Hoe de Europese besparingsmachine stoppen?
Het ontbrak de afgelopen jaren niet aan massamobilisaties tegen het besparingsbeleid. Er waren heel wat betogingen en stakingen, waaronder ook algemene stakingen. Ondanks de mogelijkheden om informatie te vervalsen of niet te verspreiden, konden de gevestigde media niet om het massaprotest heen. Er was dan wel massaprotest, maar de bulldozer van sociale afbraak bleef gewoon verdergaan. De koers van deze bulldozer wordt nu zelfs nog sterker verankerd met het Europese Besparingsverdrag (officieel: het Verdrag over Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur). Hoe kunnen we in het verweer gaan en hoe kunnen we mobiliseren om de strijd te winnen?
De besparingslogica werkt gewoon niet. Alles zit fout, van begin tot einde. Deze politiek van het sociale bloedbad is gebaseerd op een totaal verkeerd uitgangspunt: de crisis van de eurozone komt volgens deze logica niet voort uit het failliet van de bankensector en het feit dat de private bankenschulden op de gemeenschap werden afgewenteld, maar van de ‘onhoudbare’ publieke uitgaven. Bankiers en speculanten haalden voordeel uit de actieve en enthousiaste medeplichtigheid van de kapitalistische politici en de gevestigde media om hun eigen verantwoordelijkheid weg te stoppen achter de ‘luie ambtenaren’, de ‘geprivilegieerde werknemers’, de ‘parasiterende werklozen’ en de gepensioneerden die ‘de sociale zekerheid bedreigen’. Naargelang het uitkwam, werd dit lijstje verder aangevuld met migranten, homoseksuelen, vrouwen, vakbonden,… Verdeeldheid versterken is niet het alleenrecht van extreemrechts.
Het was steeds duidelijk dat dit beleid de positie van de gewone bevolking niet zou verbeteren. Als ons gevraagd werd om de broeksriem verder aan te halen, was dit niet als voorbereiding op betere dagen maar wel om de riem nog harder aan te spannen. Voor 2008 waren de overheidsschulden nog relatief onder controle, maar dat heeft niet verhinderd dat een aantal Europese landen sindsdien in een diepe crisis terecht kwamen. Voor zover het nog nodig zou zijn, volstaat een blik op de huidige situatie in de Europese Unie om het complete bankroet van het besparingsbeleid aan te tonen.
In Spanje is het einde van de recessie na jaren van besparingen op de uitgaven, verhogingen van de belastingen (voor de gewone man in de straat, niet voor diegenen die ons toekijken vanuit hun veilige ivoren toren) en afbraak van de arbeids- en loonsvoorwaarden nog steeds niet in zicht. De werkloosheidsgraad breekt telkens nieuwe records, in het eerste kwartaal van dit jaar ging het om 27,16%. Dat betekent dat 6.202.700 Spanjaarden zonder werk zitten, op drie maanden tijd zijn er 237.400 werklozen bijgekomen. In de Europese miserielijst moet Spanje enkel Griekenland laten voorgaan met een officiële werkloosheid van 27,2% in januari. Alle inspanningen van de gewone bevolking zouden nodig zijn om de overheidsschuld terug te dringen. Maar die bereikte in het eerste kwartaal van 2013 net een nieuw hoogtepunt in Spanje. Er was een schuld van 923,31 miljard euro of 87,8% van de totale waarde die op een jaar tijd in het land wordt geproduceerd, het BBP (Bruto Binnenlands Product). De Centrale Bank voorziet een verdere stijging tot 91,4% van het BBP in 2013 en 99,8% in 2016. Het besparingsbeleid werkt duidelijk niet. Welke conclusie trekt het establishment daar uit? Het zet het falende beleid gewoon verder!
Het sociale bloedbad werkt niet, daar komt de hakbijl!
In Griekenland heeft het harde besparingsbeleid niet verhinderd dat de overheidsschuld eind 2012 al was opgelopen tot 159,9% van het BBP. Als in maart 2012 niet een derde van de Griekse schulden (of 100 miljard euro) was kwijtgescholden, dan zou de overheidsschuld meer dan 190% van het BBP hebben bedragen. Eind 2012 was de Ierse overheidsschuld goed voor 117,6% van het BBP (+25,5% tussen 2010 en 2012) en die van Portugal voor 123,6% van het BBP (+29,6% tussen 2010 en 2012).
