Groot-Brittannië na het referendum. Conservatieve regering moet weg!
“Het resultaat van het referendum kan de geschiedenis ingaan als een keerpunt,” verklaarde de Financial Times. De wanhoop van de Britse elite was groot nadat een meerderheid van de kiezers besliste om de Europese Unie te verlaten. Artikel door Hannah Sell, Socialist Party
Voor de kapitalisten in Groot-Brittannië maar ook in de rest van de EU is dit een enorme slag, volgens de Financial Times “de grootste nederlaag uit de geschiedenis van de EU.”
Voor het Britse kapitalisme is het een erg pijnlijke nederlaag. Het kan leiden tot het opbreken van het Verenigd Koninkrijk indien er een nieuw onafhankelijkheidsreferendum in Schotland komt. Het kan ook leiden tot een ineenstorting van de Tories, ooit een van de meest succesvolle kapitalistische partijen op de planeet.
Mogelijk zal ook Labour splitsen in de nasleep van het referendum. De pro-kapitalistische rechterzijde wil van de gelegenheid gebruik maken om voorzitter Jeremy Corbyn aan de kant te schuiven. Het minste dat kan gezegd worden, is dat er politieke onrust is.
Veel van de 17 miljoen kiezers die voor een Brexit stemden, werden op 24 juni wakker met het gevoel dat ze hun woede konden tonen tegenover alles waar ze de voorbije jaren mee geconfronteerd werden: lage lonen, nulurencontracten, lagere uitkeringen, gebrek aan betaalbare huisvesting, afbraak van openbare diensten.
Met deze stemming werd Cameron, de gehate premier, gedwongen om zijn ontslag aan te kondigen.
Niet alleen in Groot-Brittannië maar ook elders in Europa zullen velen inspiratie halen uit deze stem tegen het Europa van het kapitaal. Ongetwijfeld zullen veel Griekse werkenden blij zijn met het resultaat van het referendum. Hun levensstandaard werd fors naar beneden getrokken door het beleid dat opgelegd werd door de EU.
De financiële markten reageerden met paniek, de waarde van het Britse pond zakte naar het laagste niveau sinds 30 jaar. Dit komt deels omdat de financiële wereld op arrogante wijze dacht dat haar keuze het wel zou halen waardoor ze niet voorbereid was op een overwinning van de Brexit.
De ineenstorting op de financiële markten zal niet noodzakelijk meteen leiden tot een nieuwe crisis in de ‘reële’ economie in Groot-Brittannië of elders. Maar het referendum werd wel al gebruikt door minister van Financiën Osborne om de aandacht af te leiden van de tekenen van een nieuwe fase in de economische crisis op zowel nationaal als internationaal vlak. Deze crisis ontwikkelt zich los van de Brexit en kan de schok van het resultaat van het referendum nog versterken.
Angstcampagne
Tijdens het referendum nam de angstcampagne gigantische proporties aan. Economische rampspoed, een derde Wereldoorlog en de angst voor meer racisme en intolerantie werden allemaal ingeroepen om kiezers te overtuigen om voor ‘Remain’ te stemmen. Terechte angst rond deze thema’s waren de belangrijkste redenen waarom 48% van de mensen ‘Remain’ stemden. Vooral onder jongeren werd ‘Remain’ gestemd uit angst voor een toename van racisme bij een Brexit.
Maar het aantal mensen dat ‘Leave’ stemde en het referendum gebruikte als kans om te protesteren tegen de ondemocratische ver-van-mijn-bed EU was indrukwekkend. Alle dreigementen van de leiders van alle gevestigde partijen en alle wereldleiders, van Obama tot Merkel, werden genegeerd.
