Edward Snowden: de ‘architectuur van onderdrukking’ blootgelegd
De vrijgave van een massa aan gegevens van de Amerikaanse National Security Agency (NSA) maakte van Edward Snowden een opgejaagde vluchteling. Hij moest op de loop voor de Amerikaanse staat en het systeem dat hij altijd had verdedigd. Op 28 mei stelde minister John Kerry dat Snowden een landsverrader is. Hij eiste de onmiddellijke terugkeer van Snowden naar de VS om er bericht te worden. Het verhaald van Snowden wordt gedaan in het boek “De Snowden Files: het onthullende verhaal van de meest gezochte man ter wereld” door Luke Harding. CLARE DOYLE bespreekt dit boek over het werk van de machtigste veiligheidsdiensten ter wereld.
Recensenten van een nieuwe opvoering van ‘1984’ stellen dat dit klassieke verhaal van een almachtige ‘Big Brother’ angstaanjagend relevant is. In de zogenaamde democratische landen doorheen de hele wereld gaat het toezicht op de individuele burgers verder dan wat George Orwell zich kon inbeelden. Met zijn ‘gedachtepolitie’ wisten de burgers tenminste nog dat iedere beweging gevolgd werd. Klokkenluiders uit de meest uitgebouwde veiligheidsdiensten ter wereld hebben gedetailleerde informatie bekend gemaakt waaruit blijkt dat buiten hun medeweten, laat staan toestemming, informatie wordt verzameld over honderden miljoenen mensen.
Het boek ‘De Snowden Files’ doet denken aan een spionageverhaal, met die opmerking dat het geen fictie is. Het hoofdpersonage is evenmin een slechterik, eerder een ‘onschuldige’ in ballingschap. Een jonge, hoogopgeleide en idealistische computerman, Edward Snowden, ziet dingen gebeuren waarvan hij meent dat ze ingaan tegen de Amerikaanse grondwet, waar hij heel wat vertrouwen in stelt. Hij eindigt op de vlucht van zijn eigen land en in het bezit van bijna twee miljoen data documenten van wat hij ziet als een uit de hand gelopen spionagesysteem.
Het boek gaat in op de lagen van geheimhouding die uitgebouwd zijn door de Amerikaanse en Britse staten. Het gaat zo ver dat verkozen vertegenwoordigers ofwel ‘niets weten’ ofwel activiteiten die in feite illegaal zijn gewoon toedekken. Niemand is immuun voor de activiteiten van de NSA in de VS of de Britse geheime diensten. Dit toezicht vormt een inbreuk op het democratische recht van privacy.
De spionage richt zich niet alleen op wereldleiders die aan topbijeenkomsten van de G20 deelnemen of de persoonlijke telefoongesprekken van Angela Merkel, maar op iedereen die een telefoongesprek voert, een email schrijft of op sociale netwerken actief is, een tweet verstuurt of een selfie maakt. Dat leidt tot een enorme hoeveelheid data – waarbij we het nog niet hebben over de informatie die via netwerken of camera’s op publieke en niet-publieke plaatsen verzameld wordt.
Een riskante zaak
‘De Snowden Files’ werd geschreven door Guardian-journalist Luke Harding. Terwijl Snowden zich in de buurt van Moskou schuil houdt, werd Harding door het Russische regime van Poetin het land uit gezet. Hij berichtte immers over de situatie in Oekraïne en wees op de betrokkenheid van het Kremlin bij de pro-Russische acties in Oekraïne.
Kranten en de media zouden een ‘vierde macht’ vormen. Maar ze brengen de melodie die hun rijke eigenaars willen horen en ze verdedigen doorgaans het gevestigde establishment. Er wordt amper of geen aandacht geschonken aan wie opkomt voor socialistische verandering. Soms spelen de media de rol van een veiligheidsnet in de samenleving. Dat doen ze door de schandalen uit te brengen die de werking van de staatsmachine blootleggen, waarbij voor meer transparantie en democratische controle wordt gepleit. De berichtgeving over de informatie van Snowden heeft de verkoop van de krant The Guardian ongetwijfeld geholpen. Er gaat bijna geen dag voorbij zonder een verwijzing naar Snowden, het meest recente voorbeeld waren de artikels over het ‘recht om vergeten’ te worden en de juridische procedure tegen Google.
