Griekse verkiezingen. Traditionele partijen verliezen, radicaal-links op 14%
Op 16 september waren er verkiezingen in Griekenland. Het resultaat is een zware nederlaag voor de rechtse regeringspartij Nieuwe Democratie (ND) maar ook voor de sociaal-democratische oppositiepartij PASOK. Radicaal-linkse formaties scoorden een mooie vooruitgang en haalden samen 14%.
ND behield slechts nipt haar meerderheid met twee zetels op overschot (152 zetels op 300). De partij haalde 42% van de uitgebrachte stemmen (het aantal niet-stemmers en onthoudingen vormde samen 29%). De ND verloor 380.000 stemmen of 11,5% van haar electoraat in vergelijking met 2004.
De oppositiepartij PASOK haalde 38% en verloor ongeveer 10% van haar electoraat in 2004. Dat komt na een oppositieperiode van 3,5 jaar waarin de ND-regering een aantal harde aanvallen heeft doorgevoerd op de arbeiders en jongeren. Bovendien werd de ND verantwoordelijk geacht voor de omvang van de catastrofe bij de bosbranden in juli en augustus. Ondanks al die elementen haalde PASOK haar slechtste resultaat sinds het aan de macht kwam in 1981. Beide grote partijen (ND en PASOK) verloren samen 650.000 stemmen.
Een draai naar links
De grote partijen verloren terrein, honderdduizenden arbeiders en jongeren kozen intussen voor linksere formaties. De Communistische Partij (KKE) en de linkse alliantie Siriza boekten heel wat vooruitgang, meer dan verwacht in de peilingen. De KKE haalde 8% en Siriza meer dan 5%. De KKE ging met 140.000 stemmen vooruit en Siriza met 120.000 stemmen.
Samen haalden ze 260.000 extra stemmen en haalden ze 13,5% van de stemmen, tegenover 9% in 2004. Samen met andere linkse formaties komt radicaal-links op 14% of 1 miljoen stemmen. Dat is de beste linkse score sinds 1990.
In de grote steden is de groei van de linkse partijen nog indrukwekkender, zeker in de arbeidersbuurten. In het centrum van Athene haalden de KKE en Siriza samen 20% tegenover 13,5% in 2004. In de volledige stad haalden ze 21% tegenover 14% in 2004. In Piraeus gingen ze van 15% naar 21%.
In arbeiderswijken in steden als Egaleo, Peristeri, Tauros, Drapetsona, Petroupoli en Nikaia, naast wijken in Athene en Pireaus, haalden de linkse partijen telkens 22 tot 26%. De resultaten voor de ND waren heel wat slechter in deze buurten, de conservatieven haalden er nergens meer dan 35%.
ND – reactionair beleid en hypocrisie
Ondanks haar nederlaag, spreekt ND over een “belangrijke overwinning”. De partij stelt dat de Griekse bevolking voor haar beleid heeft gestemd. Nochtans kreeg de partij slechts 40% van de stemmen onder de 70% die deelnam aan de verkiezingen. Dit betekent dus dat slechts 28% van de Grieken voor ND heeft gestemd. De partij haalde enkel een meerderheid omwille van een absurde regel om aan de grootste partij een bonus van 40 zetels te geven zodat het een regering kan vormen.
De ND stelt dat haar aanhang een beetje afnam omdat het niet snel genoeg gaat met de ‘hervormingen’ die nodig zijn in Griekenland. De partij stelt dat de bevolking meer en snellere hervormingen wil. De ND beweert dus dat het stemmen verloor in arbeiderswijken omdat de arbeiders hardere aanvallen op hun levensstandaard zouden willen? Vreemd genoeg wordt daar in de massamedia nooit op geantwoord, dat is blijkbaar teveel gevraagd…
De theatrale en hypocriete toespraken van ND-vertegenwoordigers en van premier Karamanlis tonen enkel aan dat ze vastberaden zijn om het asociaal beleid verder te zetten. Ze willen aanvallen op arbeidersrechten, lonen, aanvallen op de jongeren, de pensioenen, gezondheidszorg, onderwijs,… Het aantal “goedkope” en flexibele “jobs” neemt sterk toe: 70% van de jobs die de afgelopen jaren werden gecreëerd waren deeltijds of tijdelijke jobs met lonen tussen 300 en 500 euro per maand. De werkloosheidsgraad bedraagt intussen nog steeds meer dan 8%.
