Trotski’s relevantie vandaag

Zestig jaar geleden deze maand augustus, vermoordde Stalin’s huurmoordenaar Raymond Mercader de grootste nog levende revolutionair van die tijd, Leon Trotski. Het waren niet slechts de trotskisten die de verschrikkelijke klap voelden van Trotski’s dood, maar de arbeidersklasse en arbeidersbeweging van de hele wereld. Zijn intellect – eigenlijk het intellect van de arbeidersklasse op dat moment – zou niet meer de problemen kunnen verhelderen waar de arbeiders bewegingen zich mee geconfronteerd zagen.

Alleen Trotski’s praktische prestaties zouden al genoeg reden zijn deze verjaardag te herdenken. Hij was de voorzitter van de aller eerste Soviet – het Comitee van Arbeiders Vertegenwoordigers – tijdens de eerste Russische revolutie van 1905-1906. In 1917 leidde hij de Russische Oktober Revolutie, de grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid. Daarna creeërde en leidde hij het Rode Leger dat de 21 contra-revolutionaire legers van het imperialisme versloeg, die poogden de Revolutie neer te slaan. Maar boven alles was Trotski een van de grootste theoretici van de arbeidersbeweging. Als Karl Marx de grootste denker van het millennium was, dan was Leon Trotski zonder enige twijfel, samen met Friedrich Engels, Wladimir Lenin en Rosa Luxemburg, ook een van de grootste personen van het millennium, en zeker van de 20e eeuw. Zijn ideeën, zijn wijze van analyse, en de conclusies die daar uit getrokken worden, zijn vandaag net zo relevant als in het verleden.

DE PERMANENTE REVOLUTIE

Neem Trotski’s theorie van de Permanente Revolutie, die op briljante wijze de macht van de arbeidersklasse voorzag die betrokken was bij de uitkomst van de Russische Revolutie. Rusland voor 1917 was een feodaal of semi-feodaal systeem die feitelijk slavernij betekende voor de bevolking. Net zoals in India vandaag de dag, bestond de meerderheid van de bevolking uit horige boeren die een bestaan bijeenscharrelden op nauwe percelen land, terwijl de stedelijke arbeidersklasse geen rechten had en meedogenloos uitgebuit werd in de zich snel ontwikkelende industrie. Rusland had de kapitalistische democratische revolutie niet voltooid, zoals bijvoorbeeld Engeland in de 16e eeuw, en Frankrijk in de 18e eeuw. De voornaamste taken van deze revolutie waren de vernietiging van feodale of semi-feodale verbanden op het land, eenheid brengen in het land, en de oplossing brengen van de nationale kwestie. Een ander aspect was de invoering van de democratie, het stemrecht, de verkiezing van een democratisch parlement, persvrijheid, en vakbondsrechten voor de arbeidersklasse. Als laatse maar niet als minst belangrijkste punt, zou deze revolutie de economie bevrijden van de overheersing van het imperialisme, vooral het Engels-Franse imperialisme, dat Rusland als niet meer dan een kolonie beschouwde. Alle tendensen binnen de Russiche arbeidersbeweging zagen het als hun voornaamste taak de burgerlijk-democratische revolutie te volbrengen. Maar Lenin en Trotski verschilden van mening met de Mensjewieken (minderheidsleden van de Russische Sociaal Democratische Arbeidersbeweging) die geloofden dat de taak van de arbeidersklasse slechts was om tweede viool te spelen naast de zogenaamde liberaal-kapitalisten.

De Mensjewieken beschouwden die laatsten als de voornaamste representanten voor de kapitalistische democratische revolutie. Het Socialisme was voor hen slechts toekomstmuziek. Tegelijkertijd zagen de Mensjewieken de Russische revolutie puur als een nationale gebeurtenis met een beperkte internationale weerklank. Maar door de late ontwikkeling van de kapitalisten klasse in Rusland, en daardoor een achterstand in de kapitalistische democratische revolutie, waren de zwakke en kwetsbare Russische kapitalisten niet langer in staat deze historische taak te vervullen. Zoals we in de neo-koloniale wereld vandaag de dag zien, investeren de kapitalisten in land, en de landheren in industrie. Daarom zou iedere poging tot een diepgaande landhervorming dat de macht van de landheren bedreigt ook de positie schaden van de oppositie van kapitalisten, en hun politieke vertegenwoordigers, de liberaal-kapitalistische partijen. Dit is niet alleen in Rusland aangetoond, maar ook in Duitsland in de 19e eeuw en in onze tijd in Afrika, Azië, en Latijns-Amerika. Een nieuw ontstane macht in Rusland, die niet aanwezig was in de Engelse en Franse revoluties, was de arbeidersklasse, die zich tot een sterke macht had ontwikkeld, en voor die tijd op een unieke manier. Trotski legde uit dat de liberale burgerij doodsbang was, en terecht zoals latere gebeurtenissen zouden aantonen, dat een strijd tegen het Tsarisme en de sociaal-economische basis van het tsarisme, de deuren wijd open zouden zetten waardoor de arbeidersklasse en de boeren naar voren zouden stappen en hun eigen eisen naar voren brengen. Zowel Trotski als Lenin stelden daarom dat alleen een alliantie van arbeiders en boeren de kapitalistische democratische revolutie zouden kunnen doorvoeren.

