VS. Republikeinen winnen parlementsverkiezingen, falen van Democratische Partij zorgt voor achteruitgang
De verkiezingen van 2010 vormden de derde verkiezing sinds 2006 die een nieuwe meerderheid opleverde. Dat toont de groeiende onstabiliteit van het tweepartijenstelsel en het VS-kapitalisme. Fox News en andere rechtse media verklaarden de Republikeinse overwinning en de steun voor de kandidaten van de Tea Party als een bocht naar rechts van de bevolking en een verwerping van de “linkse” agenda van Obama.
Het centrale thema van deze campagne was een afkeer tegenover de zittende politici. De verkiezingen werden gekenmerkt door een diepgaande woede en afkeer tegenover het politieke establishment. Dat is een resultaat van de diepste economische crisis sinds de jaren 1930. De Democraten controleerden het parlement (Congress) en het Witte Huis en kregen dan ook het grootste deel van de afkeer te verwerken.
De krant Seattle Times stelde op 2 november: “De miljoenen Amerikanen die bij deze verkiezingen stemden, wisten niet goed wat ze wilden… Maar velen wisten wel dat ze ontevreden zijn – er zijn de economische problemen, de frustratie over de richting die het land uitgaat en een algemeen ongenoegen tegenover de politiek.”
Bijna negen op de tien kiezers verklaarde bezorgd te zijn over de economie en een meerderheid stelde dat de economie er nog op achteruit is gegaan sinds Obama werd verkozen. De arbeiders hebben onder Obama de werkloosheid verder zien toenemen tot 23 miljoen met harde besparingen in de openbare diensten en miljoenen mensen die uit hun huis werden gezet.
Het is tegen deze achtergrond dat veel kiezers dachten dat iets anders dan het status quo een stap vooruit zou betekenen. Een peiling van Rasmussen gaf aan dat 62% van de kiezers vond dat het beter was indien de zittende parlementsleden niet werden herverkozen. Slechts 37% stelde dat hun lokale parlementslid het waard was om herverkozen te geraken (peiling op 25 oktober).
Het falen van de Democraten om de economische crisis aan te pakken heeft de woede onder de bevolking enkel doen toenemen. Het laat de Republikeinen en de Tea Party toe om zich hypocriet op te stellen en zich met de hulp van media zoals Fox News op te stellen als figuren die ingaan tegen het establishment.
De Tea Party slaagde er in om een deel van de woede van een meer conservatieve, oudere, blanke laag van de middenklasse en de arbeiders achter zich te krijgen. Maar achter de schermen wordt de Tea Party gefinancierd en geleid door de belangen van de grote bedrijven.
Democraten demobiliseren
Twee jaar geleden werden Obama en de Democraten aan de macht gebracht door miljoenen arbeiders en jongeren die genoeg hadden van Bush en zijn oorlogen en patronale agenda.
De enorme hoop op progressieve veranderingen heeft zich niet gerealiseerd. In de plaats van de brede steun onder de bevolking te gebruiken voor een echt ander beleid met een massaal programma van openbare jobs, het verhogen van de minimumleeftijd, degelijke openbare gezondheidszorg,… bleven de Democraten steken in een politiek die afgestemd was op de behoeften van de grote bedrijven.
Obama zette het beleid van Bush verder bij het redden van Wall Street. Zijn stimulusmaatregelen moesten een nieuwe recessie vermijden, maar er werd niet overgegaan tot de creatie van de miljoenen jobs die nodig zijn. Hierdoor denkt 60% in het land vandaag dat Obama meer aandacht heeft voor de noden van de banken dan voor de problemen van de gewone Amerikanen (peiling van CNN in januari 2010).
Ondanks het feit dat Obama als vredeskandidaat opkwam, is de oorlog in Afghanistan verder gezet en werd het budget voor het leger opgedreven. De Patriot Act werd gewoon verlengd. De regering heeft ook de deportaties en de repressie tegen migranten verder gezet.
Obama verzette zich meteen tegen algemene gezondheidszorg en in zijn uiteindelijke compromis was ook de publieke optie verdwenen. Hierdoor was de uiteindelijke hervorming zo beperkt dat het de verzekeringsbedrijven nog heeft versterkt, ook al liggen die mee aan de basis van de crisis in de gezondheidszorg.
