Massale investeringen nodig voor veilige werkomgeving en gelijke onderwijskansen

Dossier door leerkrachten die lid zijn van LSP  – PDF van dit dossier

Nu de paasvakantie voorbij is, is ook het debat over de heropening van de scholen herrezen. Veel ouders, jongeren en leerkrachten maken zich terecht zorgen over de mogelijke leerachterstand. De combinatie werk en kinderen legt een bijzondere druk op veel gezinnen na 5 weken lockdown. Door de nieuwe fase van preteaching, zal die druk onvermijdelijk verder stijgen. De besparingslogica die de laatste decennia lelijk huishield in het onderwijs maakt het echter onmogelijk om een strategie tot heropening te verzoenen met de veiligheid en gezondheid van personeel, kinderen en hun families.

Vandaag kondigde minister van onderwijs, Ben Weyts, aan dat de scholen vanaf 15 mei geleidelijk terug openen. Het hoofddoel van de regering is niet om de gezinnen te ontlasten, de leerachterstand in te halen of de gezondheid te beschermen. Men wil zo snel mogelijk terug naar business as usual, zodat ouders opnieuw aan het werk kunnen. Dat is ongetwijfeld ook de reden waarom Dirk Van Damme, onderwijsexpert voor de OESO, de economische argumenten bovenaan plaatst in zijn vaak geciteerde exit-strategie.

Veel leerkrachten voelen zich terecht geschoffeerd door de minister omdat hun enorme inspanningen niet gewaardeerd worden. Door de verhoging van de pensioenleeftijd kent het onderwijs een grote risicogroep aan personeelsleden die nu hun kleinkinderen niet mogen zien. Staan zij binnenkort wel opnieuw voor de klas?

Weyts deed er vorige week nog een schepje bovenop door te opperen dat leerkrachten een week vakantie moeten opofferen. Na de recente studies die aantonen dat leerkrachten reeds te veel uren werken, is dit een openlijke provocatie en zelfs een aanval op de mentale gezondheid van heel wat collega’s die de te hoge werkdruk ervaren.

Socialisten verdedigen zowel het recht op kwaliteitsvol onderwijs als een veilige en gezonde werkomgeving voor iedereen. De belabberde toestand waarin ons onderwijs zich vandaag bevindt maakt het echter onmogelijk om deze twee samen te garanderen. We kunnen niet vertrouwen dat die politici die reeds jaren beknibbelen op onderwijs en de leerkansen van miljoenen jongeren, nu pleitbezorgers zouden zijn van democratische onderwijskansen.

De crisis waarin het kapitalisme almaar verder sukkelt ten gevolge van deze pandemie, versterkt op alle niveaus de bestaande ongelijkheden. Het gaat hier over tegenstellingen die diep ingebakken zijn in haar DNA. De sociale ongelijkheid waar Belgische kinderen reeds overdreven slachtoffer van zijn, weegt in deze periode nog zwaarder door op leerresultaten, gezondheid en toekomstkansen in het algemeen. Reeds voor de pandemie werd in België 1 op 7 kinderen geboren in kansarmoede. Nooit werd er werk gemaakt van een onderwijsmodel dat die achterstand probeert in te halen. Integendeel, op het einde van hun schoolcarrière hebben arme kinderen gemiddeld maar liefst 3 jaar schoolachterstand op leeftijdsgenoten.

De discussie mag zich echter niet beperken tot het al dan niet heropenen van de school. De vraag is onder welke condities een plan tot heropening kan worden uitgewerkt en hoe de belangen van het personeel, de leerlingen en hun families daarin centraal kunnen staan. Dit plan kan zich niet enkel beperken tot onderwijs. Iedere ouder die vandaag aan het werk is zou recht moeten hebben op een halvering van de arbeidsduur zolang de scholen dicht blijven en geen deeltijdse of voltijdse opvang is voorzien. Enkel zo kunnen zij de combinatie werk en gezin blijven volhouden.

Het enorme engagement dat vandaag van veel personeelsleden en leerlingen uitgaat om deze periode te overbruggen, moet daarom worden aangewend om de discussie en strijd te voeren voor een ambitieus onderwijsplan. Anders wacht ons ongetwijfeld een nieuwe besparingsronde als bedanking na de crisis. Er is nood aan een plan dat de belangen van alle betrokkenen garandeert en niet meestapt in de heersende marktlogica. Deze perverse marktlogica beschouwt het onderwijs als een plaats waar leerlingen, in hun termen “menselijk kapitaal”, zo snel en zo goedkoop mogelijk moeten worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Zo’n onderwijs willen wij niet. Er moet massaal geïnvesteerd worden in deze sector, minstens opnieuw 7% van het BNP zoals dat voor het neoliberale tijdperk was. Enkel zo kunnen we democratisch onderwijs garanderen dat in functie staat van de algemene emancipatie van ieder kind, op basis van ieder zijn talenten en behoeften, niet dat van een handjevol bedrijfsleiders.