Lenin formuleerde dit in zijn “democratische dictatuur van arbeidersklasse en boeren”. Trotski daarentegen, met zijn theorie van de Permanente Revolutie, stelde dat de boeren historisch gezien nooit een onafhankelijke rol hadden gespeeld. Zij moeten geleid worden door een van de twee andere grote klassen in de maatschappij, de burgerij of de arbeidersklasse. Lenin en Trotski waren het er over eens dat de burgerij hun eigen revolutie niet zou kunnen doorvoeren. Daarom, argumenteerde Trotski, moet de arbeidersklasse de leidende rol nemen in de revolutie, de massa’s op het platteland met zich meesleurend. Lenin daarentegen, liet de exacte relatie tussen tussen de boeren en de arbeidersklasse open in zijn “algebraische formules”. Trotski argumenteerde dat omdat de geschiedenis had aangetoond dat de boeren nooit een onafhankelijke rol kunnen spelen, zou de alliantie door de arbeidersklasse geleid moeten worden. De gecombineerde beweging van de arbeidersklasse in de steden, en een massa opstand van boeren op het platteland was door Trotski in zijn theorie van de Permanente Revolutie beschouwd als de manier waarop de revolutie in Rusland zich het meest waarschijnlijk zou ontwikkelen. Dit werd bevestigd in oktober 1917. Sterker nog, er was een complete overeenstemming over de benadering, tussen Lenin en Trotski tussen februari en oktober 1917, van hoe de revolutie succesvol zou zijn. Ondanks de pogingen van latere “Leninisten” om dit te betwisten – van de restanten van de Stalinistische “Communistische”partijen in de neo-koloniale wereld tot ex-trotskisten – Lenin zelf verklaarde in 1917 dat zijn vorige formule van “de democratische dictatuur van proletariaat en boeren” een negatieve inhoud had. Samen met Trotski stelde hij dat het nu de taak was van het proletariaat om de macht te grijpen, hierbij gesteund door de boeren. Eenmaal aan de macht gekomen, zo stelde Trotski, en na de voornaamste taken van de burgerlijke democratische revolutie doorgevoerd te hebben, zou de revolutionaire kracht verdergaan met socialistische taken binnen Rusland, en dienst doen als een vonk die de wereldrevolutie doet ontsteken.

En dat is ook precies hoe de gebeurtenissen feitelijk uitwerkten, met een revolutionaire golf door West-Europa – in Duitsland in 1918-1919, in Hongarije in 1919, in Italië tijdens de stakingen en bezettingen van 1920, etc. Deze revoluties werden slechts verslagen door de verraderlijke rol van de leiders van de sociaal-democratische massa-organisaties van die tijd. Marxisten verheerlijken geen “antieke teksten” hoe briljant die ook mogen zijn. Maar als een theorie erg “oud” is, en toch correct gebeurtenissen en processen kan voorzien, dan is het de meest moderne theorie. En Trotski’s ideeën zijn vandaag de dag net zo toepasbaar in Afrika, en grote delen van Azië en Latijns-Amerika, als dat ze waren in Rusland meer dan tachtig jaar geleden. De kapitalistisch-democratische revolutie is nog niet voltooid in grote delen van de neo-koloniale wereld. De landheren en kapitalisten zijn niet in staat een opeenstapeling van problemen op te lossen die nu bestaat en groter was dan in Rusland in 1917. Al eerder werd een vergelijking gemaakt tussen India vandaag de dag en de tijd voor 1917 in Rusland.

Ondanks de veelbetekenende groei in industrie in stedelijke gebieden, leeft de overgrote meerderheid van de bevolking in de onmenselijke omstandigheid van behoud van feodale en semi-feodale land verhoudingen en het monsterlijk regime dat daarbij hoort. Een ander voorbeeld is Kongo, de voormalige kolonie van België. Na de moord op Patrice Lumumba in 1961 werd dit “land” geregeerd bij het misdadig kapitalistische regime van Sese Seko Mobutu. Een complete desintegratie vloeide voort uit de herinstelling van het tribalisme, en de munumentale corruptie van Mobutu en zijn kliek, die de meeste bezittingen van het land stolen. De hoop van de verarmde bevolking steeg, echter met de triomf van Laurent Kabilla in 1997. Hij was een voormalige medewerker van Che Guevara toen laatstgenoemde deelnam aan een guerilla oproer in 1965. Kabilla heeft echter, in de context van de wereldwijde triomf van de”vrije markt”, de bestendiging geaccepteerd van alle ziektes van het Mobutuisme dat hem voorging. Niet alleen bestaan tribalisme en corruptie nog steeds, ze zijn zelfs sterker geworden. Er is nu het vooruitzicht van een verschrikkelijke Rwanda-achtige genocide die zich ontwikkelt uit het verwoestende tribalisme in de komende periode.

Sierra Leone laat ook zien dat daar waar geen klassen bestaan of bezitten, het noodzakelijke bewustzijn om de maatschappij vooruit te stuwen, een verschrikkelijke terugval en regressie kan volgen. Echter, zoals Lenin al verklaarde, zou Afrika op de basis van communisme, binnen één generatie van tribalisme naar communisme kunnen bewegen. Alleen de Afrikaanse arbeidersklasse kan echter, samen met de wereldwijde arbeidersbeweging, dit bereiken. Eenmaal aan de macht zal de arbeidersklasse de burgerlijke democratische revolutie voltooien en de socialistische regeneratie van Afrika doorvoeren door middel van een Afrikaanse socialistische federatie die het hele continent bestrijkt.

