken de militaire strategen in Israël naar de bommencampagnes van het VS-imperialisme bij het begin van de oorlog in Irak als een voorbeeld.
Maar de sociale en politieke voorwaarden in Libanon waren compleet anders dan in Irak. De soldaten van het Irakese leger wilden geen buitenlandse troepen op hun grondgebied, maar wilden ook hun leven niet geven voor een dictator die hen reeds jarenlang onderdrukte. Dat was één van de factoren die een gemakkelijke doortocht tot Bagdad mogelijk maakte voor het Amerikaanse leger.
In Libanon daarentegen had Hezbollah reeds een massale steun in het zuiden van het land dat vooral sjiietisch is en waar het conflict plaats vond. Dat komt voort uit de geschiedenis en de ontwikkeling van deze organisatie. De leiding van Hezbollah is op verschillende ogenblikken in staat geweest om bredere lagen te bereiken, ook buiten haar traditionele sjiietische basis in het zuiden en de zuidelijke voorsteden van Beiroet. De evolutie van Hezbollah toont aan dat de nationale politieke omstandigheden in Libanon, met inbegrip van de aanwezigheid van 17 etnische en religieuze groepen, een belangrijk effect hebben gehad op de oriëntatie en de propaganda van Hezbollah.
De sjiietische bevolking was steeds de meest onderdrukte bevolkingsgroep in Libanon. Eén van de eerste sjiietische partijen gaf daar een uitdrukking aan door zichzelf de ”beweging van de bezitslozen” te noemen. In 1974 leefde Beiroet op door overheidssubsidies en buitenlandse investeringen. Het werd het “Zwitserland van het Oosten” genoemd. Maar de sjiietische bevolking (20% van het totaal op dat ogenblik) kregen slechts 0,7% van de begroting. De sjiieten werden geconfronteerd met de ergste armoede en discriminatie, met daarenboven nog eens een Israëlische bezetting tussen 1982 en 2000.
Hezbollah, de “partij van god”, werd in 1982 opgericht als een antwoord op de bezetting. Het kwam voort uit meer strijdbare basisleden van de seculiere sjiietische Amal-beweging die dachten dat hun leiding niet langer een effectief strijdinstrument was tegen de Israëlische agressie. Deze leden keken uit naar wat ze zagen als het succes van de Iraanse revolutie en ze werden bij het opzetten van hun nieuwe organisatie bijgestaan door leden van de Iraanse Revolutionaire Garde. Hezbollah keek ideologisch vooral naar Ayatollah Ruholla Khomeini als inspiratiebron.
Recenter is Hezbollah een complexere organisatie geworden met elementen van een populistisch islamistisch verzet gecombineerd met sterke nationalistische elementen. De opbouw van een sterke militie werd gecombineerd met het voorzien van sociale diensten door haar politieke vleugel. Een aantal van haar activisten spelen een rol in de vakbonden die grotendeels verdeeld zijn langs sectaire lijnen. In de voorbije jaren is het één van de sterkste en meest invloedrijke politieke en militaire bewegingen geworden in Libanon. Het is zelfs sterker dan het Libanese leger.
Zoals alle populistische organisaties probeert Hezbollah zich te richten tot verschillende doelpublieken door een handig gebruik van radicale eisen en propaganda. Hezbollah steekt haar islamitische roots niet weg, maar probeert een breder publiek aan te spreken op basis van een Libanees nationalisme. Onder Sheikh Hassan Nasrullah, heeft Hezbollah haar verwijzingen naar de doelstelling om het land om te vormen tot een islamitische staat laten vallen. De voorbije jaren heeft Hezbollah geprobeerd om te benadrukken dat het opkwam voor alle Libanezen – of het nu christenen, druzen, sjiieten of soennieten waren – tegen de agressie van Israël. Dat was in het bijzonder het geval in de strijd tegen de Israëlische bezetting die voor Hezbollah tot een overwinning leidde met de terugtrekking van het IDF. Hierna kwam Hezbollah op het ‘officiële’ politieke toneel en nam het deel aan de verkiezingen waarbij het 14 parlementsleden verkozen kreeg. Bij de verkiezingen stonden er ook christelijke kandidaten op de lijsten van Hezbollah. Eerder dit jaar vormde Hezbollah een blok in het parlement met de populistische christelijke leider Michel Aoun.