De krant nam een groot risico in het bekendmaken van het materiaal van Snowden over de ‘toezichtstaat’. Er werden grote sommen geld uitgegeven, niet in het minst aan advocaten. De hoofdredactie moest in extreme geheimhouding werken. Er werd gedreigd met arrestaties en gevangenschap indien ze het materiaal van Snowden niet zouden afgeven. Dat er al kopies verspreid waren in Berlijn, Brazilië en Washington deed daar niets van af. De hoofdredactie zag hoe de regering onderzoekers naar de kantoren van de krant stuurde om computers te vernietigen terwijl vertegenwoordigers van de veiligheidsdiensten toekeken.
Binnen enkele uren na de publicatie van het eerste verhaal over Snowden in februari 2014 werden plots de voetpaden voor het kantoor van de krant The Guardian opgebroken en vervangen. Hetzelfde gebeurde voor het kantoor in Washington en ook voor het huis van de Amerikaanse hoofdredacteur van de krant in Brooklyn. Toen Harding in juli naar Rio de Janeiro trok om Glenn Greenwald te interviewen, een van de journalisten die Snowden in Hong Kong had ontmoet, werd hij in zijn hotel meteen aangesproken door een nette grote Amerikaan die enkele uitzichten op het strand van Copacabana wilde laten zien.
De ‘affaire-Miranda’ zou totaal belachelijk geweest zijn indien het niet zo angstaanjagend was voor David Miranda toen hij tijdens een transit op de Londense luchthaven Heathrow werd opgepakt op basis van een wet die toelaat om terroristen op te pakken. Als partner van Greenwald werd hij ervan verdacht informatie bij zich te hebben die de veiligheid van de Britse en Amerikaanse overheden in gevaar zou brengen. Hij werd negen uur lang ondervraagd. Zijn laptop werd eveneens ‘gearresteerd’ en op illegale wijze vernield. Miranda betwist de wettigheid van zijn aanhouding en trok naar de rechtbank.
Het wordt helemaal bizar als Harding het verhaal doet van het ogenblik dat hij werkte aan een hoofdstuk over de “nauwe en grotendeels verborgen” banden tussen Amerikaanse technologiebedrijven en de NSA. Deze onthullingen zouden de bedrijven geen goed doen. De paragraaf die hij schreef begon zichzelf te deleten. Pas toen een Duitse krant een artikel over deze mysterieuze gang van zaken bracht, hield het op. Het is niet verwonderlijk dat de Russische geheime diensten het gebruik van schrijfmachines opnieuw ingevoerd hebben.
Dit illustreert de paranoia van de Britse en Amerikaanse staten. Het rechtvaardigt de enorme voorzichtigheid van de kranten om de verblijfplaatsen van Snowden geheim t houden, dat gebeurde zelfs toen ze hem interviewden in een hotelkamer in Hong Kong. Bradley (nu Chelsea) Manning werd enkele jaren geleden berecht en veroordeeld tot 35 jaar gevangenisstraf omdat hij informatie over illegale Amerikaanse activiteiten in Irak bekend had gemaakt. Geen enkele twintiger kijkt uit naar het perspectief om jarenlang in de cel te zitten. Ernstige vertegenwoordigers van de media kunnen het zich bovendien niet veroorloven dat ze hun bronnen in gevaar brengen.
Aanval op democratische rechten
Het verhaal van Snowden die in een buitenwijk van Moskou terecht komt, zou niet misstaan in gelijk welk misdaadverhaal. Maar het is niet Snowden die de misdaden heeft begaan, het waren de regeringen die de mensenrechten niet respecteerden. Snowden begon in dienst van het leger en werkte vervolgens voor de CIA en in de kantoren van de NSA in Genève. Hij had zich opgegeven voor het verzamelen van data. Hij deed dit niet als ‘linkse radicaal’ zoals een commentator beweert, maar uit bezorgdheid voor de veiligheid van zijn land en om de democratische waarden zoals vrije meningsuiting te verdedigen. “Hij was ten stelligste voorstander van het kapitalisme en de vrije markt” (p.29).
