G7 toont verdeeldheid in kapitalistische wereldwanorde

De triomfantelijke opstelling van Trump na zijn ontmoeting met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un in Singapore contrasteerde sterk met de pessimistische sfeer onder de meeste andere wereldleiders op de voorafgaande G7-top in Canada.

Deze bijeenkomst van de G7 toonde een verzwakte wereldtop. De bijeenkomst kon de groeiende tegenstellingen tussen de oudere imperialistische machten niet verbergen. Dit zagen we nooit sinds het begin van deze topontmoetingen in 1975. Het kruim van de kapitalistische leiders had werkelijk niets te zeggen over de belangrijkste kwesties van vandaag. De neergang van de G7 kwam op scherpe wijze tot uiting toen Trump de Amerikaanse goedkeuring van de slotverklaring introk. Het is een grotendeels symbolisch voorbeeld van het ‘America First’ beleid van Trump. Maar het werd gevolgd door een significanter voorbeeld ervan: de invoering van extra heffingen op een reeks Chinese exportproducten naar de VS.

Deze stappen, samen met de eerdere maatregel van extra heffingen op staal en aluminium import naar de VS, versterken de angst onder tegenstanders van Trump en enkele sleutelonderdelen van de Amerikaanse bedrijfswereld. Ze vrezen dat de invoerheffingen kunnen leiden tot een handelsoorlog of toch minstens tot een vertraging van de wereldeconomie.

Alles samen vormen deze stappen en andere ontwikkelingen, zoals het Russische regime dat zichzelf op de voorgrond plaatst in het Midden-Oosten en elders, het begin van een nieuw hoofdstuk in de wereldverhoudingen.

De confrontaties tussen individuele leiders waren niet enkel het resultaat van de brutale opstelling van Trump, zijn ego, zijn gewoonte om zijn eigen valse ‘feiten’ te verzinnen en snel van beleid te veranderen. Het is meer fundamenteel een uitdrukking van veranderingen in de wereldwijde politieke en economische verhoudingen naargelang de rivaliteiten en instabiliteit toenemen terwijl de internationale economie nog niet hersteld is van de gevolgen van de crisis die in 2007-08 begon.

Een belangrijk element is de opkomst van het nieuwe kapitalistische China als wereldmacht en de relatieve verzwakking van het VS-imperialisme. Deze neergang is een van de redenen waarom Trump invoerheffingen oplegt aan China. Historisch stond de leidinggevende macht in elke periode voor vrije handel op basis van de eigen dominantie van de wereldmarkt. Dat was bijvoorbeeld het geval toen Groot-Brittannië in de negentiende eeuw de wereldmarkt domineerde. Het internationale strategische voordeel van de VS na de val van de voormalige Sovjet-Unie is bovendien voorbij. Ondanks de opkomst van China en de groeiende internationale rol die dit land speelt, blijft de VS vandaag echter de belangrijkste economie en de dominante militaire macht op de wereld.

Andere ingrediënten die de internationale situatie verstoren zijn het scherper worden van milieukwesties, zoals waterbevoorrading, en het feit dat sommige landen een snelle bevolkingsgroei kennen waardoor regionale machtsverhoudingen wijzigen. Het werpt de vraag op welke toekomst er is voor tientallen miljoenen jongeren.

Voor jongeren is de kwestie van de arbeidsvoorwaarden erg onzeker omwille van de verregaande structurele hervormingen die zowel in de nationale economieën doorgevoerd worden als in de wereldeconomie naarmate de technologie en digitalisering verder ontwikkelen. Een belangrijke vraag hierbij is wie voordeel zal halen uit deze veranderingen: de kapitalisten en een kleine elite of de menselijke massa’s. Vandaag worden veel van deze ontwikkelingen gebruikt om de winsten op te krikken en de concurrentie te verscherpen ten koste van de werkenden.

Tegen deze achtergrond is de wereldeconomie opnieuw gaan groeien, ook al is het aan een trager ritme dan voor de crisis van 2007-08. Een groot deel van deze groei is evenwel gebaseerd op schulden die aangegaan werden in een pogingen om de aanhoudende gevolgen van de  crisis te overbruggen. In 2017 alleen nam de totale wereldschuld toe met meer dan 20 biljoen dollar tot 237 biljoen dollar, of 30.000 dollar voor elke mens op deze planeet. Dit doet de angst voor een toekomstige nieuwe financiële crisis toenemen.

