Jemen. Armsten onder de armen komen in beweging
Jemen is het armste land van the Midden-Oosten en kent nog grotendeels een stammensamenleving. Het land was een nieuwe basis voor al-Qaeda toen de militanten uit hun traditionele toevluchtsoorden langs de Pakistaans-Afghaanse grens werden verdreven. Er is een afscheidingsbeweging in het zuiden, een rebellenbeweging in het noorden en een niets ontziende armoede. Olie is goed voor 70% van de inkomsten van de regering, maar de olie geraakt op en het land is afhankelijk van Amerikaanse steun. De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens, minstens 45% is werkloos.
President Ali Abdullah Saleh, volgens de meeste analisten een corrupte heerser die geen rekening houdt met de sociale problemen, probeerde het protest af te zwakken met de mededeling dat hij in 2013 geen kandidaat meer zal zijn om zichzelf op te volgen. Wellicht wil hij dan de macht overdragen aan zijn zoon. Saleh beloofde ook om de belastingen te verlagen en de voedselprijzen naar beneden te halen. De lonen van de ambtenaren en soldaten worden verhoogd. In 2006 werd Saleh voor een termijn van zeven jaar verkozen in de eerste presidentsverkiezingen ooit in het land. Volgens waarnemers verliepen de verkiezingen eerlijk, de oppositie had het over fraude.
De regering beloofde enkele eenvoudige hervormingen zoals loonsverhogingen en belastingsverlagingen. De corruptie en het trage karakter van de hervormingen samen met de oprukkende werkloosheid en armoede zetten de bevolking van Jemen ertoe aan om het voorbeeld van Tunesië en Egypte te volgen. Daar is de armoede nog niet zo erg als in Jemen. Veel Jemenieten delen de frustraties en eisen die het protest in deze landen heeft aangewakkerd. Maar er zijn ook enkele specifieke elementen in het land. Voor activisten zijn er veel obstakels, zowel op politiek als sociaal vlak.
Er wordt moed en inspiratie gehaald uit de bewegingen in andere landen. Anderzijds kent het arme Jemen amper een middenklasse en is de bevolking grotendeels analfabeet en opgeleid. Internet of sociale netwerksites worden hier niet bepaald veel gebruikt. De veiligheidsdiensten in het landen zijn minstens even sterk uitgebouwd als in Egypte, het leger blijft trouw aan Saleh en de president geniet ook de steun van machtige stammen in een land waar de stammenidentiteit vaak voorgaat op de nationale identiteit. De oppositie is bovendien erg verdeeld.
“Dit is een volksbeweging en een politieke beweging in Jemen”, stelde Khaled al-Anesi, een advocaat en mensenrechtenactivist die mee aan de basis van de recente protestacties lag. “Maar er komt geen steun van de politieke partijen voor de volksbeweging die niet georganiseerd is. Het is nog zwak en we staan nog maar aan het begin.”
De president en wie hem steunt
President Saleh kwam in 1978 aan de macht als president van Noord-Jemen en vervolgens begin jaren 1990 als leider van de nieuwe verenigde republiek. Noord-Jemen en de Democratische Volksrepubliek van Jemen (zuid-Jemen) gingen in 1990 samen, maar er volgde een bloedige burgeroorlog in 994. Saleh kwam daar als winnaar uit, de oppositie was gemarginaliseerd en de president stelde familieleden en vrienden aan op de sleutelposities van het staatsapparaat, het leger, de interne veiligheidsdiensten,… Dat was mee mogelijk door een breed informeel netwerk van stammenleiders, zakenmensen en religieuze leiders die achter Saleh staan.
Begin januari stelde Saleh voor om de grondwet te veranderen zodat hij binnen twee jaar zou kunnen meedingen naar een nieuwe termijn als president. De gebeurtenissen in Tunesië en Egypte maakten echter dat dit onhoudbaar werd en Saleh beloofde om in 2013 niet opnieuw kandidaat te zijn. Voor de presidentsverkiezingen van 2006 beloofde hij dat ook al, toen kwam hij op dat standpunt terug.
Na 30 jaar aan de macht te zijn geweest, is de woede en de afkeer tegenover de corruptie en de machtsconcentratie groot. De centrale macht is volledig in handen van de subgroep van de stam waartoe Saleh behoort, de Sanhan-clan. Grote delen van het land komen openlijk in revolte tegen het regime. In het zuiden is er een afscheidingsbeweging. Er waren aanvallen op de veiligheidsdiensten van het land door groepen van Al Qaeda dat zich nu ook organiseert op het Arabische schiereiland (AQAP, Al-Qaeda op de Arabian Peninsula). Er zijn gebieden in het noorden die in de praktijk onafhankelijk zijn en onder de controle staan van rebellen. Het land werd een nieuwe basis voor Al-Qaeda militanten die werden verdreven uit hun traditionele toevluchtsoorden langs de Pakistaans-Afghaanse grens.