Toen hij in mei 2013 naar Hong Kong vloog, was Snowden al verbitterd en ontgoocheld in president Barack Obama. Het magazine ‘New Internationalist’ stelde in april: “De regering-Obama heeft ondanks alle retoriek over vrije meningsuiting meer vervolgingen tegen klokkenluiders opgestart dan alle presidenten samen sinds 1917.” Na 11 september 2011 waren de Democraten er net als de toenmalige Republikeinse president George W Bush van overtuigd dat de staat haar toezicht moest uitbreiden. “In het daaropvolgende decennium, ontstond er zowel in de VS als Groot-Brittannië een nieuwe politieke wil om in de individuele privacy binnen te breken.” (p.85)
De redenering van de overheden hield geen stand, zeker niet met betrekking tot Osama bin Laden, de leider van Al Qaeda. Een editorialist van de Indische krant The Hindu schreef: “Osama bin Laden had de onthullingen van Edward Snowden over PRISM niet nodig om te weten dat de VS iedere vorm van elektronische communicatie afluisterde. Hij had zich al afgesloten van de wereld van de telefonie en viel terug op boodschappers. Maar miljoenen mensen in de VS, Groot-Brittannië, Brazilië, India en elders, waaronder nationale leiders, energiebedrijven en anderen, werden bespioneerd terwijl ze zich er niet van bewust waren dat hun privacy werd aangetast.” (p.320).
Een federale rechter in de VS oordeelde dat de praktijken van de NSA ongrondwettelijk zijn en dat de regering geen enkel voorbeeld kon geven van hoe de data-analyse van de NSA een dreigende terreuraanslag hadden kunnen stoppen.
Gewone mensen kregen te maken met een inbreuk op hun basisrecht op privacy terwijl private bedrijven grote sommen kregen om daaraan mee te werken. American Telephony ging akkoord met een programma waardoor informatie van alle oproepen naar de NSA ging. Google, Facebook, Apple en alle grote internetbedrijven stemden er uiteindelijk mee in dat de toezichtstaat toegang kreeg tot hun data. De gezamenlijke begroting van de ‘vijf ogen’, de toezichtdiensten van de VS, Groot-Brittannië, Australië, Canada en Nieuw-Zeeland, loopt op tot 120 miljard dollar.
De Britten bleken nog enthousiaster en geheimzinniger over de informatie die ze verzamelden. Alle communicatie die het land binnenkwam via kabels onder de Atlantische Oceaam werd ‘onderschept’. Onthullingen over wat gebeurde in geheime vestigingen in de buurt van Bude in Cornwall hebben een nieuwe betekenis gegeven aan de ‘speciale band’ tussen de Britse en Amerikaanse staten. Geen enkele regeringsleider werd van de illegale methoden gespaard.
Op de vlucht
Snowden werkte in Hawaii voor het private bedrijf Booz Allen Hamilton, “een lid van het militair-industriële complex met een lange staat van dienst… een bedrijf met 24.500 werknemers, een beurswaarde van 2,5 miljard dollar en een jaarlijks inkomen van 5,8 miljard dollar.” (Observer, 23 maart 2014). Toen Snowden besloot om dat allemaal bekend te maken, moest hij ervoor zorgen dat hij van het eiland weg was. Hij kon zelfs geen briefje nalaten voor zijn vriendin, Lindsay Mills. Zij mocht niet weten dat hij weg ging, laat staan waar hij naartoe ging.
Na uitgebreide voorbereidingen konden enkele journalisten – Ewen MacAskill, Greenwald en documentairemaker Laura Poitras – Snowden in het geheim ontmoeten in Hong Kong. Hij gaf een reeks van opmerkelijke en vernietigende interviews. De journalisten kregen verschillende prestigieuze prijzen voor hun werk. Greenwald stelde dat elk van die prijzen een bevestiging was van wat Snowden deed en dat hij “dankbaarheid verdient in plaats van vervolging en decennialange gevangenschap.” Snowden werd naar Duitsland uitgenodigd om aan een parlementair onderzoek naar de NSA-activiteiten deel te nemen, maar hij mocht het land niet binnen. Dat was enkele uren voor Merkel naar de VS trok voor een gespannen ontmoeting met als doel om een ‘wederzijds akkoord’ te sluiten om elkaar niet te bespioneren.
In Hong Kong werd Snowden ervan beschuldigd met de Chinese overheid samen te werken. Snowden kreeg hulp van Sarah Harrison, een medewerker van een andere klokkenluider op de vlucht, Julian Assange. Ze reisde naar Hong Kong om Snowden uit het land te helpen. Ze is nu zelf op de vlucht, ze durft niet naar Groot-Brittannië terug te keren uit vrees dat ze opgepakt wordt onder de antiterrorismewetgeving.
