Thailand. Roodhemden bestormen parlement – politieke crisis wordt dieper

Woensdag kwam het bericht dat de “roodhemden” in Thailand het parlement hebben bestormd en een nieuwe opleving van de politieke crisis hebben veroorzaakt. De afgelopen drie weken was de Thaise hoofdstad Bangkok het toneel voor grote protestacties tegen de regering. Dit zijn de grootste en best georganiseerde acties sinds de acties in 2006 van de “geelhemden” die voormalig premier Thaksin Shinawatra aan de kant schoven.

Sommigen schatten dat 100.000 tot 150.000 mensen hebben betoogd om druk te zetten op de regering van premier Abhisit om nieuwe verkiezingen te houden. Dit is een nieuwe fase in de machtsstrijd tussen Thaksin en de regering en het vormt een uitdrukking van de gespannen verhouding tussen de plattelandsbevolking die doorgaans Thaksin steunt en de stedelijke bevolking die eerder steun verleent aan Abhisit en de “Democraten”.

Democratische regering onder druk

De roodhemden – officieel het “Verenigd Front voor Democratie tegen de Dictatuur” (UDD) – beschuldigen Abhisit ervan dat hij niet legitiem aan de macht is gekomen maar door de steun van het leger en de monarchie. Ze stellen dat enkel nieuwe verkiezingen de “democratie naar het land kunnen terugbrengen”. De roodhemden voerden vorig jaar ook een reeks betogingen tussen januari en april. Op een bepaald ogenblik werd zelfs een Aziatische top bestormd. Het kwam daarbij tot een directe confrontatie met de politie waarbij twee doden vielen. Maar dat volstond niet om Abhisit tot nieuwe verkiezingen te bewegen.

Abhisit kwam in december 2008 aan de macht toen duizenden geelhemden, gesteund door het koningshuis en het leger, een blokkade begonnen van de luchthavens Suvarnabhumi en Don Mueang in Bangkok. Dit leidde tot de val van de regering die werd geleid door aanhangers van Thaksin (die zelf in “ballingschap” was in Dubai). Ook nu wordt de regering gesteund door het koningshuis, het leger en de zakenwereld. Ze hebben een gemeenschappelijk doel: vermijden dat Thaksin of de oppositie van de Puea Thai Party (die sympathiseert met Thaksin) terug aan de macht komt. Ze willen dat niet omdat het een bedreiging kan vormen voor hun rijkdom en omdat hun macht werd ondermijnd door het gangsterkapitalisme waar Thaksin voor stond toen hij aan de macht was tussen 2001 en 2006.

De regering probeerde de spanningen te beperken door onderhandelingen aan te gaan met de roodhemden. Abhisit stelde voor om het parlement voor het einde van dit jaar te ontbinden, een jaar voor de geplande ontbinding. Dit was er allemaal op gericht om tijd te winnen zodat Abhisit en zijn regering hun positie konden versterken. De regering stelde dat het eerst de economische problemen wil aanpakken, de verkiezingswetgeving op punt wil stellen, het leger wil hervormen en de begroting wil opmaken. De leiders van de UDD stemmen daar niet mee in en eisen de ontbinding van het parlement voor 12 april.

Vorige week kondigde de regering onder druk van de beweging een aantal populistische maatregelen aan voor de bevolking op het platteland. Zo worden schulden van arme boeren ter waarde van in totaal 1,3 miljard dollar kwijtgescholden. Het doel van de maatregel was duidelijk: de protestacties doen stoppen. Maar na twee rondes van onderhandelingen bleef het conflict overeind. De UDD-leiders zagen dat de acties de regering tot onderhandelingen en toegevingen hadden gedwongen en hoopten hierop te kunnen gaan naar een volledige overwinning met een onmiddellijke ontbinding van het parlement.

Veelvoud aan conflicten

Totnutoe ging het doorgaans om vreedzame protestacties. Eind 2008 en in april 2009 was dat niet het geval. Afgelopen weekend werden een tiental mensen gewond, onder hen vier soldaten, bij granaataanvallen op regeringsgebouwen. Er waren kleinere aanslagen waarbij geen gewonden vielen. Tijdens de eerste twee weken trokken de actievoerders naar gebouwen van de regering en het leger waarbij hun eigen bloed naar de gebouwen werd gegooid. Deze acties werden genegeerd, Abhisit probeerde tijd te winnen en hoopte dat het enthousiasme voor de acties wel zou verdwijnen.