De Europese Unie wordt tegelijk geconfronteerd met spanningen tussen lidstaten, de gevolgen van de Brexit, maatregelen om een nieuwe eurocrisis te vermijden, de impact van de vluchtelingencrisis en de eigen relatieve neergang op het internationale toneel. Het was geen toeval dat de nieuwe Italiaanse regering op deze G7 de enige was die sympathie vertoonde voor enkele voorstelen van Trump.

Dit heeft geleid tot scherpere strijd tussen de rivaliserende machten om hun aandeel van de trage groei te behouden of uit te breiden op een steeds competitievere markt. Trumps ‘America First’ is daar een tekenend voorbeeld van. Het is slechts een meer openlijke en brutale uitdrukking van wat alle kapitalisten willen. De regering-Trump trekt zich niets aan van de instabiliteit als gevolg van de genomen maatregelen. Ze zien die instabiliteit als iets wat de rivalen verzwakt en het VS-imperialisme bevrijdt van beperkingen die er onvermijdelijk zijn als met andere machten wordt samengewerkt. De Amerikaanse heersende klasse is niet de enige die de eigen belangen verdedigt, Trump verkondigt dit enkel openlijker dan de anderen. Het Duitse imperialisme gaat momenteel voorzichtiger te werk in het aansturen van de EU, maar het aarzelde niet om Griekenland in 2015 op brutale wijze in de pas te doen lopen.

Trump doet er altijd alles aan om zijn binnenlandse basis veilig te stellen. De meeste tweets van de Amerikaanse president zijn op dit publiek gericht en brengen een mengeling van opschepperij over wat hij “gedaan” heeft, nationalisme en populistische aanvallen op al wie zich tegen hem verzet. Naast de steun ter rechterzijde bevindt een groot deel van de basis van Trump zich bij diegenen wier levensstandaard voor de recessie al achteruitging en die het gevoel hadden dat ze genegeerd werden door wat ze als een elitair establishment beschouwden. Trump blijft maar beloven om “Amerika terug groot” te maken, degelijke jobs terug te brengen en hij blijft op hypocriete wijze uithalen naar die delen van de Amerikaanse heersende klasse die zich tegen hem durven uitspreken.

Op heel wat vlakken is de situatie in de VS niet uniek. Wereldwijd is er woede en vervreemding waardoor de bestaande instellingen en structuren, waaronder parlementen en politieke partijen, ondermijnd worden. In heel wat landen waren er voor de crisis van 2007-08 al jaren van neoliberale aanvallen en nederlagen voor de arbeidersbeweging, wat leidde tot een groeiende polarisering tussen arm en rijk en een ondermijning van de levensstandaard van zowel de werkenden als delen van de middenklasse.

Sindsdien heeft de lange crisis de levensstandaard verder ondermijnd en geleid tot een toename van ‘atypische’ arbeid (contracten van bepaalde duur, door de regering ondersteunde laagbetaalde arbeid, interim, …) waardoor steeds meer mensen geen vooruitzicht van een voorspoedige toekomst zien. Steeds meer mensen vrezen dat hun kinderen en kleinkinderen slechter af zullen zijn. Bovenop deze woede groeit het gevoel dat de werkenden moeten betalen voor een crisis die niet door hen werd veroorzaakt. Het feit dat veel banken, door velen gezien als de verantwoordelijken voor de crisis van 2007-08, opnieuw recordwinsten boeken, versterkt het bittere gevoel.

Een andere oorzaak van ongenoegen is het feit dat de recente beperkte groei in de meeste landen niet heeft geleid tot een reële stijging van de inkomens van de werkenden of de middenklasse. De grootste Europese economie, die van Duitsland, kent momenteel het grootste aantal werknemers ooit, maar vakbonden schatten dat er hiervan ongeveer 20% in lageloonsectoren werkt.

Er was internationaal een aanhoudende toename van de kloof tussen rijk en arm. Het beleid van “Quantitative Easing” (QE) van regeringen die de impact van de crisis probeerden te beperken, heeft ervoor gezorgd dat de heersende klasse nog rijker werd. De Britse nationale bank schat dat de 10% rijkste families elk gemiddeld 350.000 pond voordeel haalden uit de Britse QE-operaties tussen 2009 en 2014. Dat is 1400 pond per week per familie! Sinds 2014 is dit bedrag wellicht nog verder toegenomen.