Ze schrijft dat terrorisme wordt omschreven als “een daad of bedreiging gericht op het beïnvloeden van de overheid” gericht op “politieke, religieuze of ideologische” doeleinden. “De nationale veiligheid”, vervolgt ze, “is slechts een excuus voor de regeringen om hun eigen illegale praktijken te rechtvaardigen, zowel het binnenvallen van andere landen als het bespioneren van de eigen burgers.” (The Guardian, 15 maart 2014). Harrison suggereert dat zelfs de suffragettes of de Jarrow marchers [bewegingen voor vrouwenrechten en tegen werkloosheid op het begin van de 20ste eeuw] onder deze wetgeving hadden kunnen vallen indien deze toen al had bestaan.
Een vastberaden massabeweging laat zich evenwel niet stoppen door wetten. Wetten kunnen op succesvolle wijze betwist en verworpen worden. Socialisten en syndicalisten moeten zich echter verzetten tegen alle pogingen van de staat om oppositie en verzet aan banden te leggen.
Op 23 juni 2013 konden Harrison en Snowden Hong Kong verlaten op een vliegtuig naar Moskou, op weg naar Cuba. Het duurde nog eens 39 dagen voor Snowden de aankomsthal van de luchthaven Sheremetyevo in Moskou kon verlaten. Zijn paspoort was ingetrokken door de VS. Er werden in paniek bevelen gegeven aan piloten en een reeks Europese luchthavens om geen vliegtuigen toe te laten die mogelijk Snowden zouden vervoeren. Een vliegtuig met de Boliviaanse president Morales aan boord, mocht op de terugweg vanuit Moskou niet landen in Europa. Uiteindelijk gaf Snowden op 12 juli 2013 voor 150 journalisten en fotografen een omstandige uitleg over waarom hij zoveel had opgeofferd om alles bekend te maken.
Een uitgebreid staatsapparaat
Lenin stelde destijds reeds dat de staat het uitvoerend bureau van de heersende klasse is. De spionagepraktijken die Snowden bekend maakte, waren niet alleen gericht tegen ‘bevriende’ staten maar ook tegen miljoenen onschuldige particulieren. ‘Democratie’ is erg beperkt onder het kapitalisme, zelfs in die landen waar verkozen parlementairen de indruk wekken dat ‘het volk’ beslist.
De politie, gewapende krachten, rechtbanken, gevangenissen en de gevestigde media zijn allemaal deel van een uitgebreid staatsapparaat. Dat apparaat is uitgebouwd om te vermijden dat de 99% de 1% rijksten aan de kant schuift omdat die kleine minderheid gaat lopen met het overgrote deel van de rijkdom op basis van hun bezit van de grond, industrie, banken en handel. Onder het kapitalisme heeft de staat als bijkomende taak om de nationale belangen te verdedigen tegen die van andere landen. Daarom bespioneren de machtigste staten ter wereld elkaar.
Snowden ontdekte niet alleen hoe de Amerikaanse grondwet aan de kant werd geschoven in naam van de veiligheid. Hij maakte ook bekend dat cyberoorlogen niet alleen door de Chinese staat werden gevoerd. “Het ziet er naar uit dat de NSA hetzelfde deed, maar dan nog erger.” (p.219). De recente veroordeling van vijf Chinese militairen in de VS die “honderden terabytes” aan data van grote Amerikaanse bedrijven zouden gestolen hebben, is nooit gezien. De verklaring van advocaat-generaal Eric Holder op 19 mei toonde aan hoe de Amerikaanse staat de belangen van de grote Amerikaanse bedrijven verdedigt, zelfs indien dit leidt tot grotere spanningen tussen de twee supermachten.
Snowden zag hoe de Amerikaanse en Britse staten iedere vorm van transparantie afblokten onder het mom van de veiligheid. Ze werkten daarbij samen met grote bedrijven en sommige regeringsleden. De tragedie van 11 september 2011 had de zwakte van de veiligheidsdiensten aangetoond en werd aangegrepen door de staatsmachine om de toezichtstaat te versterken en de militaire uitgaven op te drijven. Dat komt enkel de grote bedrijven ten goede. Er werden miljarden aan publieke middelen uit de zakken van de 99% gehaald om ze uit te geven aan private bedrijven langs beide kanten van de Atlantische Oceaan.
De omvang van deze operatie komt tot uiting in het boek ‘de Snowden Files’. Het zal er op aankomen om dit te gebruiken in een beweging die sterk genoeg staat om de heerschappij van de 1% te betwisten en om de samenleving te bevrijden van de vuile methoden van het establishment en dit door een socialistische samenleving te vestigen zonder spionage door de grote bedrijven en hun politieke huurlingen.
HARDING, Luke, “De Snowden Files: het onthullende verhaal van de meest gezochte man ter wereld.” Nieuw Amsterdam, 2014.