1/ Een democratische, gezamenlijke beslissing over de heropening van onze school

Zowel de dag van de sluiting als vandaag zijn experts het nog steeds niet eens over de impact van de gesloten scholen. Kinderen zouden minder vatbaar zijn voor het virus en minder symptomen vertonen. Daardoor is het niet zeker of ze eerder een rol spelen in de verspreiding van het virus of juist een rol kunnen spelen in het opbouwen van groepsimmuniteit. Meer dan een maand later blijkt deze kwestie niet opgelost. Wat wel veranderd is, is dat men nu goede redenen nodig heeft om de poort terug te openen.

De discussie kan niet beperkt worden tot het al dan niet openen van de school. Wie terugdenkt aan de overvolle klassen, volgepropte bussen, trams en metro’s, de wachtrijen aan de sanitaire blokken of de veel te kleine speelplaatsen, kan zich onmogelijk inbeelden dat we zomaar terug naar af kunnen.

Er is daarom nood aan een duidelijk plan, één dat niet achter gesloten deuren of met volmachten wordt bekokstooft. Een plan waarbij zowel de personeelsleden en hun syndicale vertegenwoordigers, ouders, leerlingen als experts worden betrokken. Enkel zo kunnen we garanderen dat een mogelijke herstart van fysiek onderwijs gebeurt in het belang van de volledige samenleving, met oog voor zowel de gezondheid, werklast als gelijke onderwijskansen voor iedereen.

Een kapot bespaarde sector biedt héél weinig mogelijkheden om welzijn en kwaliteitsvol onderwijs te combineren. Enkel door massaal te investeren in gezondheidsmaatregelen als screening en sanitaire voorzieningen, gelijke onderwijskansen, kwalitatieve jobs en betaalbaar, democratisch onderwijs kunnen we ontsnappen uit de patstelling die het kapitalisme biedt.


2/ Een gezonde en veilige leer-en werkomgeving en een ontlasting van de gezinnen.

 

2.1/ Er is nood aan voldoende beschermingsmaatregelen en massale en herhaaldelijke testing.

“We willen niet als soldaten aan het front zomaar weer de loopgraven ingestuurd worden”. In een open brief aan onderwijsminister Ben Weyts verwoordt een leraar uit Dendermonde de vrees die bij veel collega’s leeft. De verwaarlozing van de zorgsector, de ouderenzorg en het geklungel met mondmaskers en testkits, versterkte de laatste dagen het idee dat onze samenleving niet voorbereid is om 188 000 personeelsleden een veilige werkomgeving te bieden.

Een exit-strategie waarbij de scholen weer geleidelijk opengaan, kan enkel op voorwaarde dat de gezondheid van het personeel, leerlingen en hun families prioritair zijn. Om dat mogelijk te maken zouden er extra middelen moeten worden vrijgemaakt zodat er massaal en herhaaldelijk getest kan worden. Dit moet een onderdeel uitmaken van een plan waarbij wetenschappelijke kennis en de werkingsmiddelen en infrastructuur die nodig zijn om te testen, onder controle worden gebracht van de volledige samenleving. Zolang de vrije markt instaat voor de productie van testkits en ander medisch materiaal, blijven de belangen van de bevolking ondergeschikt aan hun winstbejag.

Ieder klaslokaal of auditorium zou voorzien moeten zijn van handgels zodat leerlingen, studenten en personeel de hygiënische voorschriften kunnen volgen. Het merendeel van de klaslokalen is op dit moment echter niet eens voorzien van vuilnisbakken die afgesloten kunnen worden om zakdoeken in te deponeren.

We eisen:

  • Een openbaar plan dat zorgt voor een systematische en herhaaldelijke screening van eenieder die door de schoolpoort komt met een maximale vrijwaring van het recht op privacy voor leerlingen en personeel.
  • Kleinere klasgroepen garanderen niet alleen beter onderwijs maar zijn ook een absolute voorwaarde om social distancing mogelijk te maken.
  • Een overleg met vakbondsvertegenwoordigers om bindende afspraken te maken rond minimaal te volgen beschermingsmaatregelen. Vertrekkend van de reële noden van personeel, leerlingen en studenten, niet van de opgestapelde tekorten in de onderwijsfinanciering.
  • Het nodige beschermingsmateriaal zoals handgels, afsluitbare vuilniszakken en mondmaskers om de hygiënische afspraken te kunnen volgen.

2.2/ Noodzakelijke investeringen nodig in infrastructuur en onderhoud.

