Vrouw zijn in Congo: een nachtmerrie

De geschiedenis van Congo is woelig en tot op vandaag is er geen stabiliteit. Congo is voor vrouwen momenteel de meest afschuwelijke plaats van de hele wereld om te leven volgens Human Rights Watch.

Een dossier door TINA (Leuven).

Het systeem is de oorzaak

Al van bij het ontstaan van het kapitalisme zorgde de enorme natuurlijke bodemrijkdom van de regio voor aanhoudende conflicten. Imperialisten deden er alles aan om de controle te verwerven over de vele mineralen die Congo rijk is. Binnen het kapitalistisch systeem wordt enkel gekeken naar de winst en alles – ook de levenskwaliteit van de bevolking – wordt opgeofferd om winst te verzekeren en een kleine groep te verrijken. De bevolking wordt uitgebuit en men wordt tegen elkaar opgezet op alle mogelijke terreinen: afkomst, geslacht,… De uitbuiting neemt namelijk de gruwelijkste vormen aan daar waar mensen het hardst tegen elkaar uitgespeeld worden. Verdeeldheid zorgt er immers voor dat er geen krachtsverhouding tegen de heersende klasse uitgebouwd wordt. De situatie in Congo, waar het falen van het kapitalisme pijnlijk duidelijk wordt, is hiervan een schoolvoorbeeld.

Om de bevolking te kunnen uitbuiten, speelde de Belgische overheid – als imperialist en verdediger van de belangen van het kapitaal – destijds de verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar uit, onder het mom van het bijbrengen van ‘beschaving’ aan de lokale bevoking. De etnische spanningen hebben immers alles te maken met de kunstmatige manier waarop stammengemeenschappen werden opgesplitst in verschillende staten en met de rol van het imperialisme dat in het algemeen steeds de macht in handen gaf van een minderheidsgroep in de bevolking. Het voortrekken van de minderheid van Tutsi’s in Rwanda bijvoorbeeld zou zo uiteindelijk tot de genocide lijden in 1994.

Maar ook mannen en vrouwen werden tegen elkaar opgezet door mannen bepaalde rechten te geven over hun vrouwen. Een voorbeeld hiervan is de ‘familiewet’ die zegt dat vrouwen voor wat dan ook de mening van hun man moeten vragen. De arbeidswetgeving werd dan wel hervormd zodat vrouwen hun man niet langer toestemming moeten vragen om te gaan werken, maar door de familiewet is het toch nog voorgekomen dat een bedrijf dat een vrouw aanwierf zonder medeweten van haar man, haar moest ontslaan en schadevergoeding moest uitbetalen aan de man. Hierdoor zijn vrouwen compleet afhankelijk van hun man voor hun levensonderhoud.

De conflicten – die in feite al helemaal teruggaan tot de onafhankelijkheid van Congo in 1960 – zorgen voor een verdere verdeeldheid: mannen verlaten de familie om mee te vechten in de conflicten (veelal uit noodzaak omdat ze anders werkloos zijn), verkrachtingen tegen vrouwen worden ingezet als oorlogswapen en verkrachte vrouwen worden door hun mannen verstoten. Dit alles zorgt ervoor dat de reële vijand – de westerse mogendheden, imperialisten en multinationals – ongestoord hun gang kunnen gaan met het verder leegzuigen van het rijke Congo.

De gruwelijke geschiedenis van Congo

Vanaf de 15de eeuw ontstond in midden-Afrika handel met Europa – vooral slavenhandel, waardoor een groot percentage van de bevolking werd ‘uitgevoerd’. Dit betekende het begin van de achteruitgang en armoede voor Congo. Toen de Europeanen het binnenland van Afrika in de 19de eeuw voor het eerst zelf gingen verkennen, gingen imperialisten zoals onze Belgische koning Leopold II over tot de verdeling van Afrika op de Conferentie van Berlijn in 1885 (onder 14 Europese landen en de VS). Bij deze arbitraire opdeling van Afrika in koloniën werd totaal geen rekening gehouden met de gebieden waarin stammen reeds gevestigd waren.