DE STRIJD TEGEN NEO-KOLONIALISME

Zelfs tijdens de hoogconjunctuur van 1950-1975, vond de Permanente Revolutie plaats, maar niet in de klassieke vorm. In een hele rij van landen, zoals China, Vietnam, en Cuba, onderging de maatschappij een impasse op de basis van feodalisme en kapitalisme. Aan de andere kant, de arbeidersklasse was zwak of beperkt door een verraderlijke leiding, meestal de Stalinisten. Toen bijvoorbeeld het Rode Leger van Mao Zedong de steden binnentrok troffen zij daar een leegte aan. Er was geen weg voorwaarts op de basis van feodalisme en kapitalisme. Dit werd nog eens onderstreept door de situatie die volgde op de nederlaag van de Chinese revolutie van 1925-1927, dat resulteerde in een complete verminking van China, zijn verdeling onder verscheidene krijgsheren, en de interventie van het imperialisme. Mao Zedong balanceerde tussen verschillende delen van de maatschappij, de boeren, de arbeidersklasse, en delen van de kapitalistenklasse, en schafte geleidelijk aan het feodalisme en het kapitalisme af. Het land werd genationaliseerd en het grootste gedeelte van de industrie werd overgenomen. Maar er was geen arbeidersdemocratie zoals in Rusland in 1917. China was van het begin af aan al een gedeformeerde arbeidersstaat. De grote lijnen van Trotski’s Permanente Revolutie werden daar wel doorgevoerd, zij het in een karikaturale vorm. Het is waar dat de bewuste rol van de arbeidersklasse als leiders van de revolutie een vitaal component was van Trotski’s theorie, en dat dit niet aanwezig was in de Chinese en Cubaanse revoluties. Ondanks dat gegeven werd er toch een sociale revolutie doorgevoerd, de vernietiging van het feodalisme en het kapitalisme had plaatsgevonden, maar zonder dat de arbeidersklasse daarin de leidende rol speelde. Dit was alleen mogelijk door de typische samenhang van wereldmacht zowel binnen China als internationaal. Een bonapartistische elite die steunde op een boerenleger was in staat te balanceren tussen de verschillende klassen en de sociale revolutie te dirigeren. Wat ontstond was echter een gedeformeerde arbeidersstaat in plaats van een staat waarin de arbeidersklasse en de arme boeren directe controle uitoefenden op het beheer van de industrie en de maatschappij door democratisch gekozen soviets of raden. In Cuba onwikkelde de revolutie zich op een iets andere manier, met massale steun van het volk voor de regering van Fidel Castro en Che Guevara. Maar ook hier ontbrak het aan de echte arbeidersdemocratie van de Russische Revolutie, en daardoor begin zich onvermijdelijk, al bijna van het begin af aan, een bureaucratische laag uit te kristalliseren, die de macht in eigen handen concentreerde. Een vergelijkbare situatie volgde op de overwinning van de Vietnamese revolutie, waarbij de grootste kracht niet de stedelijke arbeidersklasse was, maar de boeren, waar het grootste deel van de bevolking uit bestond. De guerrilla oorlog geleid door het Nationaal Bevrijdings Front was in staat het het machtigste militaire apparaat dat op de wereld bestond te verslaan, wat een overwinning betekende, niet slechts voor de bevolking van Vietnam, maar voor de bevolking van de gehele neo-koloniale wereld. Maar vanwege de macht van de betrokken klassen kon het regime dat ontstond door de Vietnamese revolutie, gebaseerd op de boeren en met nationale beperkingen, geen gezonde arbeidersstaat zijn. Zonder een begrip van Trotski’s theorie van de Permanente Revolutie, en zijn methode van analyse, zouden huidige marxisten de gebeurtenissen in de onderontwikkelde wereld sinds 1945 niet kunnen begrijpen. Maar het is niet genoeg om simpelweg de formules te herhalen die Trotski toepaste op de Russische Revolutie. We moeten ook rekening houden met de veranderingen in de objectieve situatie sindsdien. Een nieuwe situatie doet zich nu voor na de ineenstorting van het stalinisme. Het is nu mogelijk voor de klassieke ideeën van de Permanente Revolutie, met de leidende rol van de arbeidersklasse, zich te manifesteren. De catastrophale situatie in de neo-koloniale wereld wordt geïllustreert door bijvoorbeeld de situatie in Venezuela, Ecuador en Bolivia in Latijns-Amerika. In Venezuela is een middenklasse leger-officier, Hugo Chavez, gedwongen tot radicale maatregelen, en zelfs nog radicaler taalgebruik. Hoe ver Chavez zal gaan hangt af van een aantal factoren, niet in het minst de economische wereldsituatie en de effecten daarvan op Venezuela en de rest van Latijns-Amerika. Zou Chavez dezelfde weg kunnen bewandelen als Castro 41 jaar geleden, en een breuk maken met feodalisme en kapitalisme? Dit is een niet te beantwoorden vraag door de afwezigheid van een machtig stalinistisch regime in Rusland, dat zowel steun gaf aan, alswel een voorbeeld was voor gedeformeerde arbeidersstaten die zich in de neo-koloniale wereld ontwikkelden. De arbeidersklasse aan de andere kant, wordt tegengehouden door een onvoldoende bewustzijn van de objectieve realiteit van maatschappijen zoals Venezuela, of worden in de wurggreep gehouden van ex-arbeiderspartijen die de “vrije markt” propageren. Het zal tijd en ervaring kosten voor de arbeidersklasse om hun macht te hergroeperen en een totaal begrip te ontwikkelen van de situatie waarmee ze zich geconfronteerd zien. Maar het is duidelijk dat Trotski’s theorie van de Permanente Revolutie van vitaal belang is bij het begrijpen van de situatie van, en de herbewapening van de arbeidersklasse in deze maatschappijen.

DE VERRADEN REVOLUTIE

Trotski’s analyse van de opkomst van de bureaucratie en de overwinning van de stalinistische contra-revolutie is van groot belang voor de mensheid. Zonder deze analyse zouden marxisten in het duister tasten over welke weg begaan moest worden. In zijn “Dagboek in Ballingschap” vatte Trotski zijn contributie als volgt samen:

Het werk waar ik nu mee bezig ben, ondanks de ontoereikende en fragmentarische aard daarvan, is het belangrijkste werk van mijn leven – belangrijker dan 1917, de burgeroorlog, of wat dan ook.”