De acties begonnen echter ook effect te hebben op de toerisme-industrie en dat leidde tot ongenoegen. Vorige week vrijdag was er een betoging van mensen die actief zijn in de toeristische sector. Ze betoogden in Bangkok en stelden dat de neergang van het toerisme kritiek is en leidt tot de mogelijkheid dat toeristen langere tijd Thailand zullen vermijden.

Vorige zaterdag trokken de roodhemden naar de commerciële centra in Bangkok en werden een aantal centrale invalswegen geblokkeerd. Het verkeer lag stil en minstens twee van de grootste winkelcentra van het land moesten de deuren sluiten. Tientallen winkels en restaurants moesten eveneens de deuren gesloten houden. Maandag hielden een honderdtal betogers een tijdlang de kantoren van de nationale verkiezingscommissie bezet. Ze eisten maatregelen van de commissie tegen de regering en tegen onregelmatigheden bij de vorige verkiezingen. Dit heeft samen met de confrontatie met de veiligheidsdiensten op dinsdag de spanningen tussen de actievoerders en de autoriteiten verder doen toenemen.

Volgens de Thaise financieminister zou een week blokkades van de commerciële centra zowat 312 miljoen dollar kosten. De zakenwereld raakt ongerust over haar winsten en dringt aan op onmiddellijke acties om het conflict op te lossen.

De actievoerders en autoriteiten hebben het gebruik van geweld vermeden, maar we gaan steeds meer naar een scherpe confrontatie zoals in april vorig jaar. De regering kan met de hulp van het leger en de politie de repressie tegen de betogers opdrijven en kan daarbij beroep doen op de ISA (Interne Veiligheidswet) dat de premier toelaat om het leger in te zetten om de orde te herstellen in uitzonderlijke situaties.

Als de roodhemden er in slagen om nieuwe verkiezingen af te dwingen, zou dat nochtans weinig verandering brengen in het politieke landschap. Mogelijk zou Abhisit de verkiezingen verliezen en zou de Puea Thai Party, de aanhangers van Thaksin, winnen. Als dit gebeurt, zou dezelfde alliantie van geelhemden met het leger en de burgerlijke elite die Thaksin ten val brachten in 2006 en diens volgelingen in 2008 opnieuw ingaan tegen het verkiezingsresultaat. Ook dan zou de onstabiliteit blijven duren, het gaat immers in essentie om een strijd tussen verschillende elites.

In het verleden werd in Thailand reeds aangetoond dat het leger niet aarzelt om in te grijpen als een politiek conflict te scherp wordt. Sinds de vestiging van de constitutionele monarchie in 1932 waren er maar liefst 18 militaire staatsgrepen. Momenteel is dit geen optie. De laatste militaire regering hield maar een jaar stand na de staatsgreep van 2006 en deze maakte weinig indruk op zowel de lokale als de internationale kapitalisten.

Een andere belangrijke kwestie is de nakende opvolging van de koning. Koning Bhumipol Aduyadej is al zes decennia aan de macht en is een belangrijke bron van legitimatie voor de onverkozen regering als het politieke conflict uit de hand loopt. Hij ligt echter al sinds september in het ziekenhuis en zijn opvolger, de kroonprins, is niet bepaald populair. Er wordt gezegd dat de alliantie tussen de koning, het leger en de elite van Bangkok enkel stand houdt omwille van het respect voor de koning. Als die komt te overlijden, dan zou de alliantie wel eens uiteen kunnen vallen. Dat kan leiden tot een nieuwe machtsstrijd waarbij verschillende delen van de elite proberen om het vacuüm te vullen dat wordt nagelaten door de koning en zijn zwakke opvolger. Dat kan nieuwe en grotere confrontaties met zich mee brengen.

Klassenoorlog?

De meeste roodhemden zijn arme boeren vanop het platteland in het noord-oosten van Thailand waar de voormalige premier en zakenman Thaksin een grote steun geniet. Hij werd in 2006 van de macht gestoten door een militaire staatsgreep en sindsdien leeft hij in ballingschap. De roodhemden zijn vooral arme boeren die deels verbonden zijn met de politieke agenda van Thaksin, maar de woede komt ook deels door de groeiende kloof tussen rijk en arm. De roodhemden beschuldigen de regering van een dubbele houding die de belangen van de elite in Bangkok voortrekt.