De weken voor de quarantaine werd in veel scholen al pijnlijk duidelijk hoe het volgen van zelfs de mildste richtlijnen een onmogelijke zaak is. Jarenlange besparingen hebben gezorgd voor propvolle klassen en bijzonder slechte sanitaire infrastructuur. 28,6% van de schoolgebouwen dateert vanuit de eerste helft van de vorige eeuw (cijfers uit 2015). Klaslokalen zijn te klein en kunnen niet altijd verlucht worden. In veel scholen lijken de overdekte delen van de te kleine speelplaats tijdens regenweer op een minifestival. Vaak ontbreken eenvoudigweg voldoende lavabo’s om iedereen na de les de handen te laten wassen en moet je aanschuiven voor toegang tot sanitair.

Daarbovenop komt een chronisch tekort aan schoonmaakpersoneel, dat er door onderbemanning al niet in slaagt om de oude infrastructuur net te houden, laat staan dat het zou kunnen voldoen aan de hygiënische vereisten die Covid-19 aan een werkplek stelt. Bovendien werken deze mensen aan lage lonen en meestal niet aan contracten van onbepaalde duur of met een vaste benoeming.

De chronische onderfinanciering van ons onderwijs maakt het onmogelijk om zelfs maar te denken aan een scenario waarbij fysiek onderwijs gecombineerd kan worden met de nodige gezondheid-en veiligheidsvoorschriften. Hieruit kan je niet anders dan concluderen dat de duur van de lockdown in het onderwijs mee wordt bepaald door de politieke keuzes die de laatste decennia in de sector genomen werden.

Daarnaast blijkt uit onderzoek van Filter Café Filtré, die acties voor schone lucht voerden aan de schoolpoorten, dat kinderen extra vatbaar zijn voor blootstelling aan uitlaatgassen. Dit verhoogt het risico op astma en ademhalingsproblemen; een mogelijke risicofactor bij Covid-19. Een investeringsplan in infrastructuur moet daarom rekening houden met de vereisten op vlak van luchtkwaliteit en strenge isolatienormen. Een plan om de straten autoluw en uitstootvrij te houden kan bovendien enkel werken wanneer een ambitieus project voorligt om openbaar vervoer gratis en toegankelijk te maken voor iedereen.

We eisen:

  • Een massale investering in betere infrastructuur. Een ambitieus plan dat in overleg met personeel stelselmatig de verouderde gebouwen vernieuwt. Met meer plaats, klimaatvriendelijke isolatie en verluchting en degelijke sanitaire voorzieningen.
  • De aanwerving van extra schoonmaakpersoneel om te voldoen aan de nodige hygiënische vereisten, niet in onderaanneming maar met een vast contract én 14€ minimum/uur.
  • Een stelselmatige controle op de luchtkwaliteit in en rond onze scholen, gecombineerd met een plan om de straten autoluw te houden via degelijk en gratis openbaar vervoer.

2.3/ Bescherm risicogroepen. Pensioen op 60 jaar, extra eindeloopbaanmaatregelen en minimale contacturen voor risicogroepen.

De meervoudige verhoging van de pensioenleeftijd zorgt ervoor dat heel wat personeelsleden in de leeftijdscategorie zitten die volgens de huidige maatregelen best geen contact hebben met hun kinderen of kleinkinderen. Het idee dat zij opnieuw voor een overvolle klas zouden komen te staan, terwijl ze al maanden hun eigen kleinkinderen niet kunnen zien, is onaanvaardbaar.

Mensen ouder dan 60 hadden voor deze pandemie al niet meer voor de klas hoeven te staan, vandaag geldt dit des te meer. Uit studies blijkt dat leerkrachten het vanaf de leeftijd van 55 moeilijk hebben om nog op dezelfde manier les te geven. Gezien zij ook tot de risicogroep behoren, zou eindelijk werk gemaakt moeten worden van ondersteunende opdrachten of eindeloopbaanmaatregelen zoals extra verlofdagen met behoud van loon. Ook veel andere, jongere leerkrachten die behoren tot een risicogroep, moeten een herziening van hun opdracht krijgen waarbij contacturen vermeden worden. Ze kunnen instaan voor aanvangsbegeleiding van nieuwe collega’s, remediëring en begeleiding via afstandsonderwijs of andere noodzakelijke ondersteunende taken.

Wij eisen als voorwaarden bij een mogelijke heropstart:

  • Het terugschroeven van de verhogingen van de pensioenleeftijd.
  • Het vermijden van contacturen voor risicogroepen door gebruik te maken van ondersteunende opdrachten, aanvangsbegeleiding of eindeloopbaanmaatregelen.
  • Vrijstelling van werk indien blootstelling niet vermeden kan worden.

 

2.4/ Ontlast de gezinnen: arbeidsduurverkorting voor iedere ouder.