Er werd op bijzonder cynische wijze zelfs gebruik gemaakt van de vreselijke moord op Labour parlementslid Jo Cox om het ‘Remain’-kamp te versterken. De gevaarlijke sfeer die gecreëerd werd door de rechtse politici tijdens de referendumcampagne heeft ongetwijfeld bijgedragen tot een groter gevaar van racistisch en extreemrechts geweld. Maar het was niet alleen het racisme van het officiële ‘Leave’-kamp, ook Cameron haalde steevast uit naar migranten en de rechterzijde van Labour vroeg hem in de laatste dagen van de campagne zelfs om nog verder te gaan op dat vlak. Los van het uiteindelijke resultaat van de campagne, is het belangrijk dat de arbeidersbeweging duidelijk opkomt voor eenheid tegen racisme en voor de verdediging van de rechten van migranten.
Tegelijk is het verkeerd om te suggereren dat de stem voor een exit in essentie een rechtse of racistische stem was. Er zijn natuurlijk mensen die voor een exit stemden vanuit racistische of nationalistische overwegingen, maar het fundamentele karakter van de exit-stem was dat het een revolte van de arbeidersklasse was.
Zeker met een referendum waarin kiezers een keuze krijgen tussen ‘ja of neen’ zullen er tal van motivaties en argumentaties zijn onder kiezers van beide kampen. Maar geen enkele beweging van de arbeidersklasse is 100% puur en volledig vrij van reactionaire elementen of onderstromen. Het is de taak van socialisten om te zien wat primeert. In dit geval is het een electorale opstand van voornamelijk de arbeidersklasse tegen hte establishment.
Er was doorgaans een sterk verband tussen de sociale samenstelling van een buurt en het resultaat. Schotland en Noord-Ierland, waar het referendum anders werd gezien, vormden uitzonderingen. In Engeland en Wales waren het echter niet alleen de blanke arbeidersbuurten maar ook de meer etnisch diverse buurten die voor een exit stemden.
In Bradford, waar er een grote Aziatische gemeenschap is, stemde een meerderheid voor ‘Leave.’ In Londen, met een jongere en relatief rijkere bevolking, stemde een meerderheid voor ‘Remain’, maar in de armste buurten was het aandeel ‘Leavers’ een pak groter. In Barking en Dagenham, waar minder de helft van de bevolking zich ziet als blanke Britten, stemde 62% voor een exit. In het naburige Newham, een van de armste en meest diverse buurten van het land, was dit 47%.
De omvang van de migratie werd een centraal thema in de referendumcampagne, maar voor de meeste kiezers ging het niet om een verzet tegen mensen die vanuit andere landen naar Groot-Brittannië kwamen. Het was vaak gebaseerd op ervaringen met werkgevers die alle mogelijke middelen gebruiken om de lonen naar beneden te trekken, ook het inzetten van buitenlandse arbeidskrachten. Het was vaak ook gekoppeld aan de enorme woede tegenover de besparingen in de openbare diensten en de angst dat deze een verdere toename van de bevolking niet kunnen dragen.
Zelfs Nigel Farage, de voorman van UKIP, moest verklaren dat hij er niet voor is dat de bestaande EU-migranten hun rechten zouden verliezen. Dat wijst op die onderliggende sfeer, maar de arbeidersbeweging zal er uiteraard voor moeten strijden om een afbraak van rechten tegen te houden.
We kunnen dat best verbinden aan de strijd voor een hoger minimumloon van 10 pond per uur voor alle werkenden, alsook aan een verzet tegen besparingen in de openbare diensten. Dat is de enige manier waarop we de rechten van alle werkenden kunnen verdedigen, los van hun afkomst.
Woede uit zich
Deze electorale opstand werd voorspeld door de Socialist Party. In onze congrestekst van maart 2016 stelden we: “Zoals het Schotse onafhankelijkheidsreferendum is het mogelijk dat het EU referendum voor veel werkenden een middel wordt om hun woede te tonen tegen de aanhoudende besparingen. We moeten het referendum op die manier zien en uitleggen dat een stem voor ‘Leave’ kan leiden tot de mogelijkheid om de Tories weg te krijgen.”
Nu het referendum voorbij is, werd dit erg voorzichtig erkend door Momentum, de organisatie die aanvankelijk opgezet was om Jeremy Corbyn te ondersteunen. Momentum verklaarde: “Miljoenen mensen lijken voor ‘Leave’ gekozen te hebben als een stem tegen de ongebreidelde globalisering die geleid heeft tot stagnerende of dalende levensstandaarden naarmate de levensduurte stijgt.” Jammer genoeg kwam Momentum pas na het referendum tot die vaststelling nadat tijdens de campagne voor ‘Remain’ werd opgeroepen.