Na het uitbreken van de crisis waren er in veel landen protestacties, zowel syndicale bewegingen als massabetogingen en ontwikkelingen van nieuwe politieke bewegingen. Dit heeft tot hiertoe niet geleid tot beslissende verandering. Een belangrijke oorzaak hiervan is het ontbreken van een programma dat ingaat tegen het kapitalistische systeem. Dit falen bleek het duidelijkst in het verraad van de Syriza-leiding in Griekenland in 2015 toen werd ingestemd met besparingsmaatregelen. Het legde de basis voor de groei van rechtse populisten en extreemrechts. Deze krachten wijzen regelmatig op terechte kwesties en angst, maar geven antwoorden die er geen zijn en vaak gedrenkt zijn in reactionaire en nationalistische propaganda.

De overwinning van Trump was deels gebaseerd op de ontgoocheling in de ‘hoop’ van Obama die zich voor veel Amerikanen niet concretiseerde en op de afkeer tegen de campagne van Clinton die langs alle kanten verankerd was in het establishment. Trump vertegenwoordigt een deel van de Amerikaanse heersende klasse, maar zijn overname van de Republikeinse partij en zijn presidentschap zijn wel een uitdrukking van het hoe de heersende klasse minstens tijdelijk de greep op politieke gebeurtenissen heeft verloren. In het verleden waren kapitalistische politici en staatsmachines niet altijd gewoon marionetten van de heersende klasse, maar doorgaans verdedigden ze wel de brede belangen van die heersende klasse. Vandaag is dit niet altijd het geval met de huidige regeringen in de VS, Groot-Brittannië en nu ook Italië.

Gebeurtenissen ontwikkelen echter niet in een rechte lijn. De overwinning van Trump heeft geleid tot verzet in de VS. We mogen niet vergeten dat Trump niet het grootste aantal kiezers haalde in 2016 en dat hij uiteraard bang is voor toekomstige electorale nederlagen. Hij probeert wanhopig zijn basis bij elkaar te houden door zich voor te stellen als een ‘outsider’ waarbij hij steevast anderen de schuld heeft van zijn eigen falen. De brutale tactieken van Trump zijn vaak gebaseerd op een verdeel-en-heersmethode die zowel in eigen land als internationaal toegepast wordt. Het vergroot de onrust en leidt tot snelle veranderingen.

Ondanks het internationale karakter, dat versterkt werd door de globalisering, blijft het kapitalisme gebaseerd op de natiestaat. Dit leidt tot rivaliteiten, confrontaties en het is een bron van conflicten en oorlogen. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit zelfs het geval tussen voormalige bondgenoten. Het was pas in 1939 dat het Amerikaanse leger de plannen voor een mogelijk militair conflict met Groot-Brittannië niet langer actualiseerde, en zelfs toen werd het plan nog enkele jaren behouden. Er is vandaag uiteraard geen perspectief van een oorlog tussen de VS en Groot-Brittannië, maar de geschiedenis blijft een rol spelen. Als onderdeel van de propaganda rond “America First” beschuldigde Trump recent Canada ervan verantwoordelijk te zijn voor het platbranden van Washington DC in 1814, ook al was het een invallend Brits leger dat eigenlijk verantwoordelijk was.

In de decennia na 1945 moest het kapitalisme wereldwijd rekening houden met de stalinistische concurrent. Het stalinisme was geen socialisme, maar een totalitair regime dat ontstond uit de contrarevolutionaire ontwikkelingen in Rusland in de jaren 1920 en 1930. Het bleef echter decennialang een systeem dat niet gebaseerd was op een kapitalistische economie. Een tijdlang, zeker na 1945, vreesden de kapitalisten dat de verandering van landen als Rusland en China zou gezien worden als voorbeelden van mogelijke alternatieven op het kapitalisme. Het bestaan van niet-kapitalistische landen, zelfs indien het stalinistische dictaturen waren, vormde de lijm voor de grote kapitalistische om de onderlinge rivaliteiten en conflicten onder controle te houden. Na de val van het stalinisme in de voormalige Sovjet-Unie en Europa, gevolgd door de omvorming van China tot een speciale vorm van staatskapitalisme, is deze lijm verdwenen. Dat is een van de redenen waarom Trump en zijn aanhangers denken dat het een goed ogenblik is om een tegenoffensief in te zetten tegen rivaliserende kapitalisten die ten koste van de VS groeien.

