Hoe de strijd tegen het kapitalisme in Latijns-Amerika versterken?
De afgelopen jaren was er in Latijns-Amerika een opmars van linkse regimes. Chavez in Venezuela werd gevolgd door Morales in Bolivia en ook elders was er radicalisatie die zich uitte in een versterking van linkse krachten. De linkse socialisten gaan na hoe de positieve ontwikkelingen kunnen worden veilig gesteld en uitgebreid. We spraken met Hannes, een LSP-lid die de afgelopen zes maanden in Bolivia verbleef als uitwisselingsstudent.
Hoe en waarom is een links regime in Bolivia aan de macht gekomen?
“Bolivia kent net als veel andere Latijns-Amerikaanse landen een geschiedenis van uitbuiting, onderdrukking, (burger)oorlogen,… Het kolonialisme van de Spanjaarden werd opgevolgd door het neokolonialisme door onder meer het VS-imperialisme dat werd ondersteund door een neoliberaal beleid van de Boliviaanse burgerij.
“Deze jaren van bloed, zweet en tranen laten hun sporen na. 58 tot 70% van de bevolking leeft in armoede (2 dollar/dag), ongeveer de helft hiervan in extreme armoede (1 dollar/dag). De ongelijkheid tussen rijk en arm is groot. Volgens Xavier Nogales, de minister van economische ontwikkeling, verdient een rijke persoon 90 keer meer dan een arme. Intussen gaat een groot deel van de opbrengsten uit de natuurlijke grondstoffen naar buitenlandse multinationals. Bolivia heeft een enorm potentieel: vruchtbare landbouwgrond, vele kostbare ertsen, olie en de tweede grootste gasreserve van Latijns-Amerika. Tot nog toe zijn het vooral de multinationals en de Boliviaanse burgerij die van dit potentieel hebben genoten. Het is niet verwonderlijk dat de arbeiders en boeren van Bolivia zich tegen deze ongelijkheid verzetten.
“Dit verzet is op zich niet nieuw. Bolivia kent een rijke geschiedenis van arbeiders- en boerenstrijd. Hoewel de arbeidersklasse zich al vroeger begon te organiseren en verzetten, was er in 1952 een eerste echte revolte van de arbeidersklasse en boeren. Dit staat ook wel bekend als de aprilrevolutie. De gewapende arbeidersklasse slaagde er in om grote hervormingen door te voeren zoals de nationalisatie van heel wat mijnen en er werd een einde gemaakt aan het feodale stelsel waar de boeren in werkten. Verder kwam er een eerste grote landverdeling en ook basisonderwijs voor de kinderen van arbeiders en boeren in de dorpen.
“Nog geen 10 jaar geleden kwamen de massa’s in opstand in de zogenaamde wateroorlog. Ze kwamen met succes op voor de onmiddellijke uitwijzing van grote multinationals die de watervoorziening in handen hadden. Drie jaar later was er de succesvolle gasoorlog en in 2005 een zo mogelijk nog grotere massabeweging die opkwam voor de volledige nationalisatie van de gasindustrie. Deze beweging eindigde met het afzetten van twee neoliberale presidenten. De impact van deze bewegingen was enorm en creëerde een politiek vacuüm.
“Door de eisen van het volk in hun programma op te nemen, slaagden Evo Morales en zijn MAS er in om dit vacuüm op te vullen. Het was hij die op de kar van het volk sprong en niet andersom zoals vele media ons wil doen geloven. Het leidde wel tot monsterscores bij de verkiezingen van 2005 en 2009.
“Momenteel blijft de MAS enorm populair, maar dat kan veranderen. De bevolking eist radicalere hervormingen en neemt geen genoegen met de huidige beperkte maatregelen. Als de MAS-regering niet verder gaat, zijn de massa’s bereid om zelf verder te strijden en meer af te dwingen. Dit zelfvertrouwen bleek onder meer in de nationale ambtenarenstakingen van 9 mei. De stakers eisten een loonsverhoging van 12,5% (de regering beloofde 5%), tussen 2003 en 2005 namen de lonen met slechts 3 tot 4% toe.”
Wat betekent het regime van de MAS voor de bevolking?
“Morales ging al vrij snel na zijn aanstelling over tot het nationaliseren van de energiesector. Hierbij moeten we wel opmerken dat het gaat om jointventures waarvan 20% nog in handen blijft van multinationals en de overige 80% in handen komt van staatsbedrijven. Dit is geen volledige nationalisatie onder arbeiderscontrole. Toch legde deze nationalisatie Bolivia geen windeieren. De staatsinkomsten uit de energiesector vertienvoudigden van 200 miljoen dollar in 2006 naar 2 miljard dollar in 2008.
“Deze inkomsten gaven Morales de ruimte om zijn befaamde Bonos (sociale projecten) in het leven te roepen. Met deze sociale projecten kon Morales de bevolking onder andere voorzien van schoolsubsidies, pensioenen, tegemoetkomingen op vlak van gezondheidsuitgaven en gratis levensgoederen. De Bonos zijn zeker welkom voor de arme bevolking, maar ze hebben geen fundamentele verandering teweeg gebracht.
