Karel Dillen overleden. Het einde van een tijdperk voor het VB

Met het overlijden van Karel Dillen wordt een hoofdstuk in de geschiedenis van het Vlaams Belang afgesloten. Een hoofdstuk dat eigenlijk reeds een tijdje was afgesloten, maar nu officieel wordt. Karel Dillen was voor het VB het boegbeeld van de periode dat extreem-rechts tegen de stroom in “door de woestijn” trok. Koppig vasthoudend aan de oude tradities en opvattingen.

Karel Dillen was zelf vrij fier dat hij als jongeman (hij werd in 1925 geboren) de keuze maakte om bij de Hitlerjügend te gaan. Er bestaat een gekende foto van de jonge Dillen die in Antwerpen op een publieke manifestatie ten tijde van de bezetting de Hitlergroet brengt (zie foto hiernaast). Dillen kwam onmiddellijk na de oorlog in extreem-rechtse middens terecht om er te bouwen aan verschillende formaties en groeperingen die de traditie van de collaboratie willen verderzetten. In die zin was Dillen zowat het levende symbool van de verderzetting van de collaboratie-tradities in VB-middens. Die band werd de afgelopen jaren minder benadrukt – om electorale redenen – maar ze bleef wel bestaan. Onder meer via het intussen ter ziele gegane Sint Maartensfonds (een club van oud-collaborateurs) bleven er nauwe contacten bestaan. Het Sint-Maartensfonds gaf er de brui aan, maar organiseert vandaag wel een bijeenkomst in een zaal van de gemeente Schilde. De VB-ordedienst Voorpost staat in voor de praktische organisatie…

Vrij snel na de oorlog beginnen een aantal jonge collaborateurs allerhande Vlaams-nationale bewegingen. Ze moeten daarbij voorzichtig zijn en een hele reeks kopstukken hebben het land moeten verlaten omdat ze werden veroordeeld voor hun collaboratie (Cyriel Verschaeve en Robert Verbelen trokken naar Oostenrijk, Leo Poppe en anderen naar Argentinië). Jongeren zoals Karel Dillen of Bert Van Boghout zetten de traditie echter verder. Van Boghout kon dit pas na 1950 toen hij vrij kwam uit de gevangenis wegens zijn collaboratie. In 1950 begon Van Boghout een winkel met nazistisch materiaal, ook Dillen is er kind aan huis. Dillen onderging geen straf wegens zijn collaboratie, onder meer door zijn jonge leeftijd was hij naar eigen zeggen een “passieve aanhanger van de Nieuwe Orde” en geen actieve collaborateur.

In 1962 wordt Were Di opgezet, een groep rond het blad Dietsland Europa dat bij de oprichting van Were Di reeds zes jaar bestond. Karel Dillen had heel wat plannen met het blad Dietsland Europa en nadien met de groep Were Di. Het hoofddoel was om een groepering op te zetten om de extreme rechterzijde te organiseren en aldus sterker te staan alvorens toe te treden tot een politieke formatie, de Volksunie. Nadien speelde Were Di een centrale rol in het uitwerken van het programma dat aan de basis zou liggen van het VB-programma bij de oprichting van het Vlaams Blok eind jaren 1970. Dillen besefte dat er een groep geschoolde militanten nodig was om tegen de stroom in te gaan. Toen het VB enig electoraal succes begon te krijgen, bleef Dillen nadruk leggen op de noodzaak van een groep “zuivere” extreem-rechtse Vlaams-nationalisten om de partij op het (extreem-)rechtse spoor te houden.

De eerste pogingen om een Vlaams-nationale politieke partij te lanceren, leverden weinig resultaat op. Reeds kort na de oorlog (in 1949) was er de Vlaamse Concentratie. In deze partij waren onder meer Karel Dillen en VMO-oprichter Bob Maes betrokken. Het werd echter geen succes en de nadruk bleef liggen op actiegroepen en tijdschriften. Karel Dillen was betrokken bij verschillende tijdschriften. Zo was er het blad ‘Opstanding’ van de zwarte advocaat Walter Bouchery die vol nostalgie terugkeek naar de nazi-bezetting (maar ook schreef dat er maximaal 350.000 Joden waren omgekomen door de nazi’s…). Nog later kwam er het blad Dietsland Europa. Ook op literair vlak is Dillen actief, onder meer met een vertaling van het negationistisch boek ‘Nürnberg ou la terre promise’ van Maurice Bardèche. Die meende dat de concentratiekampen na de oorlog werden gebouwd met filmdecors uit het joodse Hollywood… De steun voor de collaboratie en de nazi’s bleef overigens consequent bestaan tot op het einde van Dillens leven. In 1988 was er op een VB-congres een eregast: Jef François, voormalig SS-kopstuk van de brigade Langemark.