Dat is geen toeval. De Democraten waren steeds een partij van het kapitaal. Wij stelden al voor de verkiezing van Obama dat zijn partij onvermijdelijk de kiezers die naar een alternatief zochten zou verraden en ontgoochelen.
Dat is waarom zo weinig Democratische kiezers opdaagden voor deze tussentijdse parlementsverkiezingen, waardoor de Republikeinen een overwinning konden halen. Exitpolls wijzen op een grote achteruitgang in de opkomst van Democratische kiezers. Van alle kiezers die stemden, was slechts 10% jong (tussen 18 en 29 jaar) terwijl dit in 2008 nog 18% was. Ouderen (boven de 65 jaar) waren twee jaar geleden goed voor 15% van de kiezers, maar nu voor 24%. Slechts 41% van de stemgerechtigde kiezers nam ook effectief deel aan de stemming. Vooral diegenen die wat rijker zijn, blanken, ouderen en een meer conservatief deel van de bevolking trok naar de stembus.
De verkiezingen van 2010 toonden het volledige bankroet van de strategie van de Democratische leiders die de afgelopen twee jaar stelden dat linkse eisen niet konden worden ingewilligd. Ze stelden ons dat maatregelen zoals openbare gezondheidszorg of een publiek programma van jobs “onrealistisch” was omdat het de gematigde kiezers van de Democraten zou vervreemden en naar de Republikeinen zou duwen. Welk resultaat hebben ze nu bereikt met hun “realistisch” beleid?
De pogingen om de Republikeinen tegemoet te komen, hebben niets opgeleverd. Er kwam geen steun van de Republikeinen en tegelijk keerden steeds meer arbeiders en jongeren zich af van de Democraten en Obama die ze in 2008 nog enthousiast hadden gesteund.
Geen mandaat voor Republikeins beleid
Deze verkiezingen waren in de eerste plaats een stem tegen het status quo en niet zozeer een stem voor de agenda van de Republikeinen of de Tea Party. De New York Times stelde in een edito: “De Republikeinse leiders zeggen dat de bevolking hen zegt om de monsterlijke gezondheidshervorming in te trekken. Dat waren althans de woorden van John Boehner, wellicht de volgende Kamervoorzitter. De Amerikanen hebben dat echter niet gezegd. Uit peilingen onder de kiezers bleek dat slechts 18% stelde dat gezondheidszorg het belangrijkste thema was.” (4 november)
Een peiling van de NYTimes en CBS News stelde dat 45% van de kiezers het oneens is met de centrale eis van de Tea Party (de intrekking van de hervorming van de gezondheidszorg), terwijl slechts 41% het er wel mee eens was.
”De ‘luide boodschap’ om in de uitgaven te knippen, zoals werd aangehaald door Boehner, was in feite veel gematigder. De peilingen tonen aan dat 39% van de kiezers stelde dat het verminderen van het tekort de hoogste prioriteit moet zijn voor het parlement, maar een statistisch even groot aantal, 37%, geeft er de voorkeur aan om dat geld te besteden aan jobcreatie. Een derde van diegenen die het geld wilden gebruiken om werk te creëren, waren Republikeinen.” (NYTimes, 4 november)
Het feit dat de Republikeinen geen mandaat kregen voor hun beleid, werd ook aangetoond door een exit poll van de vakbondsfederatie AFL-CIO. Kiezers werden gevraagd naar hun standpunt over een aantal Republikeinse voorstellen. Slechts 34% van de kiezers en 49% van de Republikeinse kiezers is voorstander van verdere belastingsverlagingen voor de rijken. Slechts 29% van de kiezers en 35% van de Republikeinse kiezers wil de pensioenleeftijd verhogen. Slechts 28% van de kiezers en 45% van de Republikeinse kiezers is voorstander van een verdere privatisering van de sociale zekerheid.
Tegelijk waren er steeds grote meerderheden voor een beleid dat de belangen van de arbeiders centraal stelt. In totaal 77% van de kiezers en 63% van de Republikeinse kiezers zijn voorstander van het creëren van jobs door de infrastructuur van het land (wegen, bruggen, scholen, energiesysteem) herop te bouwen. Het verhogen van de werkloosheidsuitkeringen en het verlengen van deze uitkeringen werd gesteund door 65% van de kiezers en 47% van de Republikeinse kiezers.