Voor alle duidelijkheid zou ik het zo stellen: Als ik in 1917 niet in St Petersburg aanwezig zou zijn geweest, dan zou de Oktober Revolutie toch plaatsgevonden hebben – op de voorwaarde dat Lenin aanwezig was en in leiding. Als ik noch Lenin aanwezig zouden zijn geweest in St Petersburg, dan zou er geen Oktober Revolutie hebben plaatsgevonden: De leiding van de Bolsjewistische Partij zou voorkomen hebben dat de revolutie plaatsvond – hierover heb ik niet het kleinste beetje twijfel! Als Lenin niet aanwezig zou zijn geweest in St Petersburg, dan twijfel ik eraan of ik in staat zou zijn geweest de weerstand van de Bolsjewistische leiders te overwinnen. De strijd met “trotskisme” (dwz met de proletarische revolutie) zou begonnen zijn in mei 1917, en de uitkomst van de revolutie zou twijfelachtig geweest zijn. Maar ik herhaal, met de aanwezigheid van Lenin zou de Oktober Revolutie hoe dan ook een succes zijn geweest. Hetzelfde zou met zekerheid gezegd kunnen worden over de burgeroorlog, ondanks dat Lenin, vooral tijdens de val van Simbirks en Kazan, aarzelde en door twijfel bevangen was. Maar dit was ongetwijfeld een voorbijgaande stemming die hij waarschijnlijk nooit aan iemand heeft toegegeven dan aan mij. Daarom kan ik niet spreken over de “onmisbaarheid” van mijn werk, zelfs in de periode 1917-1921. Maar nu is mijn werk wel “onmisbaar” in de volle betekenis van het woord. En er is nog niet het kleinste beetje arrogantie in deze bewering. De ineenstorting van de twee Internationales heeft een probleem gesteld dat geen van de leiders van de twee Internationales in staat is op te lossen. De wisseling van mijn persoonlijke lot heeft mij geconfronteerd met dit probleem en mij bewapend met belangrijke ervaring om er mee om te gaan. Er is niemand behalve ik die de missie om een nieuwe generatie te bewapenen met de revolutionaire methode over de hoofden van de leiders van de Tweede en Derde Internationale heen kan uitvoeren.” (Dagboek in Ballingschap p53-54) Er is nog geen atoom van persoonlijke arrogantie, laat staan pessimisme, in deze zinnen. Trotski was de eerste echte dissident, samen met de rest van de Linkse Oppositie, die zich tegen het stalinisme verzetten. Zij waren de hardnekkige verdedigers van arbeidersdemocratie tegenover de stalinistische contra-revolutie. De strijd tussen Trotski en Stalin was niet “persoonlijk”. In 1937, voor de Dewey Commissie’s onderzoek voor de Moskou-processen, legde Trotski zijn en Stalin’s rol uit: “Noch Stalin, noch ikzelf bevinden ons in onze huidige positie door toeval. Wij creeërden deze posities niet zelf. Allebei worden we in dit schouwspel getrokken als vertegenwoordigers van zekere ideeën en principes. Die ideeën en principes op hun beurt zijn niet zo maar uit de lucht komen vallen, maar hebben een diepe sociale oorsprong. Dat is de reden dat men niet de psychologische abstractie moet maken om Stalin slechts als persoon te zien, maar hem moet zien als de historische verpersoonlijking van de Soviet bureaucratie. Men kan alleen de daden van Stalin begrijpen als men start bij de bestaansvoorwaarden van de nieuwe gepriviligeerde kliek, hebzuchtig voor materieel genot, bevreesd voor hun positie, angst hebbend voor de massa’s , en een diepe haat koesterend voor alle oppositie”. (Uit Trotski’s incomplete biografie van Stalin) De opkomst van Stalin als leider was niet dankzij enige superieure persoonlijke kwaliteiten, maar met “de hulp van een onpersoonlijke machine. En het was niet Stalin die de machine creeërde, maar de machine die Stalin creeërde”. De Russische Revolutie werd door de Bolsjewieken gezien als het begin van de wereld revolutie. De internationale mislukkingen en tegenslagen resulteerden echter in de isolatie van de Russische Revolutie. En een geïsoleerd Rusland was nooit klaar voor het socialisme. Karl Marx benadrukte dat het begin van het socialisme een hogere technische ontwikkeling vereist dan het hoogste dat bereikt is door het kapitalisme (in het heden zou dat betekenen hoger dan dat van de Verenigde Staten). De isolatie van de revolutie zorgde voor het begin van de uitkristallisatie van een bureaucratische elite. Deze isolatie ontstond in de eerste plaats door de rol die gespeeld werd door de sociaal-democratie die de revolutie in West-Europa verraadde. Maar Stalin, Zinoviev en Bukharin in oppositie tegen Trotski na de dood van Lenin, vervingen het vertrouwen in de onafhankelijke beweging van de arbeidersklasse en een geduldig opbouwen van sterke onafhankelijke communistische partijen en leiders, door een politiek van diplomatieke druk en het laten veroordelen van linkse leiders. Dit resulteerde in tegenslagen die op hun beurt de positie van de buraucratie, die geleidelijk aan de arbeidersklasse verdrong, verder versterkte. Dit was een geleidelijk proces, en niet één gebeurtenis. Er was een dialectische interrelatie tussen de opkomst van conservatieve machthebbers in de USSR, dar remmend werkte op de internationale arbeidersbeweging en tot verslagen leidde, en dat leidde weer tot een