Nieuwe golf van strijd in Tunesië na regeringsaanval op vakbonden
Op zaterdag 25 februari betoogden duizenden mensen in het centrum van Tunis in wat een van de grootste betogingen in maanden was. De actie kwam er na een aanval op de vakbond UGTT de afgelopen weken. Verschillende vakbondslokalen werden vernield. Het ging om gecoördineerde acties die onderdeel waren van een poging om het vakbondsverzet tegen het asociale beleid van de pro-kapitalistische Ennahda-regering te breken. Dat is mislukt, het geweld leidde tot nieuwe grote betogingen. De bevolking wil haar rechten en de revolutie verdedigen.
De regering van antwoord dienen
De betoging begon aan het centrale hoofdkwartier van de vakbondsfederatie UGTT. Daar waren er eerst honderden aanwezigen, maar het werden er al snel duizenden. Het plein was te klein voor het aantal betogers. De aanwezigen trokken naar de Bourguiba Avenue in wat een mensenzee was. Er waren arbeiders, vakbondsmilitanten, sympathisanten van de UGTT, linkse groepen, jongeren, mensenrechtenactivisten,… Er waren opvallend veel vrouwen op de betoging. Veel vrouwen zijn bang dat hun rechten en vrijheden zullen ingeperkt worden.
“De bevolking wil de val van het regime”, “Betogingen en confrontaties tot de regering valt”, “Burgers wordt wakker, de regering speelt met jullie voeten”, “Weg met Ennahda”, “Werk, vrijheid, nationale waardigheid”, “Raak niet aan onze UGTT”, “De UGTT is de echte kracht in het land”, “Geen angst meer, de macht ligt in handen van de bevolking”, “Trouw aan het bloed van de martelaars”. Dat waren enkele slogans die werden geroepen door de betogers. Met de betoging werd een krachtig antwoord geboden op het geweld en de provocaties tegen de UGTT-kantoren. Er wordt algemeen aangenomen dat de regering daar achter zit. Vooraan op de betoging was er een delegatie van gemeentepersoneel. Die waren al een week aan het staken.
De woede van de betogers keerde zich ook tegen het feit dat een conferentie van de “Vrienden van Syrië” plaatsvond in Tunis. Het ging om een initiatief dat werd gesteund door de imperialisten en enkele sjeiks uit de Golf. Het doel van de bijeenkomst was om het post-Assad tijdperk voor te bereiden door nu al de belangen van deze criminele bende naar voor te schuiven. De groeiende invloed van de regimes van Quatar en de VS op de Tunesische politiek werden verworpen door de betogers.
Sfeer doet denken aan 14 januari
De gevestigde media hadden het in hun verslagen over relatief weinig betogers: 3.000 of 5.000. Wie de beelden en video’s vanop de betoging bekijkt, ziet dat er ongetwijfeld een pak meer mensen waren. Er was een zee van mensen met UGTT-spandoeken en portretten van Farhat Hached, de oprichter van de UGTT die in 1952 werd vermoord door een prokoloniale gewapende groep die banden had met de Franse geheime diensten. Het graf van Farhat Hached werd twee dagen voor de betoging vernield.
Een aanhanger van het CWI op de betoging stelde: “Er was een sfeer zoals op 14 januari”. Dat is een verwijzing naar de massale betoging op dezelfde brede laan in 2011. Deze betoging werd enkele uren later gevolgd door het vertrek van dictator Ben Ali. De UGTT had het over tienduizenden betogers en dat stemde wellicht meer overeen met de realiteit.
Harde repressie
Op het einde van de betoging was er sprake van politiegeweld tegenover de betogers, maar ook tegen journalisten en omstaanders. De betoging kwam in de buurt van het beruchte ministerie van binnenlandse zaken. De betogers begonnen de intussen alom bekende slogan ‘Dégage’ te roepen. De politie reageerde zenuwachtig. Toen delen van de betoging waren ontbonden, volgden traangas, beledigingen en matrakslagen tegen de betogers. Dat gebeurde op dezelfde wijze als onder het oude regime: groepjes agenten trokken rond en gingen over tot willekeurig geweld in en rond de straat waar de betoging eindigde.
Een ooggetuige had het over “oorlogsbeelden in het centrum van Tunis” en nog: “een grote groep agenten, waaronder gemaskerde agenten, trok gewapend met matrakken en bijgestaan door traangas door de straten. Ze waren onwaarschijnlijk halsstarrig in hun geweld. Gewonde mensen, vrouwen en kinderen, werden naar het ziekenhuis overgebracht. Er is een verstikkende sfeer. De confrontaties gaan voort. De agenten vallen een vreedzame en toegelaten betoging aan, en dit in het post-revolutionaire Tunesië.”
Er werden twaalf journalisten aangevallen. Dat was uiteraard een poging om te vermijden dat ze over het politiegeweld zouden berichten. Er was de afgelopen periode een toename van het politiegeweld tegen journalisten. De vakbond van journalisten verklaarde dat er sprake is van “een strategie van intimidatie tegen journalisten, met als doel om net zoals het vorige regime de media te controleren.”
Dit toont eens te meer aan wat de dreiging van overheidsgeweld is. Het toont ook de kwetsbaarheid van betogingen die niet voldoende worden beschermd. De politierepressie en provocaties hebben als doel om een klimaat van angst te creëren zodat de mensen niet langer aan protestacties zouden deelnemen. Dergelijk geweld was gemeengoed in zowat alle grote betogingen in het centrum van Tunis het afgelopen jaar.
