Imperialistische oorlog in Afghanistan leidt ook tot Pakistaanse slachtoffers. Binnenkort ook met Belgische medeplichtigheid?

De imperialistische interventie in Afghanistan slaat steeds meer over naar Pakistan, dat ook een slachtoffer is van deze bloedige oorlog. De slachtoffers in Pakistan zijn eens te meer vooral mensen van Pashtoon-afkomst en dit langs beide kanten van de Durand-lijn, de kunstmatige grens die door het Brits imperialisme werd getrokken in 1893. Binnenkort zullen ook Belgische troepen mogelijks betrokken raken bij aanvallen op Pakistaans grondgebied. We publiceren een opvallend dossier van een linkse socialist uit het Pakistaanse grensgebied met Afghanistan.

Iedere dag komen tussen de 200 en 250 Pashtoons om door militaire operaties van de NAVO en het Pakistaanse leger. Het Pakistaanse leger heeft de afgelopen vijf jaar verschillende militaire offensieven gevoerd in Noord en Zuid-Waziristan, Swat en recent ook in Bajor Agency. Deze rampzalige aanvallen hebben ertoe geleid dat miljoenen mensen hun huizen zijn ontvlucht of verdreven uit hun huizen en dorpen. Ze zijn achtergelaten zonder huisvesting, voedsel, drinkbaar water of medicijnen. In de vluchtelingenkampen zijn er verschillende gevallen van cholera omwille van het tekort aan schoon water. Deze regio wordt ook getroffen door luchtaanvallen en aanvallen vanuit sterk bewapende militaire helikopters. Volledige dorpen en boerderijen worden verwoest en duizenden raakten gewond of verloren hun leven. De roep van deze onschuldige burgers schokt velen in Azië, maar geen enkel land biedt opvang aan deze wanhopige slachtoffers. De enige plaats waar ze heen kunnen is Karachi omdat velen daar familie hebben. Meer dan 3,5 Pashtoons leven nu buiten hun eigen regio. 99% van de vluchtelingen zijn arbeiders. In Karachi worden ze het slachtoffer van de MQM, een rechtse nationalistische organisatie die fascistische methoden inzet tegen haar tegenstanders. De MQM wordt gesteund door het Pakistaanse leger, de CIA en andere veiligheidsdiensten. De partij bereidt zich voor op een nieuwe oorlog tegen deze vluchtelingen en dat onder het mom van strijd tegen de Taliban.

De wanhopige situatie in de Pashtoon-regio doet denken aan de barbaarse periode ten tijde van Chengiz Khan. Het Rode Kruis stelt dat de regio in de greep van de barbarij is beland. Het VS-imperialisme heeft in één van de armste regio’s ter wereld haar vernietigende oorlog opgelegd nadat het eerder overging tot de vernietiging van Irak, wat onder meer leidde tot het destabiliseren van het Midden-Oosten.

Mr 100%

De recent verkozen nieuwe Pakistaanse president, Asif Ali Zardari, stond voorheen bekend als “meneer 10%” omwille van zijn betrokkenheid bij corruptie. Nu wordt hij vaak “meneer 100%” genoemd. Zardari verklaarde: “We staan aan de kant van de VS, Frankrijk en Groot-Brittannië die werden aangevallen.” Hij beloofde dat het Pakistaanse grondgebied niet zou worden gebruikt om aanvallen te lanceren op NAVO-troepen in Afghanistan. Hij beweerde ook: “Deze oorlog is onze oorlog”. Het VS-regime heeft de Pakistaanse militairen er meermaals van beschuldigd dat ze er niet in slagen om de Islamitische militanten te stoppen. Er wordt ook beweerd dat de militaire geheime dienst, de ISI, actieve steun verleent aan anti-Amerikaanse guerrillabewegingen in Afghanistan. Sinds februari hield de Amerikaanse admiraal Mullen vijf bijeenkomsten met de Pakistaanse legerleider Ishfaque Pervaiz Kiyani om aan te dringen op een meer doortastend optreden. De toegenomen druk van de regering-Bush op de nieuwe PPP-regering heeft er reeds toe geleid dat effectief werd overgegaan tot een escalatie van de Pakistaanse legeroperaties in de Noordwestelijke Grensprovincie en de stammengebieden. Het doel daarbij is een meer “efficiënte” oorlog tegen de opstandelingen die zich verzetten tegen de Amerikaanse en NAVO-troepen. Vlak na het bezoek van premier Yousaf Raza Gelani aan Washington eind juli werd de aanval op Bajore ingezet. Daarbij bevestigde Gelani zijn steun aan de “oorlog tegen het terrorisme”. De regering-Bush voelt zich bedreigd door de veilige schuilplaatsen voor de opstandelingen in de stammengebieden in Pakistan die niet verwoest zijn door het leger. Als het Pakistaanse leger daar niets aan zou doen, zouden de Amerikaanse en NAVO-troepen zelf de grens overtrekken voor militaire operaties.