De UDD-leiders en Thaksin hebben de bekommernissen van de betogers opgepikt en hebben het over een “strijd tussen de arme landelijke massa’s van Thailand die voordeel haalden uit het beleid van Thaksin inzake goedkope gezondheidszorg en leningen tegen lage rentevoeten voor dorpen, en anderzijds de elite uit Bangkok.” Er wordt zelfs gesteld dat het gaat om een “klassenoorlog”. Thaksin en zijn aanhangers proberen de massa’s vanop het platteland in te zetten als voetvolk in hun strijd tegen de regering.

Ook onder de werkende bevolking van Bangkok is er heel wat ongenoegen en dat was ook het geval tijdens het bewind van Thaksin die eveneens de belangen van de multinationals en van zijn zakenvrienden centraal stelde. Het gunstige economische klimaat op het begin van de eeuw werd door Thaksin aangegrepen om zijn populistische politieke agenda door te voeren waarbij een aantal eisen van de armen en landloze boeren werden gerealiseerd. Dat was niet zozeer gericht op de belangen van de boeren, maar wel een poging om het eigen politieke overleven veilig te stellen door een meerderheid van de plattelandsbevolking achter zich te scharen. Tegelijk aarzelde Thaksin niet om zijn steun van de armen te gebruiken om zijn corruptie te verbergen alsook zijn pogingen om miljarden dollars opzij te schuiven voor zijn familie en naaste medewerkers.

Regering van arbeiders en arme boeren met een socialistisch programma

Het is duidelijk dat de aard van het kapitalisme leidt tot het politieke conflict in Thailand. Dit is een politieke strijd tussen verschillende onderdelen van de elite om de regering te controleren en die macht te kunnen gebruiken om de rijkdommen van het land aan te wenden voor de belangen van de kapitalisten die met hen verbonden zijn alsook deze van de multinationals. De ongelijkheid in Thailand neemt toe. De armste 10% van de bevolking is goed voor minder dan 2% van het bbp terwijl de rijkste 10% daar 40% van krijgt. Dit maakt duidelijk waarom het winstsysteem wordt ondersteund door alle onderdelen van de elite alsook door het leger en de koning.

Zij hebben hun macht versterkt door de arme boeren op het platteland op te zetten tegen de arbeiders en middenklasse in Bangkok. Die verdeeldheid wordt enkel gebruikt om de eigen politieke machtspositie te versterken en om verder rijkdom van de arbeiders en arme boeren te kunnen plunderen. De arme boeren, arbeiders en anderen worden onderdrukt om de belangen van deze kapitalisten te dienen.

Tegen deze achtergrond zal geen enkele partij van de gevestigde elite het opnemen tegen het kapitalistische systeem. Ook de leiders van de roodhemden voeren een “oorlog van de elite” met het oog op de verdediging van de eigen belangen. Het gaat niet om een “klassenstrijd” voor de emancipatie van de armen tegenover de kapitalistische overheersing.

De kapitalistische “democratie” wordt ondermijnd als de partijen die verliezen zich niet neerleggen bij het resultaat. De arbeiders en onderdrukten moeten verder kijken en mogen zich niet laten meeslepen in de poging om de arme plattelandsbevolking te verdelen van de stedelijke arbeiders en middenklasse. De kapitalistische elite heeft er alle belang bij om die verdeeldheid aan te wakkeren. Er zal nood zijn aan een nieuwe beweging die staat voor de eenheid van de arbeiders, arme boeren, studenten en middenklasse om de arbeiders en arme boeren uit de greep van het kapitalisme en de politieke vertegenwoordigers van het kapitalisme te halen. Daarbij moet deze beweging de strijd aangaan tegen het kapitalisme.

De verstedelijking en industrialisering van de jaren 1990 heeft een deel van de plattelandsbevolking in conflict gebracht met de regering. In 1997 was er een grote beweging van een alliantie van plattelandsbewoners met mensen uit de stedelijke sloppenwijken uit iedere regio van het land. Er werd 99 dagen lang met 25.000 mensen betoogd voor het regeringsgebouw in Bangkok. Daarmee werd onder meer geprotesteerd tegen projecten die de dorpen zouden treffen. Er werd een “Vergadering van Armen” opgezet om de belangen van de actievoerders te verdedigen. Dit initiatief is spijtig genoeg in het vaarwater van de NGO’s terecht gekomen waardoor een verdere politieke ontwikkeling werd afgeremd. Het feit dat de strijd van de arme boeren niet werd verbonden met die van de arbeiders in de steden liet een vacuüm waar handig gebruik van werd gemaakt door Thaksin.