De combinatie werk en gezin is bijzonder zwaar voor ouders die aan het werk zijn of telewerken met kinderen thuis. Grootouders kunnen niet inspringen, er zijn geen andere opvangmogelijkheden en er zijn geen kampen of activiteiten zoals in andere langere periodes zonder school. Veel ouders zitten daarom vandaag op hun tandvlees, zijn extra prikkelbaar of kampen met mentale vermoeidheid.

De nieuwe richtlijn probeert ons wijs te maken dat ouders maar maximaal twee uur zouden moeten helpen bij het afstandsleren van hun kinderen. Ouders willen echter bijspringen en hun kinderen ondersteunen om achterstand te vermijden. Zeker kinderen met leerachterstand of aandachtsstoornissen vragen heel wat extra inspanningen en kunnen niet zomaar enkele uren alleen voor een laptop zitten.

Naar school gaan, is echter veel meer dan leerinhouden opslorpen. Jongeren hebben prikkels nodig, leren uit sociale interactie, spel en dagelijkse ervaringen. Als ouder die taak proberen overnemen is een onmetelijke uitdaging. Daarom moet er begrip zijn voor de bezorgdheden die ouders vandaag hebben en hun wens om die druk te ontlasten.

Zolang een gezonde en veilige heropening van de school niet gegarandeerd kan worden, moeten kinderen en personeel verder thuisblijven. De enige manier om families te ontlasten is door te pleiten voor een halvering van de arbeidsduur, met behoud van loon. Enkel zo kan een noodzakelijke periode van lockdown volgehouden worden, zowel vandaag als tijdens heroplevingen van de pandemie in de toekomst.

We eisen:

  • een halftijdse arbeidsduurverkorting met behoud van loon voor alle ouders van kinderen, zolang de scholen niet terug voltijds kunnen worden opgestart

3/ Hypothekeer de toekomst van onze jongeren niet. Wij weigeren een corona-generatie te worden.

3.1/ Stop de ongelijkheid in ons onderwijs.

Zolang de scholen gesloten blijven, zal er verder ingezet worden op afstandsonderwijs. Tienduizenden leerkrachten namen voor de paasvakantie reeds het uitzonderlijke engagement op om zich in spoedtempo te verdiepen in de do’s en don’ts van afstandsonderwijs. Ondanks deze enorme inspanningen, brachten deze maatregelen opnieuw de bijzondere sociale ongelijkheid in het Belgisch onderwijs onder de aandacht. Wie uit een lagere sociale klasse komt, zal ondanks de inspanningen van onderwijzend personeel verder achterop hinken eens de school weer open gaat.

Wie zich terecht zorgen maakt over deze leerachterstand, is best even verontwaardigd over de enorme ongelijkheid die reeds vóór deze crisis aanwezig was in ons onderwijs. Politici hadden zich de afgelopen decennia reeds moeten bekommeren om de resultaten van verschillende OESO-studies. België scoort daarin steeds bijzonder slecht op vlak van sociale ongelijkheid in het onderwijs. Zelfs in normale tijden slaagt ons onderwijs er dus niet in iedereen gelijke kansen te bieden. Deze crisis legt de tekorten die hieraan ten grondslag liggen pijnlijk bloot. Het verschil in leerachterstand tussen arme en rijk bedraagt op het einde van een schoolcarrière 3 jaar. Dat is een pak meer dan een paar maanden lockdown.

Wat vooral opvalt, is dat we desondanks toch tot de subtop behoren op vlak van onderwijsresultaten. Indien je dit combineert met cijfers omtrent ongelijkheid kan je enkel tot de conclusie komen dat het Belgisch onderwijssysteem twee snelheden kent. Een “excellerend” traject dat hoog scoort en een vuilbak-traject waarin alle sociale problemen gedumpt worden.  Dat is niet onbedoeld, getuige de uitspraken van onze minister over excellent onderwijs, de afschaffing van de dubbele contingentering (een maatregel waarbij een school verplicht was een sociale mix te respecteren bij de inschrijvingen) en het terugdraaien van een brede eerste graad.

De redenen waarom sociaal zwakkere kinderen extra hard getroffen worden, zijn evident. Vaak hebben ze thuis niet dezelfde toegang tot internet, digitale leermiddelen of een goede studieruimte. Families die het reeds voor deze crisis moeilijk hadden om alle eindjes aan elkaar te knopen, zijn vandaag extra kwetsbaar. Commentatoren wijzen er terecht op dat bij afstandsonderwijs, een grotere rol is weggelegd voor de ouder waardoor deze tendens wordt versterkt.

Er dient daarbij ook opgemerkt te worden dat veel scholen kampen met een tekort aan noodzakelijke ICT-infrastructuur. De digitale inspanningen die nu geleverd worden door leerlingen en leerkrachten zijn zeker niet het gevolg van een bijzondere aandacht voor digitale geletterdheid en infrastructuur op school. Vaak ontbreekt daar het nodige beleid, personeel of logistieke ondersteuning voor.