Er was niet zozeer een groeiende steun voor de Republikeinen, maar veeleer een breed ongenoegen tegenover beide partijen. Matthew Dowd, een voormalige strategisch analist voor George W Bush, legde dit als volgt uit: “We hebben op hetzelfde ogenblik twee politieke partijen die gewantrouwd worden door de kiezers… We hebben in het hele land kandidaten die in een normale verkiezing niet verkozen zouden geraken. (…) Nevada is daar een goed voorbeeld van. Zowel Reid [Democraat] als de Republikeinse Sharron Angle zijn onverkiesbaar, maar omdat ze tegen elkaar opkomen zal één van hen winnen. Hetzelfde zien we doorheen het land waar de Republikeinen, ook al worden ze evenzeer gehaat als de Democraten, een meerderheid van de zetels zullen winnen enkel omdat ze niet aan de macht zijn. Eens de verkiezingen voorbij zijn, zullen de meeste kiezers nog steeds ontevreden zijn en zal die frustratie opnieuw tot uiting komen bij volgende verkiezingen.” (ABCnews.com, 30 oktober)
Deze analyse wordt ondersteund door exit polls. Een peiling gaf aan dat 53% van de kiezers negatief stond tegenover de Democraten, maar ook 52% stond negatief tegenover de Republikeinen!
Lessen trekken
De verkiezingen van 2010 werden gekenmerkt door nooit geziene bijdragen van de bedrijfswereld. Er werd maar liefst 4 miljard dollar uitgegeven, dat beweert althans het Center for Responsive Politics. Van die middelen kwam 74% van de bedrijfswereld (opensecrets.org). Beide grote partijen kregen miljarden van de bedrijven.
We moeten lessen trekken uit de ervaringen van de afgelopen twee jaar. De belangen van de arbeiders en jongeren zullen niet worden verdedigd door gelijk welke grote bedrijfspartij. Het feit dat de vakbondsleiders evenmin als de anti-oorlogsorganisaties, de burgerrechtenbeweging, de milieubeweging of de vrouwenorganisaties geen ernstige linkse uitdaging vormen voor de Democraten in de vorm van een alternatieve partij, heeft ruimte gecreëerd waar de Tea Party deels gebruik van maakt om op het ongenoegen in te spelen.
Ondanks het feit dat Obama zijn belofte om het gemakkelijker te maken om arbeiders syndicaal te organiseren op te werkvloer heeft ingetrokken, vonden vier vakbonden het nog nodig om maar liefst 220 miljoen dollar te verspillen aan de Democratische campagnes. De arbeidersbeweging mobiliseerde 200.000 vrijwilligers, verdeelde 19,4 miljoen pamfletten, klopte aan 9,3 miljoen deuren aan en deed een miljoen telefoonoproepen. (AFL-CIO, 3 november)
Indien deze energie en deze middelen waren ingezet voor massale bijeenkomsten voor echte verandering, rond algemene gezondheidszorg bijvoorbeeld, en voor het steunen van onafhankelijke linkse kandidaten, dan was het mogelijk om een alternatief op de Tea Party op te bouwen.
Er is meer dan ooit nood aan een links alternatief op de twee partijen van het kapitaal. Een kleine maar groeiende minderheid van arbeiders en jongeren begint dit in te zien na de ervaringen met Obama en de Democraten aan de macht.
In een interview met Democracy Now op de dag na de verkiezingen stelde Michael Moore: “Als [Obama] de oorlog verder zet, als hij geen greep krijgt op Wall Street en hen klein krijgt… dan is het niet onwaarschijnlijk dat er een soort van Nader-achtige uitdaging van de linkerzijde komt. Dat zal misschien niet in de voorverkiezingen zijn, maar met effectief onafhankelijke kandidaten.”
Naar een stormachtige periode
De Republikeinen hebben een meerderheid in de Kamer en een grotere minderheid in de Senaat. Ze zullen daarmee hun agressieve rechtse pro-kapitalistische agenda verder zetten. Ze eisen van Obama dat hij de belastingsverlagingen voor de rijken die onder Bush werden opgestart, zou verder zetten. Ze dreigen er mee om de financiering van de gezondheidszorg te blokkeren om de hervorming in te trekken.