steeds strakkere greep van de gepriviligeerde bureaucratie in de Soviet Unie zelf. Aanvankelijk wilde Stalin een succesvolle revolutie. Zijn eigen conservatieve en buraucratische methoden echter, zowel politiek als organisatorisch, tegenover de communistische partijen buiten Rusland, stimuleerde tegenslagen van de arbeidersklasse. Ondanks dat hij was geïsoleerd en tegengewerkt door de enorme hulpmiddelen van de stalinistische Komintern, leverde Trotski briljant en tijdig advies dat, als het opgevolgd was, in Duitsland bijvoorbeeld de catastrophale overwinning van de Nazi’s in 1933 had kunnen voorkomen. Trotski’s werken over het fascisme, in het bijzonder zijn pleidooi voor een verenigd front van arbeiders organisaties om de opkomst van Hitler te voorkomen, behoort tot zijn grootste bijdragen. De studie van zijn werken uit deze periode levert de sleutel tot het begrip van het fenomeen van Haiderisme en neo-fascisme, inclusief de gevaren en zwakheden daarvan op dit moment. Maar door de overwinning van Hitler, werd de consolidatie van de bureaucratie als conservatieve machthebbers (met belangen die niet overeenstemmen met de belangen van de arbeidersklasse zowel internationaal als in de USSR) snel ontwikkeld. Was er eerst nog de wens om de revolutie zich internationaal te zien verspreiden, tegen de tijd van de Spaanse revolutie van 1936 hadden de machthebbers een obsessieve doodsangst ontwikkeld voor enige revolutie waar dan ook. De bureaucratie begreep dat de overwinning van een sociale revolutie in het Westen een opstand van de massa’s in de Soviet Unie in gang zou zetten, die niet gericht was tegen de verworvenheden van de revolutie of de planeconomie, maar tegen de gepriviligeerde elite, vertegenwoordigd door Stalin. Daarom werd een eenzijdige burgeroorlog uitgevoerd in de vorm van de show-processen. Dit wordt goed beschreven in de boeken van Vadim Rogovin, in het bijzonder in 1937, Stalin’s Year of Terror. De voornaamste beschuldigde in de Moskou-Processen was de afwezige Leon Trotski. Maar als je de boeken van de “experts’ van deze geschiedenisperiode hierover zou lezen, zou je daar totaal geen aanwijzing voor vinden. Alexander Solzhenitsyn bijvoorbeeld, in zijn zogenaamde “geschiedenis” van de “goelags” noemt de trotskisten slechts met tegenzin, en geeft niet aan dat het juist Trotski en zijn ideeën waren die gevreesd werden door Stalin en de bureaucratie. Het waren deze ideeën die terecht stonden in Moskou. Trotski en degenen die hem na waren leden de meest wrede vervolging door de moordmachine van Stalin. Ondanks dat hij hierdoor in een wurggreep werd gehouden, produceerde Trotski toch een brilliante analyse van het stalinisme, welke beter dan welke analyse ook de toekomst voorzag van de USSR onder dit totalitair systeem. In 1936 voorzag hij twee mogelijkheden voor de USSR: “Een succesvolle opstand van de Russische arbeidersklasse, een politieke revolutie en het herstel van democratie, of de terugkeer naar het kapitalisme met verschrikkelijke gevolgen voor de meerderheid van de bevolking.” Dit is wat hij schreef in “De Verraden Revolutie”: “Een ineenstorting van het Soviet-regime zou onmiddellijk leiden tot de ineenstorting van de geplande economie, en dus tot het afschaffen van staats-eigendommen. Het gedwongen bondgenootschap tussen de trusts en de fabrieken zou dan wegvallen. De meer succesvolle bedrijven zullen in staat zijn de weg naar onafhankelijkheid te halen. Ze zouden zichzelf kunnen omzetten in goederen bedrijven, of ze vinden misschien een andere soort overgangsvorm van eigendom – bijvoorbeeld waarin de arbeiders een deel van de winst krijgen. Op hetzelfde moment zullen de collectieve boerderijen ten onder gaan, en waarschijnlijk zelfs nog sneller.” Daarna schrijft hij: “De val van de huidige bureaucratische dictatuur, als het niet vervangen wordt door een nieuwe socialistische macht, zal een terugkeer betekenen tot kapitalistische verbanden, met een catastrophale inzinking in industrie en cultuur.” Veertig jaar later is dat precies hetgene wat gebeurde als gevolg van de ineenstorting van het stalinisme. Dankzij deze analyse waren het alleen de trotskisten – in het bijzonder degenen verbonden aan het Comitee voor een Arbeiders Internationale (CAI) – die de gevolgen van de ineenstorting van het stalinisme volledig begrepen, niet slechts voor de voormalige Soviet Unie en de landen van Oost-Europa, maar ook voor de internationale betrekkingen. Toen de kapitalisten levenstandaarden gelijk aan die van West-Duitsland of de Verenigde Staten voor de massa’s van deze landen beloofden, stelden wij dat ze slechts konden hopen op een levensstandaard van Latijns-Amerika. Feitelijk blijkt zelfs deze opstelling nog te optimistisch te zijn geweest, aangezien de levensstandaard van de massa’s is gedaald tot een niveau vergelijkbaar met de armoedigste delen van de neo-koloniale wereld. De levensverwachting van een Russische man is net iets hoger dan dat van iemand uit Nigeria, maar lager dan op de Filippijnen en gelijk aan dat van India.