We eisen:

  • Kleinere klassen voor verhoogde leerkansen.
  • Een eind aan het watervalsysteem. Geen opdeling ASO/BSO/KSO/TSO.
  • Voor een brede basisopleiding waarin ieder kind zijn talenten, vaardigheden en kennis samen kan ontwikkelen.
  • Structurele aanwervingen voor extra personeel in ondersteunende functies zoals studiebegeleiding, leerzorg, en extra ondersteuning voor leerlingen en studenten uit kwetsbare gezinnen.

 

3.2/ Vermijd schooluitval en een verloren jaar. Voor extra herkansingen en een einde aan het leerkrediet.

Heel wat jongeren maken zich terecht zorgen over hun toekomst vanwege een aangepaste evaluatieperiode, afgelaste stages of gemiste praktijklessen. Veel van deze bezorgdheden kunnen niet los beschouwd worden van de manier waarop kapitalisme omgaat met onderwijs. De neoliberale logica probeerde de laatste decennia komaf te maken met de verwezenlijkingen van de arbeidersbeweging die hard heeft gevochten voor een democratisch en emancipatorisch onderwijssysteem. Onderwijs in functie van de reële noden van iedere nieuwe generatie, niet de belangen van de grote bedrijven.

Ons onderwijs staat daar echter opnieuw héél ver van. Het ontwikkelen van algemene kennis en kritisch denken is al te vaak gebaseerd op reproductie en wordt niet belangrijk geacht voor leerlingen die een technische- of beroepsopleiding volgen. Zeker de evaluatie-strategie via toetsen en examens, waarbij competitie en vergelijking doorwegen op persoonlijke ontwikkeling, toont haar enorme beperkingen in een periode van crisis. Dergelijke eenzijdige momentopnames kunnen op geen enkele manier garanderen dat leerlingen onder deze omstandigheden evenwaardig geëvalueerd worden. De eindmeet zal voor iedereen op hetzelfde punt liggen, maar de startblokken nog verder uiteen.

We pleiten daarom voor het afschaffen van de examens in juni. Als algemene regel zou moeten gelden dat iedereen over kan gaan naar het volgende jaar. Begin volgend jaar zou de gemiste leerstof hernomen en opnieuw geëvalueerd kunnen worden.  Bij cruciale scharniermomenten zoals het laatste jaar rekenen we op het oordeelkundig vermogen van de klassenraden om op basis van permanente evaluatie en persoonlijke ontwikkeling te oordelen of een diploma uitgereikt kan worden. Ook hier zou echter een voorkeur gegeven moeten worden aan de mogelijkheid tot herkansing.

Het systeem van leerkrediet in het hoger onderwijs werkt daarom nog perverser dan voordien. Studenten die meer begeleiding nodig hebben of in een precaire thuissituatie zitten, zien hun slaagkansen dit jaar drastisch afnemen. Het leerkrediet moest van studenten mini-ondernemers maken die investeringen maken in hun intellectueel kapitaal. Foute investeringen werden afgestraft door de studieloopbaan te beëindigen wanneer het leerkrediet op is. Net zoals vele echte kleine zelfstandigen, zullen ook zij slachtoffer zijn van deze marktlogica. Daarom eisen we niet alleen dat het leerkrediet wordt bevroren, het volledige systeem zou afgevoerd moeten worden.

Voor verschillende opleidingen is een stage of praktijkles noodzakelijk om te slagen. Deze werkervaring wordt door Covid-19 in vele gevallen onmogelijk. Nadien deze stage of praktijklessen inhalen kan echter een heel zware opgave zijn voor leerlingen of studenten in financiële nood. Extra maanden studeren kost geld, terwijl velen erop rekenen in die periode een inkomen te hebben via werk of een studentenjob. Enkel het organiseren van betaalde stages kan verzekeren dat deze jongeren geen cruciale tijd verliezen. Waarom niet massaal studenten uit de lerarenopleiding aanwerven om de volgende periode extra lessen, begeleiding en ondersteuning te voorzien?

Wie zich terecht zorgen maakt over de mogelijk opgelopen leerachterstand dit jaar, nodigen we uit om mee voor ons eisenplatform op te komen. Enkel massale investeringen in onderwijs voor iedereen, zal na deze crisis garanderen dat we naast het inhalen van mogelijke achterstand, iedereen maximaal kunnen laten ontwikkelen.