De groei van het verzet tegen de bezetting in Afghanistan heeft de afgelopen periode geleid tot een toename van het aantal slachtoffers onder Amerikaanse en NAVO-troepen. Hierdoor werd Pakistan steeds meer de zondebok voor het VS-imperialisme. In 2008 vielen er reeds 196 doden onder de NAVO-troepen. Dat is het tweede grootste aantal op jaarbasis tijdens deze oorlog. Wellicht zal het recordaantal van 232 dit jaar worden overstegen. Tegelijk kwamen er dit jaar meer dan 900 Afghaanse soldaten om.

Het aantal burgerslachtoffers in Afghanistan neemt eveneens toe. Bij recente luchtaanvallen in Azizabad in de provincie Harat kwamen meer dan 90 mensen om, vooral vrouwen en kinderen. Die waren samengekomen om te rouwen voor het overlijden van het lokale stamhoofd. Na deze moordaanslag kwamen mensen uit heel de regio bijeen om te betogen tegen het regime van Karzai, een marionettenregime van het VS-imperialisme. Op de betoging riepen de aanwezigen slogans tegen de VS en droegen ze spandoeken met opschriften als “Dood aan Amerika”. De betogers zetten politiewagens in brand toen de politie probeerde tussen te komen om voedsel en kleding te geven aan de overlevenden. De politie schoot op de betogers om de actie te ontbinden. Daarbij vielen meer dan 10 gewonden. De lokale schoolverantwoordelijke, Ghulam Hazarat, vertelde aan journalisten: “de mensen waren erg kwaad, ze stelden aan de autoriteiten en de politie dat ze hun voedsel en kleding niet nodig hadden, maar wel hun kinderen en verwanten.” Het weekblad The Economist stelde in haar dossier over Afghanistan in augustus 2008 dat de VS bij een falen in Afghanistan, mogelijk vooral zal herinnerd worden voor het doden van kinderen.

Bloedbad in Herat

Op 26 augustus stelde de VN dat het over “overtuigend bewijsmateriaal” beschikte dat een Amerikaanse luchtaanval in het westen van de provincie Herat 90 dodelijke slachtoffers had gemaakt, waaronder 60 kinderen. Dat was wellicht het meest bloedige en dodelijke incident van de zeven jaar durende militaire interventie van het VS-imperialisme in Afghanistan. Maar de Amerikaanse autoriteiten bleven stellen dat er slechts vijf burgerdoden vielen bij de aanval, naast 25 opstandelingen. Het bloedbad in Azizabad was een bijzonder tragisch incident, maar er zijn tal van moorden op Afghaanse burgers. Er waren meermaals aanvallen op huwelijksfeesten of begrafenissen. Zo was er op 6 juli nog een aanval op een huwelijksfeest in Nangarhar. Daarbij kwamen 60 mensen om, ook de bruid liet het leven. Het feit dat Karzai wel moest protesteren tegen de Amerikaanse luchtaanvallen, was een uitdrukking van de groeiende afkeer en haat onder de massa’s. Ieder burgerslachtoffer versterkt de afkeer van miljoenen Pashtoons tegenover de Amerikaanse bezetting. Het is ook olie op het vuur van het verzet tegen de regering in Kaboel of de door de PPP geleide regering in Pakistan. Beiden worden algemeen gezien als corrupte marionetten van het VS-imperialisme.