Deze drie landen lagen vooraan in het vizier van de dictatuur van de markten en werden het slachtoffer van de vernietigende politiek van de trojka (met de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het IMF). Om beroep te kunnen doen op de ‘hulp’ van het Europese Financiële Stabiliteitsfonds en vervolgens het Europese Stabiliteitsmechanisme voerden de regeringen in deze landen een extreem brutale besparingspolitiek. Het resultaat van dit beleid (explosie van werkloosheid, zelfmoorden, uithuiszettingen, zieken die geen gezondheidszorg kunnen betalen,…) is bijzonder hard. Er komen bovendien steeds nieuwe getroffen landen bij, ook de Cypriotische bevolking werd onderworpen aan een machtsgreep van de trojka.
En nu wil de EU de volledige Europese bevolking aan eenzelfde asociale regime onderwerpen. Daartoe is er het ‘Europese Besparingsverdrag’. De tekst ervan werd op 2 maart 2012 ondertekend door 25 lidstaten van de EU (alle lidstaten met uitzondering van Groot-Brittannië en Tsjechië). Het verdrag voorziet in het “versterken van de economische pijler van de economische en monetaire unie door een aantal regels vast te stellen ter bevordering van de begrotingsdiscipline door middel van een begrotingspact, ter versterking van de coördinatie van hun economisch beleid en ter verbetering van het bestuur van de eurozone.” Vrij vertaald uit het Eurocraats: er wordt een permanent besparingsbeleid in de hele Europese Unie opgelegd.
Dictatuur van de markten
Artikel 3 van het verdrag verbiedt een ‘structureel tekort’ van meer dan 0,5% op de begroting van een regering. Indien de overheidsschuld minder dan 60% van het BBP bedraagt, wordt dat verdubbeld. Om die regel na te komen, moeten nog hardere besparingen worden doorgevoerd op de publieke uitgaven en dat op een ogenblik dat investeringen van de overheid in de economie meer dan ooit nodig zijn. Het begrip ‘structureel tekort’ is overigens totaal willekeurig. In 2006 schatte het IMF het Ierse structurele tekort op 5,4% van het BBP terwijl de Europese Commissie tot een schatting van 2,2% kwam. Het is de Europese Commissie – het Europese hoofdkwartier van het asociale offensief – die bepaalt welk cijfer wordt gehanteerd en tegelijk beslist de Commissie over de maatregelen die moeten genomen worden om aan de begrotingsdiscipline te voldoen.
Dit is slechts een voorbeeld, de rest van de tekst borduurt hierop verder en beperkt zich tot een visie op korte termijn voor de kapitalistische economie en een winstmaximalisatie. De Europese elite is ideologisch zo nauw verweven met het neoliberalisme dat ze niet in staat is om het vernietigende effect van het verdrag te kunnen inschatten, terwijl dat effect nochtans ook de belangen van de kapitalisten op langere termijn zal schaden.
Het verdrag is een antidemocratische aanval. De Europese Unie staat al gekend als ondemocratische instelling, er is zelfs geen ‘parlementaire democratie’. Alle macht wordt geconcentreerd bij de Europese Commissie en de Europese Raad. Eind 2011 werden zes maatregelen genomen, de beruchte ‘six-pack’, om belangrijke bevoegdheden over te dragen van de verkozen regeringen naar de niet verkozen Europese Commissie. De beslissingsprocedure in de Europese Raad werd bovendien aangepast waardoor er bijna automatisch sancties komen indien de neoliberale dictaten niet worden nageleefd.
Het verdrag wil het neoliberalisme als verplichting opleggen en niet enkel als economische keuze. Zo voorziet artikel 5 van het verdrag dat een land onder direct bestuur door de Europese autoriteiten kan geplaatst worden. Vandaag staan meer dan 20 van de 27 Europese lidstaten onder voogdij van de EU.
Waarom besparingen?
Zoals we in dit dossier uitleggen, is het besparingsbeleid niet gericht op het ‘in evenwicht brengen van de begrotingen’. In een context van een overproductiecrisis die het volledige kapitalistische systeem meetrekt (niet alleen in Europa), gaat het voor ‘onze’ elites over het herstellen van de winstvoet van de kapitalisten, de eigenaars van de productiemiddelen.
Naomi Klein legt in haar boek ‘De schokdoctrine’ (op het internet gratis verkrijgbaar als documentaire) uit dat een schok van een crisis kan gebruikt worden om het offensief op te voeren tegen alle sociale verworvenheden die door de arbeidersbeweging zijn afgedwongen op basis van strijd.