We eisen:

  • Aangepaste evaluatiemethoden die een eerlijke en gelijke evaluatie garandeert met oog voor de bijzondere omstandigheden.
  • Een afschaffing van de examens in juni. Indien mogelijk een herziening van de leerstof en evaluatie na de zomervakantie.
  • Mogelijkheid tot betaalde stage na de lockdown voor wie nu geen kans maakt op noodzakelijke werkervaring.
  • Er is nood aan een evolutie naar procesgerichte evaluatie waarbij de persoonlijke ontwikkeling en leerkansen centraal staan in plaats van standaardtoetsen.
  • Afschaffen van het systeem van leerkrediet. Investeer in begeleiding in plaats van bestraffing.

4/ Herwaardeer ons personeel. Degelijke jobs voor een kwaliteitsvol onderwijs.

4.1/ Maak een job in het onderwijs opnieuw aantrekkelijk.

Onderwijs scoorde in 2019 nogmaals heel slecht in de Vlaamse werkbaarheidsbarometer. Voor 46,3% van de respondenten stelt er zich een probleem inzake psychische vermoeidheid, voor 19% is dit zelfs acuut. Hiermee is onderwijs de slechtst scorende sector. Ook is het de slechtste sector op vlak van de combinatie tussen werk en privé. Leraren werken gemiddeld 41,5 uur per week. Dat is op een volledig jaar, dus met vakanties inbegrepen. Tijdens een lesweek loopt de gemiddelde werktijd op tot maar liefst 49 uur. Dit zijn maar enkele van de redenen waarom velen de droom om leerkracht te worden laten vallen, of al snel opgeven. Bijna de helft van de leerkrachten houdt er binnen de eerste vijf jaar mee op, terwijl de recente pensioenhervormingen oudere collega’s verplicht langer voor de klas te staan.

Uit een rapport uit 2020 blijkt dat vandaag reeds 40% van de ziektedagen het gevolg zijn van psychosociale aandoeningen zoals stress, depressie of burn-out. De pandemie zal het aantal ziektedagen verder doen toenemen. Leerkrachten zullen gezien de quarantaine voorschriften ook stoppen met uit plichtsbesef ziek les te geven, iets dat momenteel jammer genoeg vaak gebeurt.

De taakbelasting voor leerkrachten kan enkel afnemen door te voorzien in extra personeel. Er is vandaag echter reeds een tekort. Deze vicieuze cirkel breken, zal cruciaal zijn om te voldoen aan de noden die zich vandaag stellen. Het aantrekkelijker maken van een job in het onderwijs kan enkel indien er een oplossing komt voor de grootste pijnpunten die leerkrachten vandaag ervaren.

Een belangrijk probleem, dat door Covid-19 is toegenomen, is de planlast. Waardoor leerkrachten zich almaar minder kunnen focussen op het lesgeven zelf. De overheid vraagt dat almaar grotere delen van het schoolgebeuren kwantificeerbaar worden waardoor leerkrachten overdonderd worden met administratie. Het vertrouwelijk contact en de dialoog met leerling, ouder en collega moet wijken voor invullijsten en databases. Sommige scholen werken vandaag reeds met barcodes in de agenda om tuchtmaatregelen bij te houden. De leerling wordt een product, de leerkracht een boekhouder. Kleinere klassen met meer onderwijzend en ondersteunend personeel zijn de voorwaarde om zowel leerkrachten hun kerntaak te laten uitoefenen als de nodige zorg en ondersteuning aan te bieden waar nodig. Het verminderen van de arbeidsduur kan de job ook aantrekkelijker maken, beter combineerbaar met het gezin.

Een andere reden dat veel jonge mensen er de brui aan geven in het onderwijs, is de bijzonder grote precariteit en flexibiliteit zolang men niet voltijds benoemd is. Dit zorgt vaak voor onnodige competitie tussen collega’s, verhoogde werkdruk en onzekerheid. Veel jonge collega’s moeten na hun studies nog jaren wachten voor ze zeker zijn van hun job. Dit stelt hen vaak ook bloot aan de willekeur van een directie. Enkel het chronische tekort aan leerkrachten voor sommige vakken, brengt op dit moment een beetje cynische hoop op werkzekerheid. We moeten ons regelrecht verzetten tegen die stemmen die ten onrechte de vaste benoeming als oorzaak hiervan zien. Het omgekeerde is waar. Iedereen zou recht moeten hebben op zekerheid: een vaste benoeming voor iedereen!

Maatregelen zoals het verminderen van de arbeidsduur, het verlagen van de pensioenleeftijd, alternatieve opdrachten en het verkleinen van de klassen zouden reeds een bijzonder positieve impact hebben op zowel de ziektedagen als de mogelijkheid tot benoeming in een degelijke job. Wie alsnog enkel kan rekenen op een vervangingsopdracht zou zich moeten kunnen inschakelen in een vervangingspool, waardoor een vast inkomen verzekerd wordt. Een dergelijke vervangingspool zal broodnodig zijn om zieke collega’s in quarantaine snel en adequaat te vervangen en de druk te verminderen om met symptomen voor de klas te staan.

