Een socialistisch standpunt over moslimvrouwen en de hoofddoek
Op dit ogenblik wordt niet enkel in Europa discussie gevoerd over de hoofddoek voor moslimvrouwen. Ook in Pakistan is er een verhit debat. Onze Pakistaanse zusterorganisatie, Socialist Movement Pakistan, is actief in strijdbewegingen voor vrouwenrechten. Rukhsana Manzoor is een leidinggevend lid van de SMP en ze schreef een artikel over de hoofddoek in ons Pakistaans blad. Daarin brengt ze een interessant standpunt dat ook bijzonder bruikbaar is voor wie hier discussies voert over de hoofddoek.
De nieuwe controverse in Pakistan kwam er na de commentaren van de voormalige Britse minister van buitenlandse zaken en leider in het Lagerhuis, Jack Straw. Dit onderwerp is niet enkel controversieel in het Westen maar ook in landen met veel moslims. De afgelopen jaren, en zeker na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS, hebben rechtse politici in het Westen dit thema gebruikt om steun te krijgen onder de bevolking op basis van een reactionaire retoriek. Anderzijds hebben de islamitische Mullahs het gebruikt om steun te krijgen van de meest rechtse lagen van de moslimbevolking. Zowel de rechtse politici als de rechtse religieuzen gebruiken het voor hun eigen belangen. De enen willen vrouwen verplichten om een hoofddoek te dragen, de anderen willen vrouwen verplichten om er geen te dragen.
Socialisten zijn tegen beide posities. Wij verdedigen het recht van iedere vrouw om zelf te kiezen als ze al dan niet een hoofddoek dragen. De overheid en de religieuze rechterzijde hebben niet het recht om zich te bemoeien met het persoonlijke leven van individuen. Iedere vrouw heeft het recht om zelf te kiezen. De meeste moslims denken dat het fout is om vrouwen te verplichten om geen hoofddoek te dragen, maar sommigen menen dat het niet verkeerd is om hen te dwingen om er wel één te dragen. Deze discussie gaat vooral over de moslimgemeenschap in Europa. Maar er wordt weinig gezegd over vrouwen in de zogenaamde islamitische landen.
Is een hoofddoek een gewoonte of een onderdeel van de godsdienst?
Er is heel wat verwarring over de hoofddoek en meer bepaald over de vraag of het een gewoonte is of een religieuze verplichting in de islam. De islamtische fundamentalisten en heel wat analfabete Mullahs stellen dat de hoofddoek verplicht is voor vrouwen omdat het een religieuze plicht is. Ze stellen dat vrouwen die hun volledige gezicht laten zien, niet islamitisch zijn. Dat is compleet verkeerd aangezien de hoofddoek geen islamitische traditie is en ook geen religieuze verplichting. De hoofddoek bestaat al langer dan de islam. De hoofddoek, als kledingstuk dat een deel van het hoofd of het gezicht bedekt, werd voor het eerst zo’n 5000 jaar geleden gedragen. Volgens dr. Muazzez Clig, een bekende Turkse archeoloog gespecialiseerd in de oude Sumerische samenleving, werden “hoofddoeken voor het eerst gebruikt door Sumerische tempel priesteressen die jonge mannen moeste initiëren in de wereld van seks.”
In de 13de eeuw voor Christus,, voerden Assyrische koningen de hoofddoek ook in voor vrouwen in de koninklijke harem. Er zijn bewijzen dat de hoofddoek gedragen werd in het voor-islamitische Perzië (vooral onder vrouwen die getrouwd waren met de allerrijksten). In het voor-islamitische Arabië was dit eveneens het geval. Daar diende de hoofddoek als bescherming tegen zandstormen in de woestijn. In zowel het Jodendom als het Christendom werd de hoofddoek ooit geassocieerd met bescheidenheid en ooit ook met rijkdom. In India werd de hoofddoek 2000 jaar geleden ingevoerd in een aantal Hindoeïstische stammen als teken van “bescheidenheid” en “eer” van de vrouwen. De Rajputes, een Hindoe-stam in India, kennen nog steeds strikte regels rond de hoofddoek en hebben een strikte scheiding tussen mannen en vrouwen. Het is een historisch feit dat de hoofddoek een gewoonte vormt en geen religieuze verplichting. Het is een gewoonte die eeuwen ver terug gaat naar de stammensamenlevingen en feodale tradities, die nu een onderdeel geworden zijn van religie.
Ten tijde van Mohamed, de profeet van de islam, waren er geen specifieke kledingvereisten die werden opgelegd. Mohamed pleitte nooit voor het bedekken van moslimvrouwen naar de stijl die opgelegd wordt in Afghanistan of Saoedi-Arabië met een volledige bedekking iin de vorm van een boerka of gelijkaardige kledingswijzen. Toen de islam zich tussen 632 en 661 verspreidde naar Basra, Syrië, Bahrein, Oman, Yemen, Egypte, Jeruzalem, Algerije, Libië, Marokko, Soedan en Tunesië waren er nog steeds geen kledingvoorschriften. Toen de islam zich verder verspreidde, begonnen op een aantal plaatsen nieuwe moslimkernen regionale gewoonten zoals de hoofddoek verder te zetten. In de periode van de dynastieën van Umayyad en Abbasid (toen de feodale structuren volledig werden ingevoerd), koos slechts een deel van de islamitische stedelijke bevolking voor een hoofddoek. Deze periode duurde zo’n 600 jaar. Wie wel voor een hoofddoek koos, deed dit symbolisch om aan te geven dat de vrouwen van de familie niet moesten werken om rond te komen. Doorheen de volledige islamitische geschiedenis hebben vrouwen op het platteland en in nomadengroepen, samen vormen die een meerderheid van de moslimvrouwen, nooit een hoofddoek gedragen.