We moeten daar lessen uit trekken om te vermijden dat het politiegeweld effectief betogers afschrikt. We moeten ook vermijden dat de politie tot confrontaties kan overgaan. De vakbonden hebben een grote verantwoordelijkheid om hun betogingen te verdedigen. Door de acties collectief te verdedigen, kunnen we vermijden dat individuen of kleine groepjes er worden uitgepikt door de politie of dat er contraproductieve reacties komen in de vorm van rellen.
Vakbondsleiders moeten datum voor 24-urenstaking naar voor brengen
De betoging van afgelopen zaterdag was een succes, maar toonde slechts een beperkt beeld van waar de georganiseerde arbeidersbeweging tot in staat is. De betoging was groot, maar de honderdduizenden leden tellende UGTT kan meer mobiliseren en dit zowel op straat als op de werkvloer. De betoging gaf een sterk signaal, maar deze betoging was niet voldoende om de contrarevolutionaire bedreigingen weg te nemen. De revolutie, de werkende bevolking, de revolutionaire jongeren en hun organisaties worden nog steeds bedreigd door de contrarevolutie.
Dat is waarom we het hier niet bij mogen laten. Het is duidelijk dat de regering er alles aan zal doen om terug de bovenhand te krijgen en zal proberen om de UGTT te verzwakken. Van deze regering moet geen ernstig overleg of dialoog worden verwacht. De regering voert een politiek van de verschroeide aarde waarbij het de arbeidersklasse wil terugdringen, de vakbonden ondermijnen en met de politie optreedt tegen wie de revolutie en de doelstellingen ervan blijft ondersteunen.
Op een private radiozender stelde premier Jebali dat de betogers van afgelopen zaterdag restanten vormen van de ontbonden RCD (de heersende partij onder Ben Ali). Hij verklaarde dat het protest werd gefinancierd door zakenlieden en dat het doel van de betogers was om de regering te verzwakken.
Dit is een bewuste poging om de strijdbare opstelling van de vakbondsmilitanten te ondermijnen en daarmee ook iedere vorm van verzet tegen de dictaten van het nieuwe regime. Het is een belediging voor de honderdduizenden vakbondsmilitanten die een centrale rol speelden in de revolutionaire beweging. De heroïsche rol van de vakbondsmilitanten stond in een schril contrast met de houding van de vroegere UGTT-leiders die de dictatuur van Ben Ali steunden. Een aantal van die vroegere UGTT-leiders had het lef om op de betoging van afgelopen zaterdag op te dagen. Deze vroegere leiders hebben de strijd van onderuit steeds tegen gehouden in plaats van ze te organiseren.
Op het laatste congres werd een nieuwe vakbondsleiding verkozen. Het gaat om leiders die militanter overkomen. Het feit dat een strijdbare leiding werd verkozen, leidde al gauw tot een toename van het aantal sociale conflicten. De heersende klasse probeert hierop om de vakbond terug in het gareel te laten lopen.
De huidige UGTT-leiding mag het momentum niet laten voorbijgaan. Ze moet bouwen aan een campagne om tot een massale beweging van onderuit te komen waarmee de huidige regering en het neoliberale beleid effectief worden bestreden. Veel betogers riepen: “Betogingen en confrontaties tot de regering valt”. Die slogan toont de bereidheid van velen om de strijd voort te zetten, het potentieel daarvoor bestaat.
De UGTT moet er alles aan doen om haar volledige kracht te mobiliseren. Dat kan enkel indien de vakbond niet alleen antwoordt op het recente geweld, maar als ze ook ingaat op de bredere sociale en politieke thema’s die leiden tot zoveel frustratie onder een brede laag van de bevolking. Het waren die elementen die hebben geleid tot de revolutie, maar de revolutie heeft niet de verwachte fundamentele verandering gebracht. De georganiseerde linkerzijde heeft een belangrijke rol te spelen. Zo moet de linkerzijde ervoor opkomen dat de UGTT een datum prikt voor een algemene 24-urenstaking. Er is nood aan massale algemene vergaderingen en bijeenkomsten op de werkvloer en in de wijken om zo’n staking voor te bereiden en de strijd van onderuit te versterken op basis van een brede betrokkenheid. Een dergelijk strijdbaar actieplan zou heel wat enthousiasme teweeg brengen onder brede lagen van de bevolking. Het zou de massa’s het vertrouwen geven dat ze een strijd leveren die het waard is om te worden gevoerd.
- Neen aan de aanvallen op de UGTT en op de democratische rechten! Neen aan het politiegeweld!
- Neen aan het kapen van de revolutie! Neen aan een nieuwe dictatuur!
- De strijd hernieuwen door op te komen voor het einde van de heerschappij van de bazen en hun politieke vertegenwoordigers
- Voor een massale beweging die de regering ten val brengt en bouwt aan een regering op basis van een echte vertegenwoordiging van de arme massa’s, de jongeren en de arbeiders!
- De beweging moet opkomen voor de nationalisatie onder arbeiderscontrole van alle grote private bedrijven en voor het opzetten van een planning die uitgaat van de dringende behoeften van de meerderheid van de bevolking
Analyse door een correspondent