Deze revolte vond plaats ondanks het falen van de meeste vakbondsleiders en jammer genoeg ook van Jeremy Corbyn. Zij brachten geen onafhankelijke positie vanuit de arbeidersklasse naar voor met een socialistische en dus ook internationalistische campagne voor een exit die zich volledig onafhankelijk en in verzet tegen de ‘Little Englanders’ van UKIP en co ontwikkelde.
Dat is wat we met de Socialist Party wel deden: uitleggen dat we tegen het Europa van het kapitaal zijn, dat de EU in het belang van de 1% rijksten staat, maar tegelijk opkomen voor internationale solidariteit van de werkende bevolking over heel het continent en pleiten voor een vrijwillige socialistische confederatie in Europa.
In de plaats hiervan verscheen de nationale vakbondsvoorzitter Frances O’Grady samen met de Schotse conservatieve leider Ruth Davidson in een debat waarbij O’Grady geen woord kritiek gaf op de conservatieve regering. Jeremy Corbyn en John McDonnell weigerden terecht om samen met conservatieve verkozenen op te treden, maar ze werden toch gebruikt door Cameron in een poging om een meerderheid voor Remain te winnen en zo zijn eigen vel te redden.
In de Observer van 12 juni verklaarde Cameron plots dat hij er niet van kon beschuldigd worden dat hij het establishment verdedigde als hij enkel vraagt om “te luisteren naar wat Jeremy Corbyn en de Groenen zeggen.”
De politieke situatie had er anders uitgezien indien Corbyn aan zijn eigen historische positie van verzet tegen de EU had vastgehouden. Ten tijde van het verdrag van Maastricht zei hij dat dit verdrag “de macht van de nationale parlementen wegneemt opdat een groep onverkozen bankiers het economisch beleid zouden kunnen uitstippelen.”
Een campagne die uitlegt dat de nationalisatie van de spoorwegen of de staalsector illegaal is onder Europese regels en die zich baseert op solidariteit met de werkenden in Griekenland, Ierland en de rest van de EU, had de meerderheid voor een exit kunnen vergroten en niet alleen leiden tot het ontslag van Cameron maar van de volledige regering waarna vervroegde verkiezingen een Labour-regering onder leiding van Jeremy Corbyn hadden kunnen opleveren.
De afwezigheid van een massale stem van de arbeidersklasse in het debat over het referendum liet de ruimte open voor de voormalige Tory en voormalige beurshandelaar Nigel Farage die zich valselijk opwierp als de stem van de ‘kleine man’. De verdelende ideeën van UKIP bieden echter geen weg vooruit voor de werkende bevolking.
Ondanks de ernstige fouten van de meeste leiders van de arbeidersbeweging in de referendumcampagne is het echter niet automatisch zo dat UKIP en co de grootste winnaars ervan zijn.
Als er nu onmiddellijk een oproep komt voor nieuwe verkiezingen kan dit nog steeds leiden tot een regering onder leiding van Corbyn, zeker indien de campagne met een anti-besparingsprogramma wordt gevoerd.
Tegelijk moeten de vakbonden in het offensief gaan tegen deze verzwakte en verdeelde regering. Ze moeten gaan voor een algemene 24-urenstaking tegen de nieuwe dreiging van besparingen na een Brexit.
In de lerarenvakbond werd gestemd over stakingsacties. Maar liefst 91% stemde voor. Het is een indicatie van de sfeer die ook voor het referendum al ontwikkelde. Ook de stemming in de besturen van vakbonden Unison en Unite over de eis aan gemeentebesturen om geen besparingen door te voeren, waren indicatief. Hetzelfde geldt voor de conferenties van de vakbond GMB en van de vakbondskoepel TUC in Wales.