De Westerse regeringen waren bezorgd omwille van de groeiende activiteiten van Al Qaeda in Jemen. Ze staan weigerachtig tegenover een directe militaire tussenkomst en steunen daarom de elitetroepen van Jemen alsook de veiligheidsdiensten van Saleh. Speciale eenheden van het Amerikaanse leger kwamen tussen om het Jemenietische leger bij te staan, er waren ook verschillende raketaanvallen met Amerikaanse vliegtuigen. De zoon van Saleh, Ahmed Ali, en drie neven van hem staan aan het hoofd van de elitetroepen en de veiligheidsdiensten. De president ontkent dat hij de macht aan zijn zoon wil overdragen, maar de meeste inwoners van Jemen zijn er van overtuigd dat Saleh het liefst de macht binnen zijn familie houdt.
Al Qaeda
Als de ontwikkelende opstand in Jemen overkookt, dan zit de VS met een groot probleem. De Amerikanen werken nauw samen met de Jemenietische leiders in de strijd tegen Al Qaeda dat probeert om van Jemen een bolwerk te maken dat vergelijkbaar is met Afghanistan voor de aanslagen van 11 september 2001. Bruce Riedel, een voormalige CIA-analist en vervolgens adviseur van Obama op het vlak van Afghanistan en Pakistan, waarschuwde dat een ineenstorting van het regime in Jemen een zware nederlaag zou zijn voor de strijd tegen het terrorisme.
Al Qaeda voert volgens experts een succesvolle propaganda-oorlog in Jemen. Dat was mogelijk op basis van corruptie en de banden van Saleh met de VS. Christopher Boucek, een Jemen-expert van Carnegie Endowment for Internation Peace, stelde: “We moeten de regering van Jemen steunen omdat deze regering hervormingen doorvoert, maar er moeten nog veranderingen komen.”
De terreurgroepen kwamen begin 2009 samen in Saoedi-Arabië en Jemen om een verenigde organisatie te vormen onder de naam AQAP. De religieuze leider Anwar al-Awlaki trad naar voor als de voornaamste leider van deze groep. Al-Awlaki is een Amerikaan van Jemenietische afkomst en zou zich in het land ophouden.
Hij is de enige Amerikaan die op de CIA-lijst van belangrijke doelwitten staat. Boucek stelt dat de bevolking van het land terecht kwaad is op de regering: “In Jemen is er een erg rijke elite die de controle heeft en dan de rest van de bevolking. Het grootste deel moet overleven met een dollar per dag.”
Volgens experts zit de VS met een dilemma: steun blijven geven aan een corrupte regering in een poging om Al Qaeda de weg te versperren, of een antwoord bieden op de onvermijdelijke chaos die er komt als de regering in elkaar stort.
De huidige regering is corrupt, despotisch en onderdrukt de bewegingen van de sjiieten in het noorden en de afscheidingsbeweging in het zuiden. De regering heeft weinig invloed buiten de hoofdstad. In de Britse krant The Independent stelde Patrick Cockburn: “Wie er aan de macht is, moet omgaan met de stammenfederaties, stammen, clans en machtige families. Zowat iedereen heeft een geweer, doorgaans minstens een AK-47, maar de stammen zijn vaak zwaarder bewapend.”
Om het nog complexer te maken, heeft buurland Saoedi-Arabië troepen en vliegtuigen gestuurd om Saleh te steunen. De regering van Saleh en de Saoedi’s beweren dat de sjiietische opstand in het noorden wordt aangevoerd door Iran. Er zijn geen bewijzen voor die stelling, maar het maakt van een lokale burgeroorlog wel een conflict tussen Saoedi-Arabië en Iran. In het conflict in het noorden van het land vielen al honderden doden en tienduizenden vluchtelingen, hulporganisaties hebben het over 150.000 vluchtelingen.
Belangen van het VS-imperialisme
De VS is al aanwezig in Jemen en dat was ook al het geval vooraleer met kerstmis vorig jaar toen een jonge Nigeriaan een mislukte poging tot aanslag pleegde op een vliegtuig van Northwest Airlines. Voor de meeste Amerikanen stond Jemen pas op de kaart toen het schip USS Cole in de haven van Aden werd aangevallen in 2000. Bij die aanval door Al Qaeda kwamen 17 mensen om. Het land verscheen terug op de agenda in november toen een Amerikaanse legerofficier die banden had met religieuzen uit Jemen 13 mensen ombracht in Fort Hood, Colorado. En de verantwoordelijke voor de mislukte aanslag op kerstmis zou opgeleid zijn door Al Qaeda.
De VS is al bijna 40 jaar actief in Jemen. In 1979 maakte de regering-Carter van een klein grensgeschil tussen Noord- en Zuid-Jemen een grote crisis tussen het Westen en het Oosten. Hij beschuldigde de Sovjetunie van een agressieve opstelling en er werden vliegdekschepen naar de Arabische Zee gestuurd, alsook tanks en vliegtuigen geleverd aan de regering van Noord-Jemen.
De spanningen tussen de twee Jemens was geen toeval. De CIA zou jaarlijks 4 miljoen dollar via de Jordaanse koning Hoessein hebben uitgetrokken om een burgeroorlog te stimuleren tussen het conservatieve noorden en het rijkere en zogenaamde “socialistische” zuiden.