Congo werd zo het persoonlijk bezit van koning Leopold II en het aanwezige rubber en de andere felbegeerde grondstoffen maakten hem schatrijk. Tussen 1885 en 1908 stierven naar schatting 5 miljoen Congolezen – ingezet voor het winnen van rubber en andere grondstoffen – aan misbruik, uitbuiting en ziekten. Onder internationale druk moest het Belgisch parlement de kolonie van koning Leopold II in 1908 overnemen. De situatie verbeterde wel een klein beetje, maar was op lange termijn niet meer vol te houden. De bevolking kwam in opstand en dwong de onafhankelijkheid van Congo af in 1960. Aan het hoofd van het Congolese leger bleven echter nog altijd Belgische bevelhebbers staan.

Momenteel wordt de 50 jaar onafhankelijkheid van Congo uitgebreid gevierd, maar uit wat volgt zal blijken dat er geen reden tot feesten is. Vóór 1960 bepaalde het imperialisme wat er met Congo gebeurde en na 1960 was dit niet anders. Pas als Congo bevrijd wordt van de imperialistische machten en de Congolezen zich de rijkdommen van Congo zelf zullen toeeigenen door de sleutelsectoren te nationaliseren, zal het land pas echt onafhankelijk zijn.

De linkse anti-imperialist Lumumba werd in 1960 de eerste premier van Congo. De Belgische koloniale overheid, andere Westerse machten en ook de VS zagen in hem een bedreiging en vreesden dat hij toenadering zou zoeken tot de Sovjet-Unie. Hij werd in onopgehelderde omstandigheden vermoord en men liet toe dat Mobutu in 1965 via een staatsgreep en met de hulp van de CIA aan de macht kwam. Mobutu vestigde in Congo de dictatuur die de westerse imperialistische mogendheden konden gebruiken in de strijd tegen het “communisme” in de Koude Oorlog in heel midden-Afrika. Dit was het begin van een tot op vandaag bijna continue burgeroorlog die zorgt voor de miserabele levenskwaliteit van de Congolese bevoking en de vrouwen in het bijzonder.

Aan de dictatuur van Mobutu – met een eenpartijenstelsel en onder de naam ‘Zaïre’ – kwam een einde met de machtsovername van Kabila sr. in 1997, maar dat betekende voor de Congolese bevolking helaas geen vooruitgang. Het is vooral een uiting van het feit dat een dictatuur sinds de val van de muur niet meer noodzakelijk was in de ogen van de Westerse mogendheden, omdat de dreiging van een mogelijk bondgenootschap met de Sovjet-Unie compleet wegviel en het imperialisme dus niets meer in de weg stond. Zelfs een (weliswaar halfslachtige) vorm van democratie wordt sindsdien (en niet enkel in Congo) door hen gepredikt.

De hoop dat er verandering zou komen na de machtsovername door Kabila was snel opgegeven, want het werd duidelijk dat Kabila geen maatregelen zou doorvoeren om het leven van de brede bevolking te verbeteren. Hoewel Congo één van de rijkste regio’s ter wereld is, vloeit niets van die rijkdom terug naar de gewone bevolking, die nochtans hard werkt om de rijkdom te ontginnen. Multinationals slagen er – met de steun van de door hen geïnstalleerde regimes – al decennia lang in om de rijkdom van Congo te blijven exploiteren.

Met socialistische maatregelen zoals een democatische planeconomie om het land te ontwikkelen en de nationalisatie van de sleutelsectoren en de mijnen, zou de Congolese bevolking eindelijk kunnen genieten van een stabiel, kwaliteitsvol leven. Alleen zo kan voldaan worden aan de behoefte van de bevolking naar vrede, een goede gezondheidszorg, onderdak, degelijk werk,… Kabila sr. was echter gevormd in de stalinistische 2-stadia theorie die veronderstelt dat men als achtergesteld gebied in eerste instantie een goed functionerend kaptitalistisch land moet worden vooraleer kan overgegaan worden naar socialisme. Daarom sprak hij kapitalistische investeerders aan en begon hij een beleid te voeren dat meer en meer in de richting ging van dat van Mobutu.

Het is niet mogelijk voor een land als Congo om tot iets anders te ontwikkelen dan een kolonie zonder komaf te maken met het kapitalisme. Binnen het kapitalisme blijven de belangen van de multinationals spelen en zullen die multinationals dan ook blijvend investeren in rebellenlegers en krijgsheren die hen toegang kunnen geven tot de kostbare grondstoffen. Alleen de onmiddellijke omverwerping van het kapitalisme en het installeren van een socialistische maatschappij in dienst van de brede bevolking zal het land echt onafhankelijk maken en de Congolezen zelfbeschikking geven.

