Na geslaagde stakingsdriedaagse: verzet verder organiseren

De stakingsdriedaagse eind november was een succes. Sammy Mehdi mocht dan wel zeggen dat de kringen van het establishment waarin hij zich bevindt niet wakker liggen van stakingen, de luide afkeer van de werkgevers geeft aan dat dit niet klopt. Elke stakingsdag ‘kost’ de economie honderden miljoenen, werd gezegd. De correcte vertaling daarvan is dat onze arbeid dagelijks honderden miljoenen euro opbrengt. Wij creëren waarde met onze arbeid. Daar kan niemand omheen.
Na de indrukwekkende betoging van 14 oktober, met een veel grotere opkomst dan verwacht, werden ook de drie stakingsdagen een succes. De betoging tegen gendergerelateerd geweld op zondag 23 november was erg koud en nat. Met drie stakingsdagen voor de boeg was de deelname te beperkt, terwijl het reactionaire op verdeeldheid gerichte karakter van het rechtse beleid een cruciaal onderdeel is van de huidige politiek. Het is goed dat deze betoging in de actiekalender werd opgenomen, maar het mag meer zijn.
Zwaartepunten van de staking waren ongetwijfeld het openbaar vervoer en het onderwijs, met op 25 november maar liefst 25.000 Nederlandstalige leerkrachten die staakten. Bij het spoor werd geapprecieerd dat er meerdere dagen werd gestaakt, de woede over de harde aanvallen is dermate groot dat er acties nodig zijn die daar uitdrukking aan geven.
De algemene staking van 26 november werd met wisselend succes opgevolgd. Er was een goede deelname, maar er is ruimte om het protest te versterken en al zeker om het actieve gedeelte van de staking (met name de piketten) groter te maken. Deze tradities van de arbeidersbeweging moeten opnieuw gevestigd worden. De beste manier is door er zo collectief mogelijk aan te bouwen. Het was door actie te voeren dat we in 2014 een bredere groep en nieuwe lagen konden meetrekken, ook in de organisatie en deelname aan piketten. Waar de traditie van personeelsvergaderingen (opnieuw) werd ingevoerd, stonden de acties sterker en bleef het effect op onze organisatie langer duren.
De woede is groot, maar er zijn ook gebreken. Er is de onduidelijkheid over onze eisen en alternatieven, laat staan mobiliserende positieve eisen die onze levensstandaard echt verbeteren en waar we de strijd voor aangaan. Daarnaast is er de opbouw van een stabiel breder draagvlak, doorheen informatiemomenten, personeelsvergaderingen en een vergroten van de democratische betrokkenheid bij de organisatie van onze beweging (vakbonden, actiecomités, coalities …). Informatiecampagnes, zoals wat de PVDA doet rond pensioenen of de pensioenkranten van enkele jaren geleden, zijn nuttig voor heel de arbeidersbeweging.
Het patronaat voelt zich sterk en speelt in op de onzekerheden die eigen zijn aan een kapitalisme in verval. De politieke vertegenwoordigers van dat patronaat zijn verwikkeld in een asociaal opbod dat zich steeds weer richt tegen de zwaksten (vluchtelingen, migranten, werklozen, zieken …) om de miljardairs uit de wind te zetten. Extreemrechts wakkert dit asociale opbod verder aan, het is niet verwonderlijk dat de techmagnaten de voeten van Trump aflikken. Delen van de traditionele rechterzijde schuiven verder naar rechts op. De MR van Bouchez voert een cultuuroorlog tegen kerststallen, maar ook Vooruit draait ver genoeg naar rechts om partijkopstukken zoals Jinnih Beels stilaan in de stuurpost van het waterkanon tegen ons protest te plaatsen.
We mogen ons niet laten afleiden van de essentie: een systeem in verval dat nog steeds miljardenwinsten oplevert voor de grote aandeelhouders, winsten die het resultaat zijn van onze arbeid en van de natuur. De concurrentiestrijd voor grotere happen van die winsten leidt tot conflicten en crises. Er is nood aan iets radicaal anders, een samenleving die niet gericht is op de belangen van een kleine groep superrijken. Er zijn ook vandaag al middelen om het anders te doen: 25 miljard euro aan bedrijfssubsidies, waarvan twee derden loonsubsidies, of nog de extra miljarden voor defensie met een megalomane minister van defensie die met kernwapens dreigt terwijl hij nog geen drone kan spotten.
Hoe moet het nu verder? Het doel moet de val van de regering zijn. Arizona is asociaal en moet weg. Dat kan enkel met een escalerend actieplan. Om uitputting te voorkomen, is er nood aan een combinatie van informeren en mobiliseren (niet in het minst met personeelsvergaderingen) langs de ene kant en actie en strijd langs de andere kant, waarbij het duidelijk moet zijn dat we het menen. De acties van de afgelopen weken en maanden toonden het potentieel en ook de vasthoudendheid. Er wordt al ruim een jaar actie gevoerd tegen deze regering. Hetzelfde zien we met het indrukwekkende protest tegen de genocide in Gaza die reeds meermaals meer dan 100.000 betogers naar Brussel bracht en ook in kleinere steden tot regelmatige acties leidt.
Als we Arizona laten doen, krijgen we elk seizoen nieuwe aanvallen. De vorige zijn nog niet in wetten omgezet (van pensioenmalus tot de centenindex) of het volgende besparingsseizoen komt er al aan. Ons protest zet druk, maar moet groter en sterker worden. Het doel is niet om de scherpste kantjes weg te krijgen, we willen heel het asociale beleid weg en dus het kapitalisme. Het is onverantwoord om de huidige economische en politieke machthebbers ons verder op weg naar steeds meer barbarij te leiden. Een socialistische samenleving waarin we met de meerderheid van de bevolking democratisch beslissen over hoe en wat er geproduceerd wordt, over hoe de door ons gecreëerde rijkdom wordt aangewend, is nodig en is het waard om je voor te engageren en de strijd aan te gaan.