CWI-zomerschool: kapitalistische depressie en de zoektocht naar een alternatief

Op zondag 8 juli ging de zomerschool van het CWI van start met een discussie over de economische toestand van het kapitalisme en over de wereldrelaties. De discussie werd ingeleid door Lynn Walsh. We kunnen ons afvragen of er nog een land is waar geen instabiliteit heerst. We zitten in een periode van wereldwijde crisis, zowel op economisch als politiek en sociaal vlak.

We kunnen ons afvragen of er nog een land is waar geen instabiliteit heerst. We zitten in een periode van wereldwijde crisis, zowel op economisch als politiek en sociaal vlak. Sommige commentatoren erkennen dat we in een periode van depressie zitten. Die is nog niet zo erg als in de jaren ’30, hoewel we met een tijdperk van langdurige stagnatie en achteruitgang te maken hebben. Van de G7 zijn er maar 3 landen die vandaag meer produceren dan voor de crisis van 2007. Italië zit vandaag 5% onder zijn piek; Griekenland 15% – dat is een depressieniveau zoals in de jaren ’30. De eurozone is van een factor voor groei een mechanisme van crisis geworden.

Exit van het kapitalistisch triomfalisme

Deze situatie vormt een scherp contrast met het kapitalistisch triomfalisme van begin jaren ’90, net na de val van het stalinisme. Toen werd beweerd dat de kapitalistische markt alle problemen zou oplossen. We zouden, zo werd gezegd, naar een periode van stabiliteit onder de hegemonie van het VS-imperialisme gaan. Vandaag zien we echter de uitzichtloze oorlog in Afghanistan en de problemen en nationale tegenstellingen in Irak. De spanningen met landen als Rusland en China nemen toe, onder meer rond Syrië. Volgens Obama zal de belangrijkste militaire inspanning van de VS de komende jaren in Azië plaatsvinden. Een erkenning van de dreiging die uitgaat van de instabiele grootmacht China.

Er is ook het mislukken van de Doharonde rond vrijhandel, een uitdrukking van de onderliggende economische problemen. De WHO (Wereldhandelsorganisatie) waarschuwde recent voor een toename van protectionisme vanwege de grote landen. Ook de milieutop in Rio de Janeiro, ten prooi aan tegengestelde kapitalistische belangen, leverde niets op.

Fraude en schandalen hebben de woede van bredere lagen van de bevolking opgewekt. Er was de raid op het huis van Sarkozy, vlak na de Franse verkiezingen. In Engeland toonde “Murdochgate” de verstrengeling tussen sommige media, de politie en de traditionele politiek aan (waaraan News of the World overkop ging).

Revoluties en massabewegingen verstoren de status quo

Regimes die tot voor kort gesteund en bewapend werden door het imperialisme, in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, werden weggeveegd door massabewegingen en revoluties. We zien dat, na een eerste fase van euforie over het verjagen van de dictators, de oude kapitalistische en legerelites zich proberen te herstellen. Er zal een tweede, socialistische revolutie nodig zijn om reële verandering teweeg te brengen. In de eerste revoluties in Tunesië en Egypte speelden de arbeidersklasse en de massa’s een centrale rol. Het imperialisme probeerde dit proces te doorkruisen met de militaire interventie in Libië. Het CWI waarschuwde voor “democratische illusies” in de kapitalistische grootmachten – vandaag zien we een Libië gedomineerd door verschillende krijgsheren. In Syrië zijn er gelijkaardige ontwikkelingen. Het land is echter militair sterker en het is gecompliceerder voor het imperialisme om er tussen te komen. Met de tussenkomst van het Egyptische leger na de recente verkiezingen is er ook daar sprake van een zekere contrarevolutie, maar er heerst geen stabiele situatie.

Socialisten en marxisten benadrukken de nood van een onafhankelijke rol voor de arbeidersklasse. De meest bewuste lagen zullen tot die conclusie komen. In Egypte probeert de legerleiding tot een soort coup te komen en de macht terug volledig in handen te nemen. Deze bocht naar rechts zal gevolgd worden door een nieuwe ontwikkeling van de revolutie en een draai naar links van de massa’s.

In het Midden-Oosten blijft de dreiging aanwezig van een militaire aanval van Israël op kerninstallaties in Iran. Intern is het enige antwoord van de Israëlische heersende klasse op de Palestijnse noden meer repressie, wat tot hernieuwde massastrijd kan leiden. Hoewel iedereen het eens is dat een aanval op Iran onvoorstelbaar zware gevolgen zou hebben, is het toch niet uitgesloten gezien de ondermijnde positie van de Israëlische regering, in het bijzonder na de brede sociale protesten in het land.

In Kazachstan is de strijd tegen de stilaan afgeleefde dictatuur van Nazarbajev van belang. Het regime rekent bloedig af met opposanten, maar een revolutionaire crisis naar Tunesisch model is onderhuids aan het rijpen. Dit is een belangrijke ontwikkeling, onder meer omwille van de rol die de linkse socialisten spelen in de opbouw van het massaverzet tegen de dictatuur.

Wereldeconomie: met de burgerij van crisis naar depressie

Een terugkeer naar de uitzonderlijke groeiperiode van de jaren ’50 en ’60 is uitgesloten, tenzij de burgerij een massale vernietiging van de productiekrachten organiseert. Als het kapitalisme een zekere ontwikkeling zou kennen, dan zou het meer stabiliteit kunnen brengen. Maar dat is vandaag niet het geval. Het herstel in de VS was reeds zwak en verliest vandaag stoom. Europa zit industrieel in een recessie, een aantal landen zelfs in een uitgesproken depressie. En er is een belangrijke vertraging van de economie in China.