Vandaag zien we een versnelling van het neoliberale beleid met een transfer van rijkdom van de gemeenschap naar de kapitalisten. Het neoliberale beleid werd eerst uitgetest door Pinochet in Chili, Reagan in de VS en Thatcher in Groot-Brittannië. Dit economische beleid werd noodzakelijk na de crisis van de jaren 1970 en het kon verder opgevoerd worden na de ineenstorting van het stalinisme begin jaren 1990. Sindsdien werden tal van publieke bedrijven geprivatiseerd, namen de middelen voor sociale diensten af en gingen de belastingen voor grote bedrijven sterk naar beneden. Dat allemaal heeft echter niet verhinderd dat de crisis opnieuw toesloeg.
Welke vorm van verzet?
Er waren petities, opiniestukken, verklaringen,… tegen dit verdrag. Er waren heel wat sterke argumenten in deze opiniestukken, maar de gebruikte middelen tegenover het verdrag waren niet aangepast aan de omvang van de aanval. Het verdrag werd enkel in Ierland aan een referendum onderworpen, met een enorme chantage van het patronaat om het verdrag er door te krijgen. Uiteindelijk leidde dat tot een nipte ‘ja’-stem. In de andere landen zijn het de nationale parlementen die de tekst moeten aannemen of verwerpen. In België betekent dit dat de tekst moet passeren voor het Vlaams Parlement en de Senaat (waar het verdrag al is goedgekeurd) en ook voor de Kamer, het Waalse parlement, het Brusselse parlement, het parlement van de Federatie Wallonië-Brussel (de Franstalige gemeenschap) en het parlement van de Duitstalige gemeenschap. Het verzet tegen het Europese besparingsbeleid beperkte zich spijtig genoeg tot gelobby bij parlementsleden die dagdagelijks een besparingsbeleid voeren.
De Franstalige bediendencentrale van het ACV, de CNE, nam de afgelopen periode heel wat strijdbare standpunten in (onder meer over de noodzaak van een algemene staking tegen het besparingsbeleid in ons land of nog over de roep naar een politiek verlengstuk voor de arbeidersbeweging waarbij het de oproep van ABVV Charleroi en Zuid-Henegouwen ondersteunt). Maar rond het Europese besparingsverdrag beperkte de CNE zich tot een oproep aan “alle Belgische parlementsleden om moed te tonen voor de verdediging van onze democratie. Het verdrag ratificeren is als op open zee kiezen voor een riem met een loden bal in plaats van voor een reddingsboei.” De CEPAG, een onderzoeksinstelling die nauw verbonden is met het Waalse ABVV, lanceerde een petitie waarin het onder meer stelde: “We moeten handelen om de ogen van onze verkozen vertegenwoordigers te openen zodat ze zich niet neerleggen bij het Europa van de besparingen en het begrotingspact verwerpen. Laat ons druk zetten op de parlementsleden zodat ze geen tekst ondertekenen die regelrecht ingaat tegen de belangen van de bevolking.” Met lobbywerk zullen we er niet komen, we zullen de arm van de gevestigde politici moeten omwringen om iets af te dwingen.
Krachtsverhouding opbouwen
Velen vragen zich af hoe we de strijd kunnen voeren tegen het asociale beleid van een Europese Unie die zo ver af lijkt te zijn. De gevestigde politici beroepen zich overigens op dat gevoel van onmacht om hun beleid goed te praten. “We kunnen niet anders, het moet van Europa”, is een vaak gebruikt argument. Dit is overigens geen nieuw gegeven. Karl Marx stelde destijds al dat “de klassenstrijd internationaal is qua inhoud, maar nationaal qua vorm.” Het is vandaag niet anders. De meeste problemen waarmee de arbeiders vandaag worden geconfronteerd, plaatsen hen direct tegenover de heersende klasse in hun land. Helaas moeten we daarbij vaststellen dat de Europese vakbondsleidingen vandaag niet de durf en de vastberadenheid hebben om een echte confrontatie met de kapitalistische staat en de verschillende nationale burgerijen aan te gaan.
Het voorbeeld van Griekenland is hierbij veelzeggend. De afgelopen jaren was er een opeenvolging van algemene stakingen. Nergens anders in Europa zagen we zoveel stakingen. Maar het ging om acties die van bovenaf werden beslist en gestopt. Er was geen actieplan waardoor de acties eerder gericht waren op het aflaten van stoom aan de basis in plaats van het blokkeren van de economie om de middelen te zoeken waar ze zich bevinden: in de kas van de grote bedrijven en de banken. De arbeidersbeweging moet in elk land de strijd aangaan om eigen instrumenten van massastrijd te ontwikkelen. Dat betekent opkomen voor syndicale democratie (onder meer omdat een strijd die van onderuit wordt georganiseerd moeilijker van bovenaf te stoppen is) zodat het syndicalisme van overleg over afbraak plaats kan maken voor strijdsyndicalisme.