Het is echter niet alleen het beleid van Trump dat tot problemen leidt. De spanningen binnen de Europese Unie lopen opnieuw op. Het gaat daarbij niet enkel over de kwestie van migratie, maar ook opnieuw over de toekomst van de eurozone en vooral de vraag hoe te reageren op een nieuwe bankencrisis die steeds meer als een mogelijkheid wordt gezien. De EU wordt ook geconfronteerd met Italië en enkele andere EU-landen die minstens naar Trump overhellen om een hefboom te vinden tegen Duitsland en Frankrijk. Dit kan tot ergere confrontaties leiden.

De verdeeldheid tussen de kapitalisten op het wereldtoneel was nooit zo openlijk sinds de jaren 1930. Directe militairen confrontaties tussen grote kapitalistische machten zijn erg onwaarschijnlijk in dit stadium, maar de mogelijkheden van meer regionale conflicten, marionettenoorlogen en, later, misschien zelfs schermutselingen tussen Amerikaanse en Chinese troepen zijn niet uitgesloten.

In deze conflicten is er uiteraard steeds hypocrisie langs alle kanten. De gevestigde media in landen die onder vuur van Trump liggen, bekritiseerden het feit dat de Amerikaanse president de mensenrechten niet opnam in zijn gesprek met Kim Jong-un. Dezelfde media weigeren echter kritiek te geven over het stilzwijgen van hun eigen regeringen omtrent de mensenrechten in Saoedi-Arabië of andere dictaturen in de Golf.

De polarisatie in de VS toont dat het beleid van Trump, met het verrijken van de eigen familie en tal van provocaties, leidt tot oppositie. De beperkte economische groei en de grote stijgingen van heel wat bedrijfswinsten in de VS zetten werkers ertoe aan om eisen te stellen. Het totale aantal vakbondsleden in de VS nam vorig jaar met 262.000 toe en drie kwart daarvan waren jonger dan 34 jaar. Dit jaar was er al een golf van lerarenstakingen, vaak van onderuit georganiseerd, voor meer middelen en betere lonen en arbeidsvoorwaarden.

Zowel in de VS als de rest van de wereld zijn brede lagen van de bevolking bang dat het beleid van Trump, ondanks zijn ontmoeting met Kim Jong-un, tot nieuwe militaire conflicten kan leiden. Samen met zijn reactionair beleid maakt dit dat het bezoek van Trump aan Groot-Brittannië in juli tot groot protest zal leiden.

In de VS zelf is er een groeiende interesse in socialistische ideeën. Dat wijst op een zoektocht naar een weg vooruit voor de samenleving. Onder diegenen die een alternatief zoeken, is er het besef dat eerst George W. Bush en nu Trump het resultaat zijn van ontgoocheling in de presidentschappen van Bill Clinton en Obama. De overwinning van Trump was net als de rechtse successen in andere landen verbonden met  het feit dat de traditionele Republikeinen en Hillary Clinton geen antwoorden hadden op rechtse populisten en nationalisten die net als extreemrechts inspelen op angst onder de bevolking.

Dat is waarom de opbouw van een socialistisch alternatief op de onrust en de wanorde van het kapitalisme zo noodzakelijk is. Er zal strijd zijn rond belangrijke thema’s zoals levensstandaard, onderdrukking, het milieu en democratische rechten naast protest tegen het beleid van kapitalistische politici. Strategieën en maatregelen om deze strijdbewegingen te winnen zijn noodzakelijk, maar voor blijvende verandering moeten deze verbonden worden met de opbouw of heropbouw van een socialistische beweging die onafhankelijk staat van het kapitalisme en er de strijd tegen voert. Dit betekent een perspectief hebben om einde te maken aan het kapitalisme, waarbij de sleutelsectoren in publiek bezit genomen worden en er een democratisch plan komt om alle menselijke talenten en de natuurlijke rijkdommen in te zetten in het belang van de mensheid en niet de kapitalistische winsten. Socialist Alternative in de VS probeert dit in de bewegingen daar naar voor te brengen, net zoals andere activisten van het CWI dat wereldwijd doen.

Dit vind je misschien ook leuk...