De economische bijdrage van de meerderheid van de Thaise bevolking (de 60% die op het platteland woont) bestaat vooral uit landbouw. Dat is slechts goed voor ongeveer 10% van het bbp van Thailand. Het jaarlijkse gemiddelde bbp per inwoner bedraagt slechts 3.850 dollar. Fabrieken, elektronicabedrijven en dienstenbedrijven – vooral in de stedelijke centra zoals Bangkok – zijn goed voor 80% van het bbp. Dat betekent dat een minderheid van de bevolking – 40% – instaat voor het grootste deel van de economische ontwikkeling en moet zorgen voor de grote winsten die de kapitalisten nodig hebben. Op dit ogenblik zijn slechts 2% van de arbeiders georganiseerd in vakbonden. Er zijn weinig rechten voor arbeiders, stakingen en collectieve strijd wordt niet aanvaard maar vindt toch plaats. Zo werd in juni nog gestaakt door het spoorpersoneel dat protesteerde tegen een hervorming van het spoor. Daarbij werd de volledige dienstverlening in het land plat gelegd en de regering moest wel onderhandelen.

Voor socialisten betekent klassenstrijd een conflict tussen de arbeidersklasse en de klasse van kapitalisten. Wij staan voor de bevrijding van de arbeidersklasse en andere onderdrukte lagen onder het kapitalisme. Dat kan door het mobiliseren van onze krachten in de strijd voor de vestiging van een democratische socialistische samenleving waarbij de rijkdom en aanwezige midden worden aangewend in het belang van de meerderheid. Dat kan door het publiek bezit en de democratische controle en beheer van de sleutelsectoren van de economie. Het zou de basis vormen voor een samenleving zonder vooroordelen en onderdrukking.

Hiertoe heeft de arbeidersklasse nood aan haar eigen leiding en organisaties die moeten worden gewapend met een socialistisch programma dat wordt ondersteund door andere onderdrukte lagen zoals de arme boeren, armere lagen binnen de middenklasse, jongeren, studenten en anderen. In een dergelijk programma moeten eisen voor democratische rechten en hervormingen en voor een degelijke levensstandaard worden verbonden aan de noodzaak van een andere samenleving. Het zou opkomen voor een regering van arbeiders en arme boeren en beroep doen op de steun van arbeiders en armen in Zuid-Oost Azië en de rest van de wereld om samen te bouwen aan een socialistische samenleving.

Wij staan voor:

  • Neen aan de onderdrukking van democratische rechten en de mediacensuur
  • Afschaffing van repressieve wetten zoals de ISA die het recht op collectieve actie ondermijnen
  • Neen aan een bewind van de generaals en de corrupte miljonairs/politici
  • Verzet tegen een mogelijke militaire staatsgreep
  • Voor een massale strijd om democratische rechten af te dwingen met inbegrip van het recht op collectieve actie en staking
  • Voor onafhankelijke, strijdbare en democratische vakbonden en organisaties van kleine boeren
  • Vakbondsrechten voor gewone soldaten – voor het overwinnen van arme soldaten voor de strijd van de werkende bevolking
  • Voor de opbouw van een massale partij van arbeiders en arme boeren
  • Voor een verenigde strijd van arbeiders, arme boeren, studenten en andere onderdrukten tegen het corrupte regime
  • Voor een oprechte en representatieve grondwetgevende vergadering
  • Afschaffing van de monarchie
  • Voor een regering van arbeiders en arme boeren
  • Volledige rechten voor de onderdrukte moslimbevolking in het zuiden van Thailand en voor alle andere minderheden
  • Neen aan het neoliberale beleid van privatiseringen en deregulering
  • Voor democratisch gemeenschapsbezit van de grote bedrijven, sleutelsectoren van de economie, grootschalige landbouwbedrijven en banken
  • Voor een geplande economie waarin de belangen van de arbeiders en arme boeren centraal staan en waarin er sprake is van democratische controle en beheer door verkozen comités van de arbeiders en kleine boeren
  • Voor een socialistisch Thailand als onderdeel van een socialistische federatie doorheen Zuid-Oost Azië

 

Artikel door Raviechandren (Maleisië)

Dit vind je misschien ook leuk...