Rosa Luxemburg en de Belgische socialisten

In ‘Rosa Luxemburg et les socialistes Belges’ brengt Anne Vanesse enerzijds een biografisch stuk over Rosa Luxemburg en anderzijds laat ze ons kennis maken met de scherpe analyses en polemieken over de Belgische stakingsacties voor algemeen stemrecht op het begin van de 20e eeuw. De kritieken van Luxemburg op de leiding van de Belgische Werkliedenpartij blijven bijzonder actueel.

Recensie door Geert Cool

Rosa Luxemburg was een veelzijdig figuur met sterktes en zwaktes. Dat leidt onvermijdelijk tot erg verschillende inschattingen van haar opvattingen. Heel wat elementen in het voorwoord en de biografie van Rosa zouden wij anders formuleren of inschatten. In dit boek wordt een eenzijdig beeld gegeven van de meningsverschillen tussen Rosa en de Bolsjewieken en vooral met Lenin.

De afwezigheid van een georganiseerde revolutionaire stroming binnen de Duitse sociaaldemocratie bleek bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een grote zwakte. Luxemburgs analyse van de oorlog – de ‘Juniusbrochure’ – was scherp, maar Lenin merkte op dat dit het werk van “een eenzame man” was (hij wist niet dat Rosa de auteur was). Anders gezegd: er zat geen organisatie achter. Die taak werd aangevat in de moeilijke context van een oorlog. Eerst was er het tijdschrift ‘Internationale’ en dan de Spartakusbond. Rosa Luxemburg verwierp de sociaaldemocratie als een ‘rottend lijk’ en was het met Lenin en Trotski eens dat er een nieuwe internationale moest komen. Met de uitbouw van de Spartakusbond en nadien de Communistische Partij van Duitsland droeg Rosa daaraan bij. Rosa was enthousiast over de Oktoberrevolutie, ondanks kritieken die ze overigens meteen verbond met de noodzaak van internationale uitbreiding van de Russische Revolutie.

De kritieken van Rosa Luxemburg op de houding van de BWP-leiding in de strijd voor algemeen stemrecht in België vormen het hoogtepunt van het boek ‘Rosa Luxemburg en les socialistes Belges’. Ze beschrijft daarin de kracht van algemene stakingen in het afdwingen van sociale verworvenheden. De groter wordende stakingen van 1891 en 1893 dwongen het meervoudig algemeen stemrecht voor mannen af. Tegelijk werd de kracht van deze massabewegingen van onderuit in de jaren nadien verzwakt door de strijd af te stemmen op parlementaire compromissen met de liberalen. Zo werd de eis van het vrouwenstemrecht achterwege gelaten. “Het is iets nieuw om het partijprogramma te zien als een menu waarvan de verschillende onderdelen slechts na elkaar kunnen geproefd worden,” merkte Luxemburg op. “Zelfs indien een specifieke politieke situatie de arbeiderspartij er tijdelijk toe kan brengen om bepaalde eisen sterker naar voor te schuiven, moet ons volledig programma steeds het fundament van onze politieke strijd vormen.”

Rosa Luxemburg merkt op dat syndicale en politieke strijd hand in hand gaan, maar dat het onderwerpen van de buitenparlementaire strijd aan die van de parlementaire compromissen tot nederlagen leidt. Ze benadrukte sterk de noodzaak van massabewegingen en brede betrokkenheid om zo de controle op de beweging te behouden en ervoor te zorgen dat de discussie steeds vertrekt vanuit de noden van de werkende bevolking en niet vanuit wat haalbaar is binnen politieke compromissen. Ze legde ook uit dat stakingen niet mogen misbruikt worden om wat stoom af te laten. “Voor een dreigen met “de vuisten in de zak”, zoals Le Peuple in alle ernst de stakers aanried, schrikt niet eens een kind, laat staan een om het overblijfsel van haar politieke heerschappij op leven en dood worstelende klasse.” Een algemene staking heeft steeds politieke betekenis: “De politieke betekenis van de rustig stakende arbeidersmassa’s lag in België altijd en ligt ook heden nog daarin, dat zij in geval van hardnekkige weigering door de parlementsmeerderheid, eventueel gereed en in staat zijn door onrust en oproer op straat de heersende partij er onder te krijgen.”

De bijdrage van Luxemburg over de rol van de algemene staking, in het bijzonder in België, blijft erg actueel en belangrijk. Het is positief dat Anne Vanesse met dit boek de aandacht daar opnieuw op vestigt. Daarmee draagt ze bij aan wat Trotski over Rosa Luxemburg schreef: “We moeten het waarlijk mooie, heldhaftige en tragische voorbeeld van Rosa in zijn volle grootheid en inspirerende kracht doorgeven aan de jonge generaties van de arbeidersklasse.”

Dit vind je misschien ook leuk...