De Republikeinen willen de binnenlandse uitgaven meteen met minstens 20% verlagen. Er wordt voorgesteld om 100 miljard dollar op een jaar te besparen, ook al zou dit de economische crisis enkel nog erger maken. De grote bedrijven eisen ook steeds meer dat er een “hervorming” van de sociale zekerheid komt, uiteraard willen ze die verder ondermijnen. Er zal ook meer druk worden gezet op vakbonden, migranten, vrouwen en holebi’s.
Obama heeft spijtig genoeg aangegeven dat hij nog steeds bereid is tot compromissen en akkoorden met de Republikeinen, onder meer bij de privatisering van het onderwijs, vrijhandelsakkoorden, milieuwetgeving en het beperken van het begrotingstekort. Gezien de positie van de Republikeinen is het waarschijnlijk dat er rond een aantal thema’s confrontaties met Obama zullen ontstaan. Dat kan leiden tot een gespannen verhouding tussen het Democratische Witte Huis en de Republikeinse Kamer.
Onder druk van de rechtse Tea Party is het mogelijk dat de Republikeinen gaan voor een bijzonder agressief rechts beleid dat niet wordt gesteund door de bevolking. Bush maakte deze fout na zijn nipte verkiezingsoverwinning in 2004. Hij probeerde toen om de sociale zekerheid deels te privatiseren. Hij dacht dat hij de steun van de bevolking genoot, maar hij moest het voorstel uiteindelijk intrekken. De afkeer tegen deze maatregel was zo groot dat Bush de rest van zijn tweede termijn geïsoleerd stond. De Tea Party en de Republikeinen kunnen een zelfde weg opgaan.
Ter linkerzijde zullen velen tijdelijk ontgoocheld zijn door deze verkiezingen omdat de Republikeinen en de grote bedrijven hun aanvallen zullen opvoeren. Maar er zal onvermijdelijk een grotere bereidheid tot verzet ontwikkelen onder de arbeiders en jongeren. De Tea Party zelf kan strijd uitlokken. De mobilisatie van de vakbonden op 2 oktober en de mobilisaties op 30 oktober brachten honderdduizenden op de been in Washington DC om daar te protesteren tegen de Tea Party en Glenn Beck.
De aanhoudende druk van de economische neergang, de oorlogen in Afghanistan en Irak en de algemene crisis waarmee het VS-kapitalisme wordt geconfronteerd, zullen ervoor zorgen dat de woede en de frustratie tegen beide partijen, zowel Republikeinen als Democraten, zal blijven toenemen. Geen van beide partijen zit vandaag de luxepositie van de oppositie. Ze zullen beiden gediscrediteerd geraken door het beleid waar ze voor staan.
Marxisten zien verkiezingen als een verwrongen beeld van de sfeer onder de bevolking op een bepaald ogenblik. Die sfeer is niet in steen gebeiteld en kan snel veranderen onder de impact van belangrijke gebeurtenissen. De verkiezingen van 2010 hebben niet de basis gelegd voor een langdurig bewind van de Republikeinen. Het was een uitdrukking van de enorm volatiele en explosieve periode waarin we zijn gekomen. De verkiezingen toonden de woede en het verzet tegen het establishment, waarbij de woede groter is geworden door de economische crisis.
De Tea Party is op twee jaar tijd vanuit het niets ontstaan. In dezelfde periode viel de steun voor Obama van 78% terug op 45%. De komende jaren zijn nog meer veranderingen mogelijk. Massale bewegingen en strijd staan opnieuw op de agenda.
De linkerzijde staat voor enkele historische uitdagingen, maar ook veel kansen. We moeten aan de basis de arbeiders en jongeren organiseren in het verzet tegen rechts en de grote bedrijven. Om de nodige eenheid en cohesie in onze bewegingen te krijgen om de macht van het kapitaal te breken, zullen we ons moeten verenigen in een massale linkse arbeiderspartij die een alternatief biedt op de twee bestaande bedrijfspartijen en hun systeem dat door crisis wordt gekenmerkt.
Artikel door Philip Locker