Waarom PASOK verloor
PASOK bevindt zich nu in een belangrijke crisis. Papandreou werd openlijk uitgedaagd toen hij de nederlaag moest erkennen. Hij werd ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor de nederlaag. Uiteraard heeft Papandreou een belangrijke verantwoordelijkheid, maar de dieperliggende redenen voor de nederlaag van PASOK gaan heel wat verder. De partij neemt het niet langer op voor de arbeiders en hun gezinnen.
In de oppositie stelde PASOK nooit iets concreet voor. In de campagne legde het nadruk op het feit dat Karamanlis een “afwezige premier” was. Voor veel arbeiders is dat lege retoriek, de premier en zijn beleid werden immers wel degelijk concreet aangevoeld bij de aanvallen op de arbeiders. PASOK nam nooit echt deel aan verzet tegen het rechtse beleid. Papandreou gaf tot voor kort zelfs amper enige verbaal weerwerk. In plaats van het op te nemen tegen de rechterzijde, sprak Papandreou nu over de schade die aan Griekenland werd toegebracht. Zelfs op het punt van private universiteiten (wat leidde tot een massale studentenbeweging tussen mei 2006 en april 2007), steunde Papandreou de voorstellen van de regering tot in januari 2007. Toen moest hij een bocht maken onder druk van de beweging. Het probleem van PASOK is niet louter aan Papandreou toe te schrijven, andere partijkopstukken staan voor een zelfde neoliberale visie. Andere kandidaten hebben ook nog minder banden met de moeilijke jaren van de opbouw van de partij in de jaren 1970, laat staan de jaren 1960. Nu bevinden zich carrièristen aan de partijtop. Daarmee wordt de omvorming van de partij duidelijk gemaakt: steeds meer is PASOK een openlijk burgerlijke partij geworden.
Er is geen mogelijkheid van een ernstige draai naar links in PASOK. Mogelijk zullen er in de komende periode wel wat linkse frasen worden gebruikt (door om het even welke partijleider), maar dat zal enkel een poging zijn om stemmen terug te winnen van de radicaal-linkse partijen.
LAOS – een extreem-rechtse partij
Eén van de negatieve aspecten van deze verkiezingen was de groeiende steun voor de extreme-rechtse populistische formatie LAOS. Die partij ging vooruit van zo’n 2,3% in 2004 naar 3,8%. 3 van de 10 parlementsleden van deze partij zijn vrij openlijk semi-fascistisch.
De groeiende steun voor LAOS weerspiegelt echter geen groeiende steun voor neo-fascistische opvattingen in de Griekse samenleving. Daarmee onderschatten we het gevaar niet, de electorale vooruitgang van LAOS is belangrijk. Maar het is vooral op basis van proteststemmen dat vooruitgang werd geboekt.
LAOS is geen fascistische partij maar een extreem-rechtse populistische partij die zich sterk uitspreekt tegen het establishment. De partijleider Karatzaferis heeft bijvoorbeeld een poster van Che op zijn kantoormuur. Het politiek programma van LAOS werd uiteraard niet sterk benadrukt in de verkiezingscampagne (zo is de partij ervoor om de bossen aan de privésector over te dragen, dit aspect werd tijdens de bosbranden niet geheel toevallig van de website van de partij verwijderd).
Er is een enorm ongenoegen tegenover de regeringspartij ND en LAOS kon daarvan profiteren om boven de kiesdrempel van 3% te raken en zo haar intrede te maken in het parlement. Hierdoor zijn er vijf partijen in het parlement. Door de verkiezingswetgeving is het hierdoor moeilijker om een meerderheid te vormen in het parlement.
De kiezers van LAOS zijn zeker niet allemaal reactionaire fascisten, wat sommige linksen ook mogen zeggen in Griekenland. De linkse partijen moeten wel wijzen op de ware aard van LAOS.
De volgende stap voor de linkerzijde
Heel wat commentatoren stelden dat de verkiezingen een uitdrukking zijn van het diepe conservatisme in de Griekse samenleving. Dat klopt niet. Het feit dat veel arbeiders en jongeren voor radicaal-linkse formaties stemden, wijst op een actieve zoektocht naar een alternatief op de grote burgerlijke partijen, inclusief PASOK.
De verkiezingen vormden een uitdrukking van een zoektocht naar een alternatief. De arbeiders en jongeren die de afgelopen jaren in strijd kwamen (zoals de studenten en de leraars) zien in het verkiezingsresultaat in zekere zin een bevestiging van hun strijd, ook al hebben bepaalde bewegingen niet tot overwinningen geleid.