  • Vermindering van de taakbelasting door kleinere klassen, minder administratie en extra ondersteuning. Stop de planlast, de kerntaak komt centraal te staan.
  • Een 30-urenweek voor iedereen kan zorgen voor extra aanwervingen voor een gewaardeerde job. Een beter evenwicht werk-privé is noodzakelijk, zeker in tijden van deze pandemie.
  • Geef jonge mensen werkzekerheid. Geef ieder personeelslid recht op een vast contract.
  • Het opzetten van een vervangingspool om snel in te springen bij ziekte door leerkrachten met expertise en een vast contract.

 

4.2/ Werken mag geen geld kosten. Voor een volledige terugbetaling van alle werkingsmiddelen. Een risicopremie voor wie aan het werk blijft.

Uit een rondvraag door het COV blijkt dat leerkrachten ieder jaar daar gemiddeld 214 euro uit eigen zak uitgeven om te investeren in hun klas. Het is daarmee waarschijnlijk één van de enige sectoren waar van arbeidskrachten zelf verwacht wordt dat ze in hun werkmiddelen voorzien. De decoratie van het klaslokaal, mappen, knutselgerei, etc wordt al te vaak uit eigen zak betaald bij gebrek aan financiering.

Ongetwijfeld hebben verschillende collega’s zich de laatste weken ook in de kosten gejaagd om de nodige digitale middelen ter beschikking te hebben en in afstandsonderwijs te voorzien. In de private sector behoort een laptop, internetabonnement en een vergoeding van andere kosten vaak tot een essentieel onderdeel van de verloning. Ons onderwijs lijkt nog steeds te rekenen op gulheid van haar personeel om hier zelf in te voorzien.

Niet iedere job in het onderwijs kan echter van thuis uitgevoerd worden. Denk maar aan onderzoek in labo’s of onderhoud. Wie alsnog de werkplek moet betreden in tijden van een pandemie, heeft volgens ons recht op een risicopremie.

We eisen:

  • De noodzakelijke financiering om iedere klas en ieder vak pedagogisch verantwoord in te richten.
  • Een laptop en internet-abonnement voor ieder personeelslid.
  • Een volledige terugbetaling van alle werkmiddelen die gemaakt worden.
  • Een risicopremie voor wie niet van thuis uit kan werken.

5/ Rijke ouders voor iedereen. Gratis en degelijk onderwijs voor iedereen

5.1/ Terugbetaling van de volledige studiekosten zoals schoolreizen, uitstappen, huur van een kot, inschrijvingsgeld, …

De maatregelen die getroffen worden om deze pandemie onder controle te houden, treffen veel families bijzonder hard. Tijdelijke krachten staan vaak zonder bescherming op straat. Veel werknemers die terugvallen op tijdelijke werkloosheid hebben het moeilijk om alle rekeningen te betalen.

In veel gezinnen is het ook niet mogelijk om zowel beide ouders te laten telewerken als de kinderen allemaal in een PC te voorzien. Indien internet en digitale middelen een voorwaarde zijn om te leren, dan moet de de overheid ieder kind daar ook gratis toegang tot verlenen.

Het is een fabeltje dat het onderwijs gratis is in België. Hoger onderwijs kost een gezin al gemakkelijk tussen de 7 000 en 12 000 euro per jaar. Maar ook secundair onderwijs en basisonderwijs is verre van gratis. Schoolmaaltijden, cursusmateriaal maar ook allerlei uitstappen en zelfs peperdure schoolreizen halen een enorme hap uit het budget van heel wat families, ook al organiseren scholen vaak allerlei mosselfestijnen en bloemenverkopen om de kosten te drukken. 70% van de scholen zou te kampen hebben met niet betaalde schoolfacturen, in totaal gaat het om 10% van alle schoolrekeningen.

Veel geplande uitstappen die werden afgelast vanwege de lockdown, worden echter niet of maar gedeeltelijk terugbetaald. Dit is volledig onaanvaardbaar.

We eisen:

  • Een volledige terugbetaling van alle afgelaste activiteiten
  • Gratis toegang tot internet, laptop en alle nodige cursusmateriaal.
  • Terugbetaling van de huur van een kot voor de duur van de lockdown.
  • Kwijtschelding van openstaande schulden voor gezinnen in financiële moeilijkheden
  • Volledige vergoeding van alle activiteiten, cursusmateriaal, schoolmaaltijden, etc. Onderwijs moet gratis zijn!