In het midden van de jaren 1700 probeerde Mohamed Ibn Abd al Wahab, een Arabische theoloog, om de islam puur te maken naar zijn eigen opvattingen. Hij ging er van uit dat de moslims eeuwenlang een fout begrip hadden van de islam. Mohamed Ibn Abd al Wahab en Mohamed Ibn Saud kwamen overeen om samen te heersen en onder elkaar een opdeling te maken van de Islamitische interpretatie enerzijds en de politieke administratie anderzijds. Sindsdien stammen de politieke heersers van Saoedi-Arabië af van het huis van Ibn Saud terwijl de religieuze leiders voortkomen van het huis van Ibn Wahab.
Deze heersers hebben miljarden dollars uitgegeven om de leer van Ibn Wahab onder de moslimbevolking te verspreiden. In die leer is er een discriminatie van vrouwen in het onderwijs, op de werkvloer en in het juridische systeem. Saoedische vrouwen mogen niet met de auto rijden en er zijn strikte regels over hoe ze gekleed mogen gaan: met een hoofddoek dat ook het gezicht bedekt en lange kleden. Die gewoonten hebben niets te maken met godsdienst.
Tegen de tweede helft van de 19e eeuw stelden een aantal islamitische intellectuelen dat de interpretaties over polygamie of het dragen van de hoofddoek niets met de islam hadden te maken. Vanaf 1923 waren er uitspraken van Turkse intellectuelen tegen de hoofddoek. Datzelfde jaar was er een publieke campagne tegen de hoofddoek in Libanon, Syrië en Tunesië. Rea Pahlvi verbood de hoofddoek in Iran (een verbod dat stand hield van 1925 tot 1941). Op 3 november 2006 verbood het hoofd van het Hooggerechtshof van Peshawar in Pakistan vrouwelijke rechters om een hoofddoek te dragen tijdens zittingen.
De hoofddoek was geen discussiepunt in de jaren 1960 en 1970, het werd pas een thema in de jaren 1980 en 1990. De kwestie van een hoofddoek heeft te maken met de opkomst van het islamfundamentalisme, een reactionaire stroming. Maar toch dragen vandaag een meerderheid van de 700 miljoen moslimvrouwen geen hoofddoek die het gezicht bedekt.
Hebben vrouwen een vrije keuze?
Moslimvrouwen in heel wat islamgemeenschappen hebben geen vrije keuze om al dan niet een hoofddoek te dragen. De meerderheid van de vrouwen in Pakistan die een hoofddoek draagt, doet dit niet uit vrije wil. Integendeel, het zijn hun mannelijke familieleden die deze keuze opleggen. In conservatieve families moeten meisjes van op jonge leeftijd een hoofddoek dragen als traditie en gewoonte. Zelfs meisjes van amper 6 of 7 jaar moeten het doen omdat hun familie het eist.
Voor veel vrouwen is een hoofddoek een vereiste om het huis te kunnen verlaten. In Iran, Saoedi-Arabië en enkele andere landen worden er door de overheid regels opgelegd over de kledij van vrouwen. Dat is geen keuze maar een regel. In heem wat gebieden is het niet de overheid, maar zijn het lokale religieuze leiders die gelijkaardige regels opleggen. Voor hen is iedere vrouw zonder hoofddoek of boerka niet bescheiden en wordt een dergelijke vrouw zelfs gezien als een prostituee. Zij zien de hoofddoek als een teken van bescheidenheid, persoonlijke eer en reputatie voor de familie. Vrouwen hebben dus geen vrije keuze. Er wordt onder mannen gediscussieerd en beslist over wat vrouwen al dan niet mogen dragen. Mannelijke politici en religieuze leiders leggen vrouwen hun regels op.
Is dit een belangrijk thema voor vrouwen?
De media, politici en religieuze leiders proberen de indruk te wekken dat dit een centraal thema is voor vrouwen. Er zijn echter miljoenen moslimvrouwen in heel de wereld voor wie dit een abstracte discussie is omdat ze niet eens voldoende middelen hebben om zich te kleden omdat ze te arm zijn. Miljoenen moslimvrouwen leven in diepe armoede en lijden honger. Ze worden bovendien geraakt door de uitbuiting en repressie onder het reactionaire kapitalistische en feodale systeem.
De centrale kwestie voor vrouwen is niet de hoofddoek, maar de vraag hoe we ons kunnen bevrijden van uitbuiting en de verschrikkelijke omstandigheden waaronder we vandaag leven. Dit thema wordt door de rechtse heersende klasse en de religieuze rechterzijde naar voor gebracht om de aandacht af te leiden van de echte thema’s. En dat zijn thema’s zoals huiselijk geweld, sociale, politieke en economische discriminatie, werkloosheid, armoede, honger, onderwijs, gezondheidszorg,… Op die vlakken zijn er enorme problemen voor vrouwen, of ze nu een hoofddoek dragen of niet.
Veel arme vrouwen lijden onder de kapitalistische uitbuiting die wordt gecombineerd met feodale tradities en stammengewoonten die hun leven nog meer vermoeilijken. Het komt er op aan om te strijden tegen deze verschrikkelijke omstandigheden om deze te veranderen.