In de voorbije oorlog stelde Hezbollah zich voor als het ‘verzet’ en niet zozeer als het ‘islamitisch verzet’. In de toespraken van de leiders van Hezbollah werd uitgelegd dat het gaat om een nationalistische strijd voor de toekomst van Libanon.
De belangrijkste basis voor de Hezbollah-steun komt ongetwijfeld van de sjiietische landelijke armen en arbeiders, maar het is niet gebaseerd op een klassenbenadering. Hezbollah heeft twee ministers in de regering van nationale eenheid die recent stemde voor het privatiseringen van de elektriciteit. Tegelijk heeft het geholpen bij het opzetten van een massale protestbeweging tegen de prijsstijgingen voor de elektriciteit vlak voor de privatisering. Dat toont aan hoe tegenstrijdig Hezbollah is en op welke manier de leiding probeert om verschillende richtingen uit te gaan.
Ter linkerzijde hebben sommigen Hezbollah vergeleken met het African National Congress (ANC), de nationale bevrijdingsorganisatie wiens aanhangers vochten tegen het blanke apartheidsregime in Zuid-Afrika. Dat is geen correcte vergelijking.
Het klopt dat Hezbollah strijd voert tegen de Amerikaanse en Israëlische dominantie in Libanon en beschikt over een massale steun onder brede lagen van de bevolking. Het ANC bestond uit verschillende klassen, maar het specifieke gewicht en invloed van de arbeidersklasse speelde een veel grotere rol. In de organisaties die ANC-leden opbouwden aan de basis werd er gediscussieerd over socialistische en revolutionaire ideeën. Het was op die basis dat de vakbondsfederatie COSATU werd opgebouwd. Deze arbeidersbasis speelde een belangrijke rol in het verslaan van de apartheid. De beweging tegen apartheid was een massabeweging van de arbeidersklasse voor sociale, politieke en economische verandering. Het ‘Freedom Charter’, het politiek manifest van het ANC, riep op tot de nationalisatie van de mijnen en de banken. Op het hoogtepunt van de strijd tegen apartheid in de wijken, werden er comités opgezet om op basis van democratische discussies beslissingen te nemen over hoe de strijd werd gevoerd. Jammer genoeg had het ANC geen duidelijk programma over de socialistische omvorming van de samenleving en kwam de leiding steeds verder los te staan van de basis waardoor het mogelijk was om een openlijk pro-kapitalistisch beleid te verdedigen.
Hezbollah daarentegen heeft niet de methoden van arbeidersstrijd die het ANC gebruikte in de periode van massastrijd tegen de apartheid. Terwijl Hezbollah massale acties en protestbewegingen heeft georganiseerd was dit eerder een bijkomende taktiek en niet zozeer een manier om georganiseerde massabewegingen aan te moedigen onder de arbeidersklasse en de arme boeren als centraal punt van de strijd. Terwijl ze zich hebben verzet tegen de ergste uitwassen van het neoliberale beleid in Libanon, zijn ze niet expliciet tegen het kapitalisme. De problemen van massale armoede, stijgende prijzen en loonsverlagingen kunnen enkel worden opgelost met de omverwerping van het kapitalisme in Libanon en het Midden-Oosten en de organisatie van de samenleving op socialistische basis. Maar dat is niet de politieke positie van Hezbollah.
Lees ook:
> The character of Hezbollah. Aansluitend dossier op dit artikel gepubliceerd op de website van het CWI (in het Engels).