 

5.2/ Armoede is de grootste bron van leerachterstand. Voor een gezamenlijke strijd voor een herverdeling van de rijkdom

Onderwijs zal er zelfs onder ideale omstandigheden nooit in slagen om iedereen gelijke kansen te bieden zo lang iedereen vanuit een ongelijke startpositie vertrekt. Cijfers maken pijnlijk duidelijk hoe Covid-19 arme lagen buitensporig treft. Niet alleen hebben zij vaak al grotere gezondheidsproblemen waardoor het virus hen zwaarder treft en werken ze vaak in sectoren waar thuiswerk minder tot de mogelijkheden behoort, ook de lockdown heeft een ongelijke impact op hen. Het spreekt voor zich dat huiswerk maken een andere realiteit vormt voor families die deze periode in een klein appartement moeten doorbrengen dan voor hen die in een dikke villa met een grote tuin wonen. Ouders die werken in essentiële sectoren als de zorg hebben héél wat minder tijd en energie om hun kinderen bij te staan in deze moeilijke periode. Dit is niet enkel nefast voor de studieresultaten. Experts waarschuwen voor een enorme toename aan psychische en familiale problemen door de getroffen maatregelen. Opnieuw worden de zwakkere families in deze samenleving ongemeen hard getroffen.

In België groeit 15% van de kinderen op in armoede. In Brussel is dat zelfs 30%. In sommige concentratiescholen gaat dit boven de 90%. Ieder kind zou recht moeten hebben op rijke ouders die tijd en middelen hebben om hun kinderen van alle toekomstkansen te voorzien. De uitbuiting, besparingen en hoge werkdruk in vele andere sectoren zorgt ervoor dat we vandaag eerder de andere richting uitgaan. De bovenvermelde cijfers van de OESO bevestigen die tendens. De strijd voor een democratisch onderwijs moet daarom hand in hand, of elleboog aan elleboog, gaan met een strijd in alle andere sectoren voor degelijke lonen, betere werkomstandigheden en een vermindering van de arbeidsduur. De balans werk-privé moet hersteld worden. Nu we iedere dag applaudisseren voor de zorg, weten we dat we openbare diensten moeten beschermen en uitbreiden.

Daarom is nood aan een gezamenlijke strijd over alle sectoren heen. In een eerdere publicatie op socialisme.be, maakte LSP reeds een aanzet over hoe we een programma kunnen uitwerken dat zowel op de pandemie als op de kapitalistische uitbuiting een antwoord formuleert. Gelijkheid zal enkel mogelijk zijn wanneer iedereen van begin af aan met gelijke kansen start. De middelen daartoe zijn voorhanden, alleen bevinden ze zich in de verkeerde handen.


6/ Haal het geld waar het zit, voor kwaliteitsvol en volledig gratis onderwijs.

Zolang het winstbejag van een handjevol kapitalisten de samenleving dicteert, zal onderwijs altijd ondergeschikt blijven aan hun belangen. Dat er geen enkele vertegenwoordiger van de arbeidersbeweging in de expertengroep mee mag discussiëren over een mogelijke exit-strategie, illustreert dat ook hier commerciële belangen centraal zullen staan.

Het bovenstaande programma vertrekt van de reële noden die vandaag aanwezig zijn in het onderwijs. 30 jaar besparingen maakt van die noden een bijzonder lange lijst. Leraars weten dat je een vraagstuk enkel kan oplossen wanneer je naar de totaliteit van het probleem kijkt. In 2019 vertrok niet minder dan 172 miljard euro vanuit België naar belastingparadijzen. Het budget voor onderwijs bedraagt iets meer dan 22 miljard euro, dat voor de gezondheidszorg bedroeg in datzelfde jaar 26 miljard euro.

Het optrekken van de budgetten voor onderwijs kan enkel maar wanneer we het geld gaan zoeken waar het voor handen is. Het terug naar 7% van het BNP optrekken, zoals dat in de jaren 70’ de realiteit was, zou een goed begin zijn. Die geschiedenis leert ons echter dat binnen het kapitalisme onze verworvenheden iedere keer opnieuw onder vuur komen te liggen. Daarom is een systeemverandering nodig.

We eisen:

  • Voor gratis en kwaliteitsvol onderwijs, minimaal 7% van het BNP naar onderwijs.
  • Voor een solidaire en eengemaakte strijd die deze crisis door de rijken laat betalen.
  • De vakbonden moeten een strijdbare campagne uitwerken met eisen en voorstellen om niet de werkenden, maar de superrijken te laten betalen voor de crisis. Ze kunnen een dergelijke campagne populariseren met propaganda op elke werkvloer en online campagnes en meetings.
  • De onteigening en nationalisatie, onder democratische controle en beheer van de gemeenschap, van belangrijke sectoren van de economie (met inbegrip van de financiële sector), om alle hefbomen te hebben om te kunnen reageren op de vele crises van het kapitalisme.
  • Democratische planning van de economie om te voldoen aan de behoeften van de bevolking met respect voor de planeet.

Dit vind je misschien ook leuk...