“De herverdeling van de gronden is tot nu toe nauwelijks in de praktijk gebracht. Het enige wat Morales heeft gedaan, is het verdelen van 500.000 hectare grond van grootgrondbezitters onder de arme boerenbevolking. Dit lijkt een belangrijke stap, maar het gaat om grond die de grootgrondbezitters niet gebruikten omdat het economisch niet zo interessant was. Morales durft relatief hard optreden tegen buitenlandse multinationals, maar is erg voorzichtig tegenover de binnenlandse burgerij en grootgrondbezitters.
“Ten slotte is er een nieuwe grondwet met meer rechten en autonomie voor de indiaanse bevolking. Dit is belangrijk na decennia van discriminatie en racisme tegenover de inheemse bevolking. Een nieuwe grondwet maakt niet meteen een einde aan racisme, maar het is wel een nuttige stap in de strijd tegen discriminatie en racisme. Er wordt overigens niet alleen ingegaan tegen discriminatie op basis van ras, maar ook op basis van geslacht of seksuele voorkeur.”
Hoe kunnen de hervormingen worden veilig gesteld en uitgebreid?
“De hervormingen zijn een belangrijke stap vooruit voor socialisten en sociale bewegingen in het algemeen. De opeenvolgende verkiezingsoverwinningen van de MAS hebben de kapitalistische rechterzijde tijdelijk verzwakt. Om te vermijden dat de rechterzijde haar vroegere machtspositie terug opbouwt, moet de MAS haar steun onder de bevolking consolideren.
“De linkse socialisten steunen doorgaans op kritische wijze de kandidaten van de MAS. We verdedigen de hervormingen van de afgelopen jaren en verzetten ons tegen rechts. Maar om een terugkeer van rechts te vermijden, moet het regime snel meer fundamentele veranderingen doorvoeren.
“We mogen de strijd tegen rechts en voor een breuk met het kapitalisme echter niet overlaten aan de leiding van de MAS. Er is een socialistische verandering nodig en dat is mogelijk door zich te baseren op mobilisaties van onderuit. In de plaats daarvan heeft de MAS-regering beperkte hervormingen van bovenaf opgelegd en werd geprobeerd om compromissen te sluiten met het kapitalistische systeem. Dat is op termijn niet vol te houden.
“Er is onder arbeiders en activisten die Morales aan de macht hebben gebracht nu reeds frustratie over het feit dat niet verder wordt gegaan en omdat niet volledig wordt gebroken met kapitalisme en grootgrondbezit. De frustraties leiden regelmatig tot acties en verzet dat kan aanzwellen indien de regering tegen de achtergrond van economische crisis niet meer in staat is om de beperkte toegevingen te behouden. Als het kapitalisme niet wordt vervangen door een democratisch geplande economie, zullen stappen achteruit worden gezet. In Venezuela zien we dit reeds gebeuren.
“Er zijn nog andere gevaren. De afgelopen periode was er de opkomst van een sterkere bureaucratie binnen de regering en de MAS zelf. Veel MAS-kandidaten bij de lokale verkiezingen van 4 april werden door de nationale leiding aangeduid en niet van onderuit verkozen. Onder de kandidaten waren er figuren die geen banden hebben met de sociale bewegingen of de arbeidersstrijd. Dit leidde tot protest aan de basis van de partij, maar de leiding zette door en dit leidde tot ontgoocheling.
“Een andere bedreiging is het feit dat ook rechtse kapitalisten in de MAS worden toegelaten met het argument dat op deze manier compromissen mogelijk worden. Het pragmatisme kende een triest hoogtepunt toen zelfs enkele leiders van een extreem-rechtse jongerenorganisatie in Santa Cruz werden toegelaten in de MAS. Er werd gehoopt dat rechtse kandidaten in de provincies met bodemrijkdommen de partij een overwinning zouden opleveren. De MAS onderschat het gevaar van deze strategie, de rechtse opportunisten dienen enkel de belangen van de bedrijfswereld en de grootgrondbezitters en niet deze van de arbeiders, boeren en armen. Rechts zal van de positie die de MAS aanbiedt gebruik maken om zichzelf te versterken en de hervormingen te bestrijden. Bovendien isoleert het de partij van haar echte basis. Door de leiding van sociale bewegingen in het staatsapparaat op te nemen, probeert het regime tenslotte om onafhankelijke acties en mobilisaties te vermijden.
“Om deze ontwikkeling tegen te gaan, moeten de arbeiders, boeren en jongeren die het linkse regime aan de macht hebben gebracht ervoor opkomen dat zij democratische controle verwerven over de MAS, de campagnes en het beleid van de partij. De basis van de MAS is al vrij sterk georganiseerd en moet die macht gebruiken om zelf de controle te verwerven over hun partij. Dat kan door vergaderingen en lokale comités op te zetten met MAS-leden, vakbonden en boerenorganisaties die samen de strijd kunnen organiseren en voeren tegen een bureaucratisering en voor arbeiderscontrole op de regering en de economie. Dat kan de basis vormen voor fundamentele verandering in socialistische zin. Zoniet kan rechts terugkomen en zullen de hervormingen terug onder vuur komen te liggen.”