Er is ook een generatiefactor die een rol heeft gespeeld. De oudere generatie heeft PASOK nog meegemaakt in de regering en heeft nog een aantal voordelen genoten van de beperkte hervormingen die vroeger werden doorgevoerd door die partij. Voor de nieuwe generatie zijn ND en PASOK echter min of meer dezelfde partijen.
De mate waarin een linkse vooruitgang een mobiliserend effect kan hebben op strijdbewegingen valt nog af te wachten. Het zal in grote mate afhangen van de leiding van de linkse partijen in het parlement. En daar stelt zich een probleem. Steun voor linkse formaties is geen vaststaand gegeven en kan snel teruglopen. De resultaten nu waren nog in grote mate een gevolg van een toename van proteststemmen. De linkse partijen zullen worden getest in de komende periode.
Linkse partijen en leiding
Ondanks de hoop en de verwachtingen van zowat 1 miljoen linkse kiezers en de enorme mogelijkheden die zich stellen, kunnen we weinig vertrouwen hebben dat de huidige leidingen van de linkse partijen gebruik zullen maken van de situatie.
De leiding van de KKE is nog steeds door en door stalinistisch. De partij baseert zich op het stalinisme van de eenpartijstaten met onfeilbare leiders. Zelfs in de partij wordt onmiddellijk opgetreden bij het minste vermoeden dat iemand het niet eens is met de leiding. Iedere vorm van samenwerking wordt uitgesloten omdat volgens de leiding alle andere groepen “verraders” zijn. Ook onder de arbeiders, zelfs bij stakingen, wordt iedere samenwerking geweigerd. Bij stakingen en acties worden afzonderlijke bijeenkomsten opgezet en wordt zelfs gepleit voor het splitsen van de vakbondsfederaties. Het is duidelijk dat de belangen van de arbeidersklasse niet centraal worden gesteld en dat de huidige KKE-leiding daar weinig aan zal veranderen.
Aan de basis van de KKE is de situatie anders. Mogelijk zal de electorale overwinning ervoor zorgen dat de partijtrouw het zal halen, maar anderzijds worden steeds meer vragen gesteld over de koers van de partijleiding. Zeker onder de jongeren is dat het geval. Bij de universiteitsbeweging vorig jaar probeerde de KKE de acties tegen te houden. Die studentenbeweging en de opkomst van de linkse alliantie Syriza zorgen ervoor dat er twijfel ontstaat in de rangen van de KKE.
Syriza
In Syriza stellen zich ook een aantal problemen. De partij komt niet op voor het omverwerpen van het kapitalisme en er is een openlijk rechtse vleugel binnen de partij. Die vleugel is er op uit om met PASOK een regering te vormen. Syriza is een alliantie van Synaspismos (een links-reformistische formatie), ‘Eurocommunisten’, andere linkse groepen en ook radicaal-linkse formaties.
Er is een belangrijke linkerzijde binnen Syriza en er wordt discussie gevoerd over de toekomst van de linkerzijde en het opnieuw vestigen van socialistische opvattingen. Onder druk van de linkerzijde ging Synaspismos over tot samenwerking met andere groepen en werd Syriza opgezet.
In de (korte) verkiezingscampagne riep Xekinima (de Griekse afdeling van het CWI) op om voor de linkse partijen te stemmen. We stelden voor om Syriza de eerste voorkeurstem te geven. De verkiezingsresultaten geven aan dat dit een correcte inschatting was. We hebben geen vertrouwen in de leiding van de linkse partijen, maar wel in de basis van deze formaties en de duizenden arbeiders en jongeren buiten de linkse partijen die op zoek gaan naar een alternatief.
Xekinima heeft vertrouwen in de macht van de beweging van arbeiders en jongeren. In strijdbewegingen zullen zij de linkse formaties verder naar links duwen, ondanks de leidingen. Dat kan een vruchtbaar terrein zijn voor de verdere verspreiding van marxistische opvattingen.
Xekinima komt op voor het versterken van de linkerzijde. Niet op basis van abstracte slogans, maar door te wijzen op de noodzaak om aansluiting te vinden bij het dagelijkse leven van de arbeiders en jongeren en de noodzaak van een eengemaakte aanpak in strijdbewegingen met een programma dat opkomt voor het omverwerpen van het kapitalisme en het instellen van een socialistische samenleving op basis van arbeidersdemocratie.
Het is vanuit de arbeiders en jongeren dat een “nieuwe linkerzijde” kan opstaan om het kapitalisme omver te werpen. De weg naar een nieuwe arbeiderspartij kan niet op voorhand worden bepaald. Maar één ding is duidelijk: vroeg of laat zal er een sterke socialistische oppositie tot stand komen tegenover het winstsysteem.