De terughoudendheid tegenover het patronale offensief komt volgens ons voort uit de afwezigheid van een alternatief op de kapitalistische samenleving. Onze syndicale leiders zijn zo ver mee gegaan met het idee van het ‘minste kwaad’ en het overleg met de kapitalistische instellingen, dat ze geen uitweg buiten de grenzen van het kapitalisme zien. Om tot een strijdbaar syndicalisme te komen, is er dan ook nood aan een antikapitalistisch anticrisisprogramma dat zich baseert op de collectivisatie van de productiemiddelen en een democratisch beheer en controle erop.
Het is de enige manier om te komen tot een herstelplan waarin de sociale en ecologische behoeften centraal staan en niet de winsten. Gewoon opkomen voor ‘fiscale rechtvaardigheid’ voldoet niet en gaat voorbij aan de mogelijkheid van kapitaalvlucht indien het kapitaal niet resoluut uit handen van de kapitalisten wordt gehaald. Het vereist ook een politiek verlengstuk voor de eisen van de arbeiders en hun gezinnen, een politiek verlengstuk dat zich niet tot een puur electorale activiteit mag beperken. De PS, PASOK en andere sociaaldemocratische partijen staan aan de andere kant van de barricade.
Voor een Europese algemene staking
De internationale strijd mag geen excuus zijn om de eigen nationale heersende klasse gerust te laten. Er is een coördinatie van strijd over de grenzen heen nodig, zeker op Europees niveau. Dat is van cruciaal belang, maar het is ook een niveau waarop de zwakte van de leiding van de arbeidersbeweging erg groot is. Het Europees Vakverbond (EVV) is mee afhankelijk van subsidies van de Europese Commissie en plaatst haar acties steeds in het kader van een loyale houding tegen de kapitalistische Europese Unie (met ‘sociale correcties’). We zien tot wat dat geleid heeft.
Het ordewoord van een Europese algemene staking is vandaag van groot belang. De Europese actiedag van 14 november vorig jaar toonde het potentieel. Het ging om gecoördineerde acties op een grotere schaal dan voorheen ooit het geval was. De actiedag was een uitdrukking van de groeiende druk van de vakbondsbasis op de verschillende bonden doorheen Europa en het EVV zelf. In Spanje en Portugal waren er algemene 24-urenstakingen – in Portugal de grootste en meest strijdbare sinds 1974. In Barcelona en Madrid kwamen meer dan een miljoen betogers op straat. Er waren ook stakingsacties in Italië, Griekenland, Cyprus, Malta en België. Zoals we toen opmerkten: “de geest van de internationale stakingsacties is uit de fles.”
Er is een grote strijdbaarheid aanwezig. Maar deze energie kan snel verdwijnen als het niet gekanaliseerd wordt met een strijdbaar actieplan waarmee bredere lagen van de bevolking kunnen gemobiliseerd worden in een strijd om te winnen. Als de vakbondsleiders zelf niet overtuigd zijn dat het mogelijk is om de huidige asociale koers om te keren, zullen we er niet geraken. Als we de situatie gewoon laten aanslepen, creëert dit meer ruimte voor de reactionaire rechterzijde en extreemrechts. Met alle gevolgen vandien.
Welk programma tegen de besparingen?
- Neen aan de besparingen! Voor de verdediging van onze openbare diensten en pensioenen! Laat het patronaat voor hun crisis betalen! Voor strijdbare en democratische vakbonden en brede arbeiderspartijen!
- In elk land is er nood aan een strijdbaar actieplan dat democratisch wordt bediscussieerd aan de basis. Met dit actieplan kan een sterkere krachtsverhouding uitgebouwd worden tegenover het asociale offensief en kan het bewustzijn van de massa’s worden aangescherpt doorheen discussie en collectieve actie.
- Voor een actieplan naar een algemene 24-urenstaking op Europees niveau!
- Neen aan de massale werkloosheid! Voor een inkorting van de arbeidsduur zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen!
- Neen aan de dictatuur van de markten! Weg met de internationale kredietbeoordelaars en het IMF! Stop de afbetaling van de overheidsschulden aan de kapitalisten! Haal de rijkdom uit de handen van de superrijke speculanten!
- Nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie (financiewezen, energie, staal,…) onder democratische controle en beheer van de arbeiders en hun gezinnen!
- Voor een massaal programma van publieke werken om sociaal nuttige jobs te creëren en aan de behoeften van de bevolking tegemoet te komen!
- Neen aan het Europa van de bazen en de markten! Voor een democratisch socialistisch Europa!
Nicolas Croes