Klimaat redden vergt een socialistische visie

De klimaatbeweging heeft veel losgeweekt. Maar hoe moet het nu verder? Vanuit alle hoeken werd geprobeerd om de geest terug in de fles te krijgen. De actievoerende jongeren werden verweten niet te weten waarom ze op straat komen. Hun actiemethode werd in vraag gesteld: staken was zo gemakkelijk, waarom niet betogen op woensdagnamiddag. Er werd een grote petitie/reclamecampagne gelanceerd als alternatief voor actievoeren. Telkens opnieuw werden jongeren op school, in de media, in hun omgeving aangesproken op hun individuele gedrag: ‘ben jij wel consequent?’ Artikel door Bart Vandersteene.

Dit waren telkens bewuste pogingen om de strijd van jongeren te stoppen of af te remmen. Die protesteerden tegen het onvermogen van de politici en de economische elite om klimaatverandering aan te pakken. Ze pikten niet langer de uitleg dat het probleem bij individueel consumptiegedrag ligt. Ze eisten system change. En ze hadden begrepen dat staken noodzakelijk was om deze boodschap de wereld in te sturen. Beeld je in dat Greta en Anuna enkel een brief hadden geschreven naar de ministers, enkel een petitie waren gestart of zich hadden beperkt tot een oproep aan jongeren om geen plastic zakjes of rietjes meer te gebruiken. Dan zou er nooit zo’n maatschappelijk debat op gang zijn getrokken. Het is net omdat ze opriepen om de lessen te staken en op straat te komen dat ze gedurende weken de volle aandacht kregen en een cruciaal debat op gang konden trekken.

De actiedag op 15 maart toonde dat de actiebereidheid na meer dan 10 weken gewoon overeind bleef. We zagen ook een bereidheid onder de vakbondsbasis om de strijd te vervoegen.

15 maart mag geen eindpunt zijn. Het was een voorlopig hoogtepunt van een beweging in volle opbouw. Er staan nog heel wat acties op de agenda. Er is opnieuw een Rise for the Climate betoging op 31 maart en een tweede Global Strike for Future op 24 mei, twee dagen voor de verkiezingen.

Er volgen wellicht ook lokale acties en oproepen van Youth for Climate voor donderdagmanifestaties. Om naar nieuwe hoogtepunten toe te werken, moet de beweging zich lokaal verankeren, uitbreiden en zich structuren. Hoe kunnen we die actiedagen gebruiken om nieuwe groepen jongeren en werkenden te betrekken? Wat is er nodig vooraleer er echte, fundamentele oplossingen komen voor de klimaatramp die ons te wachten staat? De Actief Linkse Studenten en Scholieren roepen alle jongeren op om zich te organiseren in hun school en in hun stad in actiecomités en – nog beter – in de lokale groepen van de ALS. Actievoeren is immers het meest effectief wanneer het gepaard gaat met een doeltreffende strategie, eisen en programma.

De ALS hebben op verschillende betogingen, acties en vergaderingen eisen voorgesteld die vertrekken van wat nodig is, eerder dan te vertrekken van wat mogelijk is binnen het raamwerk van het kapitalisme.

Ondanks de oorverdovende kreet van jongeren hopen de traditionele politici nog steeds dat de beweging vanzelf zal uitdoven, als ze maar lang genoeg wachten. Terwijl jongeren al wekenlang systeemverandering eisen, wringt het establishment zich in het debat om de jongere generatie op te zetten tegen een oudere en om de oplossingen te herleiden tot asociale taksen. Naar aanleiding van de verkiezingen in mei zullen alle partijen “groene” beloftes formuleren waarmee ze ons hopen te kalmeren.

De regerende partijen (CD&V, Open VLD, MR) zijn niet in staat om ernstige voorstellen te ontwikkelen. N-VA, dat enkele maanden geleden uit de regering stapte, heeft enkel minachting voor de beweging. Jinnih Beels, een nieuw boegbeeld van SP.a, beweerde dat de stakingen mochten stoppen omdat “de boodschap nu wel duidelijk is.” Ze bewees daarmee vooral dat ze de boodschap zelf niet begrepen had.

Een groen kapitalisme?

Veel jongeren, klimaatactivisten en werkenden kijken met belangstelling naar de voorstellen van Groen. Het lijkt de enige partij die de roep van jongeren aangrijpt om een reeks voorstellen te doen. Op de vraag ‘wie zal dit allemaal betalen’ blijft Groen echter steken in typisch liberale recepten. Dat gaat in tegen één van de basiseisen die Youth for Climate van bij het begin formuleerde: een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid.

Groen pleit voor een kilometerheffing en duurdere vliegtickets. Om de grote vervuilers, de grote bedrijven en multinationals, aan te pakken, stelt Groen voor om een CO2-taks in te voeren en is er het voorstel om de salariswagen af te schaffen. De kost van deze maatregelen zal via prijsverhogingen snel doorgeschoven worden naar de werkenden en hun gezinnen. Bedrijfswagens waren een slim trucje van de bazen om loon uit te betalen zonder belastingen of sociale zekerheid te betalen. Waarom niet eisen dat loon effectief als loon wordt betaald zodat werkenden die vandaag een bedrijfswagen hebben er niet op achteruitgaan? Dan zal bovendien het volledige loon meegerekend worden in bijvoorbeeld het pensioenbedrag. De grote bedrijven hebben genoeg geprofiteerd van dit soort maatregelen en ze maken genoeg winsten om de kostprijs voor het omzetten van voordelen in natura in loon te betalen. De extra inkomsten voor de overheid die hiermee gepaard gaan, kunnen ingezet worden voor een drastische investering in de uitbreiding van het openbaar vervoer.

Bij de voorstellen van Groen dreigt de factuur betaald te worden door de werkenden en hun gezinnen, terwijl de grote bedrijven hun winsten blijven opdrijven. Aan die belangen durft Groen niet raken.

Hoe een sociale klimaatrevolutie realiseren?

De PVDA spreekt in zijn verkiezingsprogramma over een ‘sociale klimaatrevolutie.’ De partij pleit voor publieke investeringen in openbaar vervoer, isolatie van huizen, onderzoek en hernieuwbare energie. De PVDA wil bindende uitstootnormen voor grote vervuilers en eist 5 miljard euro publieke investeringen per jaar. Dit programma gaat al een heel eind in de richting van een socialistische benadering. Waar echter niet op geantwoord wordt, zijn de vragen hoe normen en eisen opgelegd worden aan de privé-sector en hoe kan belet worden dat de privé de kosten verhaalt op de personeelsleden in de bedrijven en de werkenden die hun producten kopen. Wat doe je als grote vervuilers dreigen hun productie te verplaatsen als ze vinden dat de normen hen te veel kosten? Er is nood aan een stok achter de deur. Normen kunnen enkel dwingend zijn indien het niet naleven ervan beantwoord wordt met de onteigening van productiesites.

De logica van het kapitalisme om te streven naar winstmaximalisatie zorgt ervoor dat kapitalisten altijd zullen proberen om kosten af te wentelen op de gemeenschap. Zo kunnen ze hun torenhoge winsten veiligstellen en verder doen toenemen. Tal van multinationale ondernemingen maken meer dan genoeg winst en hebben bergen reserves waarmee investeringen in klimaatvriendelijke technologie kunnen betaald worden. Als de private aandeelhouders dat niet willen, moet de gemeenschap controle nemen over die bedrijven. Dat is de socialistische benadering die nodig is om van een sociale klimaatrevolutie te kunnen spreken.

Dit vind je misschien ook leuk...