Er is een groeiende populaire steun voor de guerrilla en andere verzetsgroepen die opereren vanuit Pashtoonse stammengebieden in Pakistan. De guerrilla heeft een enorme invloed en controleert grote gebieden. Een speciale 19.000 manschappen tellende door de VS geleide troepenmacht opereert in het moeilijk toegankelijke berggebied langs de oostelijke kant van de Afghaans-Pakistaanse grens. Deze troepen worden geconfronteerd met een goed georganiseerde oppositie onder leiding van de voormalige Afghaanse krijgsheer Gulbuddin Hekmatyar. Die was een favoriete krijgsheer van de CIA tijdens de guerrilla-oorlog tegen de Sovjetbezetting van Afghanistan in de jaren 1980 en zou opereren vanuit een schuilplaats in het Pakistaanse stammengebied. Hekmatyar zou zich verschuilen in Bajaur waar hij kan rekenen op de steun van de lokale Pakistaanse krijgsheren van de Taliban.

Op dit ogenblik zijn er zowat 34.000 Amerikaanse troepen in Afghanistan naast 30.000 uit andere NAVO-landen. Het Afghaanse leger telt 65.000 manschappen, maar de meeste eenheden zijn niet in staat om onafhankelijk op te treden zonder ondersteuning van de NAVO-troepen. Een verkeerde oorlog op een verkeerde plaats en op een verkeerd ogenblik. Dat zorgt voor een complexe situatie met verschrikkelijke gevolgen voor de massa’s, maar ook voor het VS-imperialisme en de heersende klassen in de regio.

Als reactie op deze situatie wil de regering-Bush, met de steun van de Democratische presidentskandidaat Barack Obama, nog eens 12.000 extra troepen sturen, mogelijk zelfs reeds vanaf november. Het inzetten van extra troepen zal niet eenvoudig zijn en bovendien vormt het geen oplossing voor de crisis. Het feit dat er recent 10 Franse soldaten omkwamen, was een uitdrukking van het feit dat het gewapend verzet tegen de bezetting toeneemt. Voor de Fransen vormde dit het grootste aantal Franse militaire doden bij een aanslag sinds de bomaanslag in Beiroet in 1983 die leidde tot de dood van 58 para’s. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Duitsland niet bereid is om haar troepen naar het zuiden van Afghanistan te sturen.

Militaire strategen waarschuwen de VS

Militaire strategen en analisten in de VS waarschuwen dat het inzetten van meer troepen niet zal leiden tot het einde van het verzet. De imperialistische machten zijn bovendien beperkt door het feit dat een belangrijke nederlaag voor de guerrilla pas mogelijk is indien ook de bases in de Noordwestelijke Grensprovincie van Pakistan worden aangepakt. Iedere poging om de guerrilla de kop in te drukken betekent noodzakelijkerwijze dat de militaire operaties zich uitbreiden tot Pakistan. Het Pakistaanse leger slaagde er niet in om de guerrilla te stoppen aan de grens en heeft de controle over een groot deel van de Noordwestelijke Grensprovincie verloren.

Het Amerikaanse leger voerde recent een raketaanval uit op Zuid Waziristan. Daarbij vielen 20 doden. Deze regio was naar verluidt een bolwerk van Taliban-commandant Jaulludin Haqni Het was de vierde raketaanval op een week tijd, twee dagen voordien vielen nog 20 doden bij een aanval op Angoor Adda. Deze aanval leidde tot heel wat protest en woede in de Noordwestelijke Grensprovincie. De Pakistaanse minister van buitenlandse zaken zag zich verplicht om een boodschap op te stellen waarin de aanval werd veroordeeld als een inbreuk op het Pakistaanse territorium. Hij liet de Amerikaanse ambassadeur, Anne Patterson, op het matje roepen om zich te verantwoorden. Het Pakistaanse dagblad Daily Dawn titelde op 8 september: “Slecht wordende banden – is Amerika een vriend of vijand?”. In het artikel wordt gesteld dat er een ambigue situatie heerst waarbij er uiteindelijk wel een duidelijk antwoord zal komen. Het wantrouwen tussen de leider van de oorlog tegen het terrorisme en het land in de “frontlinie” is al jaren gegroeid. De VS denkt dat Pakistan niet genoeg doet en dat elementen van de ISI steun geven aan de Taliban. Amerikaanse leiders, waaronder president Bush, dreigden hierop met unilaterale acties van het Amerikaanse leger indien het Pakistaanse leger niet doeltreffend genoeg zou zijn. Dat dreigement werd in daden omgezet in Zuid Waziristan. De sterke veroordeling hiervan door Pakistan maakte weinig indruk in Washington aangezien er sindsdien nog nieuwe aanvallen volgden. De toekomst ziet er bovendien niet rooskleurig uit. De spanningen nemen toe aangezien de VS en haar bondgenoten wellicht niet opgezet zullen zijn met de beslissing van Pakistan om geen brandstof te leveren aan de coalitietroepen in Afghanistan.