Deze resoluties moeten nu in actie omgezet worden. De conferentie van het National Shop Stewards Network op 2 juli zal een belangrijke kans zijn voor basismilitanten om samen te komen en te bespreken hoe een dergelijke beweging kan uitgebouwd worden.
Voor de grote bedrijven is een Britse regering onder leiding van Jeremy Corbyn een nachtmerrie en dus zullen ze er alles aan doen om dit te vermijden. De kapitalisten vrezen vooral de enorme verwachtingen die een dergelijke regering zou creëren onder een arbeidersklasse die al jaren gebukt gaat onder besparingen.
De kapitalisten en hun trouwe vertegenwoordigers onder de Labour-verkozenen proberen nu de verantwoordelijkheid voor de Brexit-stem bij Jeremy Corbyn te leggen. Het wordt als excuus gebruikt om tegen hem op te treden. Twee rechtse Labour-verkozenen dienden een motie van wantrouwen in binnen de parlementaire fractie van Labour.
De verkiezing van Corbyn als voorzitter van Labour was een uitdrukking van de groeiende anti-besparingsstemming in de samenleving. Die stemming vond een onverwachte uitdrukking in de verkiezing van een nieuwe Labour-voorzitter. Dit gebeurde voornamelijk door een beweging die van buiten Labour kwam, vooral van jongeren en sommige aanhangers van ‘old Labour’ die terugkeerden en zochten naar iets anders dan de traditionele partijleiders die de belangen van de 1% dienen.
Jammer genoeg was Corbyn van bij het begin omringd door een rechtse partijmachine die er vooral op uit is om hem te ondermijnen en weg te krijgen. De afgelopen maanden zagen we dat er geen enkel compromis met deze vertegenwoordigers van het establishment mogelijk is. Elk nieuw compromis van de partijleiding zorgt onvermijdelijk tot een terugloop van de steun van Jeremy Corbyn onder diegenen die enthousiast waren door zijn antibesparingspositie.
In plaats van toegevingen moet de rechterzijde vastberaden bestreden worden. Corbyn had gelijk toen hij stelde dat velen voor een Brexit stemden uit protest tegen de besparingen.
Tegen besparingen
Hij moet nu een strijd tegen de besparingen starten met het programma waarmee hij kandidaat-voorzitter voor Labour was. Hij moet duidelijk maken dat hij zich tegen besparingen verzet, los van de vraag wie deze doorvoert: Brussel, Westminster of lokale besturen. Een dergelijke positie samen met een programma voor een minimumloon van 10 pond per uur en een massaal programma van uitbreiding van sociale huisvesting, zou enthousiasme creëren onder diegenen die hem als voorzitter verkozen maar ook onder veel werkenden die nu in het referendum voor een Brexit kozen.
De kapitalistische klasse kent een crisis, ze zoekt wanhopig naar partijen die betrouwbaar zijn om haar belangen te verdedigen. Het zal niet makkelijk zijn om vervroegde parlementsverkiezingen te vermijden. Mogelijk zullen de splitsingen binnen zowel Labour als de Tories, die eigenlijk enkel samengehouden werden door het kiesstelsel, leiden tot een herschikking van het Britse politieke landschap. Splitsingen bij de Tories en Labour kunnen leiden tot een nieuwe alliantie van de pro-kapitalistische vleugel van Labour en de Europeesgezinde Tories.
Janan Ganesh merkte in de Financial Times (14 juni) op: “De gematigde Tories en Labour-aanhangers die plots met elkaar omgingen in de kantoren van ‘Remain’ kunnen het goed met elkaar vinden.” Mogelijk zal de burgerij aandringen op een verandering van het electoraal stelsel in de richting van proportionele vertegenwoordiging zodat een dergelijke alliantie aan de macht kan komen.
Terwijl de kapitalistische klasse chaos kent, moet de arbeidersklasse een eigen politieke stem vinden. Het resultaat van het referendum toont het enorme potentieel voor een massaal verzet tegen de besparingen. Het is onze taak om te bouwen aan een massale politieke partij die leiding kan geven aan dit verzet op basis van een socialistisch alternatief.