In meer en meer landen heerst massale werkloosheid, maar de grote bedrijven zitten op een berg cash. Ze weigeren te investeren omdat dit niet genoeg zou opleveren. Het gaat om een diepgaande crisis van accumulatie, van het systeem zelf. Deze fundamentele crisis gaat terug op het einde van de economische boom in de jaren ’70. De kapitalisten zijn meer en meer overgegaan naar financiële speculatie omdat de winstvoeten in de industrie te laag waren geworden. Het neoliberale besparingsbeleid heeft het financiekapitaal mee dominant gemaakt. Sinds eind jaren ’80 zijn schulden meer en meer de belangrijkste motor van de economie geworden. Daarom was de crisis van 2008 ook zo diep. Maar om het met de woorden van Lenin te zeggen: “er is geen laatste crisis van het kapitalisme”. De arbeidersklasse zal het initiatief moeten nemen om het systeem te veranderen.

In een eerste fase probeerden de kapitalisten op wereldvlak een herhaling van de jaren ’30 te vermijden door een reeks van stimulansplannen. In de VS vertegenwoordigde dat 6% van het BBP, wat een groot bedrag is. Maar nieuwe maatregelen worden in het parlement tegengehouden door de Republikeinen.

In Europa zijn de besparingen de laatste jaren dominant geworden. Er was enkel sprake van overheidsondersteuning – Keynesianisme – voor de bankiers. Heel weinig van dat geld komt in de vorm van leningen terecht bij de bedrijven, gezinnen,… Deze tendens heeft wereldwijd vooral de speculatie aangemoedigd.

Sommige kapitalistische leiders, zoals Lagarde van het IMF, benadrukken de nood aan een groeibeleid. Sommigen geven hieraan een neoliberale aanvulling door de “daling van de loonkost” naar voren te schuiven. Anderen denken meer in keynesiaanse zin. Maar een reële politiek van verhoging van de uitkeringen, massale openbare werken, etc. botst op het verzet van het kapitaal en de financiële markten.

Er speelt ook een ideologische factor: een groot deel van de vakbondsleiders denkt echt dat een daling van de loonkost de enige manier is om groei te creëren. Op kapitalistische basis zouden keynesiaanse maatregelen, daarentegen, een beperkt effect hebben. Investeringen in degelijke openbare diensten en jobs zijn nodig, maar dit kan enkel werken op basis van controle van de werkende mensen over de economie. Zelfs een beperkte belasting op kapitaal wordt vandaag beantwoord met dreigementen van een kapitaalstaking. Bovendien zou, op een keynesiaanse manier, het bijdrukken van geld enkel leiden tot inflatie of hyperinflatie.

In China was er een stimulus van maar liefst 12% van het BBP. Die omvang toont het karakter van de staat aan: de kapitalistische verhoudingen werden versterkt maar nog met een grote rol voor de staat. Er is een afname van de groei tot 8%, maar dat is wellicht nog overdreven. Voor het regime was die groei essentieel om de sociale stabiliteit te behouden. Het schandaal rond de links-populistische bureaucraat Bo, die door de heersende fractie aan de kant werd gezet, toont de scheuren aan in de top van het regime. Die kunnen groter worden in een situatie van acute sociale en politieke crisis. De terugval van de Chinese economie zorgt ook voor problemen in een aantal groeilanden zoals Brazilië, die afhankelijk zijn van de export naar China.

VS: politieke onbestuurbaarheid aan top regime neemt toe

De heersende klasse, en de arbeidersklasse vanuit een tegengesteld standpunt, worden geconfronteerd met een steeds meer disfunctioneel politiek systeem. Het zwakke herstel toont het kapitalistisch carcan en de zwakte van Obama aan. Het is zelfs niet uitgesloten dat, door de ontgoocheling en desillusie in Obama, een Republikein de verkiezingen wint. De Democraten zijn een onhervormbare big business-partij. In Wisconsin leidden de vakbondsleiders en het Democratische establishment de inspirerende strijd van de vakbondsbasis af naar een recall van de Republikein Scott Walker, in de plaats van de acties op te drijven met een algemene staking – een idee die aanwezig was in de beweging. Onze Amerikaanse sectie bouwde op basis van haar interventie en haar vermogen om de nederlaag te analyseren een nieuwe afdeling uit in Madison in Wisconsin. In de presidentsverkiezingen ondersteunen we de campagne van de Groenen, die nog als relatief nieuw worden gezien, zich niet diskrediteerden door mee te doen met een neoliberaal besparingsbeleid, zoals in Europa, en als enigen een, zij het beperkt, pro-arbeidersprogramma verdedigen. We brengen ons eigen socialistisch programma naar voren en gebruiken deze campagne om de nood van een massapartij van de werkenden en de jongeren uit te dragen, los van de rijkste 1% en Wall Street.

Socialisme als alternatief – naar een periode van revolutie en contrarevolutie

Er is vandaag geen mogelijkheid van een terugkeer naar de periode van naoorlogse groei. We zitten in een periode van stagnatie, met mogelijk een nog diepere neergang dan in 2008-2009. De gebeurtenissen van elke dag hebben een impact op het bewustzijn van brede lagen van arbeiders en jongeren. Onder jonge mensen is er een groeiende verwerping van het kapitalisme, zoals binnen de Occupybeweging. Bepaalde lagen beginnen in te zien dat het kapitalisme geen toekomst heeft. De grote vraag is wat het alternatief is en hoe dit te bereiken. Behalve het CWI en een aantal anderen brengt nagenoeg niemand de idee van socialisme en democratische economische planning naar voren. We staan echter voor een periode van radicalisering waarbij oude lessen in actie, en op basis van de tussenkomst van marxisten en socialisten, aan een versneld tempo kunnen worden opgepikt.

 

Verslag door Peter Delsing

Dit vind je misschien ook leuk...