Barack Obama klaagde er recent over dat de regering-Bush 10 miljard dollar had “verkwist” door steun te geven aan Pakistan. Hij stelde dat er niet zomaar steun mag worden gegeven. Obama verklaarde ook dat Islamabad Amerikaanse steun kreeg om een eventuele confrontatie met India voor te bereiden.

Het bloedbad in Angora Adda leidde tot heel wat protest. Woedende dorpsbewoners trokken naar de plaats die was gebombardeerd en ze plaatsten de lijken van hun familieleden langs de belangrijkste wegen tussen Afghanistan en Pakistan. Er werden slogans geroepen tegen de regeringen in de VS en Pakistan, maar ook tegen de provinciale regering onder leiding van de Awami National Party. Er werd vooral ingegaan tegen het stilzwijgen en de hypocrisie van deze regimes. De recente militaire operaties van de VS in Pakistan en de burgerdoden maken het voor het Pakistaanse leger ook moeilijk om zich op te werpen als de verdediger van de Pakistaanse “soevereiniteit”. Dat vormt de kern van de ideologische rechtvaardiging van het leger om een politieke macht uit te oefenen en een grote militaire machine te controleren.

Lagere officiers worden dagelijks vernederd

De Amerikaanse militaire aanvallen hebben niet alleen onder de bevolking woede uitgelokt, maar ook onder lagere officiers van het leger. Heel wat lagere officiers zijn zelf van Pashtoon-afkomst. Ze worden dagelijks vernederd door de top van het leger, waar er velen rijk zijn geworden op basis van de “oorlog tegen het terrorisme”.

Het massale protest zorgde ervoor dat de Pakistaanse regering wel iets moest ondernemen. Het sloot de grens aan Torkham, de belangrijkste doorgang voor olie en voedselvoorziening voor de Amerikaanse en NAVO-troepen in Afghanistan. De Pakistaanse minister van Binnenlandse Zaken, Rehman Mailk, stelde dat het onderbreken van de toevoer geen stap achteruit was in de Pakistaanse houding. Het was volgens de minister “een tijdelijk antwoord op veiligheidsrapporten”. Dat werd tegengesproken door de minister van defensie, Chudary Ahmad Mukhtar, die stelde dat de sluiting van de grenspost moest aantonen dat het “menens was bij de verdediging van de territoriale integriteit van Pakistan”. Hij stelde: “We hebben de toevoer van olie stopgezet, dat zal tonen dat we de situatie ernstig opvatten.”

Deze verdeeldheid is een uitdrukking van het ongenoegen onder de militaire top. Tegen de Duitse defensieminister Jung stelde een topman van het Pakistaanse leger, generaal Tariq Majid, dat de Pakistanen zich het recht voorbehouden om “gepast te antwoorden” op de aanvallen. De grensoverschrijdende aanvallen op Waziristan vonden plaats op de dag voordat Zardari de eed aflegde als nieuwe president. Bush maakte duidelijk dat hij wil dat de Pakistaanse regering haar militaire operaties tegen de opstandelingen opdrijft. Nochtans is er al zo goed als een burgeroorlog in de Noordwestelijke Grensprovincie.

Het Witte Huis verwelkomde de verkiezing van Zardari als nieuwe president en Bush verklaarde dat hij er naar uitkeek om met hem samen te werken. Die verklaring kwam er enkele uren na de verkiezing van Zardari en moest een antwoord bieden op de mediageruchten dat het Witte Huis niet tevreden was met de snelle machtsovername door Zardari. Slechts zes maanden nadat de PPP-regering werd verkozen, heeft het de enthousiaste steun van de begindagen volledig verloren. In de plaats van brood en vrede, bracht de nieuwe regering oorlog en honger.