De desillusie van de Congolese bevoking in Kabila leidde uiteindelijk tot de poging om hem af te zetten met steun van Rwanda en Oeganda in 1998. Dit was het begin van de bloedige burgeroorlog waarin naar schatting al zo’n 6,9 miljoen dodelijke slachtoffers vielen tot nu toe (voornamelijk in de provincies Noord- en Zuid-Kivu). Ook hier draait het uiteindelijk weer om de natuurlijke rijkdommen van Congo. Zo steunen verschillende multinationals bepaalde krijgsheren om hun belangen te verdedigen. De levensverwachting is nationaal gedaald tot 45,8 jaar, in Noord-Kivu is dat 43,7 jaar. 73% van de Congolese bevolking leeft in armoede. In 2008 waren meer dan een miljoen Congolezen op de dool. De regio Noord-Kivu wordt bovendien getroffen door fenomenen als massaal gebruik van kindsoldaten en seksueel geweld. De Verenigde Naties had het in een verslag over 350 verkrachtingen per maand. Lokale bronnen hadden het in april 2008 echter over meer dan 800.

De situatie van vrouwen in Congo

Omdat vele mannen bij deze gewapende conflicten betrokken zijn, het leven verloren of wegvluchtten, vormen vrouwen in Congo de basis van het hele maatschappelijke weefsel. Met hun arbeid houden zij de hele gemeenschap aan de gang. En net in Congo is het volgens Human Rights Watch de ergste plaats ter wereld voor vrouwen: vrouwen lijden er onder massale verkrachtingen, geweld, analfabetisme en armoede.

De wreedheden die momenteel in Congo begaan worden, gaan volgens mensenrechtenexpert Yakin Erturk veel verder dan verkrachting. Ze omvatten slavernij, groepsverkrachtingen en gedwongen incest (vaak in aanwezigheid van gezin en gemeenschap), moord en kannibalisme. Marie-Noel Cikuru – oprichtster van de vrouwenhulporganisatie Vision d’Espoir – legt uit dat verkrachten in Kivu geen vorm is van ordinair geweld van mannen tegen vrouwen, maar ingezet wordt als strategisch wapen om het bestaande sociale weefsel te ontbinden.

Er zijn dorpen waar bijna geen enkele vrouw niet verkracht werd. De zware fysieke letsels, nachtmerries, psychosomatische klachten,… zorgen ervoor dat massaal veel vrouwen niet meer kunnen of willen werken. Vaak worden ze ook nog verstoten door de gemeeschap en hebben ze geen toegang tot medische verzorging. Toch worden daders zelden of nooit bestraft. Ofwel durven vrouwen niet naar het gerecht te stappen, ofwel sleept de procedure zo lang aan dat ze opgeven. En uiteraard is de bestraffing van de dader op zich nog geen garantie dat het in de toekomst niet meer zal gebeuren. Om dat te kunnen garanderen, moet de oorzaak van deze gruweldaden weggenomen worden.

Het alternatief

Het is onmogelijk om deze noodtoestand binnen dit systeem – dat er zelf voor verantwoordelijk is – te verhelpen. Marie-Noel Cikuru probeert met Vision d’Espoire hulp te bieden aan vrouwen in de bergachtige gebieden. Ook bij Artsen Zonder Grenzen lopen gelijkaardige initiatieven. Dit is uiteraard goed, maar er worden weinig mensen mee bereikt en het is eerder symptoombestrijding dan een fundamentele oplossing.

Anne Marie Mpundu, die als Coordinator werkt bij de Congolese onafhankelijke kiescommissie in Brussel en Marie Bapu, die genderexperte is voor het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP), plaatsten al in 2000 hun hoop op de VN-resolutie 1325 over de rol van vrouwen, oorlog en vrede. Hierrond werden verschillende conferenties en acties gehouden. Toch heeft dit geen fundamentele verandering gebracht. Ook Yakin Erturk – mensenrechtenexperte bij de VN – heeft sinds haar bevindingen aan de Mensenrechtenraad in 2007 niets fundamenteels kunnen veranderen aan de situatie van vrouwen in Congo.

De enige manier om stabiliteit te brengen in Congo, is komaf maken met een systeem waarin de winsthonger belangrijker is dan mensen en hun omgeving. In een socialistische maatschappij zou er geen sprake zijn van bezetting van gebieden, maar recht op zelfbeschikking voor iedereen. Iedereen zou er bovendien beschikken over onderwijs, onderdak, gezondheidszorg, degelijk werk, degelijk openbaar vervoer,… De gruwelijkheden die vandaag in Congo gebeuren, zouden onmogelijk zijn in zo’n samenleving.