EEN SYSTEEM VAN CRISES

Een vitaal onderdeel van de terugkeer van het kapitalisme naar de voormalige USSR en Oost-Europa was de wereldwijde economische groei van de jaren ’80. Dit was een erg eenzijdig economisch proces met de ontwikkeling van produktiemiddelen, wetenschap, techniek en arbeidsorganisatie, dat niet de vorm aannam van de grote economische groei van 1950-1975. Het werd vergezeld door een grote opeenhoping van rijkdom en het hardnekkig behouden van werkloosheid dat duidt op de onmogelijkheid van het kapitalisme om de produktiemiddelen volledig te gebruiken, in het bijzonder de arbeid van de arbeidersklasse, de meest belangrijke produktiekracht. Ondanks dat waren de kapitalistische ideologen gebiologeerd door de combinatie van de ineenstorting van Oost-Europa en de economische “explosie” die op de recessie volgde begin jaren ’90. Een paradigma, een nieuwe economie, een nieuw en blijvend tijdperk van welvaart dat alle problemen van het systeem zou overwinnen: Dat was het sleutelwoord van de meerderheid van kapitalistische economen tot aan het begin van de nieuwe eeuw. Het is niet voor het eerst dat we woordvoerders en strategen van het kapitaal hebben waargenomen die hun illusies in hun systeem demonstreren. Het is een onvermijdelijk kenmerk van iedere opgang van de productie. En we zijn niet de eerste in de geschiedenis die dit beantwoorden door te verwijzen naar de basisprincipes van Marx’ analyse van het functioneren van het kapitalisme en dit vergelijken met de nieuwe kenmerken en nieuwe ontwikkelingen die bestaan onder het huidige kapitalisme. Marx zelf zette uiteen dat het kapitalisme niet in staat is zijn volle potentieel te gebruiken door de beperkingen van privé-eigendom van produktiemiddelen, en de nauwe grenzen van de natie-staat. Het was en is een systeem van hoogtepunten en dieptepunten. In een tijdperk vergelijkbaar met dat wat wij binnenkort zullen meemaken, verdedigde Trotski Marx’s economische analyse in de context van de jaren ’30. Dit was samengevat in zijn brilliante pamflet “Marxisme in Onze Tijd” Oorspronkelijk geschreven als een inleiding bij Otto Ruhle’s ingekorte editie van het eerste deel van “Het Kapitaal, de Levende ideeën van Karl Marx” levert het een zeer modern begrip van de processen die zich vandaag de dag in het wereldkapitalisme ontwikkelen, in het bijzonder die processen die zich zullen ontwikkelen na de komende wereldcrisis of recessie. Trotski zet uiteen dat de fundamentele tegenstelling in het kapitalisme is dat de arbeidersklasse niet de totale som van hun arbeid kan terugkopen, omdat zij slechts een deel daarvan krijgen in de vorm van loon. Het kapitalisme komt deze tegenstelling te boven door het overschot weer in de industrie te steken. Maar dit leidt op zijn beurt weer tot een nog grotere productie van goederen die de arbeidersklasse op gegeven moment niet in staat is te kopen.

Tijdens korte economische oplevingen wordt dit door kapitalistische economen betwist, zoals tijdens de economische groei van 1924-1929 in Duitsland, toen Werner Sombat verklaarde dat het kapitalisme zijn interne tegenstellingen overwonnen had, slechts een korte tijd vóór de Wall Street Crash van 1929. De Sombats van onze tijd zijn mensen zoals Hamish McCrae, de economische correspondent van The Independent. Hij schommelt heen en weer tussen angst voor de komende recessie en de moed proberen er in te houden door te verklaren dat de “net-op-tijd” methode van het kapitalisme de afhankelijkheid van goederen heeft opgeheven, en daardoor ook het probleem van een toekomstige overproduktie zoals we recent in de crisis in Zuid-Oost Azië zagen. Maar zelfs als McCrae gelijk heeft, dan nog zou in plaats van massieve overproduktie, excessieve capaciteit toenemen. Daarom kan kapitalisme slechts functioneren op de basis van 10 tot 20% van zijn produktiecapaciteit ongebruikt laten. Het si een systeem gebaseerd op produktie voor winst, en niet voor de behoeften van iedereen. De groei-cyclus van de negentiger jaren is de zwakste sinds 1945. Sterker nog, in deze economische opleving heeft het kapitalisme de klassen-tegenstellingen niet overwonnen, maar in feite versterkt, zoals we dagelijks in de kapitalistische media kunnen lezen. Er zijn op zijn minst een miljard arme mensen op deze planeet, die gezamenlijk net zoveel verdienen als de 600 mannen en vrouwen die de grootste Westerse kapitalistische bedrijven in hun bezit hebben. De kloof tussen arm en rijk is exponentieel toegenomen, niet slechts tussen de geavanceerde kapitalistische landen en de neo-koloniale wereld, maar ook binnen de zogenaamde “rijke” landen zelf. De rijkste 0,5% van de Verenigde Staten bezitten net zoveel als de armste 90%. In de Verenigde Staten betekent het model van het nieuwe zogenaamde “economisch paradigma” dat 50 miljoen arbeiders slechter af zijn dan 20 jaar geleden, terwijl de levenstandaard van 80% er niet op is vooruitgegaan. Een kolossale rijkdom wordt door de kapitalisten afgeroomd terwijl er in steden als Mineapolis de “onsterfelijke schande” (The Mirror) is van 10.000 gratis maaltijden die wekelijks voor daklozen gemaakt worden. Maar deze economische opleving zal met een schok tot stilstand komen in de volgende periode.