Bob Maes hield zich bezig met het opzetten van de VMO, de Vlaamse Militanten Organisatie die nadien de Vlaamse Militanten Orde werd (tot aan haar verbod wegens een privé-militie begin jaren 1980). Na het mislukken van de Vlaamse Concentratie was er reeds sprake van het opzetten van een brede Vlaams-nationalistische partij, de Volksunie. Dit project verdween echter nog even naar de koelkast omdat werd geoordeeld dat de tijd er nog niet rijp voor was. Toen de VU werd opgezet, sloot de extreme rechterzijde er reeds snel bij aan. Zowel de VMO van Bob Maes als de groep rond Karel Dillen werden actief in de VU, Dillen speelde een belangrijke rol in de Antwerpse afdeling van de VU.

Binnen de Volksunie zag de groep rond Dillen met lede ogen aan hoe het brede karakter van de partij ook een aantal “linkse” figuren aantrok. De compromissen van de partijleiding en de onduidelijke ideologische koers zorgden voor botsingen, onder meer met de VMO. Een deel van de partijleiding was niet langer opgezet met de fratsen van de VMO dat steeds meer op een privé-militie begon te lijken. In de jaren 1970 kwam het tot een breuk. De VMO werd niet langer erkend door de VU en een aantal rechtse hardliners verlaten de partij.

In 1977 zijn er twee pogingen om een nieuwe politieke formatie op te zetten. De groep rond Karel Dillen zet de Vlaams Nationale Partij (VNP) op. Een andere groep rond Lode Claes en met onder meer Roeland Raes zet de Vlaamse Volkspartij (VVP) op. De VNP is vooral in Antwerpen gebaseerd, de VVP meer in Brussel. Beide partijen trekken als een blok naar de verkiezingen van 1978. Ze kiezen voor een naam die teruggaat op een historische verkiezingsdeelname van de nazi-collaborateurs van de VNV. Die gebruikten in de jaren 1930 de naam “Vlaamsch Blok”. Het verkiezingskartel in 1978 trekt naar de kiezer als Vlaams Blok. Karel Dillen werd onverwacht verkozen en krijgt daarmee plots heel wat extra macht in het kartel. Ook bij latere verkiezingen werd Dillen opnieuw verkozen in de Kamer als enige parlementslid van het VB.

Van bij het oprichten van het VB is er een jonge garde aanwezig in de partij. In het Brugse is er bijvoorbeeld een groep rond Frank Vanhecke en Filip Dewinter die de stad onveilig maken met het NJSV (Nationalistisch Jongstudentenverbond). Het NJSV in Brugge geniet haar politieke scholing bij de VMO en raakt zelf ook betrokken bij tal van gewelddadige acties. De VMO staat inmiddels mee onder leiding van Bert Eriksson (die tot aan zijn dood verkondigde trots te zijn op zijn nazistische opvattingen) en werd na verschillende incidenten (onder meer met wapens en gewelddadige raids) veroordeeld als privé-militie. De jonge garde – onder meer in Brugge – was net te jong om zelf een grotere rol te hebben gespeeld en mee veroordeeld te worden. Andere toekomstige VB-parlementsleden werden wel veroordeeld.

Midden jaren 1980 begon de electorale opgang van het Front National van Le Pen. Dat werd van nabij gevolgd door het Vlaams Blok dat probeerde de “succesformule” van Le Pen te kopiëren. De partij trok naar de kiezer met een vertaling van de FN-slogan: “500.000 werklozen, waarom dan nog gastarbeiders”. Het racistische element levert een zeker succes op, zeker naar het einde van de jaren 1980 toe. In 1987 worden Annemans en Dewinter verkozen in de Kamer en verhuist Dillen naar de Senaat. In 1989 trekt Dillen naar het Europees parlement (de wedde ligt daar nog hoger…) en wordt hij in de Senaat vervangen door Wim Verreycken.