Ook de nationalistische Pashtoon-partijen, in het bijzonder de ANP, werden gediscrediteerd bij deze verkiezingen. Tijdens de verkiezingscampagne was de belangrijkste slogan van de ANP: “Vrede voor Pashtoonkhow”. Toen de partij een alliantie vormde met een aantal opstandelingen, reageerde de VS met een unilaterale militaire actie in de regio. De ANP verdedigde echter het imperialisme en gooide olie op het vuur van de burgeroorlog. De fundamentalistische partij Jamath ullam Islam Fazalruraman (JUI) maakt deel uit van de coalitie rond de PPP-regering, maar ook dat vormt geen probleem voor het imperialisme.

Opstand in Balochistan

De oorlog in de Noordwestelijke Grensprovincie heeft steeds meer gevolgen in de Pashtoon-regio van Balochistan. Daar is er reeds een grote concentratie van opstandelingen, ondanks de aankondiging van het Balochistan Bevrijdingsleger dat het tijdelijk de anti-regeringsactiviteiten zou stopzetten. Dat moet onderhandelingen met de regering makkelijker maken, maar de kans op succes is uiterst beperkt en dan komt er een nog diepere crisis.

Er is geen oplossing voor de onderdrukte nationaliteiten en volkeren van Pakistan op kapitalistische basis. Wij verdedigen de democratische en nationale rechten van alle volkeren in Pakistan. De Pashtoons en Balochi hebben het recht om voor hun nationale rechten op te komen, tot en met het recht op zelfbeschikking om al dan niet te beslissen over meer autonomie of zelfs onafhankelijkheid. De grootgrondbezitters en het kapitalisme zullen geen dergelijke democratische rechten aanbieden aan de bevolking in deze regio’s. De strijd voor democratische en nationale rechten moet worden verbonden aan de strijd om het kapitalistisch systeem omver te werpen, aangezien dat systeem de basis vormt voor de militaire interventies en de imperialistische inmengingen. Het kapitalistische systeem is volledig rot en voor de Pakistaanse massa’s heeft het enkel oorlog, honger, miserie en barbarij aan te bieden. Enkel de arbeiders, met de steun van de arme boeren en anderen die worden uitgebuit door het kapitalisme, kan dit systeem omverwerpen om te bouwen aan een nieuwe socialistische samenleving. Dat is de enige manier om een einde te maken aan de oorlog, honger en de vernietigingen onder het kapitalisme.

De invloed van het pro-imperialistische marionettenregime van Hamid Karzai is beperkt tot Kaboel. Dit regime is bijzonder bang van een mogelijke verdere escalatie van de burgeroorlog in de regio en in Pakistan. De heersende partijen hebben steeds opnieuw aangetoond dat ze niet in staat zijn om vrede en brood aan te bieden aan de massa’s. Het Amerikaanse imperialisme heeft een politiek op gang gebracht die dreigt te leiden tot een periode van jarenlange slachtpartijen en bloedbaden in centraal en zuidelijk Azië.

Stop de militaire operaties

De Pakistaanse arbeidersbeweging eist dat de Amerikaanse en NAVO-troepen zich onmiddellijk terugtrekken uit Afghanistan. We roepen ook de Amerikaanse, Franse, Britse, Duitse, Nederlandse, Belgische,… soldaten op om zich te verzetten tegen wat niet “hun” oorlog is. Deze soldaten werden naar Afghanistan gestuurd om deel te nemen aan een bloedig conflict, terwijl tegelijk in hun eigen landen de economische recessie leidt tot meer werkloosheid en miserie voor hun families.

Wij komen op voor een onmiddellijk einde van de militaire operaties in Pashtoonkhow. We eisen een terugtrekking van het Pakistaanse leger uit de provincie en uit Balochistan. We veroordelen ook de aanvallen op de arbeidersklasse door terroristische organisaties, zoals recent bij de Waha-fabriek.

Dit vind je misschien ook leuk...