En zodra dat gebeurt zal de konsekwentie van de parasitaire rol van het moderne kapitalisme blootgelegd worden. In afwachting hiervan heeft Alan Kennedy, een kapitalistische management adviseur een boek geschreven om de Amerikaanse kapitalisten wakker te laten schrikken, “The End of Shareholder Value”. Daarin legt hij uit dat Amerikaanse bedrijven “de toekomst hebben verpand in het najagen van korte-termijn winst voor aandeelhouders”. Het gebruik van aandelen-opties, en de grote hebzucht daarvoor van top-managers is een van de schandaligste dingen van de laatste tien jaar. Dit ging vergezeld van massieve optimalisering en herstructurering, en wat eufemistisch genoemd wordt “financieel knutselen”. Toen ze uitgedaagd werden uitleg te geven over de lange termijn gevolgen van hun financiële misdadigheid, verklaarde een vertegenwoordiger van de nieuwe laag van kapitalistische top-managers aan Kennedy:”Wat kan mij dat schelen…tegen de tijd dat iemand er achter komt ben ik toch allang dood”. En deze financiële plundering is niet slechts beperkt tot top-managers, maar gaat tot aan de kern van de methodes van het moderne monopolie-kapitalisme. General Electric bijvoorbeeld, is een van de grootste fabricanten van de Verenigde Staten. Toch heeft dit bedrijf 30 miljard gestoken in het terugkopen van aandelen. Het parasitisme van het kapitalisme is volgens Kennedy diepgeworteld. Wat is zijn oplossing? “In een ideale wereld zetten we misbruik recht door regulering. Helaas denk ik dat niets anders dan een grote economische crash mensen een stap terug zal laten doen om te kijken waar het allemaal mis is gegaan”. Maar het zal de arbeidersklasse van de Verenigde staten en internationaal zijn die zullen betalen voor de misdaden van het moderne kapitalisme. Als de recessie of neergang die nu nog sluimerend aanwezig is straks naar de oppervlakte komt, zullen alle mythen, over de rol van moderne technologie die een wereld gevrijwaard van recessies en neergangen moet garanderen, ontkracht worden. Marxisten erkennen natuurlijk wel dat technologie een zekere rol gespeeld heeft in bepaalde industrieën. Maar het effect is intensief geweest in informatietechnologie en enkele industrieën, maar absoluut niet, zoals in vroegere perioden, intensief in het verder ontwikkelen van de basis van de produktiemiddelen. Sterker nog, een van de paradoxen van deze maatschappij, geanalyseerd door Trotski, is dat hoe groter de technische ontwikkeling, hoe groter de werkdruk voor de arbeidersklasse, hoe groter de uitbuiting, met meer stress, lijden en depressie, dat ondertussen een wereldepidemie is. Tony Blair wil het Amerikaanse “Anglo-Saksische” kapitalistische model op Europa en de rest van de wereld toepassen. Dit zal van de arbeidersklasse heloten (werk-slaven) maken, wiens enige levensdoel is winst, toegevoegde waarde, te produceren voor de kapitalisten. Gelijke omstandigheden zorgen echter voor een gelijk resultaat. De krant The Observer, waarschuwde de kapitalisten in een commentaar op het nieuwe millennium dat de omstandigheden die vandaag de dag bestaan gelijkaardig zijn met de omstandigheden aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Het is geen toeval dat de machtige socialistische en communistische bewegingen in die tijd ontstonden. Ook de arbeidersklasse zal ontwaken en in actie komen in de komende periode. Maar zij zullen niet slechts de confrontatie aangaan met het kapitalisme en de kapitalistische partijen, maar ook de leiders van organisaties, de vakbonden en de voormalige arbeiderspartijen die in het verleden beweerden hen te vertegenwoordigen. Nu worden we geconfronteerd met massieve druk om actie te voeren samen met leraren in Groot-Brittannië, Frankrijk en Spanje, die tegengewerkt worden door de arrogante en ingekapselde vakbondsleiding. Het resultaat hiervan was dat leraren in Spanje woedend demonstreerden tegen de privatiseringen door de leiding van de Arbeiders Commissie (voormalige Communistische Partij) vakbond, woedend schreeuwend:”Wij willen onze eigen vakbonden”. De kapitalisten doen het voor alsof de arbeidersklasse machteloos is tegenover globalisering. Maar zoals de anti-World Trade Organisation demonstraties , de zogenaamde “rellen”, in juni 1999 in Londen, en de nieuwe protesten dit jaar aantonen, is dat niet het geval. Op dit moment betrekken deze demonstraties nieuwe lagen van jongeren zowel als delen van de arbeidersklasse. Tot nu toe heeft het zware bataljon van het proletariaat nog niet bewogen. Maar gebeurtenissen, en machtige gebeurtenissen, zijn op handen, en zullen hen tot actie aanzetten. Een serieuze recessie of neergang zal resulteren in een furieuze defensieve strijd van de arbeidersklasse.

GEREED ZIJN VOOR EEN NIEUW TIJDPERK

Verreweg het meest belangrijke effect van een nieuwe recessie of neergang zal een politiek effect zijn. Een nieuwe woeste uitbarsting van de klassenstrijd zal grote sprongen vooruit betekenen in bewustzijn. Een konsekwentie van het ineenstorten van het stalinisme en het massieve ideologische offensief dat daarop volgde was de ontmoediging en het wegvallen van de meer ontwikkelde lagen van de arbeidersklasse. Een van de konsekwenties van de komende economische schok die het wereldkapitalisme tegemoet ziet is echter dat een nieuwe generatie, in het bijzonder van deze meer ontwikkelde laag, zal opkomen en niet tevreden zal zijn met een dieet van slechts agitatie en propaganda. Zij zullen een verklaring zoeken, een historische algemeenheid, en het totaal van de ervaring van de arbeidersklasse, om nieuwe wapens te smeden voor de komende strijd. Zij zullen in deze taak een enorme steun vinden in de werken en toespraken van Leon Trotski. Trotski schreef en werkte natuurlijk in een historisch ander tijdperk dan wijzelf. Sommige zaken waar hij gedwongen was zich mee bezig te houden zijn minder dringend voor de arbeidersklasse. Je kunt in zijn geschriften deze of gene antieke uitdrukking vinden die niet direct van belang lijkt voor de wereld van vandaag de dag. Een verbazingwekkende hoeveelheid van wat Trotski schreef is echter erg van toepassing, duizend maal meer relevant voor arbeiders die serieus zoeken voor een verklaring voor economische, politieke en historische fenomenen, dan al het andere. Zijn boek, Where is Britain Going? Is nog niet geëvenaard in zijn brede historische analyse en de beschrijving van de arbeidersbeweging van die tijd. De personen zijn nu anders, de kracht en de zwakheid van de arbeidersbeweging is ook veranderd. Maar in één lijn of één paragraaf van dit boek zit soms meer waarheid dan we te horen krijgen van de Labour leiding, historici, en zogenaamde “experts” van de arbeidersbeweging. Neem bijvoorbeeld het hoofdstuk dat de Engelse burgeroorlog behandeld. Hierin zit feitelijk een complete uiteenzetting van de processen van de Engelse burgeroorlog en hun verband met het moderne Groot-Brittannië. De fantastische zinnen van Trotski over het Chartisme zeggen feitelijk alles wat er over gezegd moet worden, en levert een rijke basis waarop socialistische en marxistische studenten een waardige geschiedenis zouden kunnen schrijven over onze revolutionaire voorouders, die ons zou voorbereiden op de komende strijd. In de nauwelijks tien jaar van het Chartisme waren tenslotte alle elementen, van vreedzame petities tot de revolutionaire algemene staking, die de afgelopen 50 jaar bediscussieerd zijn in de Britse arbeidersbeweging. Sterker nog, dit zijn thema’s die terugkomen in de roerige gebeurtenissen die eraan zitten te komen. Trotski had nooit enige absolute voorkeur voor organisatorische vormen. Hij was ook tegen links-extremisme en opportunisme. Zijn ideeën waren nooit slechts bedoeld voor de vergaderzaal, maar waren voorbereidingen voor interventies voor waar de arbeidersklasse dan ook mocht zijn en hen te winnen voor socialistische en marxistische ideeën. Trotski’s advies opvolgend zijn leden en steunleden van Militant (nu de Socialist Party) geduldig gaan werken binnen de Labour Party in Groot Brittannië. De Labour Party en de internationale zusterorganisaties daarvan hadden een dualistisch karakter. Sectariërs in alle soorten en maten betwistten dit. Ze citeerden Lenin en zeiden dat de Labour Party een “burgerlijk arbeiders partij” was, en keerden hun rug naar de Labour Party, en daarmee naar de aanhang die die partij genoot onder de laagste laag van de arbeidersklasse. Er was nog geen atoom van een dialectische analyse in hun benadering. Van de buitenkant bezien had de Labour Party burgerlijke leiders in de zin dat zelfs zij die beweerden socialist te zijn, niet bereid waren met het kapitalisme te breken. Daarentegen werd de Labour Party door arbeiders gezien als “hun”partij, en de oprichting ervan was een stap voorwaarts gezien vanuit een klassenstandpunt voor het proletariaat van Groot Brittannië. Daarbij waren er democratische kenmerken aanwezig die het marxisten mogelijk maakte om te interveniëren, in het geval van Militant met groot succes. Wij waren in staat de ideeën van Trotski te verbinden met jongeren en arbeiders.