Na de vooruitgang bij de parlementsverkiezingen van 1987 volgt een eerste zwarte zondag met de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 in Antwerpen als het VB 17% van de stemmen haalt. Het zorgt voor een schok bij de traditionele partijen, maar het VB heeft de tijdsperiode mee.

Eind jaren 1980 groeit het politieke vacuüm. Vanaf de economische recessie in 1974 en nadien in 1981 is er een sterke toename van sociale problemen. In 1974 en 1981 is er telkens een verdubbeling van de werkloosheid. Er volgt een hard neoliberaal beleid met aanvallen op de werkenden en hun gezinnen. De traditionele partijen betalen een prijs voor dit hard neoliberaal beleid en verliezen terrein. Anderzijds komt ook de Sovjetunie in crisis en speelt het veel minder een factor als mogelijk alternatief op het harde neoliberale beleid. Dat wordt nog versterkt door de val van de Muur waarna de burgerij triomfantelijk verklaart dat het kapitalisme heeft overwonnen en dat het einde van de geschiedenis is aangebroken.

Dat biedt heel wat ruimte voor passief ongenoegen dat zich kan uiten in een stem voor het Vlaams Blok. Het was dan ook geen verrassing dat het VB bij de parlementsverkiezingen van 1991 in heel Vlaanderen wist door te breken. Dit plaatste het VB meteen in de aandacht en Karel Dillen genoot hiervan. Na een jarenlange tocht door de woestijn kreeg zijn partij succes. Wie het daar niet op begrepen had, zou hij wel aanpakken. Zo verklaarde hij dat hij alle journalisten voor “het kanon” zou zetten.

De zwakke gezondheid van Dillen zorgt ervoor dat hij in 1996 afstand doet van zijn functie als voorzitter-voor-het-leven en de voorzitterspost overdraagt aan zijn trouwe luitenant Frank Vanhecke die toen nog relatief op de achtergrond stond in het VB. Niet de bekendste figuren van het VB, Dewinter of Annemans, volgden Dillen op, maar Vanhecke. Vanuit de positie van Dillen was dat logisch: Vanhecke was jarenlang zijn assistent geweest in het Europees parlement, had een lange geschiedenis in de partij en kwam niet uit Antwerpen. Hierdoor kon de familie Dillen in Antwerpen haar machtspositie behouden en werden noch Dewinter noch Annemans versterkt door een voorzittersfunctie.

Voor de familiale inkomsten zorgde Dillen ervoor dat hij bij het verlaten van zijn zetel (en vooral zijn wedde) in het Europees parlement in 2003 werd opgevolgd door zijn zoon, Koen Dillen. Dochter Marijke trok naar het federaal parlement.

De afgelopen jaren was Karel Dillen ziek en speelde hij nog amper een rol in het VB. Zijn invloed bleef echter voelbaar en er bleef de vrees voor negatieve uitspraken van Dillen over de verleidingen van de vetpotten van de macht bijvoorbeeld. Dillen zag het cordon sanitaire als een garantie op zuiverheid, anderen in het VB zien het als een belemmering van hun verdere carrière. Dillen blijft symbool staan voor de periode dat extreem-rechts tegen de stroom moest ingaan.

In 1996 werd gespeculeerd over een mogelijke machtsstrijd bij een overlijden van Karel Dillen. Wij denken dat dit op onwaarschijnlijk is op dit ogenblik. Binnen het VB zullen tegenstellingen en botsingen van persoonlijke ambities slechts een grotere rol gaan spelen als de partij in een defensieve positie terecht komt. Dat zal in laatste instantie bepaald worden door de objectieve omstandigheden. Een opkomende arbeidersbeweging met de ontwikkeling van een politiek alternatief voor de arbeiders en hun gezinnen, gebaseerd op een actief verzet (in plaats van passief ongenoegen), zou een aanleiding daartoe kunnen vormen.

Artikel door Geert Cool

Dit vind je misschien ook leuk...