Er is nood aan democratische arbeidsorganisaties die de etnische verdeeldheid en de verdeeldheid over geslachten overstijgen. Arbeiders, boeren en armen moeten samen strijden tegen misbruik door rebellen, clans, regeringstroepen en vredestroepen. Enkel socialistische maatregelen zoals het collectiviseren van de ontginning van de grondstoffen om deze rijkdom ten voordele van de hele gemeenschap te plaatsen, kunnen een uitweg bieden voor de kapitalistische nachtmerrie die steeds ergere vormen aanneemt in Congo.

Of zoals we ook hier al schreven: “De oorlogen en plunderingen zijn het resultaat van inter-imperialistische tegenstellingen. De enige manier om er een einde aan te maken, is door te breken met het imperialisme en het kapitalisme. Ook de VN-troepen moeten het land uit, nu vormen zij de gewapende arm van het imperialisme. Er is nood aan een Congo dat bevrijd is van het imperialistische juk met de mogelijkheid voor de bevolking om het eigen land zelf in handen te nemen. Een dergelijke onafhankelijkheid houdt ook in dat de bevolking de sleutelsectoren van de economie zelf in handen moet krijgen. De strijd hiervoor kan enkel gevoerd worden door de arme massa’s in de steden en op het platteland. Er is nood aan organisaties van de arbeiders en armen. Op basis van strijd moeten we komen tot een socialistisch Congo als onderdeel van een socialistische federatie van Afrikaanse staten waarin ook Rwanda en Oeganda betrokken zijn. Dat is de enige mogelijkheid om blijvende vrede te bekomen in de regio.”

Zolang we in het kapitalisme zitten, zal er geen verbetering komen in de situatie van vrouwen. Niet in Congo en ook elders niet.


Getuigenissen.

Yakin Erturk, mensenrechtenexpert van de Verenigde Naties, zegt: “De wreedheden die door deze gewapende groeperingen worden begaan zijn van onvoorstelbare beestachtigheid en gaan veel verder dan verkrachting”, zei Erturk. “Vrouwen worden met geweld groepsgewijs verkracht, veelal in aanwezigheid van hun gezinnen en gemeenschappen. In veel gevallen zijn mannelijke familieleden onder bedreiging van vuurwapens gedwongen eigen dochters, moeders of zusters te verkrachten.”

Volgens Erturk worden vrouwen vaak na verkrachting doodgeschoten of hun geslachtsorganen met messteken verminkt. Vrouwen die maandenlange slavernij overleefden vertelden dat hun beulen hun dwongen uitwerpselen of vlees van vermoorde verwanten te eten.

Erturk zegt dat in 2007 al 4.500 gevallen van seksueel geweld in de regio zijn geregistreerd, maar dat het werkelijke aantal vermoedelijk veel hoger is.

Het Panzi-ziekenhuis in Bukavu bij de grens met Rwanda behandelt jaarlijks 3.500 vrouwen die met fistels en andere genitale problemen zitten als gevolg van de geweldpleging, aldus Erturk, die als voorbeeld een 10-jarig meisje noemde dat een spoedoperatie moest ondergaan omdat een stok in haar vagina was geramd.

bron (gva.be)

  • Marie-Noël Cikuru van het hulpcentrum Olame voert tegenwoordig vanuit de provinciehoofdstad Bukavu campagne voor de rechten van de vrouwen. Zij vertelt: “In Kivu zijn verkrachtingen geen ordinair geweld van mannen tegen vrouwen; ze gebeuren systematisch en gericht, ze zijn een echt strategisch wapen. Er zijn dorpen waar je geen enkele vrouw vindt die niet is verkracht. Maar bij ons is de vrouw de motor van de familie. Kunt u zich inbeelden wat dat teweegbrengt? Vele honderden individuen met zware fysieke letsels, nachtmerries en psycho-somatische klachten, die uitgestoten worden, die niet meer kunnen werken? Dat betekent dat het hele sociale weefsel ontbindt”.bron (soulpress.be)

Geef een reactie

0
    0
    Je winkelwagen
    Er zit niets in je winkelwagenKeer terug naar de winkel