Militant was de meest succesvolle trotskistische organisatie sinds de Linkse Oppositie in heel West-Europa. Tienduizenden, misschien wel honderdduizenden werden bekend gemaakt met de fundamentele ideeën van Trotski door het werk van onze organisatie (nu de Socialist Party). Tussen 1983 en 1987 creeërden we in Liverpool een massa-beweging die de heersende klasse deed sidderen. Wij namen het initiatief tot, en leidden de machtige anti-polltax strijd, met 34 kameraden die daarvoor gearresteerd werden, maar uiteindelijk toch leidde tot de nederlaag van de polltax, en het zenden van Thatcher naar de vuilnisbelt van de geschiedenis. Geen andere trotskistische partij in de geavanceerde geïndustrialiseerde wereld kan zo’n overwinning claimen. Maar de grootste beproeving is, net zoals Trotski in de jaren ’30, is niet slechts hoe je moet inspelen op een toenemende klassenstrijd, maar hoe de ideeën en krachten van het marxisme behouden kunnen blijven in een tijd van stagnatie en aftocht. Het CWI, waar wereldwijd 34 secties onder vallen, is geslaagd in deze moeilijke taak in de tien jaar die volgden op de ineenstorting van het stalinisme. Geen andere organisatie kan wedijveren met onze analyse die we gemaakt hebben van de oorzaken van de ineenstorting van de geplande economieën in Oost-Europa, van het stalinisme, en van de nieuwe wereld orde van machten. Terwijl we vasthouden aan de ideeën van Trotski en die ook verdedigen en verder ontwikkelen, namen we in deze periode ook het initiatief tot de massa beweging rond Jeugd Tegen Racisme in Europa, tegen fascisme aan het begin van de jaren ’90 tot aan vandaag de dag toe. We intervenieerden en leidden succesvol de massabeweging tegen Haider in Oostenrijk. In 1997 werd ook Joe Higgins gekozen tot lid van het Ierse parlement, nadat we betrokken waren bij de massale strijd tegen water kosten. Terwijl anderen Trotski’s ideeën afdoen als zijnde “niet langer relevant voor de moderne wereld”, denken wij dat zijn ideeën en methoden nog net zo belangrijk zijn, zelfs nog belangrijker, voor de strijd die zich nu begint te voltrekken. Trotski zelf verklaarde ooit eens dat in een nieuwe socialistische wereld de gemiddelde intelligentie er een zou zijn van een “Beethoven, een van Gogh, een Marx of Lenin”, en hierna zouden nog grotere hoogten van menselijk kunnen bereikt worden. We zouden moeten stellen dat in de gallerij der groten van de wereldwijde arbeidersbeweging Leon Trotski zou staan naast Marx, Engels en Lenin. Een nieuwe generatie van arbeiders die de het strijdperk binnentreden zullen een monument bouwen voor Trotski, niet een van steen, maar een massale socialistische en revolutionaire beweging. De nieuwe veranderde periode zal het marxisme de kans geven weer in contact te komen met de arbeidersklasse, in eerste instantie tot de meer ontwikkelde laag, dat de ruggengraat zal vormen voor het creeëren van nieuwe massa bewegingen. De arbeidersklasse in Groot Brittannië is voor het eerst in 100 jaar massaal politiek onthoofd door de verplaatsing van de Labour Party door New Labour naar een positie gelijk aan die van de Democratische Partij in de Verenigde Staten. Dat is waarom de Socialist Party in Groot Brittannië oproept tot het creeëren van een nieuwe arbeiders partij, en op hetzelfde moment zoekt naar mogelijkheden om zelf krachten op te bouwen binnen de arbeidersbeweging. Wij zien Trotski als een groot theoreticus en leider van de arbeidersklasse, maar we juichen leiders uit het verleden niet slechts toe. Het is nodig voor ons, in het bijzonder de nieuwe generatie van arbeiders, om de werken van Leon Trotski te bestuderen naast die van Marx, Engels, Lenin en Rosa Luxemburg, maar boven alles proberen zijn methode over te nemen die ons in staat stelt een massale marxistische kracht te creeëren dat het kapitalisme van de wereld zal vegen, met alle problemen die daarbij horen.

 

Dit vind je misschien ook leuk...