De hereniging van het land heeft nooit echt gewerkt. De zuidelijke bevolking klaagt erover dat de bevolking van het noorden de olie en de rijkdom plundert en bovendien de zuidelijke bevolking discrimineert. De afgelopen jaren was er een toename van het aantal betogingen en algemene stakingen in het zuiden rond de eis van onafhankelijkheid. De regering van Saleh heeft het protest steeds beantwoord met repressie en geweld.
Toen Jemen in 1991 weigerde om de Golfoorlog te steunen, zegde de VS de 70 miljoen dollar steun aan de regering van Sanaa op en steunde de VS de beslissing van Saoedi-Arabië om 850.000 Jemenietische gastarbeiders uit het land te zetten. Beide beslissingen hadden een catastrofale impact op de economie van Jemen en dat speelt een grote rol in de huidige onstabiliteit waarmee het land wordt geconfronteerd.
In 2002 besloot de regering-Bush om onbemande bommenwerpers te gebruiken om een aantal Jemenieten uit te schakelen waarvan werd beweerd dat het om aanhangers van Al Qaeda ging. De New York Times berichtte dat de regering-Obama in december nog overging tot een raketaanval op mensen die ervan verdacht werden aanhangers van Al Qaeda te zijn. Daarbij kwamen volgens AFP minstens 49 burgers om, waaronder 23 kinderen en 17 vrouwen. De aanval heeft de woede in het land verder versterkt, organisatoren van Al Qaeda spelen daar uitgebreid op in.
De huidige onrust in Jemen kan de VS in een nieuw moeras trekken in het Midden-Oosten. Of is alle retoriek over het “globale gevaar” een rookgordijn om de Amerikanen toe te laten om het steeds meer geïsoleerde en onpopulaire regime in Saoedi-Arabië sterker te ondersteunen?
Het machtsspel gaat verder dan enkel het Arabische schiereiland, een belangrijk element is de vraag naar de controle op de Indische Oceaan en de zuidelijke Chinese zee. Dat is van groter belang dan het verjagen van Al Qaeda uit de Jemenietische wildernis.
In de Asia Times stelde MK Bhadrakumar, een Indische diplomaat die actief was in Afghanistan, Koeweit, Pakistan en Turkije, dat de VS vandaag vooral bezorgd is omwille van de strategische haven van Aden. “De controle over Aden en de straat van Malacca plaatst de VS in een onaantastbare positie in het ‘Grote Spel’ rond de Indische oceaan.” Aden biedt controle op de straat van Bab el-Mandab, de toegang tot de Rode Zee. Langs deze weg passeren er dagelijks 3,5 miljoen vaten olie. Samen met de straat van Malacca, ten zuiden van het Maleisische schiereiland is dit een cruciale handelsroute.
De “energieveiligheid” is cruciaal voor het Amerikaanse buitenlandse beleid. De ‘Carter-doctrine’ van 1980 stelde expliciet dat de VS militaire geweld zou inzetten indien de energiebevoorrading in het gedrang komt. De opeenvolgende regeringen, zowel van Republikeinen als van Democraten, hebben steeds het leger ingezet om de controle op de gas- en oliebevoorrading te verdedigen. Het grootste aantal Amerikaanse troepen buiten de VS bevindt zich niet toevallig in het Midden Oosten waar 60% van de energievoorraad ter wereld zich bevindt.
Wellicht zal de VS geen grootschalige directe interventie doen in Jemen. De militaire steun en de financiële hulp spelen wel een belangrijke rol om invloed te hebben op de regering van Sanaa, met inbegrip van de mogelijkheid van VS-bases in de regio. Het Witte Huis heeft de zowat 200 leden van Al Qaeda in Jemen uitgeroepen tot een “ernstig probleem” en er wordt gesuggereerd dat Jemen omwille hiervan dreigt een “mislukte staat” te worden, wat meteen groen licht biedt voor een interventie die wat steviger is. Maar zoals Jon Alterman, de directeur Midden-Oosten van het Centre for Strategic and International studies, stelt: “De problemen in Jemen zijn in essentie geen problemen die op militaire wijze kunnen worden opgelost.”
Arabische heerschappij onder vuur
Tawakel Karman, een vrouwelijke activiste die verschillende acties in Sanaa heeft geleid, werd vrijgelaten uit de gevangenis en stelde daarbij: “We gaan verder tot het regime van Saleh is verdwenen.” Ze legde uit dat zowel de zuidelijke beweging als de sjiietische Huthi-rebellen in het noorden en de parlementaire oppositie voor politieke verandering opkomen.
De Arabische koningen en “presidenten” kunnen vanuit de ramen van hun paleizen toezien hoe hun werkloze en arme bevolking via gsm’s en computers kan communiceren over de dagelijkse strijd. Het verzet verspreidt zich als een golf door de bazaars, de campussen en deze golf is ook voelbaar in de paleizen. Daar hangt voor een keer niet de geur van nieuwe luxe, maar worden oude reiskoffers boven gehaald. Zal dit het einde betekenen van de Arabische dictaturen?
Artikel door Khalid Bhatti